Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Beleidsregels saneringskredieten gemeente Oudewater 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels saneringskredieten gemeente Oudewater 2024
CiteertitelBeleidsregels saneringskredieten gemeente Oudewater 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Oudewater 2021

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-03-2024nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-99878

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels saneringskredieten gemeente Oudewater 2024

In aanvulling op de ‘Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Oudewater 2021’ gelden deze beleidsregels met betrekking tot saneringskredieten.

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a)

    afloscapaciteit: het geldbedrag dat cliënt maandelijks kan aflossen. Dit geldbedrag is gebaseerd op een verrekening van de inkomsten van de client met het vrij te laten bedrag (VTLB) volgens de normen van het Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet.

  • b)

    cliënt: persoon die tot de schuldhulpverlening is toegelaten en in aanmerking komt voor een saneringskrediet.

  • c)

    kredietverstrekker: Kredietbank Nederland.

  • d)

    saneringskrediet: het krediet dat op verzoek van het college door de Kredietbank Nederland wordt verstrekt om de schulden van de cliënt geheel of gedeeltelijk tegen finale kwijting te voldoen.

  • e)

    problematische schuldsituatie: de situatie waarin van een natuurlijk persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij heeft opgehouden te betalen.

Artikel 2 Uitgangspunt saneringskrediet

Indien sprake is van een problematische schuldensituatie streeft het college er naar om deze zo snel mogelijk namens cliënt af te kopen met behulp van een saneringskrediet. Indien de individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven kan het college er voor kiezen om een ander instrument in te zetten.

Artikel 3 Voorwaarden saneringskrediet

  • 1.

    Een saneringskrediet kan worden verstrekt als naar het oordeel van het college aannemelijk is dat de afloscapaciteit gedurende de looptijd van het saneringskrediet stabiel blijft.

  • 2.

    Een saneringskrediet kan worden verstrekt als het college heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt het saneringskrediet terugbetaalt.

  • 3.

    Er is in ieder geval sprake van een gegronde redenen als:

    • a)

      er beschermingsbewind is uitgesproken; en/of

    • b)

      er sprake is van budgetbeheer.

Artikel 4 Weigering saneringskrediet

  • 1.

    Een saneringskrediet kan worden geweigerd als er naar het oordeel van het college gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt het saneringskrediet niet (volledig) terugbetaalt.

  • 2.

    Er is in ieder geval sprake van een gegronde redenen als:

    • a)

      client een verslaving heeft, voorlopig niet middelenvrij is, en hierdoor de aflossing van het saneringskrediet in gevaar komt; en/of

    • b)

      cliënt een ernstige psychiatrische of verstandelijke beperking heeft die de verwachting rechtvaardigt dat cliënt het saneringskrediet niet of niet volledig zal terugbetalen.

Artikel 5 Hoogte saneringskrediet

Het saneringskrediet bedraagt maximaal de maandelijkse afloscapaciteit (berekend met de VTLB-calculator) maal 18 maanden. De rente die cliënt moet betalen aan de kredietverstrekker wordt verwerkt in het saneringskrediet.

Artikel 6 Aflossing van het saneringskrediet

  • 1.

    Cliënt betaalt het saneringskrediet terug aan kredietverstrekker.

  • 2.

    Het saneringskrediet wordt in beginsel in 18 maanden terugbetaald. Indien tijdens de looptijd blijkt dat cliënt door omstandigheden (tijdelijk) minder of niet kan aflossen kan de termijn worden verlengd.

  • 3.

    Het college kan tijdens de looptijd van het saneringskrediet nadere verplichtingen opleggen die gericht zijn op gedragsverandering en vaardigheden ten aanzien van het beheren en regelen van de financiën. Dit om nieuwe schulden te voorkomen. Voorbeeld van zo’n instrument is budgetbegeleiding.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van cliënt

afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing van de beleidsregels

tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden de dag na bekendmaking in werking en kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels saneringskredieten gemeente Oudewater 2024”.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Oudewater in zijn vergadering van 27 februari 2024,

S. Van Eck

Gemeentesecretaris

D. De Vries

Burgemeester

Toelichting

Algemeen

Bij een reguliere schuldbemiddeling maakt een schuldenaar 18 maanden lang zijn afloscapaciteit over aan zijn schuldeisers. Ieder jaar wordt de afloscapaciteit en de aflossingen gecontroleerd. De gemeentelijke schuldhulpverlening begeleidt en controleert dit traject, de schuldeisers houden drie jaar lang het schuldendossier open.

Bij een saneringskrediet wordt het bedrag van de schuldregeling (de afloscapaciteit x 18) in één keer overgemaakt naar de schuldeisers. Hiervoor wordt een lening afgesloten bij de Kredietbank Nederland. De schuldenaar lost vervolgens 18x zijn afloscapaciteit af aan de lening bij de Kredietbank. De gemeente staat borg voor de aflossing door de schuldenaar.

