Organisatie | Beek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Kadernota economie gemeente Beek |
Citeertitel | Kadernota economie gemeente Beek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2024 | nieuwe regeling | 02-11-2023 | 23097-003 |
In 2021 is de economische kadernota, die in 2018 is vastgesteld, verlengd voor de jaren 2022 en 2023. Dat maakt dat nu het moment gekomen is om een nieuwe kadernota economie te ontwikkelen voor de gemeente Beek. Deze nota schept de kaders van de economische inzet van de gemeente voor de periode 2024 tot en met 2030.
De gemeente Beek wil steeds meer opgavegericht gaan werken. Door vanuit opgaven te redeneren en de inzet van de gemeente vanuit die opgaven te bepalen, kan er meer gericht aan de belangrijke opgaven gewerkt worden. Figuur 1 toont het strategisch venster dat als kompas gebruikt is om deze kadernota vorm te geven. Vanuit de strategische visie die er reeds ligt voor de gemeente, is zowel een externe- als een interne analyse uitgevoerd. Vanuit deze analyse volgen de opgaven van de gemeente. Deze worden vervolgens verwerkt tot een SWOT-analyse, van waaruit strategische ambities zijn geformuleerd. Als laatste processtap zijn deze ambities vertaald naar actielijnen, die in de komende jaren de aandacht krijgen van team Economische Zaken van de gemeente Beek.
1.2 Proces totstandkoming kadernota
De gemeente Beek heeft onderzoeks- en adviesbureau KplusV gevraagd voor ondersteuning bij het proces. Met deze externe blik is het proces van de totstandkoming van de kadernota vormgegeven.
Om te komen tot een goed onderbouwde kadernota is gestart met een analyse van het economisch karakter van Beek. Vervolgens zijn de inzichten vanuit de analyse gebundeld met:
Vanuit deze vier vertrekpunten is een aantal strategische opgaven geformuleerd die belangrijk zijn om een sterke economie in Beek te behouden.
Deze opgaven zijn omgezet naar strategische ambities. In bijlage 1 is een overzicht ingevoegd waarin de samenhang tussen opgaven, ambities en actielijnen getoond wordt.
Op 19 juni zijn deze conceptambities besproken in twee sessies tijdens de Baek to the Future Night. De eerste betrof een sessie met belangrijke stakeholders uit de gemeente. Bij de tweede sessie waren raad- en commissieleden aanwezig vanuit de commissies Inwonerszaken en Bestuurszaken. De lijst met aanwezigen is opgenomen in bijlage 2.
Na het verder aanvullen en verscherpen van de ambities is er toegewerkt naar actielijnen per ambitie. Deze actielijnen moeten er samen toe leiden dat de ambities ook verwezenlijkt gaan worden en vormen zodoende het kader voor de inzet van team EZ in de komende jaren.
Er wordt een meerjarig uitvoeringsplan geformuleerd waarin concreet wordt benoemd welke acties per jaar worden uitgevoerd om de ambities te verwezenlijken. Het uitvoeringsplan voor 2024-2030 wordt ontwikkeld nadat de Raad deze kadernota heeft vastgesteld.
1.3 Strategische Toekomstvisie 2021
"Beek wil in 2030 nog steeds een vitale, gezonde en aantrekkelijke gemeente en gemeenschap zijn." (Strategische Toekomstvisie 2021)
De bovenstaande zin vormt de missie voor de gemeente Beek richting het jaar 2030. Deze missie en de uitwerking hiervan is in 2021 opgesteld, in samenspraak met een breed scala aan stakeholders. Deze visie vormt het belangrijkste vertrekpunt voor de kadernota economie 2024-2030.
De kadernota is volgens een vergelijkbaar proces opgebouwd als de Strategische Toekomstvisie. Vanuit een analyse van het karakter van Beek worden opgaven geformuleerd. Deze opgaven worden vervolgens omgezet naar ambities die verder geconcretiseerd worden. Wat opvalt is dat het beleidsveld economie goed gekoppeld kan worden aan zowel de opgaven, ambities en accenten/impulsen die genoemd worden in de Strategische Toekomstvisie Beek.
Wat is dan de toegevoegde waarde van een kadernota als er al een strategische toekomstvisie ligt? De Strategische Toekomstvisie is, zoals de naam al zegt, strategisch ingestoken. Meerwaarde van deze kadernota economie is dat deze verder richting geeft en een verdiepend kader geeft voor het beleidsveld economie.
1.4 Economie als onderdeel van brede welvaart
"Een sterk ondernemend profiel en volop economische bedrijvigheid zijn ook in de toekomst van belang voor het ‘verdienmodel’ dat nodig is om de brede welvaart van Beek te kunnen blijven betalen." (Strategische Toekomstvisie 2021)
In de Strategische Toekomstvisie geeft de gemeente aan in te willen zetten op behoud en versterken van de brede welvaart in de gemeente. Brede welvaart daagt ons uit om balans te vinden in alles wat mensen van waarde vinden. Economie is daar een relevant onderdeel in. Een sterke economie betekent werk wat een gevoel van toegevoegde waarde en inkomen betekent. Inkomen en waarde toevoegen aan de maatschappij zijn onderdelen van brede welvaart. Doel van deze kadernota is dan ook om toe te kunnen werken naar een Beekse economie die maximaal bijdraagt aan de brede welvaart in de gemeente Beek.
