Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordwijk

Protocol gebruik Bodycams door boa’s en toezichthouders in de gemeente Noordwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProtocol gebruik Bodycams door boa’s en toezichthouders in de gemeente Noordwijk
CiteertitelProtocol gebruik Bodycams door boa’s en toezichthouders in de gemeente Noordwijk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-03-2024nieuwe regeling

27-02-2024

gmb-2024-97417

Tekst van de regeling

Intitulé

Protocol gebruik Bodycams door boa’s en toezichthouders in de gemeente Noordwijk

 

1. Inleiding

Er wordt in toenemende mate geweld tegen, en/of een bedreiging richting handhavers geuit. De gemeente Noordwijk vindt een veilige werkomgeving voor haar handhavers heel belangrijk. Daarom krijgen de boa’s en toezichthouders van de gemeente Noordwijk de mogelijkheid om tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden een bodycam te dragen in verband met hun veiligheid. De bodycam wordt op het lichaam gedragen en kan in bepaalde omstandigheden worden aangezet om beeld en geluid op te nemen. In dit protocol is omschreven hoe de bodycam wordt gebruikt, onder welke omstandigheden zal worden gefilmd, wat er gebeurt met de beelden die zijn gemaakt en op welke manier deze beelden kunnen worden opgevraagd.

 

1.1 Doel

Het doel van het dragen van de bodycams is het vergroten van de veiligheid van de boa’s en toezichthouders. Uit ervaringen bij andere gemeenten is gebleken, dat het ook een de-escalerend effect zal hebben. Ook zouden de beelden gebruikt kunnen worden voor opleidingsdoeleinden door het evalueren van de beelden na een incident. Opgemerkt moet worden dat de bodycam pas wordt aangezet wanneer boa’s/toezichthouders in een situatie terechtkomen waarbij het veiligheidsgevoel in het geding komt.

2. Juridische grondslag

2.1 Wettelijk kader

Er is geen specifieke wet waarin is bepaald hoe een bodycam gebruikt moet worden. Bodycams bevatten informatie over personen en dus valt het beeld- en geluid materiaal onder het wettelijke kader voor persoonsgegevens. Hierin is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) de belangrijkste. De bepalingen uit de ‘beleidsregels cameratoezicht’ van de Autoriteit Persoonsgegevens zijn ook van toepassing.

In artikel 6 AVG is bepaald dat verwerking van persoonsgegevens alleen is toegestaan als dat op basis is van één van de zes grondslagen (eerste lid). Bij de inzet van bodycams is er sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Hierbij zijn de gronden van rechtvaardiging:

 

  • a.

    de noodzaak is aanwezig voor een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke of de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak;

  • b.

    uit een aparte belangenafweging blijkt dat de privacy-inbreuk proportioneel is;

  • c.

    de privacy-inbreuk voldoet aan de subsidiariteitseis;

  • d.

    er wordt maximaal rekening gehouden met de privacy van de geobserveerde.

a.) Gerechtvaardigd belang

Het gerechtvaardigd belang van het dragen van de bodycam is de veiligheid van de boa/toezichthouder in combinatie met de preventie van ongewenst gedrag jegens de boa/toezichthouder.

 

b.) Proportionaliteit

Het proportionaliteitsbeginsel houdt in dat de inbreuk op de privacy niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het doel. Het doel van de bodycam is het creëren van een veilige werkomgeving voor de boa’s en toezichthouders. De bodycam wordt pas ingezet wanneer het veiligheidsgevoel in het geding komt. De beelden worden opgeslagen op een speciaal en uitsluitend daarvoor ingerichte digitale omgeving en kunnen niet zomaar worden uitgelezen. De boa die de bodycam heeft ingeschakeld heeft zelf geen toegang tot de beelden en het bewerken (inclusief vernietigen) van de beelden is niet mogelijk. De belangen van de betrokkene (gefilmde persoon) worden gewaarborgd en beschermd. Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams, wordt voldaan aan het vereiste van proportionaliteit.

 

c.) Subsidiariteit

Het subsidiariteitsbeginsel houdt in dat het doel in redelijkheid niet op een andere, minder nadelige, manier kan worden bereikt. De veiligheid van de boa’s en toezichthouders heeft standaard bijzondere aandacht. De uitrusting van de boa/toezichthouder bevat momenteel geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in onveilige situaties. De bodycam is een noodzakelijke toevoeging aan de uitrusting, omdat er geen ander lichter middel voorhanden is waarmee het doel kan worden bereikt: (een veilige(re) werkomgeving voor de boa/toezichthouder).

 

d.) Privacy

De bodycam wordt duidelijk herkenbaar gedragen. Om de privacy te waarborgen zijn een werkinstructie en een uitleesprotocol opgesteld. De beelden worden altijd versleuteld opgeslagen. Voor zover de beelden worden bewaard, is de bewaartermijn maximaal 14 dagen. Als er in die tussentijd geen uitleesverzoek is binnengekomen, worden de beelden automatisch vernietigd. Heeft een bodycam een bepaald incident opgenomen waarvoor een uitleesverzoek is ontvangen, dan worden de beelden bewaard totdat er een besluit is genomen, de beelden zijn overgedragen aan de politie, of de klacht is afgehandeld.

