Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie Doesburg 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Sociaal Medische Indicatie Doesburg 2024
CiteertitelBeleidsregels Sociaal Medische Indicatie Doesburg 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-202401-01-2024nieuwe regeling

05-03-2024

gmb-2024-112742

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie Doesburg 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg

besluit vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie Doesburg 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg;

    • b.

      kinderopvang: in het LRK geregistreerde kinderopvang (dagopvang, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang) of gastouderopvang gesitueerd in de gemeente Doesburg waar kinderen van 0 tot 12 jaar worden opgevangen;

    • c.

      kind: een in de gemeente Doesburg woonachtig kind in de leeftijd van 0 tot 12 jaar;

    • d.

      LRK: het Landelijk Register Kinderopvang;

    • e.

      ouder: de in de gemeente Doesburg woonachtige gezaghebbende ouder(s) of verzorger(s) van een kind die voldoen aan de begripsbepaling in de Wet Kinderopvang.

    • f.

      plan van aanpak: document waarin de bevindingen ten aanzien van de situatie in het gezin staan vastgelegd en waarin de maatregelen met als doel de knelpunten bij het kind of ouder op te lossen of te verminderen zijn omschreven;

    • g.

      SMI: Sociaal Medische Indicatie;

    • h.

      veiligheidsplan: document waarin de afspraken staan die nodig zijn om de veiligheid te herstellen in de thuissituatie. Alle gezinsleden dienen zich hieraan te houden. Deze afspraken zorgen ervoor dat het thuis weer veilig wordt en blijft.

    • i.

      voorliggende voorziening: andere wetten of regelingen waarop de ouder een beroep kan doen voordat aanspraak kan worden gemaakt op de tegemoetkoming op grond van SMI, zoals kinderopvangtoeslag of voorzieningen vanuit de wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet Kinderopvang.

Artikel 2 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op een ouder van een kind, vanaf 0 jaar tot het moment waarop het

basisonderwijs voor dit kind eindigt, die:

  • a.

    volgens de Basisregistratie Personen (BRP) woonachtig is in de gemeente Doesburg en

  • b.

    rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000 en

  • c.

    waarbij is vastgesteld dat ten behoeve van de ouder en/of het kind op grond van een SMI tijdelijk kinderopvang noodzakelijk is.

Artikel 3 Noodzaak en voorrang

  • 1.

    Om voor een SMI in aanmerking te komen moet de noodzaak tot kinderopvang vaststaan. De noodzaak tot kinderopvang staat vast als:

    • a.

      sprake is van zodanige lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke en/of psychische beperking bij de betrokken ouder of het betreffende kind, of

    • b.

      vastgesteld is dat de veiligheid van het kind in het geding is, of

    • c.

      sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet alleen in staat is de verzorging van het kind op zich te nemen waardoor zonder kinderopvang een ernstige ontwikkelingsachterstand dreigt te ontstaan bij het desbetreffende kind.

  • 2.

    Een SMI geeft voorrang op de wachtlijst van de kinderopvang.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een SMI wordt ingediend bij het college middels het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier en onder overlegging van de op het aanvraagformulier genoemde bescheiden.

  • 2.

    Alvorens op de aanvraag te besluiten, kan het college ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang een verklaring van een onafhankelijk hulpverlener/arts vragen waaruit de SMI van de kinderopvang blijkt.

  • 3.

    Het college stelt aan de hand van de bij de aanvraag overgelegde informatie vast of er een noodzaak voor kinderopvang aanwezig is en wat de omvang daarvan is.

Artikel 5 Indicatie

  • 1.

    Het college besluit op de aanvraag om een SMI en bepaalt daarbij de duur en omvang van de indicatie. Indien nodig wordt een verklaring van een onafhankelijke hulpverlener/arts gevraagd.

  • 2.

    De indicatie heeft een geldigheidsduur van maximaal zes maanden, tenzij verlenging noodzakelijk is geoordeeld.

  • 3.

    Voorafgaande aan het verlenen van een SMI wordt een plan opgesteld in samenspraak met het gezin, waarbij afspraken worden gemaakt en acties worden ondernomen om ervoor te zorgen dat het gezin in de toekomst niet langer afhankelijk is van de SMI. In het geval van onveiligheid wordt er een veiligheidsplan opgesteld.

  • 4.

    De indicatie gaat in op de dag na die van de bekendmaking van de verleningsbeschikking. Bij bijzondere omstandigheden, zoals een acute noodzaak om een kind te plaatsen, kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Verlenging van de indicatie is mogelijk met maximaal zes maanden als de noodzaak daarvoor is vastgesteld door het college.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Een SMI wordt geweigerd indien:

  • 1.

    Er niet wordt voldaan aan de eisen, zoals genoemd in de artikelen 2 en

  • 2.

    De ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    Als de ouder een onderzoek van een onafhankelijk hulpverlener/arts weigert of als uit de verklaring van een onafhankelijk hulpverlener/arts de noodzaak voor een SMI niet blijkt.

  • 4.

    De ouder op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk de hulpvraag kan wegnemen.

  • 5.

    De ouder aanspraak kan maken op een of meerdere adequate voorliggende voorzieningen zoals een VE-indicatie en de SMI heeft dezelfde omvang in uren als de VE-indicatie.

  • 6.

    Als de ouder weigert medewerking te verlenen aan het in artikel 5 genoemde plan van aanpak of veiligheidsplan of weigert deze te ondertekenen.

Artikel 7 Intrekkingsgronden

Een SMI wordt binnen de geïndiceerde periode van maximaal 6 maanden ingetrokken als:

  • 1.

    blijkt dat de ouder in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens ten onrechte tot een toekenning van een SMI heeft geleid.

  • 2.

    blijkt dat de opvang waarvoor de ouder een SMI aangevraagd heeft, niet of niet geheel plaatsvinden.

  • 3.

    Als de ouder daarom verzoekt.

Artikel 8 Eigen bijdrage

Er is geen eigen bijdrage verschuldigd voor kinderopvang op grond van een SMI.

Artikel 9 Betaling

De gemeente betaalt maandelijks achteraf rechtstreeks aan de aanbieder van de kinderopvang de geleverde opvanguren tegen het t.t.v. de opvang geldende tarief van de betreffende aanbieder. De aanbieder declareert aan het einde van de maand de kosten middels een factuur aan de gemeente.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels als toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking hiervan in het Elektronisch Gemeenteblad en werken terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie Doesburg 2024.

Aldus vastgesteld door het college d.d. 5 maart 2024

De secretaris,

P. Werkman

De burgemeester,

drs. L.W.C.M. van der Meijs