Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dinkelland

Nota geluidsbeleid Dinkelland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDinkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota geluidsbeleid Dinkelland
CiteertitelNota geluidsbeleid Dinkelland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlagenFiguur 1 Geluidbeleid Dinkelland Figuur 2 Gebiedstypen Ootmarsum Figuur 3 Gebiedstypen Denekamp Figuur 4 Gebiedstypen Deurningen Figuur 5 Gebiedstypen Lattrop Figuur 6 Gebiedstypen Saasveld Figuur 7 Gebiedstypen Rossum Figuur 8 Gebiedstypen Tilligte Figuur 9 Gebiedstypen Weerselo Figuur 10 Gebiedstypen Dinkelland Nota geluidsbeleid Dinkelland

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-03-2024nieuwe regeling

09-03-2009

gmb-2024-108221

M.2006.0718.07.R001

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota geluidsbeleid Dinkelland

 

Samenvatting

 

Voor u ligt de Dinkellandse Nota geluidsbeleid. De gemeente heeft behoefte aan een werkbaar instrument waarmee niet alleen de beleidsmaker mee uit de voeten kan maar ook bijvoorbeeld de handhaver, de vergunningverlener of een bedrijf dat zich in Dinkelland wil vestigen. Met een Nota geluidsbeleid wordt voorkomen dat de verschillende partijen steeds met elkaar het beoordelingskader voor geluid scherp moeten krijgen. Men kan bij de beoordeling de juiste afwegingen maken doordat men vooraf weet waar ruimte zit voor toekomstige ontwikkelingen. Een andere belangrijke aanleiding voor het geluidsbeleid is de gewijzigde Wet geluidhinder (Staatsblad 350, 2006), die op 1 januari 2007 van kracht is geworden. De gemeenten hebben een grotere beleidsvrijheid dan voorheen. De beleidsvrijheid die de nieuwe Wet geluidhinder biedt, gaat gepaard met een verhoogde motiveringsplicht. In plaats van lastige ad-hoc motivering, waarmee juridische afbreukrisico’s worden gelopen, is het wenselijk consistent en transparant beleid te formuleren om keuzen te onderbouwen.

 

Met deze nota wordt invulling gegeven aan de wensen van de verschillende afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. De projectgroep Gebiedsgericht Geluidsbeleid heeft een integraal afgewogen geluidsbeleid opgezet waarin zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de verschillende belangen binnen de gemeentelijke organisatie.

 

Het doel van het gemeentelijk geluidsbeleid is het behouden van de goede kwaliteiten en het benutten van kansen om voor de verschillende gebieden binnen de gemeente de geluidskwaliteit te verbeteren. De gemeente Dinkelland is hiertoe opgedeeld in verschillende gebieden. In regionaal verband is gekozen voor de gebiedsindeling volgens de MILO-systematiek (Milieukwaliteit In de LeefOmgeving). De MILO-systematiek houdt bij de gebiedsindeling rekening met het functioneel ruimtegebruik van een gebied. Op basis van het functioneel gebruik van de ruimte is de gemeente onderverdeeld in een zevental gebieden:

  • natuur

  • extensiveringsgebied

  • buitengebied

  • woongebied

  • centrum

  • gemengd gebied

  • bedrijventerrein

Voor ieder gebied is in het geluidsbeleid voor de thema’s bedrijven en verkeer een passende geluidskwaliteit opgenomen. De geluidskwaliteit (figuur 1) geeft aan wat de ambitie is voor dat gebied. Daarnaast geeft de ambitietabel (figuur 2) ook aan indien dit noodzakelijk is waar de ruimte zit voor mogelijke afwijkingen van de ambitie (bovengrens).

 

Figuur 1: geluidskwaliteiten

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

Natuur

rustig

redelijk rustig

zeer rustig

zeer rustig

extensiveringsgebied

rustig

onrustig

rustig

redelijk rustig

buitengebied

redelijk rustig

onrustig

rustig

redelijk rustig

zeer onrustig 1)

zeer onrustig 1)

Woongebied

redelijk rustig

onrustig

rustig

onrustig

zeer onrustig 2)

Gemengd gebied

redelijk rustig

onrustig

redelijk rustig

onrustig

lawaaiig 3)

Centrum

redelijk rustig

onrustig

redelijk rustig

onrustig

lawaaiig 2)

Bedrijventerrein

onrustig

zeer onrustig

onrustig

lawaaiig

 

  • 1)

    LOG gebieden (landbouw ontwikkelingsgebied)

  • 2)

    alleen bij wegen met een verkeersfunctie GOW (gebiedsontsluitingsweg) of ETW-A (erftoegangsweg)

  • 3)

    alleen grensovergang Rammelbeek

Figuur 2: ambitietabel

De gewenste ambities zijn verder uitgewerkt tot concrete beleidsuitspraken. De beleidsuitspraken geven aan wat de randvoorwaarden zijn met betrekking tot geluid voor de thema’s bedrijven en verkeer. Naast deze Nota geluidsbeleid heeft Dinkelland ook een Nota hogere grenswaarden opgesteld. De Nota hogere grenswaarden beschrijft onder welke condities afgeweken mag worden van de opgestelde ambities.

 

1. Inleiding

 

Voor u ligt de Nota Geluidsbeleid van de gemeente Dinkelland. Met deze nota wordt invulling gegeven aan de wens om een werkbaar instrument voorhanden te hebben waarmee niet alleen de beleidsmaker mee uit de voeten kan maar ook bijvoorbeeld de handhaver, de vergunningverlener of een bedrijf dat zich in Dinkelland wil vestigen. De veelal complexe en aan specialisten voorbehouden discussie over akoestiek, voorkeurswaarden, etc. is vertaald naar een begrijpelijk samenhangend beleid. Hierdoor wordt het veelal specialistische domein, met zijn eigen jargon, doorbroken. Deze nota is integraal opgezet en houdt zoveel mogelijk rekening met de verschillende belangen binnen de gemeentelijke organisatie. Het beleidsstuk bevat zoveel mogelijk concrete uitgangspunten en beleiduitspraken.

 

1.1 Waarom geluidsbeleid?

Met een Nota geluidsbeleid wordt voorkomen dat de verschillende partijen steeds met elkaar het beoordelingskader voor geluid scherp moeten krijgen. Men kan bij de beoordeling de juiste afwegingen maken doordat men vooraf weet waar ruimte zit voor toekomstige ontwikkelingen. Dit zorgt binnen de gemeentelijke organisatie voor een betere afstemming tussen ‘milieu’ en ‘ruimtelijke ordening’.

Een tweede belangrijke oorzaak voor de behoefte aan geluidsbeleid is de gewijzigde Wet geluidhinder (Staatsblad 350, 2006), die op 1 januari 2007 van kracht is geworden. De gemeenten hebben een grotere beleidsvrijheid dan voorheen. Zij kunnen deze beleidsvrijheid gebruiken om een geluidsbeleid te ontwikkelen dat is toegespitst op de plaatselijke omstandigheden. Met andere woorden: de bevoegdheid om geluidsnormen te stellen verschuift van het rijk naar de gemeenten. Met de wijziging van de Wet geluidhinder wordt onder andere de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere grenswaarden (op enkele uitzonderingen na) gedecentraliseerd. De beleidsvrijheid die de nieuwe Wet geluidhinder biedt gaat gepaard met een verhoogde motiveringsplicht. In plaats van lastige ad-hoc motivering, waarmee juridische afbreukrisico’s worden gelopen, is het wenselijk consistent en transparant beleid te formuleren om keuzen te onderbouwen.

 

1.2 Voordelen van een gemeentelijk geluidsbeleid

Het formuleren van een eigen geluidsbeleid levert de volgende voordelen op:

  • 1.

    Het stimuleert een systematische werkwijze van het vaststellen van ambities voor de geluidskwaliteit voor de verschillende delen van de gemeente en bevordert op deze wijze de verbetering en de versterking van deze kwaliteiten. Wanneer ambities voor een gebied zijn bepaald, dan kunnen deze al in een vroegtijdig stadium van een ruimtelijk planproces worden meegenomen en gewogen.

  • 2.

    Het levert, in samenwerking met andere beleidsterreinen, ambities en beleid voor geluid op als onderdeel van de leefomgevingskwaliteit. Dit bevordert een goede afstemming en maakt een transparante afweging mogelijk tussen de verschillende visies op kwaliteiten en belangen in een gebied. Het beleid krijgt, door de wensen van de betrokken actoren serieus mee te wegen, een breder draagvlak met meer kans van slagen.

  • 3.

    Geluid krijgt een stevigere positie in de lastige, integrale afwegingsprocessen die spelen bij de stedelijke herstructureringsprogramma’s. Wanneer gebiedsgerichte visies en ambities beschikbaar zijn vóór het stadium van planvorming dan kunnen andere spelers en partijen hiermee beter rekening houden.

  • 4.

    Bij vergunningverlening ontstaat meer duidelijkheid over de te hanteren akoestische uitgangspunten en normen. De Nota geluidsbeleid geeft ook het gemeentelijk beleid weer met betrekking tot industrie. Hierdoor wordt de juridische basis van de (milieu)vergunning versterkt.

1.3 Doelstelling

De gemeente Dinkelland streeft niet overal dezelfde geluidsniveaus na. De ambities zijn afhankelijk van de eigenschappen van de lokale situatie. Het functionele gebruik speelt een belangrijke rol bij het toekennen van de geluidskwaliteiten en -ambities voor een gebied. Geluidsbelastingniveaus die passen bij een natuur- en extensiveringsgebied (bijvoorbeeld Snoeyinksbeek) of een woongebied kunnen en mogen afwijken van die voor bijvoorbeeld een bedrijventerrein (bijvoorbeeld ’Kloppendijk te Denekamp).

 

Het doel van het gemeentelijke geluidsbeleid is het behouden van de goede kwaliteiten en het benutten van kansen om voor de verschillende gebieden binnen de gemeente de geluidskwaliteit te verbeteren.

 

Tevens wil de gemeente per gebied een passende geluidskwaliteit realiseren.

 

Daarmee stelt de nota kaders voor de verschillende gemeentelijke afdelingen en fungeert het als richtinggevend kader voor vergunningverlening, handhaving en ruimtelijke ordening. Ook geeft deze nota handvatten voor het overleg tussen de verschillende afdelingen.

 

1.4 Regionaal gebiedsgericht geluidsbeleid

Dinkelland maakt deel uit van het samenwerkingsverband Regio Twente. De 14 gemeenten uit deze regio hebben besloten om gezamenlijk te anticiperen op de nieuwe ontwikkelingen in het geluidsbeleid. Hiervoor is het regionale project opgestart. Dit regionaal project maakt het mogelijk om eenvoudig in te kunnen springen op de nieuwe Wet geluidhinder en optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die hier uit voortvloeien.

 

De regiogemeenten willen naast de doelstelling uit de vorige paragraaf ook een geluidskwaliteit realiseren die past binnen het functioneel gebruik van de ruimte binnen de gemeente. In regionaal verband is hiertoe gekozen voor de gebiedsindeling volgens de MILO-systematiek [27]. Daar er binnen een gemeente grote verschillen in de geluidsbelasting van de diverse deelgebieden zijn, is het niet wenselijk/reëel om voor alle gebieden binnen de gemeente dezelfde beleidsambities te formuleren. Vergelijk bijvoorbeeld de verschillen tussen een druk dorpscentrum, het stille buitengebied, een bedrijventerrein en het gebied nabij een drukke doorgaande weg. De MILO- systematiek houdt bij de gebiedsindeling rekening met het functioneel ruimtegebruik van een gebied. Men spreekt dan ook van gebiedsgericht geluidsbeleid.

 

De gemeenten van de Regio Twente hebben in de eerste fase een aanzet tot de gebiedsgerichte beleidsformulering gegeven in de:

  • ‘Model geluidsnota regio Twente’ [2];

  • ‘Handreiking Geluidsbeleid regio Twente’ [1].

Aan de hand van deze documenten is in de tweede fase concreet gebiedsgericht geluidsbeleid ontwikkeld voor de gemeente Dinkelland. De Handreiking en de Model geluidsnota dienen hierbij als voorbeeld en hulpmiddel. Het eindproduct van de tweede fase is deze nota. Het geeft op een begrijpelijke wijze weer hoe de gemeente Dinkelland met geluid omgaat.

