Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Verordening op de heffing en de invordering van leges Schouwen-Duiveland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Schouwen-Duiveland 2024
CiteertitelVerordening op de heffing en de invordering van leges Schouwen-Duiveland 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Gemeentewet artikel 229

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024verordening 2024

21-12-2023

gmb-2024-94726

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Schouwen-Duiveland 2024

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

 

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Schouwen-Duiveland 2024

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand; met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is.

d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2. Belastbaar feit:

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een

besluit;

b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of

c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. Het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, plankaarten en microfiches van de kadastrale registratie en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

b. Het afgeven van een verklaring omtrent inkomen en vermogen;

c. Het verstrekken van vergunningen voor het houden van openbare geldinzamelingen

d. Vervallen

e. Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

f. Diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend

g. Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

h. Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning horende bij de activiteiten genoemd in artikel 2.3.3.1 van de tarieventabel, waarbij een bestaand en vergund terras zodanig wordt ingericht dat het gebruikt kan worden als een winterterras.

i. Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning horende bij de activiteiten genoemd in artikel 2.3.3.4 van de tarieventabel, waarbij een mini-camping gebruik wil maken van de mogelijkheden zoals geboden in de pilot winterkamperen op mini-campings 2023-2024.

 

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • a.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabellen.

b. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde

eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

c. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis-en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis-en herstelwet.

 

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7. Termijnen van betaling

A. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

1. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

2. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

3. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

4. langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

B. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening

behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

 

Artikel 10. Overgangsbepaling

1. De “Legesverordening Schouwen-Duiveland 2023” van 22 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding

1. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024

 

Artikel 12. Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als “Legesverordening Schouwen-Duiveland 2024”.

 

 

 

 

P.M.W. Goossens-Smits

J. Chr. van der Hoek

griffier

voorzitter

 

 

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

2023

2024

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, het aangaan van een geregistreerd partnerschap op:

 

 

a.

Woensdagmorgen om 10.00 uur voor een standaard huwelijksvoltrekking en/of partnerschapsregistratie in het gemeentehuis. Het tarief dat in rekening wordt gebracht bedraagt:

€ 235,00

€ 245,00

b.

overige dagdelen tijdens de in het Reglement burgerlijke stand gemeente Schouwen-Duiveland 2018 genoemde uren

€ 498,00

€ 520,00

c.

op zaterdag of op een tijd buiten de uren, waarop het bureau van de burgerlijke stand voor het publiek is geopend

€ 650,00

€ 679,00

d.

maandag- en woensdagochtend om 09:00 uur

€ -

€ 0,00

 

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

 

 

Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte gelden de tarieven bepaald in artikel 1.1 onderdeel a t/m d

 

 

 

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van getuigen voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap

€ 95,00

€ 99,00

 

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren binnen een periode van 2 maanden voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 81,50

€ 85,00

 

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

 

a.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een (duplicaat) trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 38,00

€ 39,50

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

 

 

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

 

 

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

 

een nationaal paspoort:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

 

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden;

 

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

 

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden;

 

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

 

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

 

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

 

 

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden;

 

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

 

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon het geldende maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

 

a.

De tarieven genoemd in de artikelen 1.9 en 1.10 worden bij een versnelde uitreiking/spoedlevering vermeerderd met het geldende tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afegrond op € 0,05 naar beneden.

 

 

b.

Het tarief bedraagt voor het bezorgen van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart zoals bedoeld in de artikelen 1.9 en 1.10, het geldende tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

 

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het geldende maximale tarief zoals genoemd in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen, verhoogd met het tarief zoals dit laatstelijk is vastgesteld in bijlage VI van de Regeling Tarieven Dienst Wegverkeer voor een rijbewijs bij de RDW, afgerond op € 0,05 naar beneden

 

 

b.

Bij het niet overleggen van het origineel rijbewijs of na vermissing wordt extra in rekening gebracht: het bedrag.

15,50

€ 16,00

 

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

 

a.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het geldende tarief zoals dit laatstelijk is vastgesteld in bijlage VI van de Regeling Tarieven Dienst Wegverkeer voor een spoedaanvraag rijbewijs.