Vanzelfsprekend hechten mensen ook waarde aan aspecten die verder gaan dan werk en inkomen. Belangrijke voorbeelden in de gemeente Beek zijn wonen en woongenot, het voorzieningenniveau en het verenigingsleven. Deze kadernota is opgezet vanuit een economisch perspectief. Uiteraard heeft economie direct raakvlak met flankerende beleidsvelden. Daarom wordt er ook ingezoomd op de samenhang met deze beleidsvelden. Uiteindelijk betreft dit wel een kadernota economie, wat inhoudt dat de focus op het beleidsveld economie ligt. Door integraal te werken in de komende jaren worden koppelkansen met andere beleidsvelden inzichtelijk en kunnen deze worden verzilverd.
Een concept dat samenhangt met het gedachtegoed van brede welvaart is opgavegericht werken. Gemeente Beek wil meer opgavegericht gaan werken. Ook dit concept betekent dat het economisch beleid niet enkel gericht is op groei van het aantal bedrijven en banen, maar dat het beleid wordt vormgegeven vanuit de opgaven waar de gemeente voor staat. De huidige economie begint tegen grenzen aan te lopen: personeel is moeilijk te vinden en schaarste aan grondstoffen leidt tot hogere prijzen. Daarnaast zijn er ook maatschappelijke opgaven. Het is daarom wenselijk om af te stappen van het idee om alleen in te zetten op een economie waarin meer bedrijven en meer banen worden nagestreefd. In plaats daarvan moet er gekeken worden naar het slimmer inzetten van de factoren arbeid, grondstoffen en kapitaal.
Deze kadernota is als volgt opgebouwd:
Ten slotte, de economie verandert continue en doet dat snel. Dat betekent dat in de komende jaren er nieuwe opgaven bij kunnen komen.
Deze kadernota geeft weer hoe wij als gemeente Beek op dit moment de komende jaren voor ons zien als het gaat om economisch beleid.
Tegelijkertijd merken we op dat prioriteiten kunnen verschuiven, bijvoorbeeld door een epidemie of een milieuramp. Daarom hechten we eraan om te benoemen dat we deze kadernota als kompas en richting gebruiken, maar flexibel willen zijn als dat van de gemeente gevraagd wordt.
2. Analyse economisch karakter gemeente Beek
Om te komen tot een onderbouwde kadernota Economie is het economisch karakter van de gemeente Beek onderzocht. De volledige analyse is terug te vinden in bijlage 3 van deze kadernota. De belangrijkste uitkomsten van de analyse, die direct gekoppeld kunnen worden aan de latere opgaven en ambities, worden getoond en daarna samengevat in hoofdstuk 2.2.
De analyse, die door middel van een data-analyse is opgebouwd, zoomt in op belangrijke economische onderwerpen. Bij een aantal onderwerpen wordt de gemeente Beek naast de regio Zuid-Limburg en Nederland gelegd. Bij de pendelstromen tussen woon- en werklocaties is ook gekeken naar werknemers die vanuit het buitenland (voornamelijk België en Duitsland) naar Beek reizen voor werk en vice versa.
Naast economische thema's zijn er ook bredere thema's onderzocht die betrekking hebben op brede welvaart. Voorbeelden zijn levensverwachting, de woningmarkt en opleidingsniveau. Deze thema's zijn niet relevant voor 'nauwe welvaart', waarbij inkomen en economische groei centraal staan. Daarentegen zijn het wel indicatoren van brede welvaart.
De uitkomsten van de analyse van het economisch karakter van Beek hadden, samen met de informatie uit bestaande documenten en dialoogsessies met medewerkers van de gemeente, een rol bij het opstellen van de SWOT-analyse. De SWOT-analyse diende uiteindelijk als vertrekpunt voor de opgestelde ambities en actielijnen in de respectievelijke hoofdstukken 5 en 6.
Samenvatting economisch karakter
De belangrijkste conclusies vanuit de analyse zijn (zie ook bijlage):
Het mediaan inkomen in Beek ligt boven het gemiddelde in Nederland en Zuid-Limburg1.
Het aantal bedrijven dat een vestiging opent in de gemeente groeit gemiddeld gezien minder hard dan in de rest van Nederland. Ten opzichte van Zuid-Limburg is de groei in Beek ongeveer gelijk. De minder sterke groei is niet direct problematisch. Kwantiteit zegt immers niets over de kwaliteit van bedrijvigheid. Ook zou grootschalige groei in bedrijvigheid in combinatie met de huidige krappe arbeidsmarkt geen doel op zich moeten zijn.
Wat betreft de arbeidsmarkt is er een stevige onderlinge verbinding tussen Beek en de omliggende gemeenten zichtbaar. Vanuit de buurgemeenten komen veel mensen om te werken bij het Beekse bedrijfsleven. Andersom geldt dat veel inwoners van Beek voor hun werk naar diezelfde buurgemeenten toe trekken.
Werkloosheid in de gemeente ligt historisch gezien laag, getuige het percentage WW'ers binnen de beroepsbevolking. Op dit thema volgt de gemeente de landelijke en Zuid-Limburgse trend. Een lage werkloosheid is een goede ontwikkeling, daar werk inkomen genereert en het voor een individu maatschappelijke betrokkenheid creëert.
Al met al kan gesteld worden dat Beek een gemeente is die economisch gezien goed presteert2. Dit geldt met name binnen de context van Zuid-Limburg, maar op sommige thema's doet Beek het ook beter dan het Nederlands gemiddelde.