 

Naast deze nota, waarin de uitgangspunten, de gebiedsgerichte geluidsambities en de thema’s verkeer & bedrijven (conform de modelnota) aan bod komen is er een Nota hogere grenswaarde opgesteld.

 

1.5 Opbouw van de nota

In deze nota wordt in hoofdstuk 1 het belang van het gemeentelijke geluidsbeleid beschreven en wordt de doelstelling van het plan aangegeven. Hoofdstuk 2 beschrijft de gezondheidseffecten van geluid in de leefomgeving. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van het algemene beleidskader en het wettelijke kader. Het bestaand beleid van de gemeente Dinkelland wat relevant is voor het geluidsbeleid wordt in hoofdstuk 4 samengevat. Hoofdstuk 5 beschrijft de algemene uitgangspunten. Hoofdstuk 6 geeft de gebiedstyperingen en bijhorende ambities. In hoofdstuk 7 en 8 worden de thema’s verkeer en bedrijven conform de modelnota van de Twentse regiogemeenten uitgewerkt. Hoofdstuk 9 geeft een overzicht van de beleidsuitgangspunten.

2. Geluid en gezondheid

 

Geluid hoort bij het leven en is zelfs onmisbaar bij de communicatie tussen mensen. De acceptatie van geluid is vaak subjectief; de één geniet van een metalconcert en de ander ervaart het als een aanslag op het gehoor. Door wetenschappelijk onderzoek is de laatste jaren meer bekend geworden over de gevolgen van geluid voor de gezondheid. Geluidsoverlast kan slaapverstoring, stress en ergernis veroorzaken, kan het vegetatieve zenuwstelsel aantasten en het gehoororgaan beschadigen. De Gezondheidsraad heeft in 1994 vijf categorieën effecten onderscheiden waarbij de relatie tussen blootstelling aan geluid en nadelige gezondheidseffecten wetenschappelijk is aangetoond. De vijf categorieën zijn:

  • hinder (uitgewerkt in paragraaf 2.1);

  • slaapverstoring (uitgewerkt in paragraaf 2.2);

  • aan stress gerelateerde ziekten;

  • functionele effecten;

  • gehoorschade.

De onderstaande figuur laat de verschillende geluidsbronnen en -effecten zien.

 

Figuur 3: effecten van verschillende geluidsbronnen

 

2.1 Hinder

Wanneer geluid hinderlijk is noemen wij dit meestal lawaai. Lawaai werkt verstorend, is ongewenst en daarom een probleem. De belangrijkste factoren daarbij zijn:

 

Het geluidsniveau

Hoe hoger het geluidsniveau hoe meer verstoring van onze gesprekken en hoe meer irritatie en stress. Het geluid eist te veel aandacht op en dat gaat ten koste van andere taken.

 

Het soort geluid

Ruisende bomen of een bulderende branding, ze zijn natuurlijk en niemand kan er iets aan veranderen de acceptatie is daarom groot ondanks de hoge geluidsniveaus. Een zeer laag geluidsniveau housemuziek, afkomstig van walkman van een andere passagier, in een rustige treincoupé kan echter als zeer hinderlijk worden ervaren.

 

De voorspelbaarheid

Onvoorspelbare en onregelmatige geluiden zijn vaak hinderlijker dan voorspelbare en constante geluiden. Hoe onvoorspelbaarder een geluid is hoe meer irritatie en stress er kan ontstaan.

 

Het gevoel van beheersbaarheid

Als er geen gevoel van beheersbaarheid is dan ontstaat er ook steeds meer prikkeling en stress.

 

Daarnaast neemt de geluidhinderbeleving toe als er sprake is van één of meer van de volgende meer subjectieve factoren:

  • het geluid wordt als onnodig en/of niet nuttig ervaren;

  • de geluidsveroorzakers schijnen zich niets aan te trekken van anderen;

  • de gedachte dat het geluid schadelijk is voor de gezondheid;

  • de associatie van het geluid met gevaar;

  • de ontevredenheid over andere aspecten uit de omgeving.

Strikt genomen heeft alleen het geluidsniveau direct met het geluid zelf te maken; de andere zijn zogenaamde “niet akoestische” factoren.

 

Communicatie speelt een belangrijke rol bij de beheersing van het geluidsklimaat. Als geluidsveroorzakers aan hun omgeving duidelijk maken wat ze doen en waarom, dan draagt dit bij tot acceptatie en het kunnen verdragen van geluid.

 

In figuur 4 is voor een aantal bronnen weergegeven hoeveel geluid ze gemiddeld produceren. Een geluidsniveau van 40 dB is vergelijkbaar met het geluid van een woonstraat in de avond.

 

Figuur 4: Vergelijking dB(A) en soort geluid

 

2.2 Slaapverstoring

Mensen kunnen door geluid moeilijker in slaap vallen en ‘s nachts vaker wakker worden. De Gezondheidsraad heeft in 2004 onderzoek gedaan naar de effecten van geluid op slaap en gezondheid. Deze effecten zijn niet bij ieder mens gelijk en hangen af van persoonlijke en omgevingsfactoren. De belangrijke effecten van omgevingsgeluiden tijdens de slaap zijn:

  • verminderde slaapkwaliteit;

  • verminderd algemeen welbevinden;

  • hogere prikkelbaarheid;

  • verminderde concentratie en prestatie;

  • voortijdige sterfte door hartziekten en verhoogde bloeddruk.

Figuur 5: Voornaamste veroorzakers van slaapverstoring

 

3. Wet- en regelgeving

3.1 Algemeen

De Nederlandse wet- en regelgeving op het gebied van geluid is aan verandering onderhevig. MIG is de afkorting van Modernisering Instrumentatrium Geluidsbeleid. Doel van het MIG-beleid is stap voor stap het huidige geluidsbeleid te moderniseren. Met de op 18 juli 2002 gepubliceerde Europese Richtlijn Omgevingslawaai wordt het principe van MIG overeind gehouden. Deze richtlijn is bepalend voor ondermeer het gemeentelijke geluidsbeleid. Per 18 juli 2004 is de richtlijn in de Nederlandse wetgeving opgenomen1. Als gevolg hiervan heeft een deel van de Nederlandse gemeenten verplichtingen tot het maken van geluidskaarten, het opstellen van actieplannen2 en het geven van voorlichting aan het publiek en het geven van inspraak.

De gemeente geeft met een Nota Geluidsbeleid tevens duidelijkheid over de wijze waarop zij omgaat met de bevoegdheid om hogere geluidswaarden vast te stellen. Deze bevoegdheid hebben de gemeenten gekregen na de wijziging van de Wet geluidhinder. De gewijzigde Wet geluidhinder is van kracht sinds 1 januari 2007.

 

Het beperken en voorkomen van geluidsoverlast is grotendeels een gemeentelijke taak. De gemeente beschikt hiervoor over een complex juridisch- en beleidskader op verschillende bestuursniveaus:

  • -

    rijksniveau: beleid, wetten, algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en circulaires;

  • -

    provinciaal niveau: verordening voor de fysieke leefgeving van de Provincie Overijssel (is opvolger van onder meer de Provinciale Milieuverordening Overijssel sinds 2006);

  • -

    gemeentelijk niveau: Algemene Plaatselijke Verordening (APV), Geluidsnota.

3.2 Rijksniveau

Nationaal Milieubeleidsplan [18]

In het NMP4 wordt de 'aantasting van de leefomgeving' als één van de zeven hardnekkige milieuproblemen genoemd. Al deze milieuproblemen hebben een relatie met de volksgezondheid. Het NMP4 geeft de volgende doelstellingen weer:

  • -

    in 2010 een geluidsbelasting van 70 dB(A) op woningen niet meer wordt overschreden;

  • -

    de 'akoestische kwaliteit' in het stedelijke en landelijke gebied in 2030 gerealiseerd moet zijn, onder andere door de aanpak van de rijksinfrastructuur (lees: autowegen en spoorwegen);

  • -

    de 'akoestische kwaliteit' in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in 2030 is gerealiseerd;

  • -

    de situatie in 2010 ten opzichte van die van 2000 niet is verslechterd.

Het Rijk heeft in het NMP4 gebiedsgericht geluidsbeleid als strategie voorgesteld om bovenstaande doelstellingen te halen. Zo kan men maatwerk leveren om bij te dragen aan de lokale akoestische kwaliteit. De aanpak die men hier voor ogen heeft is brongericht beleid. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van de best toepasbare technieken, waarbij aandacht zal zijn voor een redelijke verhouding tussen de kosten en baten. Om de haalbaarheid van de doelstellingen te vergroten zal het rijk inzetten op innovatie. Een voorbeeld hiervan is stiller asfalt.

 

‘Vaste waarden, nieuwe vormen: Milieubeleid 2002-2006' [17]

Deze notitie van VROM gaat alleen in op die onderwerpen van het NMP4, waaronder geluid, waarvoor gezien de gewijzigde economische en politieke omstandigheden aanpassing noodzakelijk is. Het gaat daarbij vooral om het Innovatieprogramma Geluid. De beoogde doelstellingen worden, zonder extra financiële middelen, niet allemaal in 2010 gehaald. Burgers worden dus langer aan meer geluid blootgesteld. Het kabinet werkt echter aan alternatieve maatregelen. In het 'Nationaal Verkeers- en Vervoersplan' (NVVP) en in de 'Nota Verkeer en emissies' zal daarom een pakket aan alternatieve maatregelen en acties worden gepresenteerd.

 

Door VROM wordt een aangescherpt handhavingsbeleid nagestreefd ter beperking van geluidhinder in de woonomgeving.

 

Wet geluidhinder (Wgh) [11]

De Wet geluidhinder heeft tot doel de mens te beschermen tegen geluidhinder. In de wet staan regels voor weg- en railverkeerslawaai en voor gezoneerde industrieterreinen (waarop zich bedrijven kunnen vestigen die in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken). Een belangrijk principe uit de wet is dat maatregelen zo dicht mogelijk bij de geluidsbron moeten worden genomen. De wet werkt verder met zones. Dit zijn gebieden rond geluidsbronnen waarbinnen regels en normen gelden om de negatieve gevolgen van geluidhinder te beperken.

 

Besluit geluidhinder (Bg) [6]

Dit besluit is gebaseerd op de Wet geluidhinder en is op 1 januari 2007 in werking getreden. Op grond van dit besluit is onder meer de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere grenswaarden grotendeels overgegaan van de provincie naar de gemeente. Tevens bevat het een nieuwe regelgeving over industrielawaai en over het geluid van weg- en railverkeer.

 

Richtlijn omgevingslawaai [10]

De Europese richtlijn omgevingslawaai is voor de Nederlandse situatie omgezet in de Richtlijn omgevingslawaai. Voor Dinkelland zal deze richtlijn nog geen directe gevolgen hebben. De richtlijn richt zich namelijk op agglomeraties, inrichtingen en wegbeheerders. De inwerkingtreding zal in twee tranches plaatsvinden. De eerste tranche richt zich op:

  • agglomeraties met een bevolking van meer dan 250.000 inwoners;

  • beheerders van hoofdspoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60.000 treinen passeren;

  • beheerders van wegen waarop jaarlijks meer dan 6 miljoen voertuigen passeren;

  • beheerders van burgerluchthavens met jaarlijks meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen.

Zij moeten in 2007 een geluidsbelastingkaart aanleveren en in 2008 een actieplan hebben opgesteld.

 

De tweede tranche richt zich op agglomeraties met een bevolking van meer dan 100.000 inwoners en (spoor-) wegen en vliegvelden met een lagere intensiteit (respectievelijk 3 miljoen auto's, 30.000 treinen of 50.000 vliegtuigen). Zij moeten in 2012 een geluidsbelastingkaart aanleveren en in 2013 actieplannen hebben opgesteld.

 

Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) [22]

De WRO bepaalt dat de ruimtelijke inrichting van Dinkelland moet voldoen aan de eis van een “goede ruimtelijke ordening”. Verschillende functies mogen elkaar niet onaanvaardbaar negatief beïnvloeden en moeten op elkaar worden afgestemd. Door onder andere milieuzonering worden milieubelastende en milieugevoelige functies gescheiden. De WRO bepaalt verder dat de gemeente de geluidszonering uit de Wet geluidhinder in acht moet nemen. Als de gemeente via een bestemmingsplanwijziging, een geluidsgevoelige bestemming in de zone van een weg mogelijk wil maken dan kan dit alleen als de geluidsbelasting, bepaald door middel van een akoestisch onderzoek, wordt getoetst aan de geluidsnormen uit de Wet geluidhinder. Naar verwachting treedt op 1 juli 2008 de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening in werking (Wro).

