Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;
gelet op artikel 2, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leeuwarden 2018;
besluit de Subsidieregeling isolatiemaatregelen bedrijven gemeente Leeuwarden vast te stellen als volgt:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- •
bedrijfspand: gebouw of deel daarvan dat door een onderneming in gebruik is voor bedrijfsmatige activiteiten;
- •
biobased isolatiemateriaal: isolatiemateriaal waarvan ten minste 70% van de massa bestaat uit biobased materiaal als bedoeld in de EN16575:2014, zoals blijkt uit de materiaalsamenstelling van het product genoemd in de environmental product declaration van de fabrikant en met een maximale milieukostenindicator van 0,85, genoemd in de categorie 1-kaart als bedoeld in de Nationale Milieudatabase van het betreffende product, bij een Rd-waarde van 3,5 m2K/W;
- •
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;
- •
de minimis-steun: financiële steun aan een onderneming die voldoet aan de voorwaarden gesteld in de voor de betreffende onderneming van toepassing zijnde de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 1407/2013, Verordening (EU) nr. 1408/2013 of Verordening (EU) nr. 717/2014).
Artikel 2 Doel
De subsidie heeft als doel het ondersteunen van bedrijven voor de hoge lasten als gevolg van inflatie door het subsidiëren van maatregelen gericht op energiebesparing en verduurzaming van bedrijfspanden.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
- 1.
Subsidie kan worden verstrekt voor het door een bouwbedrijf laten plaatsen van:
- a.
- b.
- c.
dakisolatie (dan wel zolder- of vlieringisolatie);
- d.
vloer- of bodemisolatie;HR++-glas-/tripleglas, geïsoleerd kozijnpaneel- of een geïsoleerde deur;
mits uitgevoerd conform de voorschriften en specificaties in de bijlage.
- 2.
Subsidie kan verder worden verstrekt voor een ecologisch onderzoek ten behoeve van het aanvragen van een omgevingsvergunning in de zin van de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving die vereist is vanwege de daarin met het oog op de natuurbescherming gestelde regels voor een isolatiemaatregel.
Artikel 4 Uitgesloten activiteiten
Geen subsidie wordt verstrekt voor zover:
- •
de activiteiten zien op nieuwbouw;
- •
de activiteiten zien op een gemeentelijk monument of rijksmonument; of
- •
de activiteiten zien op het laten plaatsen van spouwmuurisolatie of pannendakisolatie van buitenaf terwijl de aanvrager niet beschikt over de omgevingsvergunning die daarvoor is vereist vanwege de met het oog op de natuurbescherming opgenomen regels in de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving.
Artikel 5 Doelgroep
Subsidie wordt alleen verstrekt aan de volgende eigenaren van een bedrijfspand op het grondgebied van de gemeente Leeuwarden:
- a.
- b.
Rechtspersonen niet zijnde stichtingen.
Artikel 6 Toetsingscriterium
Alleen bedrijfspanden in de gemeente Leeuwarden komen voor subsidie in aanmerking.
Artikel 7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen voor subsidie in aanmerking alle kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het uitvoeren van de in artikel 3 bedoelde maatregelen.
- 2.
De btw is niet subsidiabel.
Artikel 8 Hoogte van de subsidie
- 1.
De hoogte van de subsidie bedraagt:
- a.
bij één van de maatregelen uit artikel 3, eerste lid: 20% van de subsidiabele kosten;
- b.
bij twee of meer van de maatregelen uit artikel 3, eerste lid: 30% van de subsidiabele kosten.
- 2.
Het percentage in lid 1 is 10% hoger voor iedere maatregel waarbij aantoonbaar gebruik wordt gemaakt van biobased isolatiemateriaal.
- 3.
De hoogte van de subsidie voor het ecologisch onderzoek bedoeld in artikel 3, lid 2, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2.000,-.
- 4.
De totale subsidie kan in geen geval meer bedragen dan € 20.000,-.
Artikel 9 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt: € 300.000,-.
Artikel 10 Verdeling
- 1.
Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.
- 2.
Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Artikel 11 Aanvraag
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier waar de daarin genoemde bijlagen aan worden toegevoegd.
Artikel 12 Aanvraagperiode
Een aanvraag voor subsidie dient te zijn ontvangen op uiterlijk 31 december 2024.