Voordeel voor de schuldenaar is dat hij in één keer van al zijn schuldeisers af is, alleen de Kredietbank Nederland blijft over als schuldeiser. Dat neemt direct veel stress weg. Daarnaast heeft hij direct financieel voordeel als hij (meer) gaat werken en verdienen.

Voordeel voor de schuldeiser is dat ze in één keer het geld van de schuldregeling ontvangen en niet drie jaar lang de boeken moeten openhouden.

Voordeel voor de gemeentelijke schuldhulpverlening is een afname van de administratieve lasten van de controles, zodat meer de focus gelegd kan worden op begeleiding van de schuldenaar.

 

Het saneren van schulden leidt vaker tot een ‘schone lei’ dan een schuldbemiddeling. Daarom kiest de gemeente Oudewater er voor om saneringskredieten beschikbaar te stellen voor onze schuldhulpverlening. Hierbij wordt het uitgangspunt: “een saneringskrediet, tenzij…” als uitgangspunt voor onze schuldhulpverlening genomen.

 

Procedure

Na aanmelding voor schuldhulpverlening wordt in eerste instantie dezelfde procedure gevolgd als bij een schuldbemiddeling. De gemeentelijke schuldhulpverlener beoordeelt de situatie van de schuldenaar en brengt de schulden en financiële situatie in kaart. Als de situatie stabiel genoeg is voor een traject wordt de afloscapaciteit berekend. Deze afloscapaciteit wordt vervolgens voorgelegd aan de Kredietbank Nederland die de aanvraag voor het saneringskrediet controleert. Als ze akkoord zijn komt er een goedkeuring voor het saneringskrediet. Dit wordt vervolgens voorgelegd aan de schuldeisers die moeten instemmen met het voorstel. Pas dan is de schuldsanering ‘rond’ en worden de schuldeisers uitbetaald. De gemeentelijke schuldhulpverlening maakt het krediet over naar de schuldeisers en de schuldenaar lost af op het krediet bij de Kredietbank Nederland.

 

Borgstelling

Hoewel het slagingspercentage bij saneringskredieten hoog ligt (minimaal 95%) bestaat het risico dat de schuldenaar zijn lening bij de Kredietbank Nederland niet (volledig) aflost. Dit risico wordt voor de Kredietbank Nederland afgedekt doordat de gemeente borg staat voor de aflossing van het krediet. En deze borgstelling wordt door de gemeente afgedekt door het storten van een bedrag in het Landelijk Garantiefonds Saneringskrediet. Dit fonds is door de Rijksoverheid (in samenwerking met de NVVK) opgericht om saneringskredieten te stimuleren en is sinds april 2022 beschikbaar via de Kredietbank Nederland. De Rijksoverheid draagt bij aan de kosten van borgstelling zodat gemeenten voor iedere borgstelling nog maar 1% van de kredietsom in het fonds hoeft te storten.

 

Toelichting per artikel

 

Artikel 2 t/m 4

Uitgangspunt van onze schuldregeling is de inzet van het saneringskrediet: “saneringskrediet, tenzij”. Voorwaarde is wel dat de (financiële) situatie van schuldenaar stabiel genoeg is om dit traject aan te gaan. Er zijn namelijk situaties denkbaar dat een schuldregeling met saneringskrediet (nog) niet aan de orde kan zijn of dat een ander traject meer geëigend is om de schuldensituatie op te lossen. Dit is ter beoordeling van de schuldhulpverlener van de gemeente.

 

Artikel 6

De verantwoordelijkheid van het aflossen van het saneringskrediet ligt bij de schuldenaar. Als deze in gebreke blijft zal de Kredietbank Nederland in contact treden met de schuldenaar om de reden te achterhalen om ervoor te zorgen dat de aflossing wordt hervat. Het is voorstelbaar dat de financiële situatie van schuldenaar kan verslechteren waardoor (volledige) aflossing niet meer mogelijk is. In deze situaties wordt door de Kredietbank Nederland in overleg met de schuldenaar per situatie beoordeeld hoe de aflossing van het krediet vervolgd kan worden. Hier kan op voorhand geen blauwdruk of termijn voor worden afgegeven, dit is maatwerk. Dit maatwerk wordt ook geleverd als blijkt dat er nog een schuld is bijgekomen nadat het saneringskrediet is afgesloten. Per situatie wordt dan naar een oplossing gezocht. De gemeente speelt hierbij een ondersteunende rol in het contact met de schuldenaar om te voorkomen dat er een beroep moet worden gedaan op het Landelijk Garantiefonds Saneringskrediet.