 

Wet milieubeheer (Wm) [21]

Bijna alle bedrijven vallen onder de regels van de Wet milieubeheer. Dit betekent dat er geluidsnormen op de bedrijven van toepassing zijn om de woonomgeving te beschermen tegen geluidhinder. Vergunningsplichtige bedrijven hebben te maken met op maat gesneden geluidsvoorschriften en de geluidsnormen (grenswaarden) die gebaseerd zijn op de Circulaire Industrielawaai (1979) of de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (1998) van VROM. Bedrijven vallen sinds 1 januari 2008 onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer), tenzij ze zijn opgenomen in een limitatieve lijst van vergunningplichtige bedrijven (bijlage 1 van het besluit). Op basis van artikel 8.40 Wm zijn geluidsvoorschriften en standaardgrenswaarden van toepassing op deze inrichtingen. Op aantal inrichtingen blijven de bestaande algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) met de bijbehorende geluidsvoorschriften en standaardgrenswaarden van toepassing (zoals Besluit landbouw). De gemeente heeft de bevoegdheid om bij overtredingen van de geluidsvoorschriften te handhaven.

 

Woningwet [14]

Op basis van de Woningwet worden bouwvergunningen verleend. De geluidsprestatie-eisen waaraan een bouwwerk moet voldoen zijn opgenomen in het Bouwbesluit. Bij de toetsing van de bouwaanvraag en het toezicht tijdens de bouw dient de gemeente er op toe te zien dat de prestatie-eisen worden gerealiseerd. Het gaat hierbij om:

  • -

    de geluidsisolerende eigenschappen van de gevel voor geluid van buiten;

  • -

    het beperken van geluidsoverlast tussen woningen;

  • -

    het geluid dat veroorzaakt wordt door installaties zoals ventilatie en de CV.

3.3 Provinciaal niveau

De provincie Overijssel heeft een aantal taken die relevant zijn voor dit geluidsplan:

  • -

    beheer, aanleg en onderhoud van provinciale wegen;

  • -

    verlening en handhaving Wm-milieuvergunningen voor enkele grote bedrijven binnen de gemeente;

  • -

    vaststelling van streekplannen; het ruimtelijke kader van de WRO;

  • -

    goedkeuring van bestemmingsplannen.

In het jaar 2000 heeft de provincie Overijssel haar milieubeleid vastgesteld in het milieubeleidsplan ‘Milieubeleidsplan Overijssel 2000+, plannen voor ruimte, water en milieu’ [25]. Het beleidsplan geeft weer welke doelstellingen de provincie Overijssel voor een aantal thema’s nastreeft.

 

Voor een aantal thema’s heeft de provincie ook geluidsdoelstellingen geformuleerd:

  • Thema “vermindering milieubelasting mobiliteit”:

    • o

      doelstelling: de geluidhinder is terug gebracht tot de wettelijke norm;

    • o

      Indicator: aantal gevallen van geluidhinder door weg-, rail- en luchtverkeerlawaai;

  • Thema “verbeteren van de leefomgeving”:

    • o

      doelstelling: de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) moet in 2018 ontwikkeld zijn tot een stabiel en duurzaam te behouden ecologisch systeem. Het milieu- en waterbeleid moet in 2012 volledig zijn afgestemd op de natuurdoelen in de PEHS;

    • o

      indicator: plaatsen waar milieu en water nog niet zijn afgestemd op de PEHS als gevolg van onder andere geluid.

Naast het milieubeleidsplan van de provincie Overijssel is het streekplan ook een belangrijk document [26]. Het streekplan geeft de hoofdlijnen van de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling voor de lange termijn aan voor de provincie Overijssel. Dit tegen de achtergrond van de mogelijkheden, die ze heeft om de ruimtelijke ontwikkeling te beïnvloeden. De visie, die in het streekplan is neergelegd, is richtsnoer voor het provinciaal handelen in de komende jaren. De beleidsuitspraken zijn over het algemeen indicatief van aard en dus niet rechtstreeks bindend voor derden.

In het streekplan wordt geluid als één van de grootste milieuproblemen gezien. Verder geeft men aan dat men zoveel mogelijk bedrijvigheid wil concentreren op bedrijventerreinen. Dit ter voorkoming van onder andere geluidsoverlast.

 

In de ‘Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen’ [24] wordt beschreven hoe men om dient te gaan met geluid bij het ontwikkelen en beoordelen van ruimtelijke plannen. Het belangrijkste doel van de Handreiking is om de beleidsregels voor het beoordelen van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen in overeenstemming te brengen met het Streekplan Overijssel 2000+ en een aantal recente ontwikkelingen.

 

3.4 Gemeentelijk niveau

De gemeente heeft een aantal taken die relevant zijn voor deze geluidsnota:

  • -

    beheer, aanleg en onderhoud van gemeentelijke wegen;

  • -

    verlening en handhaving Wm-milieuvergunningen voor bedrijven;

  • -

    vaststelling van het ruimtelijke beleid en de bestemmingsplannen.

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dinkelland 2006

In de APV van Dinkelland [3] is voor een aantal situaties regels opgenomen om overlast te beperken. Het gaat hierbij om het verbod om overlast te veroorzaken zonder ontheffing en de regeling op grond waarvan horecabedrijven individueel en tijdens collectief aangewezen festiviteiten, niet gehouden zijn aan de reguliere geluidsnormen.

Ook wordt de APV als vangnet gebruikt indien er overlast optreedt waarin andere regelingen niet voorzien (bijvoorbeeld burenlawaai). De handhaving daarvan ligt vaak in het verlengde van het handhaven van de openbare orde.

 

4. Bestaand beleid in de gemeente Dinkelland

 

Het geluidsbeleid van Dinkelland is niet alleen van toepassing op nieuwe situaties. Er dient ook rekening te worden gehouden met de bestaande (beleid)stukken en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze kunnen van invloed zijn op het geluidsbeleid, maar het geluidsbeleid kan (en moet) soms ook invloed hebben op deze aspecten. Dit hoofdstuk omschrijft de betrokkenheid van het bestaand beleid in de gemeente Dinkelland ten aanzien van geluid.

 

4.1 Ootmarsum ontwikkelt 2006 - 2020,

‘Toekomstvisie voor de toeristische hoofdstad van het Oosten’

Ootmarsum streeft er naar om de stad in kwalitatief opzicht verder te ontwikkelen als toeristisch centrum van het Oosten. Het uitgangspunt is dat Dinkelland een agrarisch-toeristische gemeente is.

Bij de toekomstige ontwikkelingen wordt de leefbaarheid van Ootmarsum in stand gehouden. Hiervoor zijn nieuwe voorzieningen noodzakelijk. Om het ruimtebeslag op het omliggende platteland te beperken ligt het accent voor nieuwe woningen vooral op inbreiding. Dit geldt ook voor de bedrijvigheid waarbij uitbreiding niet voor de hand ligt. Bedrijventerrein De Mors is toe aan een kwalitatieve verbetering, zodat de huidige bedrijvigheid behouden blijft en versterkt wordt. Dit betekent ook dat de ontsluiting beter ingericht moet worden. Aanleg van een zuidelijke route over de Dusinksweg maakt het terrein beter en sneller bereikbaar. Het vrachtverkeer hoeft zich dan niet langer door de woonstraten te wurmen, waardoor die veiliger en dus leefbaarder worden.

 

4.2 Bouwen aan de toekomst, Collegeprogramma 2006 – 2010

Het uitgangspunt van het collegeprogramma is dat de gemeente Dinkelland bestaat uit drie verzorgingskernen (Denekamp, Ootmarsum en Weerselo) en zeven woonkernen. De leefbaarheid speelt in dit kader een belangrijke rol. Weerselo wordt hierbij als groeikern aangewezen. Voor de komende 15 jaar wordt gedacht aan een groei van ongeveer 800 woningen. (opm.: thans wordt dit uitgangspunt in heroverweging genomen)

Het College vindt de bescherming van het landschap en het behoud van landbouw erg belangrijk. Onder andere via Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) wil de gemeente invulling geven aan de bescherming van het landschap.

Ootmarsum is het toeristisch visitekaartje van de gemeente Dinkelland. Daarnaast wordt een plan opgesteld om evenementen in de gemeente te stimuleren.

5. Algemene uitgangspunten

 

In dit hoofdstuk worden de algemene principes en uitgangspunten beschreven die worden gehanteerd in het gemeentelijke geluidsbeleid.

 

5.1 Afbakening geluidthema’s

De keuze voor geluidsonderwerpen hangt samen met de vraag of het noodzakelijk of wenselijk is om voor bepaald type geluidsonderwerpen beleid te ontwikkelen. Een thema is opgenomen wanneer het een belangrijk probleemveld betreft en de investering voor het ontwikkelen van het thematische beleid in verhouding staat tot de winst die met het ontwikkelde beleid kan worden gehaald (bijvoorbeeld verkorting van procedures, het ontwikkelen van een goede leefomgevingkwaliteit, duidelijkheid voor alle betrokkenen).

 

 

Beleidsuitspraak

De gemeente Dinkelland stelt het beleid op voor de volgende geluidthema’s:

  • wegverkeer;

  • bedrijven;

  • hogere grenswaarden.

 

5.2 Beschermde objecten en functies

Onderstaande objecten en functies worden vanuit de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer beschermd:

  • woningen;

  • geluidsgevoelige gebouwen:

    • o

      onderwijsgebouwen;

    • o

      ziekenhuizen en verpleeghuizen;

    • o

      verzorgingstehuizen;

    • o

      psychiatrische inrichtingen;

    • o

      medische centra;

    • o

      poliklinieken;

    • o

      medische kleuterdagverblijven.

  • geluidsgevoelige terreinen:

    • o

      terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen;

    • o

      terreinen die behoren verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;

    • o

      woonwagenstandplaatsen;

  • natuurbeschermingsgebieden

Beleidsuitspraak

Naast de objecten die door de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer worden beschermd, beschermt de gemeente Dinkelland ook recreatieobjecten en gebieden met een ecologische functie. Kerken en begraafplaatsen worden tijdens plechtigheden beschermd tegen bouwlawaai.

 

Om verstoring ten gevolge van bouwlawaai tijdens plechtigheden op een begraafplaats of in een kerk tegen te gaan, is het gewenst om deze objecten bescherming te bieden. In de Nota geluidsbeleid zal hiervoor een extra randvoorwaarde worden opgenomen.

 

 

5.3 Maatregelen: bron – overdracht – ontvanger

Bij het nemen van maatregelen ter beperking van geluidhinder wordt al van oudsher de prioriteit gelegd bij maatregelen aan de bron. Als daarmee onvoldoende effect wordt bereikt, komen maatregelen in de overdrachtssfeer (wallen of schermen) in aanmerking. Als laatste worden maatregelen bij de ontvanger (bijvoorbeeld gevelisolatie) overwogen.

 

De achtergrondgedachte van deze volgorde is een zo klein mogelijk gebied aan een hoog geluidsniveau bloot te stellen. Dit leidt tot een efficiënt gebruik van de ruimte. De aandacht voor dit leidende principe is een wezenlijk element in de Wet geluidhinder.

 

Beleidsuitspraak

De gemeente Dinkelland hanteert bij het nemen van maatregelen ter beperking van geluidhinder niet op voorhand de standaard voorkeursvolgorde:

  • 1.

    maatregelen bij de bron;

  • 2.

    maatregelen in de overdracht;

  • 3.

    maatregelen bij de ontvanger.

 

Als het gaat om de geluidsemissie van auto’s kan de gemeente deze moeilijk in directe zin beïnvloeden. Hiervoor is het rijk (en op een hoger niveau: de Europese Unie) verantwoordelijk. Het rijk bepaalt de eisen voor de typekeuring en is daarin op zijn beurt weer afhankelijk van de afspraken op Europees niveau. Daarnaast bestudeert de gemeente Dinkelland in eerste instantie of het mogelijk is afstand te bewaren tussen de bron en de ontvanger, indien niet aan de voorkeurswaarde kan worden voldaan. Dit biedt tevens de mogelijkheid om ‘ruimte’ te bewaren voor oplossingsmogelijkheden van toekomstige handhavingsgaten. Hiermee wordt bedoeld dat in een later stadium alsnog bronmaatregelen getroffen kunnen worden, zoals het toepassen van stille wegdekken.