In dit hoofdstuk worden de opgaven en kansen in beeld gebracht. Eerst worden in 3.2 vijf strategische opgaven beschreven. In hoofdstuk 3.3 worden bijbehorende kansen geformuleerd. Gezamenlijk met de analyse leiden deze opgaven en kansen tot een SWOT-analyse van de gemeente Beek, vanuit het economisch perspectief.
Naast de analyse zoals die in het vorige hoofdstuk is beschreven, zijn ook de volgende bronnen benut om te komen tot de belangrijkste opgaven en de SWOT-analyse voor de gemeente:
Vanuit de hierboven beschreven bronnen volgen vijf belangrijke strategische opgaven voor de gemeente Beek. Er zijn meer opgaven. Echter, de vijf opgaven die hieronder beschreven zijn, zouden leidend moeten zijn voor de focus van het economisch beleid van de komende jaren. Hieronder lichten we deze opgaven toe:
De arbeidsmarkt in Nederland is krap en de gemeente Beek is daarop geen uitzondering. De krapte kent verschillende oorzaken.
De voornaamste oorzaak is de afnemende bevolkingsgroei. Netto worden er in recente generaties minder kinderen geboren dan in de voorgaande generatie, zie Figuur 3 in hoofdstuk 2. Dit heeft invloed op de omvang van de beroepspopulatie. Ook leidt de afname in bevolkingsgroei tot vergrijzing, dit is een aantal jaar geleden al in gang gezet. Verwacht wordt dat de vergrijzing nog zo'n 15 tot 20 jaar aanhoudt3.
Uitdaging is om een juiste balans te vinden tussen generaties. Alle generaties dragen op een eigen manier bij aan de lokale economie. De gemeente kan hier beperkt op sturen. Het bouwen van woningen die in de behoefte voorzien, is mogelijk een instrument dat de gemeente kan inzetten.
Een andere ontwikkeling die de krapte verder aanzwengelt is de toename van het aantal bedrijven en banen. Bedrijven hebben personeel nodig om te kunnen opereren. Een krimpende beroepsbevolking, een economie die de laatste jaren op volle toeren draait en meer concurrentie om personeel, maken dat het voor bedrijven met groeipotentie lastig is om deze potentie waar te maken. De huidige nationale en Europese inspanningen om de economie af te koelen kunnen leiden tot een recessie of een 'zachte landing'. Bij dat laatste blijken de maatregelen net effectief genoeg om de economie af te koelen zonder recessie te veroorzaken. Bij een recessie valt er normaal gesproken een deel van de vraag naar personeel weg. Echter zou dit effect gedempt worden door een krimpende beroepsbevolking, hetgeen een niet-economische ontwikkeling is. Bij een zachte landing blijft er een tekort aan personeel.
Het inwonersaantal van de gemeente Beek neemt al een aantal decennia af. Het aantal mensen dat vertrok uit de gemeente was lange tijd groter dan het aantal mensen dat zich vestigde binnen de gemeente4. De laatste jaren is daar meer balans in gekomen, met zelfs een positief saldo in 2018, 2020 en 2022. Desondanks neemt het totale aantal inwoners niet toe. Dit wijst erop dat er binnen de gemeente meer mensen overlijden dan dat er via geboortes bij komen. In omliggende gemeenten is eenzelfde trend waarneembaar5. De beroepsbevolking, dus ook uit omliggende gemeenten, krimpt daarmee. De trend van een krimpende bevolking versterkt de krapte op de arbeidsmarkt. Ook in Zuid-Limburg, en dus ook in Beek heerst er krapte. In het eerste kwartaal van 2023 waren er in Zuid-Limburg per persoon met een WW-uitkering korter dan 6 maanden (direct beschikbaar aanbod van arbeid) zo'n 3,87 openstaande vacatures (directe vraag naar arbeid)6. De bedrijven die zich in de gemeente vestigen zullen op zoek gaan naar personeel in een markt waar al schaarste heerst. Wat betreft het arbeidsaanbod in de regio is de rek er wel uit. Helaas is krapte op de arbeidsmarkt ook in de gemeente Beek een opgave.
Mede door het teruglopende inwonersaantal kunnen de leefbaarheid en het voorzieningenniveau onder druk komen te staan. Voor voorzieningen of activiteiten die maatschappelijke waarde hebben kan het moeilijker worden om op eenzelfde schaal of niveau actief te blijven. Voor de zorg, het openbaar vervoer en het onderwijs betekent een dalend inwonersaantal dat er minder rendabiliteit overblijft. Op den duur kan dat er toe leiden dat deze publieke voorzieningen afslanken of verdwijnen terwijl deze voorzieningen wel waarde hebben voor de inwoners. Ook culturele en maatschappelijke faciliteiten zoals een weekmarkt, een dorpscafé of culturele evenementen hebben waarde voor mensen en dragen zo bij aan de brede welvaart. Hoewel deze opgave niet volledig op het bord van de afdeling Economie ligt, is het bestendigen van deze voorzieningen belangrijk voor goed wonen, werken en leven in Beek.
