Subsidieregeling verduurzamen gemeentelijke monumenten Den Haag 2024

Toelichting

Met deze subsidieregeling wil Den Haag een bijdrage leveren aan het zetten van stappen in de verduurzaming van gemeentelijke monumenten en het realiseren van een eerlijke energietransitie in Den Haag. Eigenaren van Haagse gemeentelijke monumenten worden direct ondersteund in de kosten die ze maken om de monumenten die in gebruik zijn als woning te isoleren.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidiesubsidieregeling Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling verduurzamen gemeentelijke monumenten Den Haag 2024:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

• 1.

  Het doel van de subsidie is het stimuleren van particuliere woningeigenaren en organisaties met een ANBI- status om dak-, vloer-, gevel- en glasisolatie aan te brengen in gemeentelijke monumenten, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de vermindering van de CO2 uitstoot.

• 2.

  Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is een klimaat neutrale stad in 2030.

Artikel 1:4 Activiteiten

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanbrengen van dak-, vloer- en gevelisolatie conform de dak-, vloer- en gevelisolatie-instructiebladen alsmede het plaatsen van isolatieglas, in:

• a. woningen of delen van woningen die zijn aangewezen als een gemeentelijk monument in Den Haag;

  b. ruimten met een woonfunctie die onderdeel zijn van een gemeentelijk monument in Den Haag.

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

• a. eigenaren die een woning als bedoeld in artikel 1:4, onder a zelf in gebruik hebben of aan een andere particulier in gebruik hebben gegeven of hebben verhuurd;

  b. organisaties met een ANBI-status die een ruimte als bedoeld in artikel 1:4, onder b verhuren aan een particulier.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

• 2.

  In aanvulling op artikel 1:4 komen aanvragen die niet aan de minimaal vereiste isolatiewaarde voldoen voor subsidie in aanmerking indien uit de omgevingsvergunning blijkt dat de vereiste isolatiewaarde wegens behoud van cultuurhistorische onderdelen niet haalbaar is en uit een berekening blijkt dat wel de maximaal haalbare isolatiewaarde wordt gerealiseerd.

Artikel 1:7Hoogte van de subsidie

• 1.

  Een subsidie bedraagt maximaal 50% van de werkelijke kosten met een bedrag per variant van:

  a. € 15,00 per m² dak- of vloerisolatie, uitgezonderd kruipruimte bodemisolatie;

  b. € 10,00 per m² kruipruimte bodemisolatie;

  c. € 20,00 per m² binnengevelisolatie;

  d. € 100,00 per m² voor glasisolatie met een U waarde van 1,2 tot en met 2,0 W/(m2*K);

  e. € 200,00 per m² voor glasisolatie met een U waarde < 1,2 W/(m2*K);

• 2.

  Een subsidie bedraagt maximaal € 20.000,00 per gemeentelijk monument.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 februari 2024 tot en met 31 december 2026 een subsidieplafond van € 100.000,00 per jaar.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, vindt plaats in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

• 1.

  Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  a. een offerte van de te maken kosten van de aannemer met een specificatie van de toegepaste materialen indien het werk door een aannemer wordt uitgevoerd;

  b. een offerte of kostenraming van de aan te schaffen materialen en andere noodzakelijk te maken kosten indien het werk in eigen beheer wordt uitgevoerd;

  c. een foto van de situatie vóór het aanbrengen van de isolatie;

  d. bevestiging van een ontvankelijke aanvraag voor een omgevingsvergunning, een afschrift van de verleende omgevingsvergunning of een verklaring van de gemeente dat de werkzaamheden zonder omgevingsvergunning kunnen worden uitgevoerd;

  e. een kopie van een bankafschrift op naam van de aanvrager met vermelding van het IBAN-nummer.

• 2.

  De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend uiterlijk 31 december 2026.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college de subsidie weigeren:

• a. voor zover de aanvraag betrekking heeft op woningen, delen van woningen of ruimten die niet zijn aangewezen als monument;

  b. als de aangevraagde subsidie reeds eerder op hetzelfde adres voor dezelfde werkzaamheden is verstrekt.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

Artikel 4:1 Verplichtingen

Onverminderd artikel 4:37 van de Awb en de artikelen 12 en 13 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

• a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;

  b. de subsidieontvanger is verplicht binnen twee jaar na de subsidieverlening de werkzaamheden gereed te melden;

  c. de subsidieontvanger begint pas met de werkzaamheden nadat de benodigde omgevingsvergunning is ontvangen en onherroepelijk is of een verklaring door de gemeente is afgegeven dat de werkzaamheden vergunningsvrij zijn.

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats met 90% van de verleende subsidie in één keer.

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht, maar uiterlijk 31 december 2028.

Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden

• 1.

  De aanvrager maakt voor de verantwoording gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

• 2.

  In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV wordt bij het verantwoordingsformulier gevoegd:

  a. als het werk door een aannemer is uitgevoerd:

  1° (een kopie van) de eindfactuur van de aannemer met een specificatie van de toegepaste materialen en aantal m²;

  2° een ondertekende verklaring van de aannemer dat de isolatie volgens het instructieblad of met de beoogde U-waarde is aangebracht met daarop het aantal m², het toegepaste product en de geïsoleerde delen vermeld;

  b. indien het werk in eigen beheer is uitgevoerd: de gespecificeerde nota’s van aangeschafte materialen en andere noodzakelijk gemaakte kosten;

  c. een foto van de situatie na het aanbrengen van de isolatie.

• 3.

  De gegevens als bedoeld in het tweede lid mogen op het moment van indiening van de verantwoording niet ouder zijn dan vier maanden.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 6:1 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling voor 31 juli 2029.

Artikel 6:2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste maand na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2029.

Artikel 6:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verduurzamen gemeentelijke monumenten Den Haag 2024.

Den Haag, 27 februari 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen