Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Controleverordening Provincie Flevoland 2024 |
Citeertitel | Controleverordening Provincie Flevoland 2024 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Controleverordening Provincie Flevoland 2012.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
artikel 217 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-03-2024 | nieuwe regeling | 28-02-2024 | 3241014 |
gelet op artikel 217 van de Provinciewet en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden;
vast te stellen de navolgende verordening en de daarbij behorende toelichting:
Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de provincie Flevoland.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de controle van de in artikel 201 van de Provinciewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door Provinciale Staten benoemde accountant van:
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe verantwoording mogelijk maken en;
waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 217 van de Provinciewet, in acht worden genomen.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
Provinciale Staten kunnen in het programma van eisen opnemen, dat Provinciale Staten jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststellen de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de provinciale producten en de provinciale organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringtoleranties hij daarbij dient te hanteren.
Artikel 3. Informatieverstrekking door college
De accountant maakt in de accountantscontrole zo veel mogelijk gebruik van de aanwezige interne beheersing van de werkzaamheden van de (verbijzonderde) interne controlefunctie van de provincie en stimuleert door een zo veel mogelijke organisatiegerichte accountantscontrole de verdere kwaliteitsverbetering en professionalisering.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de
accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij
behorende werkzaamheden. De accountant vraagt voorafgaand aan de
accountantscontrole de benodigde dossierstukken schriftelijk of elektronisch op bij een
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek
(afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) Provinciale Staten, (een vertegenwoordiger van) de rekenkamer(functie), de portefeuillehouder financiën, de secretaris/directeur concerndirectie, de concerncontroller en de manager expertiseteam Financiën.
Artikel 5. Toegang tot informatie
Het college draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de provincie zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over het gevoerde financiële beheer, de getrouwheid van zowel het financiële beeld als de verklaring omtrent de rechtmatige totstandkoming van de baten en lasten.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
Het college kan de door Provinciale Staten benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert Provinciale Staten vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.
Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door Provinciale Staten benoemde accountant, indien dit in het belang van de provincie is.
Indien de accountant bij een controle tot het oordeel komt dat de rechtmatigheidsverantwoording door het college niet getrouw is, dan wel afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze direct schriftelijk aan Provinciale Staten en zendt een afschrift hiervan aan het college.
In aanvulling op het in artikel 217 lid 4 van de Provinciewet voorgeschreven verslag van bevindingen (ook wel accountantsverslag) brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit in een managementletter over zijn bevindingen die niet van bestuurlijk belang zijn aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, de directie, het hoofd van de afdeling waar de ambtenaar werkzaam is, de concerncontroller en het hoofd van de afdeling Financiën dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.
Artikel 8. Intrekking oude regeling
De "Controleverordening Provincie Flevoland 2012" wordt ingetrokken.
Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van 28 februari 2024.
de griffier,
Mr. A. Kost
de voorzitter,
A.J. Gerritsen
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het college verantwoording afleggen aan Provinciale Staten over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 201, lid 1 Provinciewet). Voor het overleggen van deze stukken aan Provinciale Staten moet de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd (artikel 201, lid 2 Provinciewet). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van Provinciale Staten. Provinciale Staten wijzen daarom ook de accountant aan (artikel 217, lid 2 Provinciewet).
Artikel 2 van de verordening regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de provinciale jaarrekening. Het eerste lid legt vast dat de verbintenis met de accountant voor de controle van de jaarrekening in principe voor vier jaar geschiedt. Het tweede lid regelt dat het college verantwoordelijk is voor de uitvoering van de aanbesteding van de accountantscontrole van de jaarrekening. Voor de accountantscontrole geldt het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) dat krachtens het zesde lid van artikel 217 Provinciewet door de minister is vastgesteld. Het Besluit accountantscontrole decentrale overheden bevat onder andere regels voor de omvangsbases en goedkeuringstoleranties voor de controleverklaring en de rapporteringtoleranties voor het verslag van bevindingen.
Het vierde lid voorziet in de mogelijk om jaarlijks voorafgaande aan de accountantscontrole door Provinciale Staten onderdelen van de jaarrekening, onderdelen van deelverantwoordingen en provinciale organisatieonderdelen te laten vaststellen waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.
Artikel 3. Informatieverstrekking door college
Artikel 3 van de verordening regelt de verplichtingen van het college voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant.