 

 

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

 

 

Artikel 1.14 Definities

 

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan, verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan, verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

 

 

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 15,70

€ 16,60

b.

verstrekking van een gewaarmerkt afschrift van gegevens uit de Basis registratie persoonsgegevens (BRP) ten behoeve van de aanvrager zelf

€ 15,70

€ 16,60

c.

van een afschrift uit de Basisregistratie Personen en tot het verkrijgen van een bewijs van het in leven zijn

€ 15,70

€ 16,60

d.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ 15,70

€ 16,60

e.

voor het verstrekken van een persoonslijst (BRP)

€ 20,75

€ 21,75

 

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 15,70

€ 16,60

 

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

 

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

€ 7,50*

 

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie Personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 15,70

€ 16,60

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

 

 

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

a.

een afschrift van een gemeentelijke verordening, per pagina

€ 0,25

€ 0,25

b.

Voor het tarief genoemd in onderdeel a. geldt een maximum per verordening van

€ 39,45

€ 41,00

 

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

 

 

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b

 

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per pagina

€ 0,25

€ 0,25

b.

in formaat A3, per pagina

€ 0,45

€ 0,45

c.

in formaat A2 of groter, per pagina

€ 0,45

€ 0,45

d.

in digitale vorm

€ 0,65

€ 0,65

 

Artikel 1.22 Informatie uit registers

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen. Per adres of object

€ 49,90

€ 52,15

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 12,50

€ 13,05

c.

de inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 44,70

€ 46,70

d.

De gemeentelijke erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultuur erfgoed.

€ 44,70

€ 46,70

e.

de gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die Wet

vervallen

vervallen

 

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

 

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 49,90

€ 52,15

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 49,90

€ 52,15

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 49,90

€ 52,15

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

 

 

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

Tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het bedrag zoals dit laatstelijk wettelijk is bepaald

 

 

a.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 15,70

€ 16,60

b.

voor het op verzoek verstrekken van informatie over de aanwezigheid van bodemverontreiniging en/of ondergrondse tanks, per locatie

€ 44,70

€ 46,70

 

voor het op verzoek verstrekken van data uit het bodeminformatiesysteem anders dan omschreven in 1.25 onderdeel b of het beoordelen van onderzoeksrapporten anders dan in het kader van de indiening van een aanvraag van een omgevingsvergunning, voor elk besteed uur of gedeelte daarvan

€ 99,90

€ 104,40

c.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor ontheffing van gebruik van knalapparatuur

€ 128,10

€ 133,90

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

 

 

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

Tot het verkrijgen van een vergunning tot onttrekking als bedoeld in artikel 2.1.2, onderdelen a en b van de Huisvestigingsverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2023-2027

€ 131,10

€ 137,00

b.

Tot het verkrijgen van een vergunning tot woningvorming als bedoeld in artikel 2.2.2, onderdelen a en b van de Huisvestigingsverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2023-2027

€ 262,60

€ 274,50

c.

Tot het verkrijgen van een vergunning tot splitsing als bedoeld in artikel 2.3.2, onderdelen a en b, van de Huisvestigingsverordening Schouwen-Duiveland 2023-2027

€ 262,60

€ 274,50

d.

Tot het verkrijgen van een vergunning voor de verhuur van binnen de opkoopbescherming aangewezen woonruimten als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid van de Huisvestingsverordening Schouwen-Duiveland 2023-2027

€ 262,60

€ 274,50

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 131,10

€ 137,00

b.

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 131,10

€ 137,00

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

a.

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van twaalf maanden,

€ 56,50*

€ 56,50*

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50*

€ 56,50*

c.

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00*

€ 34,00*

d.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50*

€ 226,50*

e.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50*

€ 226,50*

f.

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00*

€ 136,00*

g.

De subonderdelen a en b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

 

h.

wordt een aanwezigheidsvergunning in de loop van het kalenderjaar opgezegd dan zal terugbetaling plaatsvinden over de nog niet ingetreden kalenderjaren.