 

Er zijn bronmaatregelen die ook tot de “maatregelen bij de bron” behoren en waarop een gemeente, voor zover het gemeentelijke wegen betreft, invloed heeft. Dit zijn:

  • -

    de tracékeuze;

  • -

    de verkeersintensiteit;

  • -

    de maximumsnelheid;

  • -

    de samenstelling van het verkeer (bijvoorbeeld het percentage vrachtwagens);

  • -

    de uitvoering van het wegdek.

Wanneer het gaat om geluidsemissie bij bedrijven wordt de verplichting om maatregelen bij de bron te nemen door middel van vergunningvoorschriften of algemene regels (de Algemene Maatregelen van Bestuur) bij het bedrijf neergelegd. De gemeente controleert de naleving van de vergunningvoorschriften en de algemene regels.

 

Maatregelen in de overdracht (schermen of wallen) hebben als voordeel dat de buitenruimte van woningen ook wordt beschermd. Een evident probleem van deze voorzieningen is de inpasbaarheid in een stedelijke omgeving vanwege de beperkte ruimte. Het is daar vaak niet mogelijk een scherm in te passen. Ook indien wel ruimte is voor afscherming bestaat vaak weerstand tegen het idee van een scherm of een wal. Met de conventionele uitvoeringen hiervan krijgen zowel de wijk als de weg een afgesloten karakter. Bovendien hebben veel mensen het beeld bij een geluidsscherm van een saai scherm van ongeveer twintig jaar geleden, al dan niet voorzien van graffiti. Inmiddels zijn oplossingen bedacht die ook visueel aantrekkelijk kunnen zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een wallenstelsel als een fraai parklandschap3. Ook kan in sommige gevallen een verdiepte ligging van de weg uitkomst bieden.

 

Maatregelen bij de ontvanger - gevelisolatie - zorgen ervoor dat in ieder geval in de woning een goed woonklimaat is gewaarborgd. Speciale geluidsisolerende beglazing en geluidswerende ventilatievoorzieningen zijn de meest toegepaste middelen om de gevelisolatie te verbeteren. Uitgangspunt voor voldoende geluidswering is de aanname dat de ramen gesloten worden gehouden.

 

Ventilatie wordt bereikt met suskasten nabij de ramen of gebalanceerde ventilatiesystemen. Wil de bewoner een raam openzetten, dan heeft dit uiteraard tot gevolg dat geluid de woning binnendringt. Dit is een minpunt van een dergelijke oplossing.

 

Figuur 6: Mogelijke maatregelen (bron – overdracht – ontvanger)

 

Beleidsuitspraak

De gemeente beoordeelt bij nieuwe situaties naast de kostenefficiënte ook de duurzaamheid van de maatregelen.

 

Ter verduidelijking wordt de situatie aangehaald dat een eenmaal geplaatst geluidsscherm in een later stadium slechts tegen zeer hoge kosten kan worden opgehoogd. In specifieke gevallen zal dat aanleiding kunnen zijn om bij het ontwerp van een nieuwe wijk duurzame maatregelen bij de woning te treffen, zoals het vergroten van de afstand tussen de bron en de ontvanger. Iets vergelijkbaars geldt eveneens voor het toepassen van stille wegdekken. Dinkelland hecht namelijk belang aan het behouden van ‘wisselgeld’, dat in een later stadium kan worden ingezet om de effecten van de toenemende mobiliteit te compenseren.

 

5.4 Compensatie

Niet alleen decibellen op de gevel bepalen of iemand geluidhinder ondervindt. Compenserende factoren kunnen de ervaren hinder doen afnemen. Het nadeel van een hoge geluidsbelasting kan worden gecompenseerd door factoren die ook in de akoestische sfeer liggen. Daarbij kan gedacht worden aan de volgende zaken:

  • een geluidsluwe gevel;

  • een 'privé-gebied' (een tuin, balkon of park) aan de rustige kant van het huis;

  • aangepaste indeling van de woning;

  • gevelisolatie (met ventilatievoorzieningen).

In figuur 7 is het principe van akoestische compensatie schematisch weergegeven.

 

Figuur 7: Akoestische compensatie

 

Naast de akoestische compensatie, die gedeeltelijk wettelijk is verankerd, zijn er ook niet- akoestische compenserende factoren die als positief element kunnen worden gezien in een omgeving. Het gaat dan bijvoorbeeld om:

  • veel stedelijk groen, in de vorm van een park, uitloopgebieden, etc.;

  • goede openbaar vervoer-voorzieningen;

  • een kinderspeelplaats.

In de literatuur wordt dit wel aangeduid als 'niet-akoestische compensatie'. Deze niet-akoestische compensatie heeft echter geen wettelijke grondslag. De juridische verankering van compensatie vindt vooral plaats in de procedure hogere grenswaarden (zie Nota hogere grenswaarden).

 

Beleidsuitspraak

In het ontwerpstadium zal het nadeel van een hoog geluidsniveau worden beperkt door het toepassenvan akoestische compensatie. Aanvullend kan ook niet-akoestische compensatie in het ontwerpstadium worden toegepast. Als algemeen hanteert Dinkelland als leidend principe dat hoe hoger het geluidsniveau, des te meer compensatie zal worden toegepast.

 

5.5 Cumulatie

Soms wordt een woning door meerdere bronnen belast, bijvoorbeeld door wegverkeer én railverkeer. Conform de Wet geluidhinder (artikel 110f) dient de gemeente rekening te houden met deze cumulatie, de strekking van de Wet milieubeheer is ingelijks. In het kader van een goede ruimtelijke ordening verdient dit eveneens de benodigde aandacht. De gemeente houdt in dit soort situaties bij het ontwerpen van de gevelisolatie rekening met de gecumuleerde geluidsbelasting. Dit is immers de situatie waar een bewoner mee te maken heeft. In bijlage 1 behorende bij het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 is een rekenmethode beschreven voor de cumulatieve geluidsbelasting. Cumulatie heeft overigens alleen betrekking op één gevel van de woning en niet op alle gevels rondom de woning.

 

 

Beleidsuitspraak

Daar waar als gevolg van cumulatie een hogere geluidsbelasting optreedt, wordt bij het dimensioneren van de gevelisolatie met de hogere geluidsbelasting rekening gehouden.

 

5.6 Bestaande situaties en toekomstige plannen

Het ministerie van VROM hanteert 1986 als peildatum voor wegverkeerslawaai en 1987 voor railverkeerslawaai om te bepalen of een hoogbelaste woning wel of niet gesaneerd moet worden. Onderdeel van het geluidsplan is de inventarisatie van deze saneringswoningen ten behoeve van de zogenaamde eindmelding aan het ministerie van VROM. Woningen die na die datum een te hoge belasting hebben gekregen worden niet op kosten van VROM gesaneerd.

 

Beleidsuitspraak

De gemeente Dinkelland wil inzicht krijgen in de hoeveelheid hoogbelaste woningen. Het gaat hierbij om zowel de wettelijke saneringswoningen als de woningen die ten gevolge van autonome groei na de peildatum1986/1987 hoogbelast zijn geworden.

Wanneer blijkt dat er knelpunten zijn, worden deze zoveel mogelijk opgelost bij – separaat geplande - herstructureringsprojecten.

 

Het gevolg van het nieuwe geluidsbeleid is dat er woningen in gebieden liggen waarbij de geluidsbelasting niet overeenkomt met de ambitie die voor het betrokken gebied is vastgesteld. Deze nota zal voornamelijk inspelen op nieuwe situaties en minder op bestaande. In het volgende hoofdstuk wordt per gebied aangegeven wat de ambities zijn voor de nieuwe situaties.

 

5.7 30 km/uur-wegen

30 km/uur-wegen zijn wettelijk niet gezoneerd en vallen daarmee niet onder de Wet geluidhinder. De geluidsbelastingen van geluidsgevoelige bestemmingen hoeven bij nieuwbouw en/of reconstructie van wegen niet onderzocht te worden. 30 km/uur–wegen nemen, vanwege duurzame verkeersveiligheid, in aantal toe. In de categoriseringsplannen staat beschreven dat op termijn in alle verblijfsgebieden de maximum snelheid verlaagd dient te worden tot 30 km/uur binnen de bebouwde kom en tot 60 km/uur in het buitengebied. In verband met "een goede ruimtelijke ordening" dient wel bij bestemmingsplanontwikkeling aandacht te worden besteed aan de geluidssituatie.

 

 

Beleidsuitspraak

Bij bestemmingsplanontwikkeling dient, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, aandacht besteed te worden aan de geluidssituatie van 30 km/uur-wegen.

 

6. Gebiedstyperingen en gebiedsgerichte ambities

6.1 De gebiedstypen

Het doel van het gemeentelijke geluidsbeleid is het behouden van de goede kwaliteiten en het benutten van kansen om voor de gebieden de geluidskwaliteit te verbeteren. Een belangrijke subdoelstelling is het realiseren van een per gebied passende geluidskwaliteit (zie paragraaf 1.4). Het functioneel-ruimtelijke gebruik van de betreffende gebieden is bepalend voor de indeling van de gebiedstypen en leidend voor het benoemen van algemeen geformuleerde geluidskwaliteiten. De functies in een gebied bepalen immers welke kwaliteiten gewenst, maar ook mogelijk zijn. In regionaal verband is gekozen voor een gebiedstype indeling die is gebaseerd op de zogenoemde MILO-systematiek4, zoals deze door de VNG, het IPO, de UvW en het ministerie van VROM is ontwikkeld in het kader van het MILO-project (milieukwaliteiten in de leefomgeving). Deze systematiek is een landelijk gangbare systematiek voor gebiedsgericht beleid.

 

Dit hoofdstuk is een beschrijving van de gebiedstypen en de gebiedsgerichte ambities. Maar het beschrijven alleen van de gewenste geluidskwaliteit is niet voldoende. De ambities moeten ook tastbaar worden door ze terug te laten komen in ruimtelijke plannen. Het gebiedsgericht geluidsbeleid moet er toe leiden dat geluid nog vaker vanaf het prille begin van een ruimtelijke ontwikkeling wordt meegenomen.

 

Voor de gemeente Dinkelland zijn zeven gebiedstypen geïdentificeerd, die in paragraaf 6.3 worden beschreven. De daaraan gekoppelde ambities zijn in een tabel weergegeven. In bijlage 3 zijn kaarten met daarop de geografische afbakening van de gebiedstypen weergegeven.

 

6.2 De systematiek

Op een geluidskaart worden de geluidsniveaus van de bronnen wegverkeer, railverkeer en industrie weergegeven. Aan technici geeft een dergelijke kaart met getallen veel inzicht. Een samenhangende beoordeling is echter niet mogelijk. In het schema hiernaast zijn geluidsniveaus vertaald in geluidsklassen, die zijn weergegeven met een getal, een woord en een kleur. Per geluidsklasse staan bij iedere geluidssoort verschillende getallen. Dit heeft te maken met het feit dat het geluid van verschillende bronnen verschillend wordt ervaren. Het geluid van een trein wordt bijvoorbeeld als minder hinderlijk ervaren dan dat van auto’s.

Op deze wijze is voor een breder publiek een eenvoudigere weergave mogelijk. Door de gebruikte bandbreedte hebben deze kaarten een indicatieve status. Om de ambities per gebiedstype vast te stellen is voor de herkenbaarheid en werkbaarheid dan ook deze systematiek toegepast.

 

Als dosismaat is voor weg- en railverkeer Lden5 gekozen. Dit is de dosismaat die na 1 januari 2007 in de gewijzigde Wet geluidhinder wordt gebruikt. De dosismaat voor het geluid van bedrijven is Letmaal.

