Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neder-Betuwe

Subsidieregeling klimaatadaptatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeder-Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling klimaatadaptatie
CiteertitelSubsidieregeling klimaatadaptatie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene subsidieverordening gemeente Neder-Betuwe 2019
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-202431-12-2026nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-108932

Z/23/095024

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling klimaatadaptatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe;

 

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren bij de voorbereiding op veranderingen in het klimaat door middel van maatregelen die wateroverlast, hitte, of droogte verminderen;

 

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Neder-Betuwe 2019;

 

besluiten

vast te stellen de volgende nadere regel:

Subsidieregeling klimaatadaptatie

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Neder-Betuwe 2019;

  • 2.

    Deze nadere regel: onderhavige nadere regel “Subsidieregeling klimaatadaptatie” in de zin van artikel 2, eerste lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Neder-Betuwe;

  • 3.

    Woningeigenaar: persoon die volgens de kadastrale gegevens (mede)eigenaar is van een bestaande woning;

  • 4.

    Bewoner: natuurlijk persoon die volgens het bevolkingsregister staat ingeschreven op het adres van de woning

  • 5.

    Bestaande woning: een bewoonbare woning die is opgeleverd vóór de aanvraag in het kader van deze nadere regel;

  • 6.

    Maatregel: activiteit of een samenhangende reeks activiteiten die bijdragen aan het vasthouden en verwerken van hemelwater op het eigen terrein bij een bestaande woning, en daarmee bijdragen aan het verminderen van overlast door water, hitte, en/of droogte, en/of het bevorderen van biodiversiteit;

  • 7.

    Wateroverlast: overlast die ontstaat wanneer water van (hevige) regenval onvoldoende kan worden afgevoerd of kan infiltreren;

  • 8.

    Hitte: lokaal hoge temperaturen, potentieel leidend tot overlast door ongemakken en/of gezondheidsproblemen;

  • 9.

    Droogte: tekort aan (regen)water;

  • 10.

    Biodiversiteit: rijkdom aan soorten planten en dieren, karakteristiek voor gezonde ecosystemen;

  • 11.

    Vergroenen: het aanbrengen van planten en bomen waar deze eerder niet aanwezig waren, nabij de bestaande woning en in het bijzonder op voorheen verhard terrein of op daken;

  • 12.

    Afkoppelen: het loskoppelen van de hemelwaterafvoer van het gemengd riool, waarbij het water wordt verwerkt of vastgehouden op het eigen terrein;

  • 13.

    Vasthouden van hemelwater: het lokaal bergen van hemelwater in een regenton of andere vorm van wateropslag, op het eigen terrein;

  • 14.

    Verwerken van hemelwater: het laten infiltreren van hemelwater op eigen terrein; bovengronds in het maaiveld of waterdoorlatende verharding of via een ondergrondse voorziening;

  • 15.

    Leefbaarheid: mate waarin een gebied geschikt is om te wonen en werken, afhankelijk van de kwaliteit van de omgeving, de hoeveelheid groen, het sociaaleconomische profiel, welzijn en gezondheid.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie kan eenmalig worden verstrekt voor het treffen van een maatregel of een samenhangende reeks maatregelen die bijdragen aan het vasthouden en verwerken van hemelwater op het eigen terrein en/of het bevorderen van de biodiversiteit, zijnde:

    • 1.1.

      het vergroenen van terrein, ter vervanging van bestaande (erf)verharding;

    • 1.2.

      het vergroenen van dak, op bestaande dakverharding;

    • 1.3.

      het afkoppelen van hemelwaterafvoer;

    • 1.4.

      het vasthouden en/of verwerken van hemelwater.

Artikel 3 Voorwaarden

Afhankelijk van de maatregel moet deze aan de volgende voorwaarden voldoen.