 

 

i.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 19,50

€ 19,50

j.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in [artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening]

 

 

 

 

€ 19,50

€ 19,50

 

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of een vergunning voor het leggen, in stand houden, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels en leidingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren – AVOI € 403,00 en per extra strekkende meter bodemsleuf voor bodemsleuven van 25 meter of meer € 1,30.

 

 

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

1.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 34,65

€ 36,00

2.

in afwijking van het voorgaande wordt bij een ontheffing op basis van arikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, afgegeven voor een periode van maximaal zeven aaneengesloten dagen, inclusief het weekend, een bedrag in rekening gebracht van

€ 8,10

€ 8,45

3.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 18,35

€ 19,15

d.

een periode langer dan een maand

€ 226,80

€ 237,00

2.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) indien het een standaard aanvraag betreft:

79,7

€ 83,00

a.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) indien het een aanvraag met medische keuring betreft:

€ 207,30

€ 216,50

3.

het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

a.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 18,35

€ 19,00

b.

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer

€ 23,25

€ 24,00

c.

Het tarief voor het verkrijgen van een enkelvoudige ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen bedraagt

€ 92,05

€ 96,00

d.

Het tarief voor het verkrijgen van een meervoudige ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen bedraagt

€ 275,90

€ 288,00

e.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming te verlenen voor het laden en lossen van vuurwerk als bedoeld in het Reglement Vervoer gevaarlijke stoffen:

€ 90,40

€ 94,50

f.

Het (eenmalig) tarief bedraagt voor de aanleg, het onderhoud en de verwijdering van een invalidenparkeerplaats op kenteken in totaal

€ 374,50

€ 391,50

g.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot aanstelling van een verkeersregelaar

€ 93,95

€ 98,00

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

a.

gewaarmerkte kopieën of afschriften van stukken, dan wel stukken of uittreksels die speciaal voor de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina ongeacht het aantal pagina’s of het formaat

3,4

€ 3,50

b.

fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

c.

bij kopieën op A4 formaat of kleiner, bedraagt het tarief per pagina.

€ 0,25

€ 0,25

d.

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,50

€ 0,50

f.

per pagina op papier groter dan A3-formaat

€ 5,45

€ 5,65

g.

per pagina op papier van A4-formaat in kleur

€ 0,85

€ 0,85

h.

per pagina op papier van A3-formaat in kleur

€ 1,50

€ 1,55

2.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

12,65

€ 13,20

3.

een ontheffing van burgemeester en wethouders voor het plaatsen van winkeluitstallingen op grond van artikel 2:10 APV

€ 137,30

€ 143,50

4.

een schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders om op de weg of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is, te plakken en te kladden op grond van artikel 2:42

€ 23,45

€ 24,50

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 5 van de APV, voor:

 

 

a.

een vergunning van burgemeester en wethouders voor een openbare inzameling van goederen op grond van artikel 5:13

€ 23,45

€ 24,50

b.

een vergunning van burgemeester en wethouders tot het innemen van een standplaats op grond van artikel 5:18:

 

 

 

voor een dag

€ 137,40

€ 143,50

 

voor een week

€ 207,70

€ 217,00

 

voor een maand

€ 238,30

€ 249,00

 

voor een jaar

€ 276,00

€ 288,50

 

voor een dag t.b.v. de verkoop van ongeregelde goederen (zoals vermeld in het evenementenbeleid) met maximaal 5 kramen

€ 13,40

€ 14,00

c.

Voor het verlengen dan wel wijzigen van een standplaatsvergunning bedraagt het tarief

€ 63,90

€ 66,50

d.

een ontheffing van burgemeester en wethouders om afvalstoffen te verbranden of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben op grond van artikel 5:34 van de APV en op grond van het in artikel 5.34 van de APV gestelde verbod hiertoe (stookontheffing)

€ 52,10

€ 54,00

e.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor overige in deze niet met name genoemde vergunningen of ontheffingen op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 23,45

€ 24,50

f.