Het derde lid betreft de zogenoemde Letter Of Representation (LOR). Het verstrekken van deze verklaring is geen wettelijke verplichting, maar het is wel algemeen gebruik geworden dat het college deze verklaring verstrekt.
Voor de controle van de jaarrekening doet de accountant onderzoek naar de achterliggende bescheiden.
Het tweede lid draagt aan het college op deze achterliggende bescheiden goed toegankelijk ter inzage aan de accountant beschikbaar te stellen.
In het vierde lid wordt een uiterlijke datum aan het college gesteld voor de overlegging van de
gecontroleerde jaarrekening aan Provinciale Staten. De jaarrekening moet namelijk binnen twee weken na vaststelling, maar in elk geval voor 15 juli worden toegezonden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (artikel 204 Provinciewet). Voor deze datum, moet de jaarrekening door Provinciale Staten zijn behandeld en moet een eventuele erop volgende indemniteitsprocedure (artikel 202 Provinciewet) zijn doorlopen en de jaarrekening wel of niet zijn vastgesteld.
De accountant verzendt de controleverklaring en het verslag van bevindingen rechtstreeks aan Provinciale Staten.
Het vijfde lid van het artikel is opgenomen om verrassingen tijdens de Statenbehandeling uit te sluiten.
Artikel 4. Uitvoering controle
Artikel 4 van de verordening regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en de provincie ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. De provincie is hierin volgend. Wel moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de provincie. Ook is uitwisseling van informatie gewenst over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole.
Artikel 5 . Toegang tot informatie
Om een goede controle uit te voeren moet de accountant onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Dit natuurlijk met in achtneming van de afspraken met Provinciale Staten, zoals neergelegd in het programma van eisen bij de aanbesteding.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de provincie die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoering van de medebewindstaken door provincies (specifieke uitkeringen) vaak een aparte controleverklaring.
De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het college. Ook kan het college besluiten om advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door Provinciale Staten benoemde accountant.
Het college dient Provinciale Staten hier vooraf over te informeren. Dit biedt Provinciale Staten de mogelijkheid om over de desbetreffende uitbesteding van werkzaamheden zijn oordeel te vormen en zijn bedenkingen aan het college kenbaar te maken. Het tweede en het derde lid regelen, dat het college voor de overige controlewerkzaamheden in het algemeen de door Provinciale Staten benoemde accountant inschakelt. Het college mag hiervan afwijken indien dit in het belang van de provincie is. De accountant die de jaarrekening controleert, is vaak beter bekend met de provinciale administraties. Daarbij kunnen controles van de jaarrekening en controles van medebewindstaken tegelijkertijd door één accountant worden uitgevoerd (single audit). Dit levert een aanzienlijke besparing op.
Het derde tot en met vijfde lid van artikel 217 Provinciewet regelt de rapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan Provinciale Staten en het college. Aanvullend daarop kunnen Provinciale Staten in het programma van eisen bij de aanbesteding aanvullende inhoudelijke eisen stellen, maar ook aanvullende rapporteringen van de accountant verlangen (artikel 2, lid 3, letters c en e van deze verordening). Artikel 7 regelt aanvullende zaken aangaande de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde (interim)controles.
Het eerste lid van artikel 7 regelt, dat het college in elk geval bij geconstateerde afwijkingen door de accountant die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, een afschrift krijgt van de schriftelijke mededeling hierover aan Provinciale Staten. Dit opdat het college (in overleg met Provinciale Staten en de accountant) mogelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen.
Het tweede lid van artikel 7 regelt, dat het management een managementletter krijgt van de door de accountant uitgevoerde (deel)controles. In deze managementletter worden afwijkingen en tekortkomingen die niet leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring en niet van bestuurlijk belang zijn, aan het management meegedeeld. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld opmerkingen over rubriceringfouten en onvolkomenheden in de administratieve organisatie, welke eenvoudig in onderling overleg met het management van de provincie kunnen worden opgelost. Het management kan op grond van de rapportage actie ondernemen voor herstel van de afwijkingen en onvolkomenheden.
Voorts is in het derde lid van artikel 7 de procedure van hoor en wederhoor opgenomen. De constateringen in het verslag van bevindingen worden voorafgaand aan verzending van de controleverklaringen het verslag van bevindingen aan Provinciale Staten door de accountant besproken met het college. Het geeft het college de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen.