Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tynaarlo

Verordening Raadscommissies gemeente Tynaarlo 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTynaarlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Raadscommissies gemeente Tynaarlo 2024
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-02-2024nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-105598

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Raadscommissies gemeente Tynaarlo 2024

Inhoud

 

Verordening Raadscommissies gemeente Tynaarlo 2024

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 2. Instelling raadscommissies

Artikel 3. Taken raadscommissie:

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

Artikel 6. De commissiegriffier

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 7. Oproep en agenda

Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken

Artikel 9. Openbare kennisgeving

Paragraaf 2. Vergadering

Artikel 10. Presentielijst

Artikel 11. Opening vergadering en quorum

Artikel 12. Werkwijze

Artikel 13. Advies; geen stemmingen

Artikel 14. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Artikel 15. Spreekrecht inwoner

Artikel 16. Handhaving orde en schorsing

Artikel 17. Voorstellen van orde

Artikel 18. Verslag

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 19. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Artikel 20. Verslag besloten vergadering

Artikel 21. Opheffing geheimhouding

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 22. Toehoorders en pers

Artikel 23. Geluid- en beeldregistraties

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel

Toelichting

 

De raad van de gemeente Tynaarlo

gelezen het voorstel van het presidium van 30 januari 2024

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de werkgroep Vergader-, informatie en planning (VIP) d.d. 19 september 2023 en het raadsvoorstel d.d. 30 januari 2024;

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Verordening van de raad van Tynaarlo houdende bepalingen over de raadscommissies 2024 (Verordening Raadscommissies gemeente Tynaarlo 2024)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

- commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

- commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

- griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

- wet: Gemeentewet.

- B&W: Het college van burgemeester en wethouders;

- RIS: Digitaal raadsinformatiesysteem van de gemeenteraad van Tynaarlo dat openbaar toegankelijk is.

- BIS: Digitaal raadsinformatiesysteem van de gemeenteraad van Tynaarlo waarop vertrouwelijke en geheime documenten worden geplaatst.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

Er is een:

a. raadscommissie Mens en Maatschappij, waarvan de werkzaamheden de volgende zaken betreffen: alle onderwerpen uit organisatiedomeinen Mens en Maatschappij en domein Dienstverlening

b. raadscommissie Fysiek, waarvan de werkzaamheden de volgende zaken betreffen: alle onderwerpen uit organisatiedomein Fysiek.

Artikel 3. Taken raadscommissie:

1. bereid beraadslaging en/of besluitvorming in de vergadering van de raad voor en voert overleg met het college of de burgemeester en/of anderen.

2. brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

3. kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder 2.

4. de behandeling van een onderwerp in de vergadering van een raadscommissie leidt tot een procesmatige conclusie waaronder:

a. de zaak wordt ter behandeling aan de raad voorgelegd als besluitstuk of bespreekstuk;

b. Het voorstel is nog niet voldoende besproken; het wordt opnieuw geagendeerd ter bespreking in de raadscommissie.

c. het college wordt verzocht noodzakelijk geachte aanvullingen of verduidelijkingen aan te brengen, waarna het onderwerp wordt geagendeerd in de raadsvergadering of een volgende vergadering van de raadscommissie;

Artikel 4. Samenstelling; benoeming raadscommissievoorzitter

1. Alle raadsleden en beëdigde steunfractieleden zijn uit hoofde van hun functie lid van alle raadscommissies.

2. In elke raadscommissie kunnen per fractie gelijktijdig maximaal twee personen zitting hebben (naast de voorzitter).

3. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn. De artikelen 10, 11, 12 en 13 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

4. De vertegenwoordiging per fractie kan qua samenstelling tijdens een raadscommissievergadering worden aangepast. Wisseling is toegestaan tussen twee agendapunten.

5. De raad benoemt de commissievoorzitters en plaatsvervanger.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

3. De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

4. Een commissievoorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. De commissievoorzitter doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

5. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, benoemt de raad op voordracht van de fractie een vervanger.

6. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 6. De commissiegriffier

1. De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar aan als commissiegriffier.

2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen.

3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding Artikel 7. Oproep en agenda

1. De commissievoorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de commissieleden een uitnodiging in de vorm van een voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken. Deze agenda wordt op het RIS en het BIS geplaatst. Dit is tevens de openbare kennisgeving.

2. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een uitnodiging een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

3. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

4. De agenda wordt eveneens verzonden aan leden van het college, die hiermee uitgenodigd zijn om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken

1. Ter voorbereiding op de commissievergadering wordt de agenda en de bijbehorende stukken uiterlijk 10 dagen van te voren in het RIS geplaatst.