  • 1.

    voor (deel)maatregelen ter vergroening van terrein, zoals bedoeld onder artikel 2 lid 1 sub 1, geldt als voorwaarden:

    • 1.1

      de verharding is meer dan 5 jaar voor indiening van de vergroeningsaanvraag aangebracht;

  • 2.

    voor (deel)maatregelen ter vergroening van daken, zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 sub 2, geldt als voorwaarden:

    • 2.1.

      het dak is meer dan 5 jaar voor indiening van de vergroeningsaanvraag aangebracht;

    • 2.2.

      bij de aanleg van een groen dak wordt het belang van het vasthouden en vertraagd afvoeren van regenwater in voldoende mate gediend, door een minimale waterberging van 20 l/m2 (20mm) toe te voegen ten opzichte van de oorspronkelijke situatie. Na benutting van deze wateropslag mag hemelwater overlopen naar wateropslag, groene zones in de tuin, of naar de openbare ruimte;

    • 2.3.

      de subsidieaanvrager is zelf verantwoordelijk voor de bouwkundige staat van het gebouw en de draagkracht van de dakconstructie, eventuele kosten hiervoor zijn niet subsidiabel;

  • 3.

    voor (deel)maatregelen voor het afkoppelen van hemelwaterafvoer, zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 sub 3, geldt als voorwaarden:

    • 3.1.

      het af te koppelen dakoppervlak is minimaal 10 m2

    • 3.2.

      in de situatie voor het treffen van de maatregel wordt afstromend water geloosd op het openbare rioolstelsel of het oppervlaktewater

  • 4.

    voor (deel)maatregelen voor het vasthouden en verwerken van hemelwater, zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 sub 4, geldt als voorwaarden:

    • 4.1.

      wateropslag is minimaal 100 liter (regenton, regenzuil, regenschutting, etc.)

    • 4.2.

      wateropslag dient te zijn aangesloten op de hemelwaterafvoer en mag pas na benutting van de opslag uitvloeien naar tuin of openbare ruimte

    • 4.3.

      wateropslag wordt permanent geplaatst bij het betreffende gebouw of perceel

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    de maatregelen zijn getroffen voor ingangsdatum van deze nadere regel;

  • 2.

    er meer dan één subsidieaanvraag voor hetzelfde adres wordt ingediend;

  • 3.

    het gebouw of perceel waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet is gelegen in de gemeente Neder-Betuwe;

  • 4.

    de subsidieaanvraag niet voldoet aan de bij de betreffende maatregel gestelde voorwaarden uit artikel 3;

  • 5.

    de maatregel(en) geen verandering brengt (brengen) t.o.v. leefbaarheid en/of ontlasting van het rioolstelsel ten opzichte van de bestaande situatie en/of wateroverlast helpt voorkomen;

  • 6.

    indien de aanvraag de limieten uit artikel 8 uit deze nadere regel overschrijden;

  • 7.

    er tussen aankoop van voorziening en realisatie van de maatregel meer dan 1 jaar zit;

  • 8.

    de verplichtingen zoals in artikel 11 niet nagekomen worden, of kunnen worden;

  • 9.

    indien door de subsidieverlening het vastgestelde subsidieplafond wordt overschreden.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regel wordt uitsluitend verstrekt aan bewoners en eigenaren van een woning binnen de gemeente Neder-Betuwe. Voor huurders die gebruik willen maken van de regeling is een expliciete toestemming vereist van de woningeigenaar, indien het pakket van maatregelen een ingreep aan de woning betreft (groen dak of afkoppelen).

Artikel 6 Procedurebepalingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 5 derde lid van de Algemene subsidieverordening dient een aanvraag om subsidie op grond van deze nadere regel uiterlijk twaalf weken na voltooiing van de maatregel(en) door ons te zijn ontvangen;

  • 2.

    wordt subsidie bij beschikking direct vastgesteld indien de aanvraag geschiedt na voltooiing van de maatregel(en);

  • 3.

    geschiedt een aanvraag bij voorkeur met het daartoe opgestelde digitale formulier;

  • 4.

    geschiedt vaststelling aan de hand van het ingevulde formulier en bijbehorende bewijsstukken, en wordt uitgekeerd op het door de aanvrager aangegeven rekeningnummer, onder vermelding van “Subsidie klimaatadaptatie”.