 

VL: verkeerslawaai

IL: industrielawaai

RL: raillawaai

Figuur 8: Geluidskwaliteiten

 

Het volstaat niet om alleen de ambitie van een gebied aan te geven. Dit heeft te maken met het feit dat langs en door iedere woonwijk, zeker in stedelijk gebied, wegen met veel verkeer kunnen lopen. De realiteit gebiedt te erkennen dat ook in een ‘stille’ woonwijk langs de rand hogere geluidsniveaus kunnen optreden. Hierdoor is het noodzakelijk de maximaal mogelijke afwijking van het ambitieniveau per gebiedstype aan te geven. Bij woongebieden, centrumgebieden en werkgebieden gaat het om de bescherming van woningen en overige objecten. Bij de natuurfuncties gaat het om het gebied zelf.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

Natuur

rustig

redelijk rustig

zeer rustig

zeer rustig

extensiveringsgebied

rustig

onrustig

rustig

redelijk rustig

buitengebied

redelijk rustig

onrustig

rustig

redelijk rustig

zeer onrustig 1)

zeer onrustig 1)

Woongebied

redelijk rustig

onrustig

rustig

onrustig

zeer onrustig 2)

Gemengd gebied

redelijk rustig

onrustig

redelijk rustig

onrustig

lawaaiig 3)

Centrum

redelijk rustig

onrustig

redelijk rustig

onrustig

lawaaiig 2)

Bedrijventerrein

onrustig

zeer onrustig

onrustig

lawaaiig

  • 1)

    LOG gebieden

  • 2)

    alleen bij wegen met een verkeersfunctie GOW of ETW-A

  • 3)

    alleen grensovergang Rammelbeek

 

De ambitietabel geeft per gebiedstype twee mogelijkheden aan:

  • 1.

    ambitie: betreft de basiskwaliteit in een gebied. Deze omvat de na te streven geluidsklasse voor de te beschermen objecten in een bepaald gebied;

  • 2.

    bovengrens: deze geluidsklasse wordt bij hoge uitzondering toegepast en mag niet worden overschreden. Aan de toepasselijke norm van de Wet geluidhinder kan nog juist worden voldaan. Verdergaande akoestische compensatie is hierbij vereist. Het gaat veelal om situaties waarbij cumulatie van geluid van verschillende bronnen (zoals twee wegen of een weg en een spoorlijn) een rol speelt. In zo’n geval wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met cumulatie; de ambitie geldt dus voor de gecumuleerde geluidsbelasting.

6.3 Indeling gebiedstypen

 

6.3.1 Natuur

 

 

Het gebiedstype Natuur kenmerkt zich door een lage dynamiek, oftewel “zeer rustig”. De functie van het gebied is natuur en is toegankelijk voor extensieve vormen van recreatie. De bebouwingsdichtheid is zeer laag en het gebied is matig bereikbaar met openbaar vervoer.

In de gemeente Dinkelland bevinden zich verschillende natuurgebieden zoals het Springendal, ’t Singraven en het Roderveld waar ruimte is om te ontspannen en om te genieten van al het moois dat geboden wordt. Het landschap is voor een groot deel gevormd door de rivier de Dinkel. Hierdoor is als het ware een golvende vallei ontstaan, op afstand omsloten door langgerekte heuvelruggen. Op de hellingen van deze vroegere stuwwallen liggen schitterende bossen, heidevelden en de essen met hun akkers en weilanden.

 

Het streven voor het gebiedstype Natuur is het bereiken van een maximale milieukwaliteit ten behoeve van een maximale natuurlijke kwaliteit. De toegestane milieubelasting is laag. De milieukwaliteitwaarde is voornamelijk afhankelijk van de menselijke (mede)gebruiker met betrekking tot extensieve recreatie. Voor natuur zelf zijn deze aspecten minder relevant, de referentie voor geluid geeft de behoefte aan het in stilte kunnen genieten van de natuur. In dit gebied wordt voornamelijk verkeersgeluid waargenomen waardoor de basiskwaliteit vanwege het verkeer minder is (rustig) dan die voor bedrijven (zeer rustig). In het gebiedstype Natuur wordt naast de woonfunctie en de flora en fauna ook de gebruiker van het gebied beschermd.

 

Het gebied Dinkelland bestaat uit het beekdal van de Dinkel met een aantal zijbeken, waaronder het oostelijk deel van het beekdal van de Snoeijinksbeek, en een drietal gevarieerde heideterreinen langs de Puntbeek en Rammelbeek, te weten Punthuizen, Stroothuizen en het Beuninger Achterveld. De Dinkel is een kleine laaglandrivier. Bovenstrooms van de aftakking van het Omleidingskanaal heeft de Dinkel een vrij natuurlijke hydrodynamiek. Benedenstrooms van deze aftakking is de hydrodynamiek sterk gereguleerd. Landschappelijk is het een gaaf beekdal, gekenmerkt door hoogteverschillen, houtwallen, bossen en vochtige en schrale graslanden en heideterreinen. De losliggende delen nabij Punthuizen bestaan uit vochtige en droge heide en heischrale graslanden en blauwgraslanden, afgewisseld met bosjes.

 

De geluidsambities die de gemeente Dinkelland heeft voor dit gebied zijn hieronder weergegeven.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

Natuur

rustig

redelijk rustig

zeer rustig

zeer rustig

 

6.3.2 Extensiveringsgebied

Onder extensiveringsgebied verstaat de wet een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding of nieuwvestiging, hervestiging en uitbreiding van intensieve veehouderij wordt tegengegaan. Slecht een beperkte uitbreiding van het staloppervlak is mogelijk wanneer dit uit oogpunt van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid wenselijk is.

 

Onder extensiveringsgebied verstaat de wet een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding of nieuwvestiging, hervestiging en uitbreiding van intensieve veehouderij wordt tegengegaan. Slecht een beperkte uitbreiding van het staloppervlak is mogelijk wanneer dit uit oogpunt van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid wenselijk is.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

extensiveringsgebied

rustig

onrustig

rustig

redelijk rustig

 

6.3.3 Buitengebied

 

Het landbouw/buitengebied van Dinkelland heeft in algemene zin als hoofdfunctie agrarische activiteiten, heeft een lage bebouwingsdichtheid en een lage gebruiksintensiteit. Kenmerkend voor dit gebied zijn de vele functies: wonen, recreatie, landschap, landbouw en economie. Hiernaast liggen in dit gebied kansen voor de ontwikkeling van sterlocaties voor de intensieve veehouderij.

Het landbouwontwikkelingsgebied van Dinkelland heeft een lage bebouwingsdichtheid en een lage gebruiksintensiteit. Het gebied heeft als nevenfuncties wonen en recreëren maar deze worden zoveel mogelijk tegengegaan. In het landbouwontwikkelingsgebied wordt zoveel mogelijk ruimte gegeven aan de uitbreiding van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe intensieve veehouderij. Het Landbouw/buitengebied omvat – met uitzondering van natuurgebieden zoals het Springendal, ’t Singraven en het Roderveld (Natuur) - het gehele buitengebied van Dinkelland.

 

De algemene kwalificatie voor de geluidsambities in het Landbouw/buitengebied is “rustig”. Wanneer er voor de agrarische sector een drukke periode is, bijvoorbeeld oogstseizoen, dan treden er vaak tijdelijke hogere geluidsniveaus op.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

buitengebied

redelijk rustig

onrustig

rustig

redelijk rustig

zeer onrustig 1)

zeer onrustig 1)

1) LOG gebieden

 

6.3.4 Woongebied

 

Het gebied ligt voornamelijk aan de rand van de grotere kernen of omvat een groot deel van de kleinere kernen zoals bij Saasveld en Reutum. Het gebied heeft als hoofdfunctie wonen, maar daarnaast zijn er nevenfuncties zoals recreëren mogelijk. De bevolkings- en bebouwingsdichtheid is hoog. Ook voorzieningen als kerken en scholen komen voor in dit gebied. Dit heeft invloed op de aanwezig geluidsniveaus.

De algemene kwalificatie voor de geluidsambitie in het woongebied is “redelijk rustig”. Het verkeerslawaai als gevolg van de ontsluiting van deze gebieden is dominant. Verkeer in het gebied is ondergeschikt, hierdoor kan in de kern van deze gebieden een rustigere ambitieniveau gehanteerd worden.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

Woongebied

redelijk rustig

onrustig

rustig

onrustig

zeer onrustig 2)

2) alleen bij wegen met een verkeersfunctie GOW of ETW-A

 

6.3.5 Centrum

 

Het gebiedstype centrum herbergt allerlei voorzieningen zoals winkels en uitgaansgelegenheden, maar ook kantoren en zorgcentra. De relatief hoge dichtheid en de diverse functiemengingen zorgen ervoor dat het geluidsniveau in het gebiedstype Centrum hoger is dan bijvoorbeeld in het Woongebied. De kernen Ootmarsum en Denekamp hebben een gebiedstype Centrum.

Bovenstaande centrumgebieden hebben een verzorgende functie voor het omliggende woongebied en voor het buitengebied van de gemeente. Vanwege het ontbreken van de combinatie van deze functies van de voorzieningen in de overige kernen zijn daar geen centrumgebieden aangewezen. Deze kernen worden aangemerkt als Woongebied met op een paar locaties nog het gebiedstype Bedrijventerrein.

 

De algemene kwalificatie voor de geluidsambitie in de centrumgebieden in Dinkelland is “redelijk rustig”. Ook het geluid van bedrijven is van belang omdat op een aantal plaatsen horeca- en winkelbedrijven van invloed zijn op de geluidskwaliteit. Wie met de auto door het centrum rijdt of op zaterdagavond door het gebied loopt, is er (soms nadrukkelijk) geluid aanwezig.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

Centrum

redelijk rustig

onrustig

redelijk rustig

onrustig

lawaaiig 2)

  • 2)

    alleen bij wegen met een verkeersfunctie GOW of ETW-A

6.3.6 Gemengd gebied

 

Dit gebied kent van een sterke menging van de functie wonen en werken. Deze gebieden zijn gelegen in het zuiden (Bornsestraat en het noorden (Rammelbeek) van de gemeente. De milieukwaliteitswaarde van dit gebied is voornamelijk afhankelijk van de gevestigde bedrijven en de (spoor)wegen die door het gebied heen lopen.

 

De algemene kwalificatie voor de geluidsambitie in dit gebied met gemengde functies is ‘redelijk rustig’ voor wat betreft verkeerslawaai en het geluid van bedrijven.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

Gemengd gebied

redelijk rustig

onrustig

redelijk rustig

onrustig

lawaaiig 3)

3) alleen grensovergang Rammelbeek

 

6.3.7 Bedrijventerrein

 

Dit type kenmerkt zich door aanwezigheid van distributiecentra, kantoren en lichte industrie (productbedrijven). Verspreid kunnen er (bedrijfs-)woningen aanwezig zijn, maar deze zijn niet maatgevend voor de gewenste geluidskwaliteit. De gebieden zijn in het algemeen gelegen aan de rand van de kernen binnen de gemeente Dinkelland en vragen om een goede ontsluitingsroute naar de provinciale wegen en/of rijkswegen (N342/N349/N343/A1).

De functies binnen het gebiedstype stellen geen hoge eisen aan de geluidskwaliteit, maar kunnen wel belangrijke negatieve effecten hebben op de geluidskwaliteit in aangrenzende gebiedstypen, bijvoorbeeld de woonwijk. Voorbeeld van een bedrijventerrein is Kloppendijk of De Mors (gedeeltelijk gezoneerd). Het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de zone is inmiddels van het bedrijventerrein vertrokken, de gemeente is daarom voornemens te onderzoeken of het terrein gedezoneerd kan worden.

 

Bedrijventerreinen kunnen in het algemeen als onrustig worden getypeerd. In tegenstelling tot de gebiedstype Centrum en Woongebied, bevinden zich op de bedrijventerreinen – met uitzondering van een aantal bedrijfswoningen aan op de Mors geen geluidsgevoelige objecten.

 

gebiedstyperingen

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

geluidsklasse

(ambitie)

geluidsklasse

(bovengrens)

weg- en railverkeer

bedrijven

Bedrijventerrein

onrustig

zeer onrustig

onrustig

lawaaiig

 

6.4 Toepassing gebiedsambities

Voor de verschillende gebiedstypen zijn de voor nieuwe situaties te ambiëren geluidskwaliteiten geformuleerd. Bij nieuwe situaties kan immers gestuurd worden. Met nieuwe situaties worden bedoeld:

  • de aanleg van een nieuwe weg of spoorlijn bij bestaande woningen;

  • de bouw van woningen bij een bestaande weg of spoorlijn;

  • de vestiging van een bedrijf bij bestaande woningen;

  • de bouw van woningen bij een bestaand bedrijf.

