Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Nadere regels sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023
CiteertitelNadere regels sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Tubbergen 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2024nieuwe regeling

03-10-2023

gmb-2024-94872

845605

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen;

 

gelet op:

artikel 2.1 en 2.3 van de Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023,

 

besluit

 

Vast te stellen de

 

Nadere regels sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023.

 

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In de nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      buitenschoolse opvang: kinderopvang als bedoeld in de wet;

    • b.

      toetsingsinkomen: het inkomen van ouders gebaseerd op de bruto bijstandsnorm als bedoeld in de Participatiewet dan wel het toetsingsinkomen volgens de Kinderopvangtoeslagtabel van het Besluit kinderopvangtoeslag geldend in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

      Voor de vaststelling van het toetsingsinkomen geldt bij:

      • -

        vaste inkomsten het inkomen in de maand voorafgaand aan de maand waarop de aanvraag is ingediend, tenzij het vaste inkomen in de daaropvolgende maand hoger is,

      • -

        onregelmatige inkomsten het gemiddelde inkomen in de 3 maanden voorafgaand aan de maand waarop de aanvraag is ingediend,

      • -

        inkomsten als zelfstandige het gemiddelde inkomen in de periode van 24 maanden voorafgaand aan de maand waarop de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Verordening Sociaal Medische Indicatie kinderopvang Tubbergen 2023 of de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2. Doelgroep en aanvraag

Artikel 2.1 Doelgroep en tegemoetkoming

  • 1.

    De doelgroep die in aanmerking kan komen voor een Sociaal Medische Indicatie bestaat uit ouder(s):

    • a.

      die een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking heeft op grond waarvan kinderopvang noodzakelijk is; of

    • b.

      met een kind voor wie is vastgesteld dat in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind SMI-kinderopvang noodzakelijk is.

  • 2.

    Er kan slechts aanspraak bestaan op een tegemoetkoming indien de ouder(s) of het kind een Sociaal Medische Indicatie heeft als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.2 Informatie bij de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag is voorzien van een door het college beschikbaar gestelde bijlage die is ingevuld door een onafhankelijk hulpverlener of een arts die een sociaal of medisch oordeel kan vormen over de noodzaak van de SMI-kinderopvang.

  • 2.

    Deze bijlage bevat een (medische) verklaring met betrekking tot de aanvraag.

  • 3.

    Uit de aanvraag en bijlage zoals genoemd in het eerste en tweede lid blijkt in ieder geval:

    • a.

      wat de reden voor de noodzaak van de SMI-kinderopvang is;

    • b.

      wat de maximale indicatieduur zou moeten zijn;

    • c.

      wat de omvang, duur en type van de SMI-kinderopvang is die noodzakelijk wordt geacht;

    • d.

      of er een voorliggende voorziening aanwezig is, op medisch gebied dan wel wat betreft kinderopvang in zijn algemeenheid (reguliere peuteropvang);

    • e.

      of er van belang zijnde informatie voorhanden is van betrokken instanties met inachtneming van de regels rondom privacy.

Hoofdstuk 3. Omvang en duur van de indicatie

Artikel 3.1 De indicatie

  • 1.

    De Sociaal Medische Indicatie wordt afgegeven voor een periode van maximaal twaalf maanden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan de Sociaal Medische Indicatie voor een kortere periode worden afgegeven.

  • 3.

    Het college is bevoegd gedurende de looptijd van de indicatie een heronderzoek uit te voeren.

Artikel 3.2 Aantal uren per leeftijdsfase

  • 1.

    De omvang van de Sociaal Medische Indicatie is afhankelijk van de leeftijd van het kind. Voor kinderen van:

    • a.

      0 tot 4 jaar bestaat recht op een tegemoetkoming voor maximaal 230 uur per kalendermaand;

    • b.

      4 jaar tot de instroom op het voortgezet onderwijs bestaat recht op een tegemoetkoming voor maximaal het aantal uren dat onder de buitenschoolse opvang toegekend zou kunnen worden.

  • 2.

    Het college kan de omvang van de indicatie afstemmen op de Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie waar de ouder(s) gebruik van kunnen maken.

Hoofdstuk 4. Ouderbijdrage

Artikel 4.1 Hoogte van de ouderbijdrage

  • 1.

    Ouder(s) betalen een ouderbijdrage, die inkomensafhankelijk is.

  • 2.

    Ouders met een inkomen tot 120% van de geldende bruto bijstandsnorm zijn geen ouderbijdrage verschuldigd.

  • 3.

