Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Beleidsregels last onder dwangsom artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 APV gemeente Arnhem 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels last onder dwangsom artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 APV gemeente Arnhem 2024
CiteertitelBeleidsregels gebiedsontzegging artikel 2.4.3 APV gemeente Arnhem 2024
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpGebiedsontzegging

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-03-2024Nieuwe regeling, vervangt Beleidsregels gebiedsontzegging artikel 2.4.3 APV (van 21 november 2023).

22-02-2024

gmb-2024-96431

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels last onder dwangsom artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 APV gemeente Arnhem 2024

 

De burgemeester van Arnhem;

 

overwegende dat:

 

  • in Arnhem de “Beleidsregels Last onder dwangsom artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 APV” (hierna: de beleidsregels) van kracht zijn;

  • de burgemeester hierin aangeeft hoe hij omgaat met de bevoegdheid genoemd in de artikelen 2.4.2 en 2.4.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem (hierna: APV);

  • het wenselijk is om de beleidsregels te actualiseren, zodat in meer situaties op basis van de artikelen 2.4.2 of 2.4.4 APV een last onder dwangsom kan worden opgelegd;

  • het voor de leesbaarheid en de toepasbaarheid verder wenselijk is om diverse tekstuele wijzigingen door te voeren

 

gelet op artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 van de APV en artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

 

vast te stellen de

 

Beleidsregels last onder dwangsom artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 APV gemeente Arnhem 2024

 

Inleiding

De straathandel in drugs (of daarop gelijkende waar) leidt tot verstoring van de openbare orde. Bij burgers zorgt de handel in en het gebruik van drugs op straat veelal voor een gevoel van onveiligheid. Daarnaast brengt de handel in en het gebruik van drugs (een vorm van) verloedering met zich mee. Bij de handel in drugs is de aantasting van de openbare orde aan de orde.

De politie heeft in een aantal gebieden in Nederland de afgelopen jaren ingezet op de bestuursrechtelijke handhaving van drugshandel en -gebruik op straat. Deze aanpak is gericht op het herstel van het woon- en leefklimaat en van de openbare orde. Om transparant te zijn over de wijze waarop de burgemeester van de gemeente Arnhem de komende tijd gebruik zal maken van zijn bevoegdheden bij drugshandel of drugsgebruik op straat zijn deze beleidsregels opgesteld.

 

Last onder dwangsom

Bij overtredingen van de verbodsbepalingen uit de artikelen 2.4.2 (overlast door drugshandel op straat) en 2.4.4 APV (overlast door openlijk drugsgebruik) wordt in eerste instantie een waarschuwing gegeven. Vinden er opnieuw één of meerdere overtredingen van voornoemde bepalingen plaats dan wordt een gebiedsontzegging (of in de gevallen zoals hierna omschreven meerdere gebiedsontzeggingen) opgelegd als bedoeld in artikel 2.4.3 APV. Bij het verder voortduren of het herhalen van de overlast wordt een last onder dwangsom opgelegd.

 

Wanneer echter bij de politie of gemeentelijke toezichthouders bekend is dat de overlastgever bij het veroorzaken van overlast zich niet beperkt tot een aangewezen gebied, kan in plaats van voor een gebiedsontzegging al direct worden gekozen voor het opleggen van een last onder dwangsom. In zulke gevallen is een gebiedsontzegging namelijk niet toereikend. De last onder dwangsom is bij uitstek (meer) geschikt om de overlast in geheel Arnhem tegen te gaan. Bij het bepalen of het voorgaande aan de orde is, kunnen in ieder geval de volgende omstandigheden – afzonderlijk of in samenhang met elkaar – een rol spelen:

  • a.

    De locatie(s) waar de overlast is geconstateerd;

  • b.

    Informatie uit de mobiele telefoon(s) van de overlastgever of andere bronnen waaruit blijkt op welke locaties overlast plaatsvindt;

  • c.

    De aangetroffen hoeveelheid drugs en/of daarop gelijkende waar en/of drugsgerelateerde voorwerpen, evenals wapens als bedoeld in de Wet wapens en munitie;

  • d.

