Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barendrecht

Speelruimteplan 2024 Spelen met Ruimte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSpeelruimteplan 2024 Spelen met Ruimte
CiteertitelSpeelruimteplan 2024 Spelen met Ruimte
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2024nieuwe regeling

30-01-2024

gmb-2024-94516

868396

Tekst van de regeling

Intitulé

Speelruimteplan 2024 Spelen met Ruimte

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting en begrippenlijst

1. Inleiding

1.1 Speelruimtes zijn belangrijk voor onze gezondheid

1.2 Iedereen is welkom

1.3 We zorgen voor een toekomstbestendig basisnetwerk

1.4 Opbouw van dit speelruimteplan

 

2. Spelen is leren

2.1 aan moedigen samenspelen en ontmoeten

2.2 Primaire kleine plekken maken het aanbod voor de buurt af

2.3 Schoolpleinen ondersteunen het basisvoorzieningenniveau

2.4 Secundaire speelplekken verrijken het spelaanbod

2.5 Natuurlijke speelplekken zorgen voor extra speelwaarde

 

3 Sporten is gezond

3.1 Eigenplekken buitenshuis van groot belang

 

4. Ontmoeting is van betekenis

4.1 Genoeg ontmoetingsplekken, een natuurlijke spreiding

4.2 Iedereen moet kunnen meedoen en iedereen hoort erbij

 

5. Omvormen is noodzakelijk

5.1 Wijzigingen op plekniveau

 

6. Plankaarten voor een goede verdeling

6.1 Wat staat er op de plankaarten

6.3 Plankaart Vrijheidsakker, Vrijenburg en Voordijk

6.4 Plankaart Smitshoek en Riederhoek

6.5 Plankaart Meerwede, Gaatkensoog, Havenkwartier en Waterkant

6.6 Plankaart Bijdorp, Dorpzicht en Centrum Noord

6.7 Plankaart Nieuweland, Paddewei en Molenvliet

6.8 Plankaart Buitenoord, Ter Leede, Vrouwenpolder en Lagewei

6.9 Plankaart Noord en Binnenland

6.10 Plankaart Centrum En Oranjewijk

 

7. Financiële verantwoording

7.1 Benodigd budget vervangingen en dagelijks onderhoud

7.2 Beweegvriendelijke buitenruimte

7.3 Inventariswaarde per type plek

7.4 Integraal werken

 

8. Samen werken aan speelruimte

8.1 De gebruikers van die de speelplekken

8.2 Ouders van kinderen die de speelplek gebruiken

8.3 Omwonenden van een speelplek

8.4 Hondenbezitters

8.5 De gemeente realiseert en onderhoud de speel- en sportplekken

8.6 Ontwikkelaars nieuwe woonlocaties

 

SAMENVATTING

Het speelruimteplan 2010-2020 (vastgesteld in 2009) had het primaire doel de benodigde speelruimte te creëren en te waarborgen. De richtlijnen voor het beheer van de speel- en sportplekken zijn nog actueel. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan een integrale aanpak bij de herinrichting van de speelplekken. De beheerders van verschillende vakdisciplines trekken samen op bij de herinrichting van een speelplek.

 

Door het afnemend aantal kinderen is er opnieuw behoefte het aanbod te onderzoeken. Door een afname van het aantal jonge kinderen is het niet meer vanzelfsprekend dat kinderen elkaar op een speelplek ontmoeten en samen spelen. Door een netwerk van speelplekken op buurtniveau aan te bieden stimuleren we ontmoeten en samen spelen. Binnen dit netwerk hebben de speelplekken een rol en functie ten opzichte van elkaar. Ze vormen gezamenlijk een samenhangend netwerk aan speel- en beweegmogelijkheden.

 

Niet voor iedereen is het vanzelfsprekend om mee te kunnen doen op de speelplekken. Veel speelplekken zijn niet aangepast voor kinderen met een beperking. Op het gebied van inclusiviteit zetten we vooral in op de grote speelplekken. Deze plekken zijn dé plekken waar iedereen samenkomt om samen te spelen en elkaar te ontmoeten.

