Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2024 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Berkelland 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-03-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 27-02-2024 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland;
Gelet op het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, artikel 5.5.2 eerste lid en artikel 8.3.3 tiende lid van de verordening Sociaal Domein Berkelland 2024, de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2024 en hun rechtsopvolgers;
Gelet op het wettelijk minimumloon;
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Berkelland 2024
De regels in dit besluit vullen de wettelijke regels en de regels uit de verordening Sociaal Domein Berkelland 2024 (hierna: verordening) aan. Het zijn regels waarin bepaalde zaken uit de verordening zijn uitgewerkt en die door het college zijn vastgesteld. In onderstaande tabel is toegelicht welke type documenten er zijn, wat er in deze documenten is geregeld en wie deze documenten vaststelt.
De begrippen die in dit Besluit gehanteerd worden hebben, tenzij anders aangegeven, de betekenis zoals omschreven in de Wmo 2015 en de Jeugdwet, alsmede de daarop gebaseerde gemeentelijke verordening en beleidsregels op het terrein van de Wmo en Jeugdhulp.
Artikel 2. Zorg in natura tarieven
De tarieven voor Wmo integrale ondersteuning (art.3.7.2 van de verordening) en jeugdhulp (art. 4.3 van de verordening) in natura (zin) voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gaan uit van een taakgerichte bekostiging met ‘lumpsum financiering’, waarbij de budgetten zijn vastgesteld op basis van ingediende offertes van aanbieders. Daarmee voldoen de tarieven aan artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Uitzondering is de hoog complexe jeugdzorg met verblijf.
De tarieven voor huishoudelijke ondersteuning (art. 5.2.2. van de verordening) in natura voor maatschappelijke ondersteuning zijn vaste tarieven en worden vastgesteld door middel van een objectief tariefmodel waarmee de tarieven voldoen aan de Amvb Reële kostprijs. De tarieven worden voorgelegd aan de gecontracteerde zorgaanbieders op basis van marktconsultatie, welke indien van toepassing, jaarlijks worden geïndexeerd
Hiermee voldoen de tarieven aan artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Artikel 3. Hoogte persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp voor professionele hulp
Burgemeester en wethouders leggen de berekeningswijze van de budgetten voor de te verstrekken hulp-op-maat in de vorm van een persoonsgebonden budget voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp vast op basis van de in artikel 8.3.3 lid 4 van de verordening vastgelegde regels. De bedragen zijn opgenomen in bijlage 1.
Daarnaast zijn in de verordening de mogelijkheden opgenomen voor het in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in noodzakelijke kosten.
Artikel 3.1 Vaststellen hoogte persoonsgebonden budget maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp voor niet professionele hulp, met uitzondering van logeren
Burgemeester en wethouders leggen de berekeningswijze van de budgetten voor de te verstrekken hulp-op-maat in de vorm van een persoonsgebonden budget voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp vast op basis van de in artikel 8.3.3 lid 5, 6 en 7 van de verordening vastgelegde regels. De bedragen zijn opgenomen in bijlage 1.
Artikel 3.2 Vergoeding logeren voor niet professionele hulp Wmo en Jeugd
Voor logeren kan een symbolische vergoeding worden toegekend van maximaal € 141,- per kalendermaand. Er kan geen vergoeding sociaal netwerk voor een etmaal of dagdeel worden verstrekt. Dit op basis van artikel 8.3.3. lid 8 van de verordening.
Let op! Pgb en een symbolische vergoeding kunnen op cliëntniveau niet gezamenlijk worden verstrekt. (artikel 2ab Uitvoeringsregeling Wmo 2015)
Artikel 3.3 Financiële tegemoetkomingen
In de verordening is voor een aantal zaken de mogelijkheid opgenomen om in aanmerking te komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten. Deze tegemoetkoming is per definitie niet kostendekkend en bedraagt voor:
Voor deze tegemoetkomingen is geen eigen bijdrage verschuldigd.
Artikel 4. Maximumhoogte pgb overige hulp-op-maat
Bij het verstrekken van hulp-op-maat wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening. Dit betreft altijd maatwerk.
Artikel 5. Afschrijvingstermijnen hulp-op-maat
Voor een kind-, douchevoorziening en autoaanpassing geldt een technische levensduur van 5 jaar, voor trapliften geldt een technische levensduur van 10 jaar en voor overige Wmo-hulpmiddelen geldt een technische levensduur van 7 jaar. Elk hulpmiddel, dat met behulp van een persoonsgebonden budget of in natura is verstrekt, heeft een afschrijvingstermijn van respectievelijk 5, 7 of 10 jaar en dient dus in principe respectievelijk 5, 7 of 10 jaar mee te gaan. Is een hulpmiddel afgeschreven dan ontstaat niet automatisch het recht op een nieuw of gebruikt hulpmiddel. Zolang het verstrekte hulpmiddel of het via een persoonsgebonden budget aangeschafte hulpmiddel technisch nog voldoet, bestaat geen recht op vervanging van het hulpmiddel. Dit tenzij een medische noodzaak wordt aangetoond.