 

De gemeente Noordwijk heeft een Privacy Officer en een Functionaris voor de Gegevensbescherming. Zij geven advies, kijken of de regels zijn gevolgd en controleren. Deze ambtenaren zien toe op de manier waarop de gemeente met de persoonsgegevens en privacy omgaat. Dit geldt dus ook voor beelden van de bodycams.

 

Daarnaast is er een DPIA opgemaakt.

3. Toepassing

3.1 Gebruik bodycam

De bodycam is een draagbare camera die op of aan het lichaam wordt bevestigd. De gemeente Noordwijk maakt gebruik van bodycams van het merk Zepcam. De boa/toezichthouder draagt de bodycam duidelijk en zichtbaar. Wanneer de boa/toezichthouder dit in het kader van de veiligheid nodig acht, wordt de knop ingedrukt die de opname start. Een dreigende situatie is elk verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag dat dreigend is of daadwerkelijk fysieke schade aanricht en waarbij de veiligheid van de gemeentelijke handhaver in het geding komt.

 

Het is in beginsel niet toegestaan om opnamen te maken in woningen en overige privéruimtes (bijvoorbeeld bedrijfspanden), tenzij de gebruiker van de Bodycam van tevoren toestemming heeft gekregen van de bewoner c.q. medewerker van het betreffende pand voor het betreden van de woning/privéruimte en het opnemen van beeld. De Bodycam wordt ook dan, conform dit protocol, enkel aangezet bij een dreigende escalatie.

 

Bij opname wordt dit altijd duidelijk door de boa/toezichthouder vooraf gemeld. Wanneer het niet mogelijk is om vooraf te waarschuwen, omdat er bijvoorbeeld direct gehandeld moet worden, wordt de bodycam direct aangezet. Nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake is van escalatie, wordt de bodycam uitgezet. Bij einde dienst rapporteert de boa/toezichthouder dat er opnames gemaakt zijn. Vanwege de unieke bewijskracht van een proces-verbaal maakt de drager van de bodycam zo veel als mogelijk het proces-verbaal op voordat er opnamen bekeken gaan worden. Als de opnamen voorafgaand aan het opmaken zijn bekeken, wordt dit in het proces-verbaal vermeld. De boa/toezichthouder heeft zelf geen mogelijkheid om de beelden te verwijderen.

 

3.2 Einde dienst

Aan het einde van de dienst wordt de bodycam in het oplaadstation gezet om de batterij op te laden. Het is niet mogelijk om de beelden door middel van dit oplaadstation te sturen naar de server en/of uit te lezen. Wanneer er opnames gemaakt zijn moet de boa/toezichthouder dit vastleggen in een rapportage. Vanwege de unieke bewijskracht van een proces-verbaal maakt de drager van de bodycam zo veel als mogelijk het proces-verbaal op voordat er opnamen bekeken gaan worden. Als de opnamen voorafgaand aan het opmaken zijn bekeken, wordt dit in het proces-verbaal vermeld.

 

3.3 Informeren

Geïnteresseerden moeten geïnformeerd worden waar zij terecht kunnen voor informatie over de beelden en over de bewaartermijn van deze beelden. In beginsel worden de beelden na 14 dagen gewist. Een uitleesverzoek kan via de website, de mail of schriftelijk worden gedaan. Hierover meer in hoofdstuk 5.

4. Opslag en beheer van beelden

De beelden van de bodycam zijn versleuteld en deze worden bewaard in een beveiligde omgeving. Het beheer van deze beelden ligt bij de clustermanager van de teams Vergunningen, toezicht en handhaving (hierna: VTH), Juridische zaken en Openbare Orde en veiligheid (hierna: JOV). De leverancier van de bodycams heeft geen toegang tot de beelden. De beelden worden in beginsel 14 dagen bewaard, mits er geen verzoek tot uitlezen/inzage is gedaan. Als er in die periode geen uitlees-/inzageverzoek is gedaan dan worden de beelden definitief vernietigd. Dit gebeurt automatisch.

 

Wanneer er wel een uitlees/inzageverzoek is gedaan dan worden de beelden bewaard totdat er een besluit is genomen, de beelden zijn overgedragen aan de politie, of de klacht is afgehandeld.

 

De beelden kunnen niet zelfstandig vernietigd worden. De beelden worden niet verspreid via internet en/of social media.

5. Uitlezen en inzien van beelden

5.1 Recht op inzage

Op grond van artikel 15 van de AVG komt betrokkenen een recht op inzage toe van de over hen verwerkte persoonsgegevens. Dit recht omvat dus ook een recht op inzage in de van hen met de bodycam gemaakte camerabeelden. Dit recht geldt niet alleen voor de burger maar ook voor de betreffende handhaver. Het recht op inzage is evenwel niet onbegrensd. Zo wordt het recht op kennisname onder andere beperkt ter waarborging van de bescherming van betrokkenen of van de rechten en vrijheden van anderen. Op de website van de gemeente is vermeld hoe betrokkenen gebruik kunnen maken van hun recht op inzage. Het is hen die een recht op inzage toekomt niet toegestaan een opname van de getoonde beelden te maken of deze openbaar te maken of te verspreiden.