2. Informatie van de raadscommissie of aan de raadscommissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier.

Artikel 9. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen zijn openbaar en worden aangekondigd in het RIS.

Paragraaf 2. Vergadering Artikel 10. Presentielijst

1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst, die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 11. Opening vergadering en quorum

1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst minimaal 10 van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

2. Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na de aankondiging is gedaan.

Artikel 12. Werkwijze

1. Commissievergaderingen zijn openbaar en worden live uitgezonden;

2. Commissieleden hebben een vaste zitplaats vanwege de live-uitzendingen;

3. Een onderwerp wordt als volgt behandeld:

- voorzitter leidt bespreekpunt in.

- portefeuillehouder geeft korte toelichting op het voorstel. Er is geen interruptie.

- Ruimte voor onderling debat

- Verdiepende vragen worden gesteld aan de portefeuillehouder. Beantwoording van de vragen gebeurt door de portefeuillehouder of, als de portefeuillehouder daarom verzoekt, en de vragen technisch van aard zijn, door de (beleids)ambtenaar.

- Voorzitter inventariseert of er behoefte is aan een tweede termijn.

- Voorzitter rond het onderwerp af met een korte samenvatting.

- Voorzitter vraagt of voorstel gereed is voor raadsvergadering conform artikel 3.4.

Artikel 13. Advies; geen stemmingen

1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

2. Het advies wordt genoteerd in de advieslijst door de commissiegriffier. De advieslijst wordt binnen twee werkdagen na vergadering gepubliceerd in het raadsinformatiesysteem.

3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding - (zie artikel 17). Stemming over geheimhouding vindt plaats op basis van volstrekte meerderheid.

Artikel 14. Deelname aan de beraadslaging door anderen

1. Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 15. Spreekrecht inwoner

1. Inwoners kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn.

2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen tot uiterlijk 12.00 uur op de dag van de commissievergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover de inspreker het woord wenst te voeren. Het woord kan niet worden gevoerd over:

a. Benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

b. Een gedraging waarover een klacht ex. artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht is ingediend.

3. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering. De spreektijd bedraagt maximaal 5 minuten in eerste termijn en maximaal 3 minuten in tweede termijn.

4. De inspreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

5. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

6. Met enige regelmaat wordt voorafgaand aan de commissievergadering de mogelijkheid aan inwoners geboden om in te spreken over onderwerpen die niet op de commissieagenda staan. Degene die van dit spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 2 dagen voor de aangekondigde mogelijkheid aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover de inspreker het woord wenst te voeren.

Artikel 16. Handhaving orde en schorsing

1. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

2. De commissievoorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

3. De commissievoorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door de commissievoorzitter te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

4. De commissievoorzitter kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door diens gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter het commissielid verwijderen. Bij herhaling van diens gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 17. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier op basis van consensus terstond over

Artikel 18. Verslag

1. Van de commissievergadering wordt door de commissiegriffier een advieslijst gemaakt.

2. Van de commissievergadering is een audiovisueel verslag beschikbaar dat is in te zien via de raadswebsite.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen Artikel 19. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 20. Verslag besloten vergadering

1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het verslag.

3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 21. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers Artikel 22. Toehoorders en pers

1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

4. De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 23. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op 27 februari 2024.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies gemeente Tynaarlo 2024.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 februari 2024.

 

 

 

Drs. M.J.F.J. Thijsen, voorzitter

 

 

R.J. Puite, griffier

 

 

 

Toelichting

 

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 3. Taken

De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet (hierna: wet). De raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester.

De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. De raadscommissie kan ook uit eigener beweging advies aan de raad uitbrengen, ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.

De raadscommissie bepaalt evenals de raad haar eigen agenda. Dit betekent dat niet het college, maar (de voorzitter van) de raadscommissie bepaalt of een voorstel aan de raadscommissie wordt voorgelegd alvorens het in de raad wordt besproken

 

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de wet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen. De commissieleden worden door de raad benoemd, op voordracht van de fracties (tweede lid). Dit houdt in dat het aan de fracties zelf is om te bepalen wie de betreffende fractie vertegenwoordigen in de verschillende raadscommissies. Het is enkel mogelijk – overeenkomstig het derde lid zelfs verplicht - de benoeming van een voorgedragen lid te weigeren als het een ‘burgerlid’ betreft dat niet voldoet aan bepaalde vereisten van de wet (zie verder de toelichting op het derde lid).