Onder de genoemde nieuwe situaties vallen veel ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente. Daarnaast is het mogelijk dat er ‘nieuwe gebieden’ worden ontwikkeld. Dan ontstaat de situatie dat zowel de woningen als de weg nieuw zijn.

 

Op een aantal situaties zijn de tabellen niet van toepassing. Dit geldt voor het al in een ver gevorderd stadium van planontwikkeling.

 

Voor de bronnen industrie, weg- en railverkeer zijn de ambities en de daaraan gekoppelde maximale ontheffingswaarden (bovengrens) bepaald. De ontheffingswaarden zijn opgenomen in de deelnota Hogere grenswaardenbeleid. In deze deelnota wordt tevens ingegaan op de ontheffingscriteria en de procedure. De ambitietabel vormt voor bestaande situaties een referentiekader voor het vormen van een oordeel over het betreffende gebied.

 

6.5 Organisatorische verankering

Geluid staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een groter geheel. Bij het totale proces van stedelijke ontwikkeling moeten tal van afwegingen plaatsvinden, waarbij het voorkomen van geluidhinder een onderdeel is. Het geheel van al deze afwegingen resulteert in een stedenbouwkundige invulling van een plangebied met een gewenste ruimtelijke kwaliteit. Wanneer geluid in de gemeentelijke organisatie een vaste plaats heeft gekregen wordt geluid in de initiatieffase van de ruimtelijke planontwikkeling meegewogen en indien nodig betrokken.

 

Bij de organisatorische borging kan gedacht worden aan de volgende elementen:

  • het organisatorisch en procedureel borgen dat geluid als ontwerpvariatie wordt aangeboden;

  • procedureel borgen van verleende hogere grenswaarden;

  • procedurele borging van geluid als beoordelingsaspect bij vrijstellingsprocedures voor bouwen binnen geluidzones;

  • aandacht voor handhaving van het Bouwbesluit.

Beleidsuitspraak

Geluidsaspecten worden zoveel als mogelijk in de initiatieffase van de ruimtelijke planontwikkeling betrokken.

De rol van het Team Vergunningen zal meer gericht zijn op het voorkomen dan op het oplossen van problemen.

Bij het calculeren van de kosten bij reconstructies van wegen worden de kosten voor het uitvoeren van akoestische onderzoeken en de kosten voor eventuele maatregelen bij bron, overdracht en/of ontvanger meegenomen.

 

7. Verkeer

 

Als gevolg van de groei van het wegverkeer neemt de geluidsbelasting ook toe. Er wordt weliswaar rekening gehouden met technische innovaties waardoor voertuigen steeds stiller worden, maar dit zal niet voldoende zijn om de groei van de geluidsbelasting tegen te gaan. Voor een aantal situaties zijn dan ook verdergaande maatregelen wenselijk.

De gemeente Dinkelland heeft een aantal mogelijkheden om de geluidsbelasting terug te dringen, waaronder maatregelen in de verkeersstructuur, type wegdek, aanpassing van functies en invulling van een plangebied. Een groot deel van die maatregelen vertaalt de gemeente Dinkelland in haar gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Voor een optimale toepassing van verkeersmaatregelen is het vroegtijdig betrekken van geluidsaspecten bij de verkeersinrichting en beheer en onderhoud van het wegennet essentieel. Geluid zal dan ook een vast onderdeel moeten zijn van de integrale afweging.

 

Beleidsuitspraak

Bij verkeersplannen wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met de geluidseffecten.

 

7.1 Ambitiewaarden voor de geluidsniveaus

De geluidsbelasting vanwege het verkeer in de gemeente Dinkelland is groot; het streven is dan ook om voor verkeer aan de voorkeurswaarde van 48 dB (redelijk rustig) te voldoen. In het buitengebied ligt ambitie wat hoger: ‘rustig’. Voor de gebiedstypen gezoneerd industrieterrein en bedrijventerrein liggen de ambities weer iets lager in verband met de aan- en afvoer van vrachtverkeer.

 

Figuur 9: Ambitietabel verkeerslawaai

 

De kaarten met de gebiedstyperingen zijn opgenomen als figuren in bijlage 3. Hieruit kan voor ieder gebied de ambitiewaarde voor geluid vanwege verkeer bepaald worden. Hierbij wordt opgemerkt dat de ambitiewaarden gelden voor zowel woningen als voor andere geluidgevoelige objecten.

 

Om aan de ambities met betrekking tot verkeersgeluid te kunnen voldoen worden in de volgende paragrafen een aantal uitgangspunten verder uitgewerkt:

  • autonome ontwikkelingen;

  • mogelijke maatregelen;

  • saneringsprogramma voor weg- en railverkeer;

  • toepassing stillere wegdektypen.

7.2 Autonome ontwikkelingen

De geluidsbelasting in een gebied is geen statisch gegeven. De algemene lijn is dat de wegverkeersintensiteit in de tijd zonder het treffen van maatregelen zal toenemen. Wanneer niet met deze autonome ontwikkelingen rekening wordt gehouden, zal de geluidsbelasting als gevolg van verkeerswegen, die nu nog aan de geluidsnormen voldoen, op termijn de geluidsnormen overschrijden. Ook bestaan er situaties die ooit zijn ontworpen met een bepaalde geluidsbelasting, maar waar als gevolg van de autonome toename van het wegverkeer de geluidsbelasting hoger is geworden (het zogenaamde handhavingsgat). In de paragraaf over stille wegdekken (verderop) is aangegeven dat toepassing van stille wegdekken in stedelijk gebied een kosteneffectief middel is om het geluidsniveau terug te brengen.

 

 

 

Beleidsuitspraak

Stille wegdekken worden (indien kostenefficiënt en doelmatig) als instrument ingezet om geluidstoename als gevolg van groei van het wegverkeer te compenseren.

 

7.3 Mogelijke maatregelen

Gezien de leefbaarheid en de veiligheid stelt de gemeente Dinkelland grenzen aan de hoeveelheid verkeer. Binnen de bebouwde kom worden de volgende richtwaarden gehanteerd voor het gebruik van wegen:

  • erftoegangsweg B: tot 3500 motorvoertuigen/etmaal;

  • erftoegangsweg A: 3.500 – 6.000 motorvoertuigen/etmaal;

  • gebiedsontsluitingsweg: geen – 10.000 motorvoertuigen/etmaal.

Bij het overschrijden van deze waarden ligt de oplossing in het verminderen van het verkeer. Mocht dit niet werken dan is de oplossing meer gericht op het verzachten van problemen (bijvoorbeeld het verbeteren van een oversteeksituatie of het realiseren van fietsvoorzieningen).

 

7.4 Saneringsprogramma voor weg- en railverkeer

Een saneringssituatie is een situatie die in het verleden is scheefgegroeid en die verbetering behoeft. De nieuwe Wet geluidhinder spreekt met betrekking tot wegverkeerslawaai van een saneringssituatie wanneer op 1 maart 1986 een weg aanwezig was, terwijl op dat tijdstip binnen de zone van die weg reeds woningen aanwezig waren en de geluidsbelasting, vanwege die weg, van de gevel van deze woningen op dat tijdstip, onderscheidenlijk na ingebruikneming van de weg hoger was dan 60 dB(A) (artikel 88 Wgh). Voor railverkeerslawaai wordt van een saneringssituatie gesproken wanneer op 1 juli 1987 de geluidsbelasting op de gevel van een woning in de zone van een spoorweg vanwege die spoorweg hoger dan 65 dB(A) is. Uitgezonderd hiervan zijn de gevallen waarin de woningen of de weg geprojecteerd zijn in een na 1 januari 1982 vastgesteld bestemmingsplan of wanneer na deze datum is besloten tot reconstructie of aanleg van een weg. De woningen die voor 1 augustus 2006 al zijn aangemeld als saneringssituatie vallen ook hier buiten. Alle woningen waarvan sprake is van een saneringssituatie (geluidsbelasting hoger dan 60 dB(A) voor wegverkeerslawaai en 65 dB(A) voor railverkeerslawaai) en nog niet eerder gemeld zijn, kunnen uiterlijk binnen twee jaar nadat de nieuwe Wet geluidhinder van kracht is geworden alsnog worden aangemeld bij het rijk (eindmelding tot 31 december 2008). Na deze termijn van twee jaar is sanering natuurlijk nog wel mogelijk, maar dan op kosten van de gemeente.

Voor saneringssituaties, vanwege de reconstructie van een weg, die na 1 maart 1986 zijn ontstaan is formeel de gemeente verantwoordelijk. Afhankelijk van de situatie wordt bezien of verdere uitvoering van gevelsanering noodzakelijk is. In Dinkelland zijn alle woningen conform de A-lijst al bekend en alle autonome saneringssituaties opgelost. Met de geplande herinrichtingsplannen zullen in 2010 alle saneringssituaties opgelost zijn.

 

7.5 Toepassing stille wegdektypen

Bij de bestrijding van geluidhinder wordt bij voorkeur eerst gekeken of men bronmaatregelen kan treffen. Een voorbeeld van een bronmaatregel is het gebruik van stille wegdektypen. Stille wegdektypen zijn relatief gezien duurder in aanleg en onderhoud ten opzichte van de gebruikelijke wegdektypen. Toch kan de toepassing van stille wegdektypen kostenefficiënter zijn. Vaak moet men bij de gebruikelijke wegdektypen toch geluidsmaatregelen treffen. Voorbeelden hiervan zijn plaatsing van schermen of het isoleren van de gevels van woningen. Ook kan een stillere wegdektype uitkomst bieden in situaties waar de hiervoor genoemde maatregelen niet mogelijk zijn. Zo zijn in een stedelijke omgeving geluidsschermen vaak moeilijk in te passen. In Dinkelland wordt voor gebiedsontsluitingswegen standaard gebruikgemaakt van SMA als wegdekverharing. De extra maatregelen, zoals een geluidsscherm, kunnen met de aanleg van een stil wegdektype gedeeltelijk of volledig worden uitgespaard. De milieuwinst in termen van reductie van het totale aantal geluidgehinderden en de totale geluidsbelasting die toepassing van stillere wegdektypen oplevert komt hier nog eens extra bij.

 

Beleidsuitspraak

Wanneer groot onderhoud plaatsvindt op de gebiedsontsluitingswegen zal het asfalt zoveel mogelijk vervangen worden door een stil wegdektype. Bij erftoegangsweg A (30 km/uur-wegen) worden zoveel mogelijkstille klinkers of (stil)asfalt met streetprint toegepast (waar dit past bij het karakter van de omgeving).

 

Het ministerie van VROM heeft in 2002 de ‘Richtlijn stille wegdekken’ opgesteld. Deze richtlijn geeft onder andere aan waar je op moet letten bij de keuze voor een type stil wegdek en wat de meerkosten zijn van een stil wegdektype. De regeling is te vinden op www.stillerverkeer.nl.

 

8. Bedrijven

8.1 Inleiding Bedrijven

Waar industrie en andere bedrijvigheid is, kan geluidhinder in de omgeving optreden. Vanzelfsprekend zal primair met het ruimtelijke ordeningsinstrument, dat wil zeggen het afstand bewaren tussen geluidsbron en ontvanger, moeten worden getracht hinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten te voorkomen. De gemeente Dinkelland hanteert hierbij de richtafstanden uit de publicatie ‘Bedrijven en Milieuzonering’ van de VNG, ook wel ‘Het Groene Boekje’ genoemd. Mede omdat niet altijd kan worden voorkomen dat het geluid van bedrijven invloed heeft op de omgeving waar derden, bijvoorbeeld omwonenden, zich bevinden, is het noodzakelijk de geluidssituatie formeel vast te leggen. Het instrumentarium van de Wet milieubeheer (Wm), waartoe vergunningverlening behoort, kan hiervoor worden ingezet. Met behulp van vergunningvoorschriften kan hinder worden voorkomen en beperkt.

De aard van de industriële bronnen is echter zo verschillend dat niet voor iedere inrichting gelijke vergunningvoorschriften kunnen worden vastgesteld. Derhalve zal bij het stellen van voorschriften en beperkingen voor industrielawaai bij de vergunningverlening sprake moeten zijn van maatwerk, waarbij veelal elk geval op zich staat en er niet met algemeen geldende emissiegetallen of immissiewaarden kan worden gewerkt. Niettemin kan er natuurlijk wel sprake zijn van de nodige uniformering en onderlinge afstemming, waarvoor deze beleidsnota de nodige kaders stelt.