De samenleving in de gemeente Beek heeft een lokale identiteit en een sterk gemeenschapsgevoel en verenigingsleven. Dit draagt bij aan de brede welvaart in de gemeente. Ook is de nabijheid van voorzieningen als winkels, scholen, zorg en ontmoetingsplaatsen belangrijk. Tenslotte spelen vrijetijdsbesteding en culturele activiteiten een belangrijke rol binnen de leefbaarheid van de gemeente Beek. In een gemeente die te kampen heeft met krimp kan het voorkomen dat voorzieningen afnemen, wat ten koste gaat van de leefbaarheid. Juist hierom is het voor Beek belangrijk om ernaar te blijven streven dat zaken als openbaar vervoer (bussen en treinen) en ontmoeting op bijvoorbeeld de weekmarkt of in een goedgevuld centrum blijven bestaan. De Brede Maatschappelijke Voorziening (BMV) in Spaubeek is een goed voorbeeld van een faciliteit waarbij inwoners en de gemeente samen succesvolle inspanningen doen om de leefbaarheid in de kernen te bevorderen.
Een te grote afhankelijkheid van bepaalde sectoren kan negatieve gevolgen hebben in tijden van economische laagconjunctuur. Met name de logistieke sector is gevoelig voor de stand van de economie7. Daarnaast is het een sector die de komende jaren grote veranderingen moet doormaken om de maatschappelijke druk rondom verduurzaming het hoofd te bieden. Een middel tegen deze conjunctuurgevoeligheid is een meer diverse populatie aan bedrijven. Hoe diverser de groep bedrijven binnen de gemeentegrenzen is, hoe beter deze populatie in staat is om te gaan met de grillen van de economie. Enerzijds willen gemeenten florerende clusters van bedrijven uit een specifieke sector, anderzijds wordt een divers bedrijvenbestand nagestreefd dat bestand is tegen een fluctuerende economie. Dit is uitdagend.
Hoewel Beek qua inwoners niet de grootste gemeente is in de regio, is het op economisch gebied in de regio een aanzienlijke gemeente, zie ook de eerdere analyse. De gemeente heeft met het vliegveld, Aviation Valley, het centrum van Beek en Beekerhoek met daarop Makado economische actoren van formaat binnen de gemeentegrenzen die mede bepalend zijn voor de economische structuur in de (EU-)regio.
Binnen Zuid-Limburg huisvest Beek een relatief groot aandeel bedrijven dat actief is in de sector Vervoer & Opslag, zoals te zien is in Figuur 5 in de analyse. Binnen de gemeente Beek is er een clustering van logistieke bedrijven. In de regio-economische theorie worden clusters beschouwd als motor voor de lokale economie.
De gunstige ligging nabij een vliegveld en bij belangrijke wegen als de A2, A73 en A76, en de geografische ligging ten opzichte van België en Duitsland maken Beek dan ook een goede vestigingsplaats voor logistiek. Daarnaast leveren Makado en het beoogde PDV-cluster8 een relatief grote economische bijdrage voor een gemeente die qua inwonersaantallen klein is. Zowel het logistieke – als het detailhandelscluster bewijzen hun waarde voor de Beekse economie. De opgave voor Beek is om de bestaande clusters optimaal te benutten door ze maximaal te laten (samen)werken.
Tegelijkertijd is het waardevol om een divers bedrijvenbestand te hebben, om zo goed bestand te zijn tegen conjunctuurgolven. Daarom is het een opgave voor de gemeente Beek om, waar dat met de beperkte ruimte kan, toe te werken naar een meer divers bedrijvenbestand.
4. Transities bij clusters en mkb
Nederland staat voor een aantal grote transities. Denk aan de energietransitie, de digitale transitie en de transitie naar een circulaire economie. Aan gemeenten mede de taak om het bedrijfsleven mee te nemen in die transities. Dit gaat dan zowel om de koploperbedrijven die zelf inzien dat het doormaken van transities nodig is, als om het peloton dat de handen vol heeft aan de dagelijkse gang van zaken bij het ondernemen.
De netcongestie op het elektriciteitsnet vormt op dit moment een grote belemmering voor het bedrijfsleven om verdere groei te bewerkstelligen. Veel bedrijven zijn bezig met de elektrificatie van hun bedrijfsproces en de duurzame opwek van energie ten behoeve van deze elektrificatie. Echter, zij worden in hun goede bedoelingen belemmerd door een tekort aan transportcapaciteit. Hierdoor kunnen zij niet de gewenste elektrificatie-slag maken. Ook de omslag van een lineaire economie naar een circulaire economie is in volle gang. Het eenmalig gebruiken van grondstoffen en reststromen verspillen zorgt voor een te grote uitputting van grondstoffen. Hier wordt van bovenaf al veel actie op ondernomen, maar bedrijven – welke een grote verantwoordelijkheid krijgen toegedicht voor de oplossingen – kunnen worden overrompeld met deze transitie. De digitale transitie is de derde grote transitie die op het bedrijfsleven afkomt. Dit is eveneens een transitie die van ondernemers veel tijd en moeite vraagt.
Ook in Beek is er sprake van netcongestie voor zowel het afnemen van stroom als voor het terugleveren van stroom9. Verstrikt raken in de energietransitie tast het vestigingsklimaat van Beek en de toekomstbestendigheid van het bedrijfsleven aan. Specifiek voor Beek is dit relevant vanwege een relatief grote vervoer en opslag sector. In deze sectoren valt in de komende jaren veel te winnen als het gaat om duurzaam vervoer. Nog specifieker ligt er een grote opgave voor het vervoer via de lucht. Met het vliegveld MAA en Aviation Valley is het de opgave voor de gemeente om maximaal te ondersteunen bij de transities, om deze economische motoren voor de gemeente toekomstbestendig te krijgen.
Daarnaast is het ook een opgave hoe bedrijventerreinen met veelal mkb de transitie naar duurzame energie doormaken. Aangezien Beekerhoek gerevitaliseerd wordt in de komende jaren liggen daar juist nu kansen om de transities verder te brengen.