    Voor ouders met een hoger inkomen dan genoemd in het tweede lid wordt de ouderbijdrage vastgesteld op basis van de hoogte van het toetsingsinkomen en het percentage van de maximaal te vergoeden kosten van SMI-kinderopvang per kind volgens bijlage 1 behorend bij artikel 6 van het Besluit Kinderopvangtoeslag.

  • 4.

    Ouders zijn geen ouderbijdrage verschuldigd als zij hun medewerking verlenen aan:

    • a.

      een minnelijk schuldhulpverleningstraject op grond van de Wet gemeentelijke schulddienstverlening; of

    • b.

      de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP),

  • en het Vrij Te Laten Bedrag niet meer gedraagt dan het inkomen als bedoeld in het tweede lid.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze nadere regels, als toepassing van deze regeling gelet op het belang van de ouder of het kind of beiden tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Tubbergen 2023.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels sociaal medische indicatie kinderopvang Tubbergen 2023.

Vastgesteld in het college van 3 oktober 2023.

De secretaris,

de burgemeester

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.

 

Hoofdstuk 2. Doelgroep en aanvraag

Artikel 2.1 Doelgroep en tegemoetkoming

Dit artikel bepaalt, bij de door de gemeenteraad gegeven delegatieopdracht, de doelgroep van de SMI-kinderopvang. Factoren die daartoe aanleiding geven kunnen gelegen zijn in de ouder(s) en het kind of bij beiden. Een tegemoetkoming in de kosten van de SMI-kinderopvang kan vanzelfsprekend alleen worden verstrekt aan ouders met een Sociaal Medische Indicatie (SMI).

 

Artikel 2.2 Informatie bij de aanvraag

Dit artikel bepaalt, bij de door de gemeenteraad gegeven delegatieopdracht, dat de aanvraag voorzien moet zijn van de genoemde bijlage. Op basis daarvan kan het college noodzaak van de SMI-kinderopvang vaststellen. Zonder deze bijlage kleeft er een gebrek aan de aanvraag en kan het college onder toepassing van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de aanvraag buiten behandeling laten.

 

Hoofdstuk 3. Omvang en duur van de indicatie

Artikel 3.1 De indicatie

Dit artikel regelt de duur van de indicatie. Die kan voor maximaal twaalf maanden, maar ook voor de kortere periode zijn. Dat laatste zal doorgaans aan de orde zijn als duidelijk is dat de noodzaak voor kinderopvang voor minder dan twaalf maanden wordt vastgesteld of het kind binnen een jaar naar het voortgezet onderwijs gaat. Verder geeft dit artikel het college de bevoegdheid om tussentijds een heronderzoek uit te voeren.

 

Artikel 3.2 Aantal dagdelen per leeftijdsfase

Dit artikel regelt de omvang van de indicatie. Daarbij wordt onderscheidt gemaakt in leeftijdscategorieën (eerste lid onderdeel a en b). Het college kan de (omvang van de) indicatie afstemmen op de in het tweede lid genoemde kinderopvang.

 

Hoofdstuk 4 Ouderbijdrage

Artikel 4.1 Hoogte van de ouderbijdrage

Dit artikel regelt de manier waarop de ouderbijdrage van ouders wordt vastgesteld. Daaruit volgt de hoogte van de tegemoetkoming op de basis van de gemaximeerde prijzen (art. 2.5 van de Verordening).

Bij een gezamenlijk inkomen van ouders beneden de genoemde grens wordt geen ouderbijdrage gevraagd. Ligt het inkomen hoger dan wordt op basis van het toetsingsinkomen de ouderbijdrage berekend. Hiervoor wordt aangesloten bij de percentages volgens bijlage 1 behorend bij artikel 6 van het Besluit kinderopvangtoeslag. Ouders die hun medewerking verlenen aan een gemeentelijk schuldhulpverleningstraject of de wettelijke schuldregeling (WSNP) zijn ook geen ouderbijdrage verschuldigd als het VTLB op of onder 120% van de bruto bijstandsnorm ligt.

 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Hardheidsclausule

Net als de verordening kent dit besluit ook een hardheidsclausule. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouder(s) of het kind afwijken van de bepalingen van de verordening. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste en nooit ten nadele van hen. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet nadrukkelijk worden beschouwd als een uitzondering. Bij de beoordeling van de aanvraag zou het college zelf aanleiding kunnen zien om de hardheidsclausule toe te passen. In het algemeen geldt echter dat de ouder(s) gemotiveerd moet aangeven dat zijn situatie bijzonder is en zal hij dat desgevraagd ook nader moeten onderbouwen. Opgemerkt wordt wel dat de hardheidsclausule niet bestemd is om af te wijken van de indicatieduur mede gelet op de leeftijd van het kind.

 

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en citeertitel

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.