De beschikkingstermijn zoals genoemd in artikel 5 lid 3 van de Algemene subsidieverordening geldt ongewijzigd. Ook de vaststellingstermijn zoals genoemd in artikel 11 van de Algemene subsidieverordening geldt ongewijzigd.

Artikel 7 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

De afvoer van (rest)materialen en/of afval komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De totale subsidie bedraagt minimaal €100, en maximaal €1000.

  • 2.

    De subsidie bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten of de begrote kosten.

  • 3.

    Kosten waarop subsidie wordt verstrekt moeten aantoonbaar zijn.

  • 4.

    Enkel kosten die eenmalig van aard zijn komen in aanmerking voor subsidie.

  • 5.

    Vergoedingen worden bepaald aan de hand van de activiteiten of reeks activiteiten als in artikel 2

  • 6.

    Voor het vergroenen ter vervanging van (erf)verhardingen zoals bedoeld onder artikel 2 lid 1 sub 1, geldt als maximale vergoeding:

    • 6.1.

      €15 per m2 voor vergroening van oppervlakken;

    • 6.2.

      €50 per boom.

  • 7.

    Voor het vergroenen van bestaande daken zoals bedoeld onder artikel 2 lid 1 sub 2, geldt als maximale vergoeding:

    • 7.1.

      €25 per m2.

  • 8.

    Voor het afkoppelen van hemelwaterafvoer zoals bedoeld onder artikel 2 lid 1 sub 3, geldt als maximale vergoeding:

    • 8.1.

      €12 per m2 afgekoppeld dakopervlak, met of zonder subsidiabele voorzieningen voor opslag of verwerking.

  • 9.

    Voor wateropslag en -verwerking zoals bedoeld onder artikel 2 lid 1 sub 4, geldt als maximale vergoeding:

    • 9.1.

      €40 per regenton/regenzuil/regenschuttingsegment tot en met 250l (0.25m3);

    • 9.2.

      €50 per regenton/regenzuil/regenschuttingsegment van meer dan 250l (0.25m3);

    • 9.3.

      €200 per m3 waterberging voor overige opslagvoorzieningen (o.a. maaiveldverlaging, ondergrondse opslagvoorzieningen).

Artikel 9 Het subsidieplafond

Het subsidieplafond wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

Artikel 10 Verdeling en het subsidieplafond

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld. De subsidie wordt verstrekt tot het subsidieplafond bereikt wordt.

Artikel 11 Verplichtingen

De subsidie wordt enkel verstrekt als wordt voldaan aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    voor de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van digitale formulier vergelijkbaar met het formulier in de toelichting;

  • 2.

    de aanvrager is eigenaar van het perceel waar de maatregel getroffen wordt, of is bewoner en voegt indien van toepassing schriftelijke toestemming van de eigenaar bij de aanvraag;

  • 3.

    de maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd blijven minimaal 5 jaar in stand;

  • 4.

    de maatregelen mogen geen schade of verhinderingen verzorgen op andere percelen of in de openbare ruimte;

  • 5.

    het vasthouden en verwerken van hemelwater geschiedt adequaat op het eigen terrein, zonder dat hierbij gevolgen voor omliggende percelen ontstaan, hiertoe dient de subsidieaanvrager onderzocht te hebben of de bodemopbouw en waterhuishouding geschikt zijn om hemelwater te laten infiltreren bij de gewenste maatregel(en);

  • 6.

    de aanvrager stelt zich ten doel zonder winstoogmerk de klimaatadaptieve maatregelen te treffen;

  • 7.

    aanvrager verleent medewerking aan een mogelijke controle;

  • 8.

    bij de subsidieverlening kunnen het college van burgemeester en wethouders verplichtingen opleggen.