    De bekendheid van de overlastgever bij de politie inzake drugsgerelateerde feiten

 

Ook als de overlastgever past binnen de doelgroep van het project ‘Preventie met gezag’ kan ervoor gekozen worden om direct een last onder dwangsom op te leggen.

 

Bij het opleggen van de last onder dwangsom wordt de navolgende lijn gevolgd.

 

Na overtreding van artikel 2.4.2 of 2.4.4 van de APV kan de politie de burgemeester via een bestuurlijke rapportage in overweging geven om aan de betreffende overtreder een last onder dwangsom op te leggen. In deze rapportage onderbouwt de politie de overtreding van artikel 2.4.2 of 2.4.4, eerste en/of tweede en/of derde lid van de APV met feitelijke constateringen. Hierbij is van belang dat de overtreding in de gemeente Arnhem heeft plaatsgevonden. Niet van belang is of de overtreder in de gemeente Arnhem woonachtig is. Ook eerder opgelegde gebiedsverboden wegens overtreding van genoemde artikelen worden (indien van toepassing) in de bestuurlijke rapportage vermeld.

 

De burgemeester kan naar aanleiding van deze rapportage aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen tot het voorkomen van verdere overtreding en het voorkomen van herhaling van de overtreding. Hierbij zal de last zo worden geformuleerd dat de overtreder wordt gesommeerd om de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Tevens houdt de last de verplichting in tot betaling van een geldsom als de last niet of niet tijdig wordt opgevolgd. Verbeuren van de dwangsom (het betalen van het opgelegde bedrag) kan door de overtreder worden voorkomen door herhaling te voorkomen.

 

De burgemeester kiest in dit kader nadrukkelijk voor het opleggen van een last onder dwangsom, omdat het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is in het kader van het overtreden van de artikelen 2.4.2 en 2.4.4 van de APV. Gelet op de aard van de overtreding - drugshandel en/of openlijk gebruik van harddrugs op straat of softdrugs in daartoe aangewezen gebieden - is het niet logisch om een overtreder de mogelijkheid te bieden om de overtreding binnen een termijn te beëindigen (begunstigingstermijn). De last onder dwangsom is immers gericht op het direct beëindigen van de drugshandel en/of het gebruik van drugs én het voorkomen van herhaling van dergelijke handel en/of gebruik door dezelfde persoon.

 

Bepalen van de hoogte van de dwangsom

De burgemeester maakt in zijn beleid onderscheid tussen harddrugs en softdrugs en tussen hoeveelheden voor eigen gebruik en handelshoeveelheden.

 

Hoeveelheid voor eigen gebruik

De volgende hoeveelheden worden in het kader van dit beleid als hoeveelheid voor eigen gebruik gezien:

  • 1.

    harddrugs:

  • 1 bolletje, 1 ampul, 1 wikkel, 1 XTC pil/tablet, in elk geval een hoeveelheid van maximaal 0,5 gram of, in geval van GHB, een consumptie-eenheid van 5 ml .

  • 1 tablet c.q. 1 pil c.q.1 ampul c.q. 1 gemiddelde consumptie eenheid harddrugs wordt gelijkgesteld met 0,5 gram. Voor GHB geldt 5 ml als gemiddelde consumptie eenheid.

  • 2.

    softdrugs:

  • tot en met 5 gram hennep of 1 bundel (ongeveer 200 gram) qat;

  • tot en met 5 hennepplanten.

 

Bij grotere hoeveelheden dan de hoeveelheid voor eigen gebruik is er sprake van een handelshoeveelheid.

 

Hoogte van de dwangsommen

De hoogte van de dwangsommen staan in de navolgende tabel. De dwangsombedragen staan vanwege het grote financiële gewin dat gepaard gaat met drugshandel in redelijke verhouding tot de zwaarte van de geschonden norm en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. In geval van gebruik of voorhanden hebben, is het bedrag lager vastgesteld in de navolgende tabel. Het financiële gewin ontbreekt dan. Wel gaat met dit bedrag nog een voldoende prikkel uit van de last onder dwangsom.