Het tarief bedraagt voor het gelijktijdig in behandeling nemen van een of meerdere aanvragen voor een vergunning of ontheffing, al dan niet met name genoemd in deze tabel, ingediend door een charitatieve instelling die voorkomt op een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen limitatieve lijst (voor zover ingevolge deze tarieventabel niet reeds een lager tarief van toepassing is)

€ 12,95

€ 13,50

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

 

 

Artikel 2.1 Definities

 

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

 

aanlegkosten: De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installaties 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschied wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

Bouwkosten: de omschrijving zoals opgenomen in bijlage I bij de Omgevingsregeling van het begrip ‘bouwkosten’.

 

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567.

 

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vooroverleg;

 

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning

 

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

 

h

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met f.

 

 

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

 

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 100,00

€ 100,00

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een (principe)uitspraak te doen of het college van burgemeester en wethouders bereid is om ten behoeve van een initiatief middels een planologische procedure af te wijken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan

€ 711,50

€ 743,00

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

 

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit en Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (bouwtechnische en ruimtelijk deel)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving dan wel op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, 2,60% van de bouwkosten exclusief BTW;

Het tarief heeft een minimumbedrag van

€ 199,80

€ 208,00

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit om binnenplans af te wijken van het tijdelijk deel van het omgevingsplan;

€ 767,50

€ 802,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 767,50

€ 802,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

 

€ 991,00

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

 

 

samengevoed met 2.5

 

 

 

Artikel 2.6a Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit)

 

 

 

samengevoed met 2.5

 

 

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 199,70

€ 208,00

 

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

€ 991,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Schouwen-Duiveland 2018 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument dan wel voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 331,10

€ 346,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

€ 991,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Schouwen-Duiveland 2018 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

 

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument dan wel voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 431,10

€ 451,00

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening Schouwen-Duiveland 2018 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 199,70

€ 208,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

€ 991,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

 

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: aanlegactiviteit

 

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 199,80

€ 208,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

€ 991,00

 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

 

 

Samengevoegd met artikel 2.23

 

 

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

 

Samengevoegd met artikel 2.23

 

 

 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 50,10

€ 52,00

 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 199,80

€ 208,00

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

 

Samengevoegd met artikel 2.23

 

 

 

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

 

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een dag

€ 137,40

€ 143,00

b.

voor een week

€ 207,70

€ 217,10

c.

voor een maand

€ 238,30

€ 249,00

d.

voor een jaar

€ 276,00

€ 288,00

2.

voor een dag t.b.v. de verkoop van ongeregelde goederen (zoals vermeld in het evenementenbeleid) met maximaal 5 kramen

€ 13,40

€ 14,00

3.

Voor het verlengen dan wel wijzigen van een standplaatsvergunning bedraagt het tarief

€ 63,90

€ 66,80

 

 

 

 

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

 

1.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

€ 104,00

2.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

€ 208,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

€ 991,00

c.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

 

€ 104,00

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

 

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

 

 

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

€ 104,00

 

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

€ 104,00

 

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

€ 104,00

 

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

€ 104,00

 

per maatwerkvoorschrift:

 

€ 104,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in voorgaande lid, per maatwerkvoorschrift:

 

€ 104,00

 

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.10.1 en 2.10.2, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

 

€ 104,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

 

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

 

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

€ 991,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

 

€ 991,00

c.

een andere activiteit dan bedoeld in voorgaande onderdelen, bedraagt het tarief:

 

€ 991,00

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

 

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 199,70

€ 208,00

 

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning tot wijziging van een eerder verleende omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 199,70

€ 208,00

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan

€ 3.843,00

€ 4.018,00

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan.

