Organisatie | Uitgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Uitgeest 2024 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de gemeenteraad 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad vastgesteld bij besluit van de Gemeenteraad d.d. 31 maart 2005.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2024 | 29-02-2024 | nieuwe regeling | 29-02-2024 | Z24 159257 |
De raad van de gemeente Uitgeest:
gelezen het voorstel van het presidium;
gezien het advies van de commissie SAZ d.d. 15 februari 2024;
gelet op het bepaalde in artikel 16 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Uitgeest 2024
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
HOOFDSTUK 2 TOELATING VAN NIEUWE LEDEN; FRACTIES
Artikel 6 Commissie onderzoek geloofsbrieven: toelating nieuwe raadsleden en benoeming en voordracht burgerleden en wethouders
De commissie heeft tot taak om de geloofsbrief en andere daarop betrekking hebbende stukken, alsmede het proces-verbaal van het (centraal)stembureau te onderzoeken en de raad te adviseren over de toelating als lid van de raad of benoeming als burgerlid. Deze commissie heeft tevens de taak te onderzoeken of een kandidaat-wethouder voldoet aan de in de Gemeentewet gestelde eisen en voorschriften en de raad vervolgens te adviseren over de benoeming tot wethouder.
Bij een toelating, benoeming of voordracht wijst de voorzitter van de raad uit deze commissie drie leden aan voor de uitvoering van het onderzoek en het uitbrengen van een advies, zoals bedoeld in het vorige lid. Er worden bij voorkeur en voor zover mogelijk steeds drie leden van drie verschillende fracties aangewezen. Voor zover mogelijk wordt er geen lid uit dezelfde fractie aangewezen als het toe te laten of te benoemen of voor te dragen lid of wethouder. Het onderzoek vindt plaats voorafgaande aan de raadsvergadering waarin over de toelating, benoeming of voordracht wordt beslist.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Er wordt gestreefd naar een eindtijd van de vergaderingen om 22.30 uur, maar in ieder geval om 23.00 uur, waarbij een vergadering nooit wordt beëindigd zonder behandeling van de hamerstukken. Indien een raadsvergadering niet kan worden gesloten omdat er nog agendapunten resteren, dan kan de raad besluiten om die nog dezelfde avond te behandelen of om de raadsvergaderingen op een andere avond voort te zetten. Bij die keuze voor het laatste schorst de voorzitter de raadsvergadering onder vermelding van de avond waarop de vergadering zal worden voortgezet.
De eerstvolgende werkdag nadat het presidium de voorlopige agenda’s voor de daarop volgende vergadercyclus heeft vastgesteld worden de voorlopige agenda’s, met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van daartoe conform de gemeentewet bestempelde geheime stukken, langs elektronische weg gedeeld met raads- en burgerleden.
Wethouders worden geacht tijdens de vergadering aanwezig te zijn en op uitnodiging van de raad deel te nemen aan de beraadslagingen.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het beschikbaar stellen van de voorlopige agenda in het raadsinformatiesysteem toegevoegd bij het betreffende agendapunt. Indien na het beschikbaar stellen van de voorlopige agenda’s stukken worden toegevoegd in het raadsinformatiesysteem wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 19 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de stemlijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming voor alle onderwerpen waarbij hoofdelijke stemming plaatsvindt gedurende de betreffende vergadering.
Artikel 25 Interrumperen, handhaving orde en schorsing
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort dan wordt de spreker door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter de spreker over het aanhangige onderwerp het woord in de vergadering ontzeggen.
De voorzitter kan, al dan niet op verzoek van een raadslid, besluiten de beraadslaging voor een door de voorzitter te bepalen tijd te schorsen om daarmee raadsleden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. Het raadslid dat om schorsing vraagt geeft tevens aan wat de duur van de schorsing moet zijn. De beraadslagingen worden hervat nadat de tijd die voor de schorsing was gevraagd verstreken is. Het raadslid dat om schorsing heeft gevraagd krijgt na de schorsing als eerste het woord om toe te lichten waarom schorsing nodig werd geacht.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot besluitvorming overgaat kunnen raadsleden door middel van een stemverklaring in enkele zinnen (maximaal 1 minuut) toelichten waarom zij voor of tegen een voorstel zullen stemmen.
Artikel 30 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 32 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, de presentielijst hebben getekend en in de vergadering aanwezig zijn.
Ieder lid van de raad kan over een ingediend (sub)amendement het advies van het college vragen. Het lid van de raad dat voornemens is een (sub)amendement in te dienen kan deze via de griffie voorafgaand aan de vergadering aankondigen en daarover tot 48 uur voor de vergadering schriftelijk en gemotiveerd advies aan het college vragen. Het college draagt er zorg voor dat het schriftelijke gemotiveerde advies op het aangekondigde (sub)amendement tenminste 24 uur voor aanvang van de raadsvergadering beschikbaar is voor de raad.
Ieder lid van de raad kan over een ingediende motie het advies van het college vragen. Het lid van de raad dat voornemens is een motie in te dienen kan deze via de griffie voorafgaand aan de vergadering aankondigen en daarover tot 48 uur voorafgaand aan de vergadering schriftelijk en gemotiveerd advies aan het college vragen. Het college draagt er zorg voor dat het schriftelijke gemotiveerde advies op de aangekondigde motie tenminste 24 uur voor aanvang van de raadsvergadering beschikbaar is voor de raad.
Nadat het college schriftelijk advies, wensen en/of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is, wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college. Bij het vaststellen van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek, wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 39 Schriftelijke vragen
De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, dan wel vervolgvragen stellen, zonder daarbij in herhaling te vallen, tenzij de raad anders beslist.
Raadsleden kunnen tot 48 uur voor de raadsvergadering korte en duidelijk geformuleerde vragen schriftelijk aanleveren bij de griffier. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. De vragen worden zo spoedig mogelijk ter kennisname met de overige raadsleden en het college gebracht. Beantwoording van de vragen vindt plaats in de daaropvolgende raadsvergadering. Na de beantwoording krijgt de vragensteller desgewenst het woord om nadere inlichten en/of aanvullende (vervolg)vragen te stellen.
HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERING
Artikel 43 Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 45 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89 lid 4 van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.