Artikel 13 Weigeringsgronden
Subsidie wordt in ieder geval geweigerd als:
- a.
de aanvrager niet valt binnen de in artikel 5 bedoelde doelgroep van de regeling;
- b.
de aanvraag is ontvangen buiten de in artikel 12 genoemde termijn;
- c.
de activiteit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende voldoet aan de in artikel 2 genoemde doelstelling van de regeling;
- d.
het bedrijfspand zich niet in de gemeente Leeuwarden bevindt;
- e.
subsidieverstrekking in strijd zou zijn met de voorwaarden voor de-minimissteun;
- f.
voor het bedrijfspand op het moment van ontvangst van de aanvraag reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;
- g.
aan de aanvrager op het moment van de ontvangst van de aanvraag reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;
- h.
de aanvrager en het in artikel 3 bedoelde bouwbedrijf dezelfde rechtspersoon zijn of beide deel uitmaken van een groep van bedrijven;
- i.
de activiteiten naar het oordeel van het college financieel of praktisch onuitvoerbaar zijn;
- j.
de activiteiten (deels) zijn uitgevoerd voor 1 januari 2024.
Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
De subsidieontvanger is verplicht:
- a.
de gesubsidieerde activiteiten binnen twaalf maanden uitgevoerd te hebben;
- b.
de maatregelen uit te voeren of uit te laten voeren conform de voorschriften in de bijlage bij deze regeling;
- c.
originele facturen en andere bewijsstukken ten minste vijf jaren te bewaren na vaststelling van de subsidie;
- d.
medewerking te verlenen aan steekproefsgewijze controles, al dan niet ter plaatse, door of vanwege het college.
- 2.
Indien de uitvoering van de activiteiten binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, buiten de schuld van de subsidieontvanger niet mogelijk is, kan het college besluiten die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger eenmaal te verlengen.
Artikel 15 Voorschot
- 1.
Op verzoek kan een voorschot worden uitbetaald.
- 2.
Een verzoek tot bevoorschotting bevat tenminste een factuur van de uitgevoerde activiteit als bedoeld in artikel 3.
- 3.
Het voorschot bedraagt ten hoogste het bedrag van de factuur of facturen als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 16 Verantwoording en vaststelling van de subsidie
- 1.
De subsidieontvanger dient binnen 3 maanden na afronding van de werkzaamheden de gesubsidieerde activiteiten een verzoek tot vaststelling in.
- 2.
Het verzoek tot vaststelling bevat in ieder geval de facturen van de uitgevoerde activiteiten.
Artikel 17 Hardheidsclausule
Het college kan de bepalingen gesteld bij of krachtens deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op de doelstelling van deze subsidieregeling, naar zijn oordeel leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 18 Slotbepalingen
- 1.
Deze subsidieregeling treedt op de dag na publicatie in het Gemeenteblad in werking.
- 2.
Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2025 met dien verstande dat zij blijft gelden voor aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.
- 3.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling isolatiemaatregelen bedrijven gemeente Leeuwarden.
Bijlage: isolatievoorschriften
De isolatiemaatregelen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen.
In geval van dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie:
- 1.
wordt (een deel van) de oppervlakte van het gehele dak behorend tot de bestaande thermische schil geïsoleerd;
- 2.
heeft het toegevoegde isolatiemateriaal een prestatieverklaring en een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W; en
- 3.
gebeurt het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR met HFK-vrije blaasmiddelen.
In geval van gevelisolatie:
- 1.
wordt (een deel van) de oppervlakte van de binnen- of buitengevel van de bestaande thermische schil geïsoleerd; en
- 2.
heeft het toegevoegde isolatiemateriaal een prestatieverklaring en een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W.
In geval van spouwmuurisolatie:
- 1.
wordt (een deel van) de oppervlakte van bestaande spouwmuren in de bestaande thermische schil geïsoleerd;
- 2.
heeft het toegevoegde isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 1,1 m2K/W; en
- 3.
gebeurt het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR met HFK-vrije blaasmiddelen.
In geval van glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil:
worden glas, kozijnpanelen of deuren vervangen:
- 1.
door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende buitendeuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K; of
- 2.
door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K.
In geval van vloer- dan wel bodemisolatie:
- 1.
wordt (een deel van) de oppervlakte van de gehele vloer behorend tot de bestaande thermische schil geïsoleerd;
- 2.
heeft het toegevoegde isolatiemateriaal voor de vloer of bodem een prestatieverklaring en een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W; en
- 3.
gebeurt het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR met HFK-vrije blaasmiddelen.