Uit het derde lid volgt dat de leden van een raadscommissie geen raadslid hoeven te zijn. Wel zijn het de fracties die de leden voordragen.

 

Op grond van het derde lid moeten commissieleden, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de wet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken en geen functie als bedoeld in artikel 13 van de wet mogen vervullen. Om te beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van de wet ligt het voor de hand om gebruik te maken van een geloofsbrievenonderzoek.

De raad benoemt de commissievoorzitters. Op grond van artikel 82, vierde lid, van de wet kan enkel een raadslid als voorzitter van een raadscommissie benoemd worden.

 

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

De zittingsperiode van de leden en de voorzitter is even lang als de zittingsperiode van raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.

 

Het lidmaatschap van een raadscommissie eindigt eveneens van rechtswege, indien een lid niet meer voldoet aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen (tweede lid) en indien een lid is benoemd op voordracht van een fractie die niet meer vertegenwoordigd is in de raad (zesde lid).

 

Artikel 7. Oproep en agenda

Het eerste lid stelt verplicht dat de commissievoorzitter een vastgesteld aantal dagen vóór een vergadering de leden van zijn raadscommissie een uitnodiging, waarin de vergadering wordt aangekondigd, en de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken stuurt (eerste lid). De uitnodiging vermeldt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

 

In het eerste lid gaat het om een voorlopige agenda. In de dagelijkse praktijk van de gemeente zal het niet altijd mogelijk zijn om ruim voor de commissievergadering een agenda op te stellen, die ook zicht heeft op de actualiteiten. In een dergelijke situatie kan de commissievoorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep zo nodig een aanvullende agenda en stukken rondsturen (tweede lid).

 

Als omtrent stukken op grond van artikel 87 van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage (derde lid juncto artikel 8, tweede lid). Van geheimhouding wordt melding gemaakt op de stukken.

 

Het opstellen van de voorlopige agenda gebeurt door de agendacommissie. De instelling en taken van deze commissie zijn geregeld in het Reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad.

 

Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken

Geïnteresseerden moeten de mogelijkheid hebben om stukken in te zien. Daarom worden alle stukken gelijktijdig met het verzenden van de uitnodiging ter inzage aangeboden (eerste lid). De stukken worden gepubliceerd in het RIS.

De griffier vervult de secretariaatsfunctie ten dienste van de raad. Daarom worden stukken geheim moeten blijven bij hem ter inzage gelegd voor raadsleden en commissieleden

 

Artikel 9. Openbare kennisgeving

Met dit artikel wordt invulling gegeven aan het voorschrift van artikel 82, vijfde lid, van de wet. In artikel 9 wordt vastgelegd op welke wijze commissievergaderingen worden aangekondigd.

 

Artikel 10. Presentielijst

De presentielijst en de ondertekening door de voorzitter en de commissiegriffier zijn bedoeld om formeel vast te stellen dat het vergaderquorum aanwezig is. Daarnaast is de presentielijst van belang om de vergoedingen van de niet-raadsleden die lid zijn van de raadscommissie te kunnen vaststellen.

 

Artikel 11. Opening vergadering en quorum

Artikel 20 van de wet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de wet. Artikel 11 voorziet hierin. Als een raadslid zich afsplitst en een eigen fractie vormt dan verandert het quorum niet.

 

Artikel 12. Werkwijze

De voorzitter leidt het onderwerp kort in, benadrukt de grote lijn, in ca 1-2 minuten. Daarna kan de portefeuillehouder de inhoud van een voorstel toelichten, zonder interruptie. Daarna is het debat; dit is vooral bedoeld om onderling in gesprek te gaan over het onderwerp om zo te komen tot meningvorming, het debat kan resulteren in vragen aan de portefeuillehouder. Aan het einde van de eerste termijn is er beantwoording van de portefeuillehouder op de gestelde vragen. De portefeuillehouder kan geïnterrumpeerd worden. De eerste termijn wordt afgesloten met de vraag of er voldoende informatie is of dat er behoefte is aan een tweede termijn.

 

Ambtenaren krijgen op uitnodiging van de portefeuillehouder de mogelijkheid om een technische toelichting te geven in een raadscommissiebespreking. Er is geen (politieke)discussie met een ambtenaar. De voorzitter waakt hiervoor.

 

Artikel 13. Advies; geen stemmingen

Door gebruik van het woord beslissen in het eerste lid kan de suggestie gewekt worden dat in de commissievergadering ook ‘echte’ Awb-besluiten kunnen worden genomen. Dit is echter niet het geval. Een raadscommissie neemt geen beslissingen maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Alleen in de raadsvergadering kunnen besluiten worden genomen. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, worden de standpunten van alle fracties in het advies opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad.