Artikel 12 Intrekkings- en terugvorderingsgronden

De subsidie wordt ingetrokken of teruggevorderd indien:

  • 1.

    de verplichtingen zoals in artikel 11 niet nagekomen zijn, of een weigeringsgrond zoals in artikel 4;

  • 2.

    de gelden niet zijn besteed aan maatregelen uit artikel 2.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regel treedt in werking op 1 januari 2024

  • 2.

    Deze nadere regel vervalt op 31 december 2026

  • 3.

    Deze nadere regel wordt aangehaald als: Subsidieregeling klimaatadaptatie

     

Toelichting bij de Subsidieregeling klimaatadaptatie

Omschrijving en toelichting bij maatregelen zoals genoemd in Artikel 2.

  • 1.

    Terrein vergroenen ter vervanging van erfverhardingen.

    Dit gaat over het vervangen van erfverharding, zoals klinkers, tegels of asfalt, door het planten van bomen en andere vegetatie. Overweeg bijvoorbeeld het aanleggen van een tuin, het planten van een boom met een groene boomspiegel, of het creëren van bloembedden of geveltuinen op kleinere schaal.

    Verharding houdt warmte vast, wat hitte verergert. Daarentegen hebben bomen en planten een mild verkoelend effect en bevorderen ze de biodiversiteit. Dit verbetert het lokale klimaat voor zowel mensen als dieren.

    Bovendien houdt verharding geen vocht vast, wat problemen veroorzaakt bij zware regenval - het water kan niet infiltreren - en droogte verergert. Het planten van vegetatie verbetert de vochthuishouding: infiltratie zorgt ervoor dat water in de bodem wordt vastgehouden, waardoor droogte afneemt en er minder overlast is bij pieken in neerslag.

  • 2.

    Het vergroenen van bestaande daken op particulier terrein

    Het aanleggen van een groen dak betekent het transformeren van een traditioneel dak in een levendige dakbedekking, meestal met behulp van sedumbeplanting. Dit proces vereist doorgaans een wortelwerende laag, voedingsstoffen en waterafvoer in lagen, waarna de planten kunnen groeien. Niet alleen verbetert dit het leefklimaat, maar het is ook esthetisch aantrekkelijk. Hoewel het eenvoudiger is om daken met een kleine helling te vergroenen, zijn er ook mogelijkheden voor steilere daken.

    Groene daken bieden tal van voordelen ten opzichte van conventionele daken. Ze dragen bij aan betere isolatie, schonere lucht, wateropvang en vormen een voedselbron voor insecten. Daarnaast verbeteren ze de toekomstbestendigheid van het gebouw en de omgeving: wateroverlast wordt aanzienlijk verminderd door de opname en het vasthouden van water door de dakplanten, waardoor ook hitte en droogte worden verminderd. Dit bevordert ook het isolerende effect, en de biodiversiteit neemt ondertussen toe. Het isolerende effect kan leiden tot lagere stookkosten, terwijl het verkoelende effect de opbrengst van zonnepanelen kan verhogen.

  • 3.

    Het afkoppelen van de hemelwaterafvoer:

    Het afkoppelen van de hemelwaterafvoer houdt in dat de waterafvoer van dakverharding (via de regenpijp) wordt losgekoppeld van het gemengde riool. Dit proces ontlast het riool tijdens perioden van hevige regenval door het water niet in het riool te laten stromen.

    Het niet langer laten uitkomen van water op het gemengde riool vermindert de druk op de rioolwaterzuiveringsinstallatie en vermindert ook de frequentie van gemengde overstort in het oppervlaktewater. In combinatie met de onderstaande opslag- en verwerkingsmethoden kan het water vervolgens op een nuttige manier worden gebruikt.

  • 4.