 

5.2 Uitlezen/inzage beeldmateriaal

Een verzoek tot uitlezen/inzage van de beelden kan gedaan worden door:

  • 1.

    De politie of het Openbaar Ministerie in geval van opsporing en vervolging van strafbare feiten. De beelden worden per USB verstrekt. De politie of het OM is hierna verantwoordelijk voor de beelden. De bewaartermijn van 14 dagen kan worden verlengd als dat in het kader van de overdracht aan de politie/het OM nodig is.

  • 2.

    De persoon die is gefilmd. Deze kan een verzoek tot inzage doen van de beelden waar deze persoon zelf op staat, maar de rechten of vrijheden van andere personen mogen niet worden geschaad.

  • 3.

    Een boa of toezichthouder. Hiervoor geldt het reguliere proces inzake privacyrechten van de gemeente. Bij de inzet van camera’s (bodycam) is er sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De grondslag ‘gerechtvaardigd belang van de werkgever’ vergt elke keer dat de bodycam wordt aangezet een afweging waaruit blijkt dat: a. de privacy-inbreuk proportioneel is; b. de privacy-inbreuk voldoet aan de subsidiariteitseis; c. er maximaal rekening wordt gehouden met de privacy van de geobserveerde. In het geval van een klacht tegen een boa inzake privacy-schending zal indien nodig de functionaris gegevensbescherming door de clustermanager VTH en JOV gevraagd worden te adviseren over de gemaakte afwegingen.

  • 4.

    De betrokken boa of toezichthouder die haar eigen handelen wil evalueren. Ook een boa of toezichthouder die het eigen handelen wil evalueren kan een uitlees-/inzageverzoek doen. Indien het verzoek wordt goedgekeurd door de clustermanager VTH, bekijkt deze samen met de betrokken boa of toezichthouder de beelden. Dit gebeurt in een aparte afgesloten ruimte. De beelden worden niet gebruikt voor de beoordeling van het functioneren van de boa of toezichthouder.

5.3 Proces verzoek tot uitlezen/inzage

Allereerst moet er een officieel verzoek tot uitlezen/inzage van (specifieke) bodycam-beelden worden ingediend. Dit verzoek kan worden gedaan via het Loket persoonsgegevens van de gemeente Noordwijk. Een link naar dit loket is bijgevoegd op de website van de gemeente Noordwijk op de pagina ‘Beelden bodycams inzien’.

 

Alle verzoeken om inzage en de afhandeling ervan zullen apart geregistreerd worden. Deze worden opgenomen in het register dat wordt bijgehouden over (het gebruik) van de bodycam. In dat register wordt opgeslagen wanneer de bodycams zijn ingezet maar ook van welke specifieke bodycam de beelden afkomstig waren, wie de drager was, wie de beelden wanneer heeft ingezien en aan wie ze zijn verstrekt.

 

5.4 Klachten

In het geval van een klacht over het optreden van een boa met een bodycam, kan men zich wenden tot de clustermanager van de teams VTH en JOV van de gemeente Noordwijk. Bij dit team kan per e-mail (gemeente@noordwijk.nl, ter attentie van de clustermanager teams VTH en JOV, het verzoek kenbaar worden gemaakt met als onderwerp “klacht inzake gebruik bodycam”. Ook is het mogelijk dit schriftelijk te doen. In dat geval moet de brief zijn gericht aan: Gemeente Noordwijk t.a.v. de clustermanager teams VTH en JOV, postbus 298, 2200 AG Noordwijk.

 

Ook wanneer iemand het niet eens is met gemaakte filmopnames, kan er bezwaar worden gemaakt. Dit kan via de website van de gemeente Noordwijk, pagina ‘Beelden bodycams inzien’ onder het kopje ‘Achteraf bezwaar maken’.

6. Evaluatie

De bodycams kunnen per het eerste kwartaal van 2024 worden gedragen door de handhavers. Dit wordt niet gedaan bij wijze van een proef/pilot, omdat de gemeente Noordwijk uitgaat van de resultaten van pilots van andere gemeenten. Deze zijn veelbelovend en zeer positief als het gaat om de waarborging van de veiligheid van boa’s en toezichthouders. Wel is het belangrijk om, vooral in het eerste jaar vanaf het moment van dragen, structureel het gebruik te evalueren. Dit zal in het eerste jaar elke 3 maanden gebeuren. Er wordt dan onder andere gekeken naar frequentie van gebruik, de techniek, de ervaringen en het proces van uitlezen. Na een jaar zal een overall evaluatie plaatsvinden. De resultaten hiervan zullen gedeeld worden met de gemeenteraad en het college. Na het eerste jaar zal gekeken worden of het gewenst is dat de frequentie van evalueren hetzelfde blijft, dus elke 3 maanden, of dat dit verlaagd kan worden.