 

Om toekomstbestendig te zijn wordt een basisvoorzieningenniveau met grote en kleine plekken gedefinieerd en een flexibele schil met secundaire plekken al dan niet met toestellen. De omvorming betalen we uit het reguliere vervangingsbudget.

 

De openbaar toegankelijke sportplekken in de openbare ruimte zijn nu voornamelijk ingericht voor kinderen en jeugd en niet op het gebruik door jongeren en andere sportievelingen die zelfstandig willen sporten in de openbare ruimte. Door jaarlijks extra te investeren in goede openbare sportvoorzieningen op de grote plekken. Maken we een begin met een meer beweegvriendelijke inrichting van de buitenruimte voor alle leeftijden.

 

BEGRIPPENLIJST

Termen die u zeker tegenkomt tijdens het lezen van dit beleidsstuk.

 

Primaire speelplekken

Belangrijkste formele speelplekken.

Secundaire speelplekken

minder belangrijke formele en informele speelplekken.

Basisnetwerk

Belangrijk geheel aan elkaar verbonden

Informele speelruimte 

de ruimte die kinderen kunnen gebruiken om te spelen, maar die daarvoor niet speciaal is ingericht.

Formele speelruimte

Specifiek bestemd en ingericht als speelruimte.

Speelbuurt

Gebied binnen de grenzen die kinderen niet zelfstandig over mogen (einde van de straat).

Speelgrenzen

De scheidingslijn in de vorm van een fysiek obstakel zoals een drukke weg of watergang.

Bovenwijkse zone

Voorzieningen in deze zone zijn voor meerdere wijken aangelegd .

Speelprikkel

Bewust bespeelbaar element.

Speel aanleiding

Inrichtingselementen die op een eenvoudige manier de speelplek aankleden.

Zitaanleiding

Elementen waarop je ook op kunt zitten

Valdempende ondergrond

Als de valhoogte van een speeltoestel hoger is dan 60 cm dan is een speciale ondergrond onder een speeltoestel vereist. Deze zogeheten valdemping is bedoeld om een val bij kinderen af te zwakken.

Valhoogte

De maximale valhoogte van een speeltoestel is de afstand, loodrecht gemeten, tussen de grootste hoogte waarop het kind kan staan en het daaronder gelegen bodemoppervlak. Hoe hoger de vrije valhoogte, hoe ruimer de valondergrond rondom het speeltoestel geplaatst moet worden.

Inventariswaarde

De som van de waarde (speel- en sporttoestellen + valondergronden)

Attractiebesluit

Speeltoestellen moeten voldoen aan veiligheidswetgeving, genoemd het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen

Actieradius

Een theoretische cirkel rondom een plek.

LIOR

Een gestructureerde verzameling van eisen en oplossingen die voortkomen uit wet- en regelgeving, gemeentelijk beleid en praktische kennis en ervaring, De leidraad beschrijft de gewenste kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte.

 

INLEIDING

1.1 SPEELRUIMTES ZIJN BELANGRIJK VOOR ONZE GEZONDHEID

De speelplekken, maar ook de informele speelruimte in het groen en op straat zijn een belangrijke drager voor de fysieke en mentale gezondheid van kinderen. De lichamelijke activiteit van kinderen, jeugd en jongeren heeft een positief effect op de gezondheid, op het psychisch en sociaal welzijn en op de motorische ontwikkeling. Bewegen heeft een positief effect op het tegengaan van overgewicht en bewegingsachterstand. De gemeente ondersteunt dit door goede speel- en sportplekken aan te bieden. De volgende ambities en beleidstukken hebben raakvlakken met dit speelruimtebeleid:

 