Het Beekse bedrijfsleven zal ook de transitie naar een circulaire economie maken. Dit vraagt veel aanpassingsvermogen. Veel bedrijven zijn niet ingericht op circulair produceren. Meegaan in deze transitie vereist een omslag in de manier van werken en produceren. Tot slot is digitalisering ook een transitie die een groot beroep doet op het aanpassingsvermogen van ondernemers. Aan de gemeente de taak om bedrijven zo goed mogelijk te ondersteunen binnen deze transities om zo een goede concurrentiepositie te behouden.
De schaarste aan grond is voelbaar geworden en uit zich in gestegen grondprijzen en discussies over hoe grond aangewend moet worden. Grond is locatie-gebonden en je kan er niet meer van produceren. Er moet worden afgewogen of er ruimte beschikbaar wordt gesteld aan woningbouw, economische expansie, landbouw, energiewinning of natuurbehoud. Deze opgave vraagt om slimme keuzes en de juiste toepassing van de schaarse ruimte. Hoewel ruimtelijk beleid niet direct binnen het domein van de afdeling economie valt, heeft iedere aanwending van ruimte direct of indirect invloed op de Beekse economie.
Wat betreft de bedrijvigheid zullen alle beschikbare kavels rondom het vliegveld, Aviation Valley en op Beekerhoek, binnen niet al te lange tijd, uitgegeven of bebouwd zijn10. Daarmee is de ruimte op huidige werklocaties in de gemeente vergeven. Dit terwijl uit onderzoek blijkt dat in Beek (en de Westelijke Mijnstreek) tot 2030 behoefte is aan extra ruimte op bedrijventerreinen11. Daarnaast staan ook in Beek de werklocaties voor een algehele verduurzamingsopgave en is op enkele bedrijventerreinen behoefte aan een kwaliteitsslag. Concreet gaat dit om Beekerhoek, inclusief de omgeving Station Beek en Schutterstraat, en Gelissen Beton. Het ligt maatschappelijk gevoelig om ruimte die nu gebruikt wordt voor natuur of landbouw te gaan gebruiken voor meer bedrijvigheid. De aanwezigheid van natuur heeft daarnaast ook een positieve invloed op brede welvaart en kan ook bijdragen aan toerisme in de gemeente, wat weer bijdraagt aan de lokale economie. De opgave voor Beek is om hier een juiste balans in te vinden.
Hieronder vertalen we de eerdere strategische opgaven naar kansen voor de gemeenten.
De krapte op de arbeidsmarkt is deels het gevolg van demografische ontwikkeling. Deze ontwikkelingen spelen landelijk, maar in Zuid-Limburg is de ontwikkeling sterker dan elders in het land. Het is lastig om als gemeente te sturen op inwonersaantallen. Daarbij heeft de economische voorspoed van de afgelopen jaren, die al plaatsvond voorafgaand aan corona, de vraag naar personeel doen toenemen. Al vlakt de vraag naar arbeid in Zuid-Limburg in de afgelopen kwartalen af. Om toch werving binnen een krappe arbeidsmarkt mogelijk te maken moet er creatief gedacht worden. Voorbeelden daarvan zijn inzetten op het behouden en binden van jongeren die hun studie hebben afgerond, omscholing naar kansrijke beroepen waar krapte heerst en nog betere begeleiding naar werk voor migranten en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast liggen er over de landsgrenzen kansen. In de grensregio's in België en Duitsland is de bevolkingskrimp minder. Er kan onderzocht worden of het werven in grensregio's de arbeidsmarktvraagstukken van bedrijven in Beek kan oplossen.
Binnen de opgaven “druk op leefbaarheid” en “het nastreven van een diverse bedrijvenpopulatie” kan toerisme (vrijetijdseconomie) een belangrijke(re) rol spelen. De toeristische sector is in Beek niet heel groot, maar biedt wel kansen. Dit is al bekend en er worden ook al initiatieven voor genomen die zijn opgenomen in het actieplan 'Licht op Beek'. De samenwerking onder de naam Grensmaasvallei en de inspanningen voor het verbeteren van het fietsnetwerk zijn hiervan eerste resultaten. Toerisme kan een impuls geven aan ondernemerschap in de kernen wat de leefbaarheid ten goede komt. Om die reden biedt toerisme/vrijetijdseconomie een kans voor de economie in Beek.
Binnen de opgave “druk op ruimte” is het belangrijk om afwegingen te gaan maken wat er met de beschikbare ruimte in Beek gedaan moet worden. Verdere economische exploitatie van ruimte wordt uitdagend. In plaats daarvan is het belangrijk om meer op kwaliteit in te gaan zetten in plaats van kwantiteit. De werklocatie Aviation Valley is een actief en vitaal bedrijventerreinen, met aantrekkelijke vestigingsassets. Voor Beekerhoek, en de omliggende terreinen liggen er ook kansen. De beoogde revitalisering en transformatie is daarbij een goede kans die benut moet worden.
Op het gebied van de energie- en circulaire transitie ligt er een kans om voor bedrijven hindernissen in de energietransitie uit de weg te ruimen. Oplossingen hiervoor moeten zowel regionaal als lokaal gezocht worden. Collectief optrekken met de rest van de regio kan er toe leiden dat er meer slagkracht is richting de netbeheerder.