 

In de gemeente Dinkelland ligt één geluidsgezoneerd industrieterrein, te weten De Mors te Ootmarsum.

 

8.2 Doelstelling

In dit hoofdstuk wordt het kader weergegeven dat richtinggevend is voor het aspect geluid bij milieuvergunningverlening en bij de beoordeling van het aspect geluid bij AMvB-bedrijven.

Om vooraf duidelijkheid te bieden aan inwoners en bedrijven worden ook de toegestane geluidsniveaus (ambitiewaarden) vastgelegd. Toetsing behoeft vervolgens nog slechts plaats te vinden aan het geambieerde geluidsniveau; er hoeft niet meer per vergunningsaanvraag of per vestiging van een AMvB-bedrijf een referentieniveau te worden bepaald.

 

In toenemende mate vallen bedrijven onder de werkingssfeer van een AMvB ex artikel 8.40 Wm. Voor deze bedrijven geldt nu dat een gemeente de discretionaire bevoegdheid heeft maatwerkvoorschriften te stellen. Op grond van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en het Besluit landbouw milieubeheer zullen de gebiedsgerichte geluidsnormen die de gemeente in een gemeentelijke verordening vaststelt een directe werking voor de betreffende bedrijven hebben.

 

Met dit beleid wordt enerzijds het stellen van voorschriften ter voorkoming of beperking van geluidhinder vereenvoudigd en gestandaardiseerd, anderzijds zal, wat betreft geluid, snel kunnen worden beoordeeld of een inrichting zich kan vestigen of uitbreiden op de voorgestane locatie.

Het beleid biedt een toetsingskader. Dat wil zeggen dat het handvatten biedt bij het opstellen van voorschriften ter voorkoming of beperking van geluidhinder en het zal uitsluitsel geven over de geluidsambitiewaarden in het kader van bedrijfsvestiging.

 

8.3 Ambitiewaarden voor de geluidsniveaus

Vergunningverlening en de beoordeling van geluid bij vergunningsplichtige bedrijven is en blijft maatwerk. Dit houdt in dat onder andere bij het beoordelen van een vergunningsaanvraag en het opstellen van de geluidvoorschriften zowel aandacht moet worden besteed aan de specifieke aspecten van de inrichting (de geluidsemissie), als aan de specifieke aspecten van de omgeving (de afscherming en geluidsimmissie). Het leveren van maatwerk betekent echter niet automatisch dat de akoestische situatie op en rond het bedrijf altijd tot op het kleinste detailniveau moet worden onderzocht. Maatwerk mag ook best pragmatisch zijn.

 

 

Figuur 10: Ambitietabel industrielawaai

De kaarten met de gebiedstyperingen zijn opgenomen als figuren in bijlage 3.

 

De ambitiewaarde voor geluid bij bedrijven kan dus voor elke etmaalperiode uit de gebiedsgerichte kaarten bepaald worden. Hierbij worden de volgende opmerkingen gemaakt:

  • De ambitiewaarden hebben betrekking op het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT);

    Beleidsuitspraak

    De gemeente Dinkelland kiest ervoor om voor alle landbouwbedrijven in het buitengebied aan te sluiten bij de etmaalindeling zoals die is opgenomen in het Besluit landbouw milieubeheer. In het buitengebied begint de dagperiode om 06.00 uur en eindigt om 19.00 uur; de avondperiode duurt

  • De ambitiewaarden gelden zowel voor woningen als voor andere geluidsgevoelige objecten. Voor de gebieden in het buitengebied gelden de ambitiewaarden op referentiepunten in de nabijheid van de bedrijven, als een manier om gebieden te beschermen indien woningen op grote afstand zijn gelegen.

    Beleidsuitspraak

    De gemeente Dinkelland kiest ervoor om als manier van gebiedsbescherming voor de bedrijven in het buitengebied de ambitiewaarden (45 dB(A)) vast te stellen op referentiepunten op 50 m vanaf

     

8.4 Cumulatie

In hoofdstuk 5 is aangegeven dat de gemeente Dinkelland rekening houdt met cumulatie van geluid. Wanneer door cumulatie van twee of meerdere bedrijven de geluidsambitie in het gebied niet kan worden bereikt dan dienen deze bedrijven door toepassing van maatregelen de geluidsbelasting zoveel mogelijk te minimaliseren.

 

Beleidsuitspraak

Waneer sprake is van cumulatie door geluid van twee of meerdere bedrijven wordt hier rekening meegehouden.

 

Op grond van de Wet milieubeheer dient het bevoegd gezag toepassing te geven aan het BBT6- beginsel. Artikel 8.11, derde lid Wm stelt:

 

Beleidsuitspraak

In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu worden aan de vergunning de voorschriften verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk – bij voorkeur bij de bron – te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast.

 

BBT is bij geluid - meer dan bij de overige compartimenten zoals lucht en water - een lastig te hanteren begrip. Een compressor die tussen afschermende bedrijfsgebouwen staat, behoeft in veel gevallen geen afscherming. Staat diezelfde compressor echter nabij de terreingrens naast de woonbebouwing dan kan afscherming of het toepassen van andere maatregelen wel noodzakelijk zijn.

Alhoewel het BBT-beginsel in theorie leidt tot het streven naar een nul-emissie, is geluid geen vorm van milieuvervuiling die na te zijn geëmitteerd voor langere termijn ongewenste sporen in het milieu nalaat. Dit houdt in dat een toets of de geluidsuitstraling van een bedrijf voldoet aan de ambitiewaarden voor de normering zoals die in deze nota zijn vastgesteld, in principe bepaalt of en zo ja in hoeverre er (verder) uitvoering moet worden gegeven aan het BBT-beginsel.

Met andere woorden, als uit een eerste toets blijkt dat de aangevraagde situatie met de daarbij opgenomen voorzieningen en rekening houdend met eventuele cumulatieve effecten van andere bedrijven, voldoet aan de ambitiewaarden, behoeven er in principe verder geen maatregelen te worden getroffen, ook al zouden die in een andere situatie wel als BBT kunnen worden beschouwd.

De toepassing van BBT blijft maatwerk. Per geval zal moeten worden bezien welke maatregelen in beginsel mogelijk zijn (verplaatsing geluidsbronnen, omkastingen, schermen, vervanging door geluidsarmere uitvoering, enz.), welke geluidsreductie op de immissiepunten daarmee bereikt kan worden en wat daarvan de kosten zijn. In overleg zal dan moeten worden bezien wat "redelijk" is.

 

8.5 Bedrijfswoningen

Bij woningen op een industrie- of bedrijventerrein is het bestemmingsplan primair bepalend voor de vraag om welk soort woningen het gaat: bedrijfswoningen of burgerwoningen. Vaak is er sprake van een niet duidelijk planologisch geregelde woonvorm. Soms betreft het een woning bij een bedrijf welke wordt bewoond door de eigenaar van het bedrijf, soms betreft het een woning waarin bijvoorbeeld een portier of bedrijfsleider woont: in deze gevallen is sprake van een zogeheten bedrijfswoning. Ook is het mogelijk dat in de nabijheid van een bedrijf woningen staan waarvan de bewoners geen functionele relatie hebben met dat bedrijf: in dat geval is sprake van burgerwoningen.

In het kader van de vergunningverlening en voor de meldingsplichtige AMvB-bedrijven doet zich dan de vraag voor of en zo ja welke ambitiewaarde voor deze woningen moet worden gehanteerd. Als ambitiewaarde voor woningen op bedrijven- en industrieterreinen geldt 50 dB(A)- etmaalwaarde; de geluidsklasse ‘redelijk rustig’. Voor dergelijke woningen wordt echter als maximale grenswaarde 65 dB(A) gehanteerd (geluidsklasse ‘lawaaiig’).

 

Wellicht ten overvloede zij hierbij nog opgemerkt dat er geen geluidgrenswaarden worden gesteld voor eigen (bedrijfs-)woningen, gelegen binnen de grenzen van de inrichting.

 

Beleidsuitspraak

De gemeente Dinkelland kiest ervoor wanneer sprake is van een nieuwe bedrijfswoning op een gezoneerd industrie- of bedrijventerrein de woningen niet toe te laten: de gemeente Dinkelland kiest ervoor geen artikel 19 WRO proceduretoe te laten voor woningen op deze terreinen. Overige woningbouw in het gemengd gebied wordt wel toegelaten.

 

8.6 Functiemenging

In het recente verleden werden wijken vooral gebouwd om te wonen. Voor sommigen is dit aantrekkelijk; anderen hebben echter behoefte aan meer leven in de brouwerij. Voor hen lijkt het mengen van functies meer geschikt: wonen en werken dicht op elkaar. Veel kleine bedrijven produceren slechts weinig geluid en zijn gemakkelijk in een woonomgeving in te passen. Bij functiemenging kan ook worden gedacht aan woonwerkterreinen.

Levendigheid moet echter niet ontaarden in geluidhinder. Met een goed ontwerp kan dit worden voorkomen. Twee situaties springen daarbij in het oog.

Wanneer een laad- en losplaats ongunstig is gelegen, veroorzaakt de bevoorrading van winkels vaak geluidhinder. Zo nodig wordt speciaal gelet op de verkeersafwikkeling bij winkelbedrijven en aan het laden en lossen. Om geluidhinder als gevolg hiervan te verminderen of te voorkomen is het mogelijk om een laad- en lospunt te overkappen of inpandig te realiseren. Voor de transporteurs bestaat er een subsidieregeling voor vrachtwagens met een 'stille carrosserie'. Zie ook www.piek.org.

 

Beleidsuitspraak

De gemeente Dinkelland schenkt bijzondere aandacht aan het geluidsontwerp bij laad- en losplaatsen van nieuwe winkels in een woonomgeving.

De gemeente Dinkelland schenkt eveneens bijzondere aandacht aan het geluidsontwerp bij nieuwe woningen in een winkelomgeving.

 

8.7 Horeca

Het merendeel van de horecabedrijven valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Een horecaondernemer moet alvorens met de onderneming te beginnen of te wijzigen op grond van deze AMvB een melding doen. De betreffende meldingsplichtige bedrijven moeten in principe voldoen aan de voorschriften die in dit besluit zijn opgenomen (voor wat betreft geluid de standaard grenswaarde van 50 dB(A)-etmaalwaarde ter plaatse van woningen).

 

Beleidsuitspraak

De gemeente Dinkelland kiest ervoor om voor alle nieuw op te richten horeca-bedrijven als maatwerkvoorschrift op te nemen dat de betreffende bedrijven moeten voldoen aan de ambitiewaarde voor het gebied waarin de te beschermen woningen zijn gelegen.

 

In bijzondere gevallen kan het echter voorkomen dat een bedrijf niet aan de standaardnormen kan voldoen. Het besluit biedt de mogelijkheid om gedurende een aantal malen per jaar de normale geluidsnormen niet van toepassing te verklaren (de zogenaamde twaalfdagen regeling). Hierbij maakt het besluit onderscheid tussen collectieve dagen, die gelden voor alle bedrijven in een bepaald gebied, en individuele dagen, die alleen gelden voor één bepaald bedrijf.

 

In de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dinkelland 2003 zijn de volgende ontheffingsregelingen opgenomen:

 

Artikel 4.1.2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

  • 1.

    De voorschriften 1.1.1, 1.1.5, 1.1.7 en 1.1.8 van de bijlage onder B van het Besluit gelden niet voor door de burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

Artikel 4.1.3 Kennisgeving incidentele festiviteiten

  • 1.

    Het is een inrichting toegestaan maximaal vier incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de voorschriften 1.1.1, 1.1.5, 1.1.7 en 1.1.8 uit de bijlage onder B van het Besluit niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis heeft gesteld.

Zo kunnen in een gemeente individuele horecabedrijven in principe twaalf maal per jaar ontheffing krijgen van de geluidsvoorschriften. Voor de gemeente Dinkelland geldt het beleid dat het jaarlijks gaat om maximaal vier incidentele festiviteiten vrij invulbaar zijn voor de ondernemer.

 

Beleidsuitspraak

De APV van de gemeente Dinkelland biedt horeca de gelegenheid om gebruik te maken van de maximale geluidsruimte tijdens collectieve en incidentele festiviteiten.