Over het opleggen van geheimhouding wordt wel gestemd; hiervoor geldt het principe van een volstrekte meerderheid.

 

Artikel 14. Deelname aan beraadslaging door anderen

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met de in artikel 22 van de wet geregelde immuniteit, dat in artikel 82, vijfde lid, van de wet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van raadscommissies en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het is uiteraard ook mogelijk dat een raadscommissie bepaalt dat een bepaalde functionaris in bepaalde gevallen altijd aan de beraadslaging mag deelnemen. Het gaat in deze bepaling om anderen dan de leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders. Deze hebben op grond van artikel 21, gelezen in samenhang met artikel 82, vijfde lid, van de wet de mogelijkheid om aan de beraadslagingen deel te nemen. Op grond van dit artikel kan bijvoorbeeld de secretaris uitgenodigd worden. Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel over de spreektijd of over de orde van de vergadering te doen.

 

Artikel 15. Spreekrecht inwoners

Het geven van spreekrecht aan inwoners is een manier om inwoners meer te betrekken bij de besluitvorming van de raad. Doordat de raadsvergadering het sluitstuk is van het besluitvormingsproces dat lang daarvoor is begonnen (ambtelijke organisatie, college, commissies) is er voor gekozen het spreekrecht op te nemen in de Verordening op de raadscommissies. In die fase zijn de fracties nog bezig hun mening te vormen. Een inspreekmogelijkheid tijdens de raadsvergadering is doorgaans minder effectief (‘schijnspreekrecht’).

De raad biedt aan inwoners de mogelijkheid om in te spreken op andere onderwerpen dan die op de agenda van een commissievergadering staan op een moment voorafgaand aan de commissievergadering. Deze momenten worden aangekondigd in de lokale krant en op de raadswebsite. Ook kan op verzoek een moment worden ingepland mits de agenda van de raad dit toelaat. Degene die van dit spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 2 werkdagen voor aanvang van de aangekondigde mogelijkheid aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover de inspreker het woord wenst te voeren.

 

Artikel 16. Handhaving orde en schorsing

Artikel 26 van de wet geeft aan dat de voorzitter bij raadsvergadering bevoegd is om de orde in de vergadering te handhaven. Voor de commissievergaderingen ontbreekt een dergelijke bepaling, deze is daarom in artikel 16 opgenomen. Ingevolge het eerste lid is de commissievoorzitter belast met de handhaving van de orde in de commissievergaderingen. Op basis van het vierde lid kunnen alle sprekers in bepaalde gevallen door de voorzitter tot de orde worden geroepen en kan hen zo nodig over het aanhangige onderwerp het woord ontzegd worden. Ook kan de voorzitter de vergadering schorsen en bij herhaling van de verstoring van de orde, de vergadering sluiten (derde lid). In het uiterste geval kan de commissievoorzitter een lid het verdere verblijf ontzeggen en hem uit de vergadering doen verwijderen. Indien een lid blijft volharden in diens gedrag kan het commissielidde toegang tot de vergadering voor ten hoogste drie maanden worden ontzegd (tweede lid). Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 22.

 

Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de wet bovendien dat artikel 22 van de wet van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.

 

Artikel 17. Voorstellen van orde

Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de raadscommissie. Bij het staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen (artikel 32, vierde lid, van de wet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de vergadering voor een (overleg) pauze of een voorstel over de (beperking van de) spreektijden van de leden en overige deelnemers aan de commissievergadering.

 

Artikel 19. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voor zover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal een raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de wet wordt opgelegd dan wel opgeheven.

 

Artikel 20. Verslag besloten vergadering

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de wet is artikel 23 van de wet van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de wet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de raad en in casu dus een raadscommissie anders beslist. In aanvulling hierop bepaalt het eerste lid dat het verslag van een besloten vergadering ter inzage ligt bij de commissiegriffier.

 

Artikel 21. Opheffing geheimhouding

Een raadscommissie kan geheimhouding op informatie leggen en die informatie tevens aan de raad verstrekken (artikel 87 van de wet). De raad kan de geheimhouding opheffen van aan de raad verstrekte informatie (artikel 89, vierde lid, van de wet). Wel bestaat er een overlegverplichting, waarmee recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.

 

Artikel 22. Toehoorders en pers

Artikel 26, eerste en tweede lid, van de wet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de wet, het derde lid voorziet hierin.

 

Artikel 23. Geluid- en beeldregistraties

Aangezien de vergaderingen van een raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.