Anderzijds kan er op kleiner, lokaal niveau worden nagedacht over samenwerkingen in de energietransitie. Door in te zetten op de energietransitie kunnen bedrijven zich op een duurzame manier ontwikkelen en raken ze niet achterop in de transitie.
Onderdeel van dit onderzoek is het opstellen van een SWOT-analyse. SWOT is een afkorting van Strength (Sterktes), Weaknesses (Zwaktes), Opportunities (Kansen) en Threats (Bedreigingen). De analyse heeft geleid tot de volgende uitkomsten:
Bereikbaarheid: gezien de strategische ligging van de gemeente (A2 en A76), twee treinstations en het vliegveld is de gemeente goed bereikbaar. Dit maakt Beek een aantrekkelijke plek voor inwoners en bedrijven12.
Regionale samenwerking: De huidige samenwerkingen in de vorm van Brilliant Business, Economische Samenwerking Zuid-Limburg (ESZL) en Grensmaasvallei zijn positieve ontwikkelingen. Er liggen kansen om samen met andere partijen in de regio kennis-'spillover' te creëren. Om die reden blijft de gemeente participeren in deze samenwerkingen, waarbij de gemeente ook kritisch is als samenwerkingen niet werken.
Fondsen: Gebruik maken van de Regiodeal of JTF fondsen13.
Centrum: het aantrekkelijker maken van het centrum door het uitvoeren van de strategische actielijnen zoals beschreven in de centrumvisie komt enerzijds de vitaliteit van het centrum ten goede, anderzijds wordt het aantrekkelijker voor bezoekers van buitenaf om naar het centrum van Beek te komen om daar te verblijven.
Organisatie bedrijfsleven: bedrijventerreinen zijn bij uitstek locaties waar de energietransitie plaats kan vinden. Bedrijventerreinen beslaan slechts 2.12% van het oppervlakte in Nederland14, maar zijn wel goed voor een aanzienlijk deel van het energieverbruik in Nederland. Om bedrijventerreinen aantrekkelijk en vitaal te houden is organiserend vermogen nodig. Veel ondernemers zijn bezig met werken in het bedrijf. Er is geen tijd om gezamenlijk met andere bedrijven op het terrein iets te organiseren op het gebied van marketing, innovatie of de energietransitie. Organiserend vermogen kan dit wel doen. Daarom is het creëren van organiserend vermogen belangrijk.
Vestigingsklimaat: Als er belangrijke faciliteiten missen of er geen ruimte is om uit te breiden kunnen bedrijven er voor kiezen hun activiteiten (gedeeltelijk) te verplaatsen naar andere gemeenten. Een voorbeeld hiervan is het ontbreken van goede faciliteiten voor vrachtwagens zoals keerpunten en truckparkingmogelijkheden op bedrijventerreinen.
Netcongestie: doordat het energienet vol raakt in Beek15 kunnen bedrijven in Beek zich niet vestigen/ontwikkelen en is teveel opwek van duurzame energie niet rendabel doordat deze energie niet terug geleverd kan worden aan het net.
In dit hoofdstuk worden vijf ambities beschreven. Deze volgen uit de SWOT-analyse en zijn vervolgens besproken met stakeholders waarna ze zijn aangescherpt. In het volgende hoofdstuk vertalen we de ambities naar concretere actielijnen. Deze vormen gezamenlijk het kompas voor de inzet van de gemeente als het gaat om economisch beleid.
4.2 Ambitie 1: Optimaal balanceren vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt in de gemeente Beek moet in 2030 zo goed mogelijk in balans zijn. De arbeidsmarkt vormt een belangrijke component van een gemeentelijke economie. Met balans op de arbeidsmarkt bedoelen we dat het verschil tussen gezocht personeel en beschikbaar personeel niet te groot wordt. Gemiddeld verschenen er in 2023 per maand 237 nieuwe online vacatures in Beek16. Dit is hoger dan het gemiddelde aantal werkloze mensen van 130 in 2023. De vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten ligt zodoende niet in verhouding. Aan de vraagkant is het voor de gemeente moeilijk om de vraag naar personeel te beïnvloeden.
De vraag naar arbeid komt van bedrijven en hun vraag naar personeel is afhankelijk van de stand van de economie. Wel zou de gemeente bedrijven kunnen ondersteunen om slimmer om te gaan met een personeelstekort. Bijvoorbeeld door bedrijven door te verwijzen naar partijen en/of websites die bedrijven kunnen helpen bij onderwerpen als digitaliseren, automatiseren, her-prioriteren van personeelsinzet of investeren in het menselijk kapitaal door middel van Strategische Personeels Planning (SPP).
Aan de aanbodkant liggen er ook mogelijkheden voor de gemeente om te sturen. Hoewel het aantal werklozen binnen de beroepsbevolking in 2023 al erg laag ligt, mag er een gezonde ambitie bestaan om hier nog verder in te gaan. Een uitzonderlijk krappe arbeidsmarkt vraagt om uitzonderlijke oplossingen. Mensen naar nieuw werk begeleiden is goed voor het individu en het lokale bedrijfsleven. Inwoners van Beek worden zelfredzamer, wat de druk op het sociale stelsel vermindert. Ook zorgt het hebben van werk voor maatschappelijk nut en voldoening. Bedrijven kunnen dankzij nieuwe werknemers hun groeiambities waar maken.