 

9. Overzicht beleidsuitgangspunten

 

  • De gemeente Dinkelland stelt het beleid op voor de volgende geluidsthema’s:

    • o

      wegverkeer;

    • o

      bedrijven;

    • o

      hogere grenswaarden.

  • Naast de objecten die door de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer worden beschermd, beschermt de gemeente Dinkelland ook recreatieobjecten en gebieden met een ecologische functie. Kerken en begraafplaatsen worden tijdens plechtigheden beschermd tegen bouwlawaai.

  • De gemeente Dinkelland hanteert bij het nemen van maatregelen ter beperking van geluidhinder niet op voorhand de standaard voorkeursvolgorde:

    • o

      maatregelen bij de bron;

    • o

      maatregelen in de overdracht;

    • o

      maatregelen bij de ontvanger.

  • De gemeente beoordeelt bij nieuwe situaties naast de kostenefficiëntie ook de duurzaamheid van de maatregelen.

  • In het ontwerpstadium zal het nadeel van een hoog geluidsniveau worden beperkt door het toepassen van akoestische compensatie. Aanvullend kan ook niet-akoestische compensatie in het ontwerpstadium worden toegepast. Als algemeen hanteert Dinkelland als leidend principe dat hoe hoger het geluidsniveau, des te meer compensatie zal worden toegepast.

  • Daar waar als gevolg van cumulatie een hogere geluidsbelasting optreedt, wordt bij het dimensioneren van de gevelisolatie met de hogere geluidsbelasting rekening gehouden.

  • De gemeente Dinkelland wil inzicht krijgen in de hoeveelheid hoogbelaste woningen. Het gaat hierbij om zowel de wettelijke saneringswoningen als de woningen die ten gevolge van autonome groei na de peildatum 1986/1987 hoogbelast zijn geworden. Wanneer blijkt dat er knelpunten zijn worden deze zoveel mogelijk opgelost bij – separaat geplande - herstructureringsprojecten.

  • Bij bestemmingsplanontwikkeling dient, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, aandacht besteed te worden aan de geluidssituatie van 30 km/uur-wegen.

  • Geluidsaspecten worden zoveel als mogelijk in de initiatieffase van de ruimtelijke planontwikkeling betrokken.

    De rol van het Team Vergunningen zal meer gericht zijn op het voorkomen dan op het oplossen van problemen.

    Bij het calculeren van de kosten bij reconstructies van wegen worden de kosten voor het uitvoeren van akoestische onderzoeken en de kosten voor eventuele maatregelen bij bron, overdracht en/of ontvanger meegenomen.

  • Bij verkeersplannen wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met de geluidseffecten.

  • Stille wegdekken worden (indien kostenefficiënt en doelmatig) als instrument ingezet om geluidstoename als gevolg van groei van het wegverkeer te compenseren.

  • Wanneer groot onderhoud plaats vindt op de gebiedsontsluitingswegen zal het asfalt zoveel mogelijk vervangen worden door een stil wegdektype. Bij erftoegangsweg A (30 km/uur-wegen) worden zoveel mogelijk stille klinkers of asfalt met streetprint toegepast (waar dit past bij het karakter van de omgeving).

  • De gemeente Dinkelland kiest ervoor om voor alle landbouwbedrijven in het buitengebied aan te sluiten bij de etmaalindeling zoals die is opgenomen in het Besluit landbouw milieubeheer. In het buitengebied begint de dagperiode om 06.00 uur en eindigt om

    19.00 uur; de avondperiode duurt van 19.00 tot 22.00 uur en de nachtperiode van

    22.00 tot 06.00 uur. Dit is niet van toepassing voor het laden van varkens.

  • De gemeente Dinkelland kiest ervoor om als manier van gebiedsbescherming voor de bedrijven in het buitengebied de ambitiewaarden (45 dB(A)) vast te stellen op referentiepunten op 50 m vanaf de inrichtingsgrens. Dit is alleen van toepassing op situaties waarbij op een kortere afstand geen woningen van derden zijn gelegen.

  • Waneer sprake is van cumulatie door geluid van twee of meerdere bedrijven wordt hier rekening meegehouden.

  • In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu worden aan de vergunning de voorschriften verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk – bij voorkeur bij de bron – te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast.

  • De gemeente Dinkelland kiest ervoor wanneer sprake is van een nieuwe bedrijfswoning op een gezoneerd industrie- of bedrijventerrein de woningen niet toe te laten: de gemeente Dinkelland kiest ervoor geen artikel 19 WRO procedure toe te laten voor woningen op deze terreinen. Overige woningbouw in het gemengd gebied wordt wel toegelaten.

  • De gemeente Dinkelland schenkt bijzondere aandacht aan het geluidsontwerp bij laad- en losplaatsen van nieuwe winkels in een woonomgeving.

  • De gemeente Dinkelland schenkt eveneens bijzondere aandacht aan het geluidsontwerp bij nieuwe woningen in een winkelomgeving.

  • De gemeente Dinkelland kiest ervoor om voor alle nieuw op te richten horecabedrijven als maatwerkvoorschrift op te nemen dat de betreffende bedrijven moeten voldoen aan de ambitiewaarde voor het gebied waarin de te beschermen woningen zijn gelegen.

  • De APV van de gemeente Dinkelland biedt horeca de gelegenheid om gebruik te maken van de maximale geluidsruimte tijdens collectieve en incidentele festiviteiten.

Bijlage 1 Verklarende woordenlijst

 

GEBRUIKTE BEGRIPPEN

 

akoestische compensatie

Het nadeelvan de hoge geluidsbelasting wordtgecompenseerd met maatregelen die ook in de akoestische sfeer liggen.

ambitie

De na te streven geluidskwaliteit, geluidsprofiel of geluidsklasse.

AMvB

Algemene Maatregel van Bestuur.

APV

Algemene Plaatselijke Verordening.

bandbreedte

Het gebied tussende voorkeurswaarde en de grenswaarde.

cumulatie

Het optellen vangeluidsniveaus van verschillende bronnen.

dB

Geluidssterkte wordt uitgedrukt in dB (decibels). De decibel is een logaritmische grootheid. Dit betekent dat een verdubbeling van het geluidsniveau niet leidt tot een verdubbeling van het aantal decibels, maar tot een toename van 3 dB.

dB(A)

A-gewogen decibel (correctiefactor voor het menselijke oor).

dosismaat

De maat voor het ontvangen geluid.

etmaalwaarde

Zie Letmaal.

geluidsbelasting

De etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke geluidsbronnen in een bepaald gebied.

geluidhinder

Overlast ten gevolge van geluid die leidt tot gevoelens van irritatie, wrevel, afkeer, boosheid, ergernis en dergelijke.

geluidsklasse

Een geluidsniveaubandbreedte, weergegeven in gewoon Nederlands, met een getal en een kleur.

grenswaarde

Een waarde die niet mag worden overschreden.

Lden

1 æ Ldayevening +5 Lnight +10 ö

L =10lgç12*10 10 + 4*10 10 8*10 10 ÷

 

Letmaal

Letmaal etmaalwaarde is de hoogste van de volgende drie waarden:

  • a.

    de waarde van het equivalente geluidsniveau over de periode07.00- 19.00 uur (dag);

  • b.

    de met 5 dB(A) verhoogde waarde van het equivalente geluidsniveau over de periode 19.00-23.00 uur (avond);

  • c.

    de met 10 dB(A) verhoogde waarde van het equivalente geluidsniveau over de periode 23.00-07.00 uur (nacht).

niet-akoestische compensatie

Alle factoren die niet de geluidsniveaus beïnvloeden, maar wel als positief element kunnen worden gezien in een omgeving.

open plek

Onbebouwd openterrein gelegen binnende contouren van de historisch grondslag gegroeide bebouwde kom en waar geen rechtsgeldige bouwtitel op berust.

stand-still principe

Het principe datde bestaande milieubelasting niet wordt verhoogd.

voorkeurswaarde

Het geluidsniveau dat in de Wet geluidhinder acceptabel wordt gevonden; bij niveaus boven de voorkeurswaarde moeten bijzondere maatregelen worden getroffen. De voorkeurswaarde voor verkeerslawaai bedraagt 48 dB; voor railverkeerslawaai 55 dB en voor industrielawaai 50 dB(A).

 

Bijlage 2 Geraadpleegde bronnen

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

 

  • 1.

    DHV (2006), Geluidsbeleid regio Twente, Handreiking, Regio Twente, DHV registratienummer: WN-ZH20060083 .

  • 2.

    DHV (2006), Geluidsbeleid regio Twente, Model-geluidsnota, Regio Twente, DHV registratienummer: ON-A 20060199.

  • 3.

    Gemeente Dinkelland (2006), Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dinkelland 2006.

  • 4.

    Ministerie van LNV (2007), Ontwerpbesluit Sallendse Heuvelrug, Den Haag.

  • 5.

    Ministerie van VROM (2006), Ontwerp Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.

  • 6.

    Ministerie van VROM (2006),Besluit geluidhinder, Staatsblad 2006, nummer 532, Den Haag.

  • 7.

    Ministerie van VROM (1998), Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen, Staatsblad 1998, nummer 332, Den Haag.

  • 8.

    Ministerie van VROM (2002), Milieubeleid 2002-2006, Vaste waarden, nieuwe vormen

  • 9.

    Ministerie van VROM (2001), Nationaal Milieubeleidsplan 4, Een wereld en een wil. Werken aan duurzaamheid.

  • 10.

    Ministerie van VROM (2004), Richtlijn omgevingslawaai , Staatscourant 2004, nummer 134, Den Haag.

  • 11.

    Ministerie van VROM (2006),Wet geluidhinder, Staatsblad 2006, nummer 350, Den Haag.

  • 12.

    Ministerie van VROM (2007),Wet milieubeheer, Staatsblad 2007, nummer 248, Den Haag.

  • 13.

    Ministerie van VROM (2005), Wet op de ruimtelijke ordening, Staatsblad 2005, nummer 305, Den Haag.

  • 14.

    Ministerie van VROM (2007),Woningwet,Staatsblad 2007, nummer 27, Den Haag.

  • 15.

    Provincie Overijssel (2002), Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen (met wijzigingen tot en met februari 2006).

  • 16.

    Provincie Overijssel (2000), Milieubeleidsplan Overijssel 2000+, Plannen voor ruimte, water en milieu.

  • 17.

    Provincie Overijssel (2005), Streekplan Overijssel 2000+, Plannen voor ruimte, water en milieu.

  • 18.

    VNG, VROM, IPO, UvW (2004), Handreiking milieukwaliteit in de leefomgeving, Werken aan gebiedsgericht maatwerk, VNG uitgeverij: Den Haag.

Bijlage 3 Gebiedstyperingen en gebiedsindeling (figuren)

 


1

Door het opnemen van een nieuw hoofdstuk IX in de Wet geluidhinder en aanpassingen van de Spoorwegwet en de Luchtvaartwet.

2

Voor een aantal agglomeraties (meer dan 250.000 inwoners) en een deel van de betrokken verkeersinfrastructuur moeten de eerste geluidsbelastingkaarten gereed zijn in 2007 en de eerste actieplannen in 2008. Voor de overige agglomeraties (meer dan 100.000 inwoners) en de overige betrokken verkeersinfrastructuur moeten de eerste geluidsbelastingkaarten gereed zijn in 2012 en de eerste actieplannen in 2013.

3

Bijvoorbeeld Leidscheveen, zie ‘Afscherming met uitzicht’, Geluid 1999/1, p. 23 e.v., ir, E. Hofschreuder.

4

Het doel van MILO is het versterken van de bijdrage van het milieubeleid aan de leefomgevingskwaliteit in een gebiedsgerichte benadering.

5

Lden: dosismaat over een etmaal, voor de dag-, avond- en nachtperiode.

6

BBT staat voor beste beschikbare technieken. Artikel 1.1 van de Wm geeft daarvoor de volgende uitleg: de voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu meest doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die – kosten en baten in aanmerking genomen – economisch en technisch haalbaar in de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; daarbij wordt onder technieken mede begrepen het ontwerp van de inrichting, de wijze waarop zij wordt gebouwd en onderhouden, alsmede de wijze van bedrijfsvoering en de wijze waarop de inrichting buiten gebruik wordt gesteld.