 

Overtreding

Maatregel

Overtreding van het verbod om op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet (harddrugs) of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

Gebruikers- of handelshoeveelheid aanwezig:

Last onder dwangsom van €1.500,00 per keer met een maximum van €4.500,00

Overtreding van het verbod om op of aan de weg, op een andere plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw dat deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied middelen als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet (softdrugs) of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

Gebruikers- of handelshoeveelheid aanwezig:

Last onder dwangsom van €1.500,00 per keer met een maximum van €4.500,00

Overtreding van het verbod om op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw die zich bevinden binnen een afstand van 200 meter van scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs middelen als bedoeld in het artikel 3 van de Opiumwet (softdrugs) of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten.

Gebruikers- of handelshoeveelheid aanwezig:

Last onder dwangsom van €1.500,00 per keer met een maximum van €4.500,00

Overtreding van het verbod om zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.

Handelshoeveelheid harddrugs of softdrugs aanwezig:

Last onder dwangsom van €5.000,00 per keer met een maximum van €15.000,00

Gebruikershoeveelheid harddrugs of softdrugs aanwezig: geen maatregel, tenzij uit gedragingen of handelingen nadrukkelijk blijkt dat betrokkene toch handeldrijft. Dan: last onder dwangsom van €5.000,00 per keer met een maximum van €15.000,00

 

Wanneer een bepaalde overtreding voor de eerste keer wordt geconstateerd wordt een last onder dwangsom opgelegd voor het in de tabel genoemde bedrag, met een daarbij genoemd maximum. De last onder dwangsom geldt voor een periode van twee jaar. Wanneer binnen de twee jaar na oplegging van de last onder dwangsom nogmaals een overtreding plaatsvindt, zal nogmaals eenzelfde dwangsombedrag worden verbeurd tot het genoemde maximumbedrag is bereikt. De tijdsduur van twee jaar gaat bij de nieuwe overtreding opnieuw lopen, hierbij is het moment van de constatering van de overtreding bepalend.

 

Het bedrag is bedoeld als een prikkel om de overtreding te beëindigen en/of om herhaling te voorkomen. Als de (hoogte van de) dwangsom niet heeft geleid tot voorkomen van herhaling, kan bij bijzondere omstandigheden gekozen worden om het bedrag (eerder stapsgewijs) te verhogen, zodat het een sterkere prikkel vormt om herhaling te voorkomen. Worden er meer dan drie overtredingen geconstateerd, dan zal de burgemeester in ieder geval maatwerk toepassen.

 

Bij zijn besluitvorming weegt de burgemeester de ernst en/of de aard van de feiten en omstandigheden van het geval af. Als verschillende overtredingen worden geconstateerd – tegelijkertijd of elkaar in korte tijd opvolgend begaan – dan kunnen de maatregelen van de tabellen naast elkaar worden opgelegd of kan het bedrag van de dwangsom worden verhoogd.

 

Uitreiking of verzending

De beschikking, zijnde een last onder dwangsom, wordt door de gemeente Arnhem persoonlijk aan de overtreder uitgereikt of via een (aangetekende) brief aan de overtreder kenbaar gemaakt. De politie of toezichthouder/boa informeert de burgemeester over verdere overtredingen. Bij iedere geconstateerde overtreding verbeurt de overtreder van rechtswege de dwangsom.

 

Voordat de burgemeester de overtreder kan aanmanen om tot betaling over te gaan, moet hij eerst een besluit nemen over de invordering van de dwangsom (artikel 5:37 van de Awb). Na het kenbaar maken van een voornemen tot invordering, besluit de burgemeester met meeweging van een ingediende zienswijze of hij het volledige bedrag aan verbeurde dwangsommen invordert. Vanwege bijzondere omstandigheden kan hij daarvan al dan niet gedeeltelijk afzien. Vindt daarna geen vrijwillige betaling plaats dan kan een aanmaning plaatsvinden (artikel 4:112 van de Awb) zo nodig gevolgd door het deurwaarders traject.

 

Slotbepalingen

 

  • 1.

    De “Beleidsregels Last onder dwangsom artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 APV” d.d. 21 november 2023 (Gemeenteblad 2023-494468) worden ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels last onder dwangsom artikel 2.4.2 en artikel 2.4.4 APV gemeente Arnhem 2024.

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Arnhem, 22 februari 2024

A. Marcouch