4.3 Ambitie 2: Beek blijft een aantrekkelijke en concurrerende gemeente om te wonen, te werken en te leven
Beek heeft een sterke regionale economie met unieke economische facetten. De goede bereikbaarheid over spoor, weg en lucht, de nabijheid van België en Duitsland, een detailhandel- en logistiek cluster en een levendig centrum met gewaardeerde speciaalzaken maken Beek een aantrekkelijke vestigingsplaats. Net als bij de ambitie over de arbeidsmarkt geldt dat er momenteel al veel goed gaat, maar dat er altijd verbetering geambieerd moet worden.
Een sector die nu nog ondervertegenwoordigd is in Beek, is de toeristische/horecasector. Er is al veel onderzoek gedaan naar het vergroten en versterken van de toeristische sector binnen Beek. Plannen hierover worden in de komende jaren uitgevoerd. Zoals eerder beargumenteerd is veel inzet op meer bedrijvigheid niet realistisch. In dit geval waarbij er met name ingezet zal worden op kleinschalig toerisme moet er nuance aangebracht worden. De toename van (kleinschalig) toerisme brengt reuring voor de kernen van de gemeente, meer klandizie voor lokale ondernemers en betekent daarmee ook een boost voor de leefbaarheid.
Een opgave die geldt in Nederland, maar ook in Beek is de leefbaarheid in kleine kernen. Mochten voorzieningen en lokale bedrijvigheid verdwijnen dan beïnvloedt dit de leefbaarheid in negatieve mate. Daarom wil de gemeente inzetten op lokaal ondernemerschap in de kernen. Door middel van een gunstig (en stimulerend) vestigingsklimaat moet de kans op succesvol ondernemerschap in de kernen vergroot worden. Eén van de ambities is dan ook dat er meer lokaal ondernemerschap mét maatschappelijk nut plaatsvindt. Denk hierbij aan ondernemingen zoals kleinschalige horeca, kinderopvang, zorgverlening of levensmiddelenverstrekking.
4.4 Ambitie 3: Versterken van de economische structuur
De kwaliteit van bedrijven moet leidend gaan zijn boven de kwantiteit. In Beek is er zeer beperkt ruimte voor nieuwe bedrijven. Daarnaast heerst er schaarste aan grondstoffen en personeel. Louter inzetten op het aantrekken van nog meer bedrijven is daarom niet efficiënt en is niet in lijn met het gedachtegoed van brede welvaart. Het wordt belangrijk om de economische structuur kwalitatief te verbeteren met een diverse én vitale bedrijvenpopulatie. Zo kan worden gekeken of er bedrijven die nu buiten de bedrijventerreinen gevestigd zijn, maar beter passen op een bedrijventerrein, verplaats kunnen worden.
Een diverse, toekomstbestendige en financieel gezonde bedrijvenpopulatie maakt de gemeentelijke economie beter bestand tegen economische schokken. Voor het centrum van Beek betekent dit dat er bij beschikbare ruimte gekeken wordt hoe de leegstand tegengegaan kan worden en hoe de kwaliteit van het centrum verbeterd kan worden.
Een bedrijvenpopulatie kan nog zo divers en vitaal zijn, zonder regionale samenwerking lopen de bedrijven de voordelen van samenwerking mis. De opgaven in Zuid-Limburg zijn bekend. Het oplossen van deze opgaven vereist dat er samen wordt gewerkt. Het is belangrijk dat er ruimte is voor kennisdeling, want ondernemers leren namelijk het meeste van andere ondernemers die eerder tegen dezelfde problemen aanliepen. In de regio zijn er enkele initiatieven en instanties actief zoals Brilliant Business, LIOF en ESZL. Om wildgroei aan vergelijkbare initiatieven tegen te gaan is het belangrijk om zo goed mogelijk in bestaande initiatieven te participeren en bij te sturen als dat nodig is.
Een gemeente die zich opstelt als dienstbare partner richting ondernemers komt het vestigingsklimaat ten goede. De gemeente moet in het kader van goed vestigingsklimaat open staan voor de noden van het Beekse bedrijfsleven. Een voorbeeld van zulke noden werd gegeven tijdens een van de dialoogsessies en betrof het ontbreken van specifieke infrastructuur voor vrachtwagens op de bedrijventerreinen in Beek. Concreet gaat het dan bijvoorbeeld om parkeer- en omkeerplaatsen voor vrachtwagens. Ondernemers zien een snel en soepel traject van vergunningsverlening ook als een belangrijk aspect van een goed vestigingsklimaat. Er zijn op dit moment geen signalen dat er problemen zijn op het gebied van vergunningsverlening. Vanzelfsprekend blijft de gemeente, binnen haar mogelijkheden, werken aan een zo snel en soepel mogelijk traject van vergunningverlening.
Het creëren van een goed vestigingsklimaat kan een sneeuwbaleffect teweeg brengen. Nieuwe bedrijvigheid zorgt voor dynamiek en aantrekkingskracht voor bezoekers. Zo wordt het voor bedrijven nog interessanter om zich te vestigen in Beek. Tegelijkertijd is er op dit moment geen ruimte voor nieuwe bedrijven in Beek. De ambitie van de gemeente is om, als er ruimte beschikbaar is door bijvoorbeeld het vertrek van bestaande bedrijven, bedrijven te vestigen die bijdragen aan de brede welvaart in Beek. Dit betreft kwalitatief hoogstaande bedrijven.
