Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leiden

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leiden
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011
CiteertitelVerordening precariobelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 4a gaat in op 1 januari 2010. Hoofdstuk 6 van de tarieventabel gaat in op 1 januari 2011. De tarieventabel behorende bij deze verordening gaat in op 1 januari 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-04-2012Wijziging in hoofdstuk 6 van tarieventabel

05-04-2012

Stadskrant, 13 april 2012

RV 12.0016
01-01-201214-04-2012Onbekend

22-12-2011

Stadskrant, 30-12-2011

RV 11.0118
01-01-201101-01-2012Onbekend

16-12-2010

Stadskrant, 24 december 2010

RV 10.0139

Tekst van de regeling

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    maand: een kalendermaand;

  • c.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • d.

    dag: een periode van vierentwintig achtereenvolgende uren, beginnende bij 0.00 uur;

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

  • f.

    een reclame- of ander aankondigingsbord met kunstverlichting: een reclame- of ander aankondigingsbord voorzien van inwendige of uitwendige kunstverlichting dan wel geschikt om kunstverlichting te voeren

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen of werken, welke door of vanwege de gemeente Leiden, of een andere gemeente, de provincie of het rijk, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak zijn aangebracht of geplaatst;

  • b.

    brievenbussen, postzegelautomaten en telefooncellen, praatpalen en snuffelpalen;

  • c.

    wegwijzers, borden en palen welke uitsluitend zijn aangebracht ten algemene nutte ofwel ter opluistering van nationale of plaatselijke feesten, winkelweken en dergelijke;

  • d.

    een brug of pont over gemeentewater, die de enige gelegenheid biedt om van een perceel de openbare weg te bereiken;

  • e.

    deuren of hekken;

  • f.

    vlaggen zonder reclame of handelsnaam en vlaggenstokken met de bijbehorende vlaggenstokhouders;

  • g.

    brandleidingen en brandputten ten behoeve van bouw- of kunstwerken, vermeld op de voorlopige lijst der Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst;

  • h.

    monumenten en luifels, kroonlijsten, stoepen, stoeppalen, trap, ingang keldergat of iets dergelijks aan of bij percelen die voorkomen op de lijst van beschermde monumenten in Leiden;

  • i.

    voorwerpen, welke behalve de naam niet meer bevatten dan een aanduiding of afbeelding omtrent het beroep of bedrijf, dat wordt uitgeoefend in het perceel, waaraan het voorwerp is bevestigd, mits aan de gevel is aangebracht en de grootste afmeting niet meer dan 1 m. en oppervlakte ten hoogste 0,50m2 bedraagt;

  • j.

    spiegels, bloem- of plantenbakken en dergelijke voorwerpen of bloemversieringen;

  • k.

    balkons, erkers, dakgoten, vensterbanken, afvoerbuizen voor hemelwater en gevelrooster, welke aan een perceel zijn aangebracht;

  • l.

    een sierlamp of - lantaarn zonder opschrift of reclame;

  • m.

    voorwerpen die dienen tot bescherming van de walkant;

  • n.

    plinten, pilasters en dergelijke uitstekende bouwgedeelten, met uitzondering van luifels.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6. Bij de terrassen genoemd in hoofdstuk 6 van de tarieventabel wordt, indien de belastingplichtige structureel hinder ondervindt als gevolg van de wekelijkse warenmarkten, rekening gehouden met een correctie van de verschuldigde precariobelasting.

  • 7. Onder structurele hinder als bedoeld in lid 6 wordt verstaan het niet of niet geheel kunnen benutten van de terrasoppervlakte zoals vermeld in de terrasvergunning. De structurele hinder wordt geacht één dag per warenmarktdag te duren.

  • 8. De correctie als bedoeld in lid 6 wordt berekend volgens de formule (A/B) * (C/7) * 100%, waarbij:

    A = verlies aantal m2,

    B = aantal m2 volgens de terrasvergunning,

    C = aantal dagen per week structurele hinder

Artikel 7 Motorbrandstoffen

  • 1. De grondslag voor de berekening van de belasting voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, is het aantal omgezette liters motorbrandstoffen in het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedaan verzoek, de grondslag vastgesteld op de in het betreffende kalenderjaar werkelijke hoeveelheid omgezette liters motorbrandstoffen.

  • 3. De belastingplichtige, die een installatie voor het aftappen van motorbrandstoffen exploiteert, aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar, voorafgaand aan het kalenderjaar, een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die twee maanden bij Burgemeester en Wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen tot uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 8 Belastingtijdvlak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 9 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd na afloop van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien het totaalbedrag van een aanslagbiljet waarop verschillende aanslagen zijn verenigd, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 10, wordt dit bedrag niet geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c., van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 12 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2009" met de daarbij behorende tarieventabel van 16 december 2008, laatstelijk gewijzigd op 17 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór die datum van ingang van de heffing.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De ingangsdatum van heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2011".

Nota-toelichting

Toelichting op de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011.

 

 

Jaarlijks worden de tarieven van de belastingen en rechten aangepast vanwege de inflatiecorrectie of mogelijke andere wijzigingen in tarieven. Dit gebeurt door vaststelling van de nieuwe belasting- en rechtenverordeningen of wijzigingen in bestaande verordeningen door de Raad.

 

 

Indexeringspercentage

 

De trendverhoging voor 2011 is berekend op 1,5% voor de belastingen en andere heffingen.

 

Voor 2011 worden de tarieven van precariobelasting verhoogd met 1,5%. Overigens wordt voor de berekening van de verhoging gewerkt met niet-afgeronde tarieven van voorgaande jaren. Hierdoor kan het voorkomen dat het tarief 2011 (rekenkundig afgerond op centen) iets afwijkt van 1,015 maal het tarief van 2010.

 

Opnemen maandtarieven in de tarieventabel

In de tabelposten 4.2, 7.1.2, 7.1.7 en 7.1.8 zijn, naast de jaartarieven, maandtarieven opgenomen ten behoeve van aanslagen die over een periode van een maand opgelegd kunnen worden.