 

€ 104,00

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

 

 

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50,00%

50,00%

 

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 3.843,00

€ 4.018,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 3.843,00

€ 4.018,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

 

€ 991,00

 

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 99,90

€ 104,00

b.

indien het rapport bureauonderzoek of inventariserend veldonderzoek/booronderzoek als bedoeld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie naar de archeologische verwachting betreft:

€ 199,70

€ 208,00

2.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

 

 

a.

indien het rapport bureauonderzoek of inventariserend veldonderzoek/booronderzoek als bedoeld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie naar de archeologische verwachting betreft:

€ 417,50

€ 436,00

b.

extra tarief voor als het rapport definitief is gemaakt en dat door een senior-archeoloog moet worden beoordeeld:

€ 115,70

€ 121,00

c.

indien het rapport inventariserend proefsleuvenonderzoek als bedoeld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie naar de archeologische verwachting betreft (toetsing inventariserend proefsleuvenonderzoek):

€ 805,00

€ 841,00

d

indien het rapport een archeologische opgraving, begeleiding of fysieke bescherming als bedoeld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie naar de archeologische verwachting betreft:

€ 805,00

€ 841,00

e.

indien de beoordeling van het Programma van Eisen (PvE) of de richtlijnen van een archeologisch onderzoek als bedoeld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie betreft voor een inventariserend veldonderzoek/ booronderzoek of -proefsleuvenonderzoek naar de archeologische waarde en/of voor een archeologische opgraving, begeleiding of fysieke bescherming (toetsing PvE bij archeologie):

€ 611,00

€ 638,00

f.

Indien de beoordeling van het Programma van Eisen (PvE) of de richtlijnen van een archeologisch onderzoek als bedoeld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie betreft voor een inventariserend veldonderzoek/booronderzoek en proefsleuvenonderzoek naar de archeologische waarde en/of voor een archeologische opgraving, begeleiding of fysieke bescherming (toetsing PvE bij archeologie)

€ 805,00

€ 841,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 191,30

€ 200,00

 

Artikel 2.50 Advies

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

 

voor een advies van de agrarische advies commissie*

€ 825,00

€ 910,00

 

Indien een bedrijfsbezoek wordt afgelegd door de commissie bedraagt het tarief per bedrijfsbezoek*

€ 65,00

€ 95,00

 

Artikel 2.51 Instemming

 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.13Vermindering

 

 

 

Artikel 2.52 Vermindering na vooroverleg

 

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt 100% van het op basis van artikel 2.4 in rekening gebrachte tarief

100%

100%

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

 

 

a.    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de vooroverleg betrekking had;

 

 

 

b.    in overeenstemming met de uitkomsten van de vooroverleg; en

 

 

 

c.    binnen 24 maanden na de dagtekening van de kennisgeving van de uitkomst van de vooroverleg aan de aanvrager.

 

 

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

 

 

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat

 

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking:

50,00%

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat

 

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking:

50,00%

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

b.

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de paragraaf 2.3 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 36 maanden na het onherroepelijk worden van de vergunning, van de vergunning geen gebruik is gemaakt, de realisatie van het project afhankelijk is van een subsidietoekenning op grond van de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE+) en de intrekking vergezeld gaat van een schriftelijke afwijzing van de subsidieaanvraag die niet ouder is dan drie maanden of van een schriftelijk afwijzing van een erkende geldverstrekkende bankinstelling op een verzoek tot financiering van het project die niet ouder is dan drie maanden. De teruggaaf bedraagt: 80% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

 

b.

Onder een weigering bedoeld in artikel 2.59 onder a. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

Artikel 2.60 Teruggaaf als gevolg van intrekken dan wel afwijzing van een aanvraag om een wijziging van het omgevingsplan

 

 

a.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een wijziging van het omgevingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, maar voordat de wijziging is vastgesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van de in artikel 2.45 verschuldigde leges.

 

 

b.

Als de gemeente een aanvraag om een wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening afwijst, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van de in artikel 2.45 verschuldigde leges.

 

 

c.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel b wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking door een rechterlijke uitspraak.