4.5 Ambitie 4: Het bedrijfsleven in Beek maakt belangrijke transities door
De samenleving, waaronder zeker ook het bedrijfsleven, staat voor belangrijke transities. Transities die belangrijk zijn voor het bedrijfsleven zijn in ieder geval: de energietransitie, de transitie naar een circulaire economie en de transitie naar een digitale economie. In Beek bestaat een groot deel van de economie uit mkb. Deze transities vragen veel van bedrijven, zeker als ze min of meer tegelijkertijd doorlopen moeten worden. De ambitie is dat in 2030 het bedrijfsleven de belangrijke transities heeft doorgemaakt. Dat is nodig om te komen tot een toekomstbestendige economie.
Uit onderzoek van KplusV komt naar voren dat op het gebied van de energietransitie mkb'ers met name vastlopen in wat we de overwegingsfase noemen. De overwegingsfase wordt voorafgegaan door de bewustwordingsfase. De meeste mkb'ers zijn zich al bewust van de noodzaak om te verduurzamen, maar lopen dus vast bij het overwegen van de juiste maatregelen. Goede ondernemersdienstverlening kan voor bedrijven het verschil maken. Kennis hierover wil de gemeente opdoen in de regio, door regionaal samen te werken. Daarnaast wil de gemeente ook binnen de gemeentegrenzen op zoek naar oplossingen om transities te versnellen, bijvoorbeeld door te kijken naar slimme energieoplossingen op bedrijventerreinen zoals Aviation Valley.
4.6 Ambitie 5: Economische drijvers worden toekomstbestendig
In de gemeente Beek is de grond voor nieuwe bedrijvigheid zo goed als op. Daarom wordt het zaak om vanaf nu in te zetten op kwaliteit boven kwantiteit. Onderdeel van die kwaliteitsslag is het toekomstbestendig maken van de locaties met een groot economisch belang. Aviation Valley (inclusief Technoport), Beekerhoek, Centrum Beek, MAA en Makado zijn economische drijvers in de gemeente. Het zijn locaties die lokaal, regionaal of provinciaal van belang zijn. De ambitie is dat deze locaties toekomstbestendig worden ingericht, zodanig dat de regionale impact maximaal aanwezig blijft en dat deze impact ook erkend wordt.
Met het toekomstbestendig maken van de economische drijvers versterkt Beek enerzijds de locaties die economisch gezien nu al een grote bijdrage leveren en verzilvert het anderzijds de potentie die andere locaties vertegenwoordigen. De focus zal liggen op het toekomstbestendig maken van de bestaande economische motoren. Daarnaast zal gekeken worden of er met het bestaande bedrijvenbestand toegewerkt kan worden naar meer samenwerkende clusters, bijvoorbeeld een PDV-cluster op Beekerhoek.
In dit hoofdstuk worden de ambities vertaald naar actielijnen, waarlangs de inzet van de beleidsafdeling economie in de komende jaren gepleegd wordt. Per ambitie is een aantal actielijnen geformuleerd, waarbij ook wordt aangegeven welke partijen verbonden zijn met de actielijn. Deze actielijnen vormen het kompas voor het economisch beleid in de periode tot 2030.
Optimaal balanceren vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
Beek blijft een aantrekkelijke en concurrerende gemeente om te wonen, te werken en te leven
Versterken van de economische structuur
Het bedrijfsleven in Beek maakt belangrijke transities door
Economische drijvers worden toekomstbestendig
De afgelopen jaren zijn er verschillende beleidsdocumenten verschenen voor verschillende afdelingen binnen de gemeente Beek. Deze stukken zijn niet direct gericht op de economie in Beek, maar hebben er in sommige gevallen zeker raakvlak mee. Werken aan brede welvaart vereist dat andere beleidsdocumenten in samenhang worden bezien met deze Kadernota Economie. De opgaven van de gemeente Beek stoppen immers niet bij de afdelingsgrenzen. Daarom gaan we hieronder in op de samenhang met 'flankerend beleid'.
Om als gemeentelijke organisatie deze opgaven het hoofd te kunnen bieden is integrale samenwerking tussen de verschillende beleidsafdelingen nodig. Zo is de Beekse arbeidsmarkt belegd bij een andere afdeling dan de economische, maar de arbeidsmarkt heeft wel degelijk raakvlakken met de economie in Beek. Hetzelfde geldt voor wonen of de openbare ruimte.
Integrale samenwerking is bij de gemeente Beek al ingebouwd in de vorm van een overleg tussen verschillende beleidsafdelingen. Het overleg vindt plaats op structurele basis en biedt de kans aan de verschillende afdelingen om samen op zoek te gaan naar raakvlakken in projecten en beleidsopgaven.
Er is een aantal belangrijke bestaande beleidsdocumenten die direct raakvlak hebben met de ambities die in hoofdstuk 4 zijn geformuleerd. Deze zijn ook te koppelen aan de actielijnen in hoofdstuk 5. Het gaat dan vanzelfsprekend om het bestuursakkoord, het collegeprogramma en de Strategische Toekomstvisie. Daarnaast is ook de Toekomstvisie Centrum Beek uit 2021 te koppelen aan ambitie 2, actielijnen 2 & 3; ambitie 3, actielijn 2 en aan ambitie 5 actielijn 1. Verder komt de inhoud van het Actieplan Licht op Beek terug in ambitie 2, actielijn 3. Als laatste is ook de Visie Buitengebied te koppelen aan ambitie 4, actielijn 5.
CBS, 2023, data heeft betrekking op het jaar 2021. Recentere data is niet beschikbaar.
JTF is het Just Transition Fund waarbinnen ook budget beschikbaar is gesteld voor de regio Zuid-Limburg. Website: https://www.stimulus.nl/just-transition-fund/