Organisatie | Westerveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Westerveld 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Westerveld 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-03-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 27-02-2024 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld
Besluit: vast te stellen de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Westerveld 2024.
De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde belanghebbenden die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij geen vooruitzicht hebben op inkomensverbetering. De gemeenteraad moet bij verordening nadere invulling geven aan de begrippen 'langdurig' en 'laag inkomen' en eveneens de hoogte van de individuele inkomenstoeslag bepalen. Het college kan in beleidsregels aangeven wanneer er sprake is van 'geen uitzicht op inkomensverbetering'.
De hieronder genoemde beleidsregels geven richting aan de uitvoering van de bevoegdheid die het college heeft op grond van artikel 36 Participatiewet en de Verordening Individuele inkomenstoeslag.
arbeidsverplichting: de verplichting als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Participatiewet, dan wel een verplichting die strekt tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 55 van de Participatiewet, dan wel verplichtingen die de uitkeringsgerechtigde op grond van de uitkering die hij ontvangt heeft, voor zover die verplichtingen strekken tot arbeidsinschakeling en/of re-integratie.
Artikel 2. Recht op individuele inkomenstoeslag
Het college verleent een persoon op verzoek individuele inkomenstoeslag als hij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 36 van de wet, de verordening individuele inkomenstoeslag en deze beleidsregels.
Artikel 3. Uitzicht op inkomensverbetering
1°. uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs volgen of hebben gevolgd,
2°. studiefinanciering (hebben) ontvangen op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF), of
3°. een tegemoetkoming (hebben) ontvangen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS);
1°. medisch uren beperkt zijn, of
2°. naast het inkomen uit arbeid geen of een beperkt groeipotentieel hebben;
1°. het tonen van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan,
2°. schending van een arbeids- of re-integratieverplichting, of
Artikel 4. Geen uitzicht op inkomensverbetering
1°. geen inkomsten uit arbeid, zelfstandig beroep of bedrijf hebben genoten, of
2°. wel inkomsten uit arbeid, zelfstandig beroep of bedrijf hebben genoten maar in een situatie verkeren vergelijkbaar met personen als bedoeld in artikel 3 lid 1 onderdeel c onder 1° of 2°.