 

 

 

Artikel 2.61 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

 

Artikel 2.62 Teruggaaf als gevolg van negatieve grondhouding ten aanzien van een aanvraag om een (principe)uitspraak*

 

 

 

Als het college een negatieve grondhouding aanneemt ten aanzien van een aanvraag om een (principe)uitspraak, maar geen Quick Scan is opgesteld over de aanvraag, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van de in onderdeel 2.8.1 verschuldigde

 

 

 

Artikel 2.62 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

 

Een bedrag minder dan € 10 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2,3,4 of 5 van de APV, voor

 

 

 

een vergunning van de burgemeester voor het exploiteren van een horecabedrijf op grond van artikel 2:28

€ 276,00

€ 288,00

 

een vergunning van de burgemeester voor het uitzetten van een terras op grond van artikel 2:28, lid 3

€ 137,40

€ 143,00

 

een ontheffing van de burgemeester voor horecabedrijven om incidenteel af te wijken van het sluitingsuur op grond van artikel 2:29, lid 3

€ 137,40

€ 143,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 276,00

€ 288,00

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 53,20

€ 55,00

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 53,20

€ 55,00

d.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 53,20

€ 55,00

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

 

 

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

 

 

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3:14

 

 

 

voor een seksinrichting of escortbedrijf

506,1

€ 529,00

 

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

 

 

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

 

voor een seksinrichting of escortbedrijf

131,1

€ 137,00

 

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

a.

Tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 53,20

€ 55,00

b.

Tot het wijzigen van een in onderdeel a. bedoelde ontheffing

€ 53,20

€ 55,00

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

 

 

Artikel 3.6 Organiseren evenement en markt

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2,3,4 of 5 van de APV, voor:

 

 

a.

een vergunning van de burgemeester voor een evenement of snuffelmarkt op grond van artikel 2:25 (evenement)

€ 109,70

€ 114,00

b.

een groot evenement of grote snuffelmarkt op grond van artikel 2:25 (evenement), niet zijnde een grootschalig evenement waarbij het aantal bezoekers meer dan 20.000 beloopt en die door commerciële instellingen wordt georganiseerd

€ 547,00

€ 571,00

c.

een vergunning van de burgemeester voor een groot evenement waarbij het aantal bezoekers meer dan 20.000 beloopt en die door commerciële instellingen worden georganiseerd op grond van artikel 2:25 (evenement)

€ 36.827,00

€ 38.502,00

 

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

 

 

samengevoegd met 3.6

 

 

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in Hoofdstuk 4 van de APV, voor:

 

 

 

 

 

 

a.

een ontheffing van burgemeester en wethouders voor het in werking hebben van toestellen of geluidsapparaten of het verrichten van handelingen op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt op grond van artikel 4:6

€ 23,45

€ 24,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in Hoofdstuk 5 van de APV, voor:

 

 

a.

een vergunning van burgemeester en wethouders op grond van artikel 5:30b, lid 3 om in de uitoefening van een beroep of bedrijf niet-gemotoriseerde vaartuigen, daaronder begrepen een kano, een roeiboot, een rubberboot en een luchtbed vanaf het strand of het water voor onmiddellijk gebruik in het openbaar water te exploiteren dan wel in de uitoefening van een beroep of activiteiten op het gebied van de beoefening van niet-gemotoriseerde watersport te organiseren

€ 270,90

€ 283,00

b.

een vergunning van burgemeester en wethouders op grond van artikel 5:30d, lid 3 om in de uitoefening van een beroep of bedrijf motorboten en vaartuigen vanaf het strand of het water voor onmiddellijk gebruik in het openbaar water te exploiteren dan wel in de uitoefening van een beroep of activiteiten op het gebied van de beoefening van gemotoriseerde watersport te organiseren

€ 270,90

€ 283,00

c.

een vergunning van burgemeester en wethouders op grond van artikel 5:31b om in de uitoefening van een beroep of bedrijf sportactiviteiten op het strand te organiseren

270,9

€ 283,00

d.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor het rijden op het strand ad. artikel 5:33 APV

93,85

€ 98,00

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

 

 

 

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet

€ 65,70

€ 68,00

 

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning [of -ontheffing]

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

 

 

 

[gereserveerd]

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

 

 

Artikel 3.20 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 93,50

€ 97,00

 

Behorende bij het raadsbesluit van 21 december 2023

 

 

 

De griffier van de gemeente Schouwen-Duiveland,

 

 

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 21 december 2023.