    Hemelwateropslag en -verwerking:

    Het opvangen van regenwater en het laten infiltreren op het perceel betreft een proces waarbij de waterafvoer (zoals een regenpijp) uitmondt in een regenton, infiltratiekrat of -put, een grindkoffer, of een infiltratieveld (ook wel een wadi genoemd). Dit helpt niet alleen om wateroverlast te voorkomen, maar door water op te slaan of kan het ook nuttig worden ingezet tijdens perioden van droogte.

De voorwaarden in artikel 3 zijn bedoeld om basisvoorwaarden te stellen, zodat (deel)maatregelen van voldoende omvang kunnen worden gesubsidieerd. Naast het voldoen aan deze voorwaarden is het belangrijk om een inschatting te maken: leidt het pakket aan maatregelen tot een verbetering ten opzichte van de huidige situatie? Door deze vraag te stellen zorgen we dat de genomen stappen daadwerkelijk bijdragen aan het bereiken van de gestelde doelen. Hierop voortbouwend zijn in artikel 4 een aantal weigeringsgronden verwoord.

 

Subsidies op basis van deze regeling zijn krachtens artikel 5 bedoeld voor bewoners van een woning in de gemeente Neder-Betuwe. Dit betekent dat als u in deze gemeente woont of een woning bezit, u mogelijk in aanmerking komt voor subsidie voor bepaalde verbeteringen aan uw woning. Als u een huurder bent en van deze regeling gebruik wilt maken, is er in enkele gevallen een extra stap die u moet nemen; u moet toestemming krijgen van de eigenaar van de woning. Dit is vooral belangrijk als de maatregelen die u wilt nemen een directe impact hebben op de woning zelf. Voorbeelden hiervan zijn het aanleggen van een groen dak of het afkoppelen van de waterafvoer. Deze maatregelen kunnen aanzienlijke veranderingen aan de woning met zich meebrengen, dus het is belangrijk dat de eigenaar van de woning hiervan op de hoogte is en zijn of haar toestemming geeft.

 

In de procedurebepalingen (artikel 6) wordt erop gestuurd om subsidie aan te vragen nadat de maatregelen zijn voltooid. Dit vermindert de administratieve last voor de gemeente. Door de subsidie aan te vragen nadat de maatregelen zijn voltooid, kan de gemeente de subsidie direct vaststellen en overgaan tot uitbetaling. Dit betekent dat er minder tijd en middelen nodig zijn voor het verwerken van de aanvraag, wat de efficiëntie van het proces ten goede komt. Zo zorgt deze aanpak er ook voor dat de subsidie sneller kan worden uitbetaald. Zodra de subsidie is vastgesteld, kan de gemeente overgaan tot uitbetaling. De uitbetaling van de subsidie wordt gedaan op het rekeningnummer dat bij de aanvraag is opgegeven.

 

In artikel 7 is vastgelegd welke kosten niet vergoed worden, zoals kosten voor afval of afvoer van materialen.

 

Artikel 8 specificeert de standaardbedragen die worden gebruikt. Het gebruik van deze standaardbedragen beperkt de administratieve lasten bij het beoordelen van aanvragen. Bovendien zorgt dit voor een efficiënte besteding van de beschikbare middelen. Het biedt een duidelijk overzicht van de kosten en zorgt voor transparantie in het subsidieproces. Aanvragen worden verwerkt in de volgorde waarin ze binnenkomen, totdat het subsidieplafond is bereikt (artikel 10). Het subsidieplafond, zoals bepaald in artikel 9, wordt vastgesteld door het bedrag dat de gemeenteraad beschikbaar stelt voor deze regeling.

 

Om misbruik van de subsidie te voorkomen, zijn er enkele verplichtingen (zoals vermeld in artikel 11) waaraan moet worden voldaan bij het ontvangen van de subsidie. Dit omvat onder andere het in stand houden van de genomen maatregelen voor een periode van minimaal 5 jaar. Daarnaast mag de maatregel geen problemen veroorzaken buiten het eigen perceel. Kortom, de maatregel moet duurzaam zijn en passen binnen het gebied.