Indien met een persoonsgebonden budget een voorziening als genoemd in de beschikking tweedehands wordt aangeschaft, dan wordt verwacht dat deze minimaal nog de in lid 1 genoemde periode meegaat. Het pgb wordt geacht te zijn verstrekt voor de duur van respectievelijk 5, 7 of 10 jaar en er bestaat geen recht op vervanging binnen deze afschrijvingstermijn.
Artikel 6. Berekening bijdrage in de kosten collectief vervoer van ZOOV
We hanteren 3 categorieën bij het opleggen van de jaarlijkse bijdrage in de kosten (artikel 3.7.4 lid 4 uit de verordening) voor collectief vervoer “ZOOV Op Maat”:
Nieuwe gebruikers: het jaarbedrag wordt berekend aan de hand van de maand waarin de toekenning wordt gestuurd; € 5,- voor iedere resterende maand van het jaar. Daarbij wordt de maand van verzending meegerekend als de beschikking vóór de 15e van de maand wordt gestuurd. De totale bijdrage wordt in één keer in rekening gebracht;
Tijdelijke gebruiker: deze gebruiker betaalt afhankelijk van de duur van de indicatie een bedrag in de kosten, op basis van € 5,- per maand. Daarbij wordt de maand van verzending meegerekend als de beschikking vóór de 15e van de maand wordt gestuurd. De totale bijdrage wordt in één keer in rekening gebracht.
Restitutie bij stopzetting van de indicatie vindt niet plaats, tenzij de gebruiker is overleden. Let op! Voor minderjarigen is er geen bijdrage voor ZOOV verschuldigd.
Artikel 7. Bijdrage in de kosten voor hulp-op-maat
De omvang van de eigen bijdrage per maand wordt vastgesteld in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In artikel 8.5 van de verordening staan een aantal vastgelegde regels over de bijdrage in de kosten. Hieronder een aanvulling daarop. In een aantal situaties hoeft iemand geen bijdrage te betalen:
als de gemeente, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of het AMHK, van oordeel is dat de verschuldigdheid van de bijdrage kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige door de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
Artikel 7.1 Bijdragen voor Beschermd Wonen
Uitzondering op de (in artikel 7 genoemde) bijdrage in de kosten is de bijdrage voor beschermd wonen. Deze wordt berekend volgens artikel 3.11 tot en met 3.19 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Berekening van de eigen bijdrage doet het CAK op basis van het inkomen, vermogen, de leeftijd, de huishouding en de zorg.
Heeft de inwoner een pgb voor beschermd wonen, dan is de hoogte van de bijdrage afhankelijk van de situatie:
Artikel 7.2. Bijdrage in de kosten voor een Algemene Voorziening
Ook voor een Algemene Voorziening wordt de omvang van de bijdrage in de kosten per maand vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. De inwoner betaalt de bijdrage per maand aan het Centraal Administratiekantoor (CAK). In Berkelland is de Mantelzorgregeling aangewezen als Algemene Voorziening.
Artikel 8. Mantelzorgwaardering en de hoogte van de waardering
De mantelzorgwaardering zoals opgenomen in artikel 5.5.2 van de verordening is bedoeld voor de mantelzorger(s) van de inwoner (zorgvrager) die woonachtig is in de gemeente Berkelland. De hoogte van de mantelzorgwaardering wordt jaarlijks in dit Besluit vastgesteld door het college en bedraagt in 2024 een éénmalig bedrag van € 50,00.
De mantelzorger kan het hele jaar deze financiële waardering aanvragen met DigiD op de website www.gemeenteberkelland.nl. Het aanvragen kan tot en met 31 december 2024. Binnen 3 weken ontvangt de aanvrager de financiële waardering op het opgegeven bankrekeningnummer.
Aldus vastgesteld in het college op 27 februari 2024
Burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland,
de secretaris,
Drs. G. Koudijs
de burgemeester,
drs. J.H.A. van Oostrum
Segment Integrale Ambulante Jeugdhulp (IAJ) - Professionele hulp | ||||
Segment Wmo Integrale Ondersteuning (Wmo IO) - Professionele hulp | ||||
NB: deze tarieven omvatten de vergoeding voor zowel directe als in-directe cliëntgebonden tijd, zoals het voorbereiden van een activiteit, verslaglegging in het kader van een activiteit, reistijd van en naar de cliënt of hersteltijd na een intensieve behandelsessie. Hiervoor kunnen geen aparte uren gedeclareerd worden.
Voor het segment Wmo Wonen geldt dat de tarieven inclusief ondersteuning zijn