Het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 geeft de ambitie van het college weer. In 2023 ontwikkelen we een nieuw sportbeleid waarbij we extra aandacht geven aan sporten in de openbare ruimte en het stimuleren van onze inwoners om meer te gaan bewegen. We (blijven) investeren in een dekkend sport- en beweegaanbod; ook in de buitenruimte. Steeds meer mensen sporten (ook) graag in de buitenruimte. Deze manier van bewegen stimuleren en faciliteren we. De openbare speelplaatsen krijgen een facelift en worden aantrekkelijker gemaakt voor ongeorganiseerd buiten sporten. Daarnaast bieden we ook inwoners

 

In het Barendrechts sport en beweegakkoord (2020) zijn landelijk uitgesproken ambities vertaald naar de lokale situatie. Doordat verschillende partijen samenwerking krijgen we een toekomstbestendig klimaat waarin iedereen de mogelijkheid krijgt mee te doen aan sporten en bewegen. Om de gewenste maatschappelijke doelen te behalen wordt breder gekeken dan de traditionele sportverenigingen.

 

In de notitie Schoolpleinen (2013) is met de schoolbesturen afgesproken 16 schoolpleinen na schooltijd open te stellen voor de buurt. De scholen betalen de gemeente jaarlijks een bijdrage voor het onderhoud. De gemeente onderhoud de schoolpleinen op het zelfde niveau als de openbare ruimte.

 

In het Groenbeleidsplan Barendrecht ziet groen zijn de ambities voor het groen vastgelegd. Groen is van groot belang voor de leefbaarheid en de volksgezondheid. Een groene recreatieve omgeving nodigt uit tot bewegen en sporten. Spelende kinderen maken in een groene omgeving makkelijker contact. Dit bevorderd de sociale ontwikkeling. Groen is ook natuur en haalt de natuur van de buitengebieden dichterbij de woonomgeving. Voor kinderen en jongeren vervult de natuur een belangrijke educatieve functie.

1.2 IEDEREEN IS WELKOM

Dit speelruimteplan richt zich vooral op kinderen/jeugd van 0 tot en met 18 jaar. Dit is een grote diverse groep met veel verschillende behoeftes. Het is belangrijk dat speelplekken voorzien in al deze behoeftes, ongeacht de verschillen tussen kinderen. Dat noemen we inclusie. Verder zijn ook anderen welkom op de speel- en/of sportplek. Denk aan volwassenen die willen bewegen en de ouders/begeleiders van kinderen die (nog) niet zelfstandig kunnen spelen. Ouderen die niet zo lang kunnen staan of tijdens hun wandeling een rustmoment zoeken en een praatje willen maken.

 

We zorgen voor een toekomstbestendig basisnetwerk van speelruimte. De goede basis, gelegd in het speelruimteplan van 2009 is de pijler voor dit plan. De actualisatie van het speelruimteplan (2023) borgt dat deze speelruimte zich blijft ontwikkelen in aansluiting op de behoefte van de kinderen tot en met 18 jaar.

 

Sinds het speelruimtebeleid in 2009 is het aantal kinderen in de leeftijdsgroep van 0 t/m 5 jaar met circa 25% afgenomen. Zie tabel 1.

 

In de groep jongeren van 12 t/m 18 jaar is het laatste van de hogere kinderaantallen te zien. De komende jaren daalt ook het aantal kinderen in deze doelgroep. Op basis van de kinderaantallen uit 2022 is het aantal benodigde primaire speelplekken voor het basisnetwerk bepaald. Voor de primaire speelplekken is het minder belangrijk hoeveel kinderen in de directe omgeving ervan wonen. Dat is anders bij de secundaire plekken. De secundaire speelplekken vormen een flexibele schil. We gebruiken deze voor het bieden van maatwerk en de inrichting hangt af van de behoefte van kinderen in de directe omgeving.

We zorgen voor een evenwichtige ruimtelijke verdeling, variatie in type speelplekken en een uitdagend aanbod. We onderscheiden primaire speelplekken, zowel groot als klein, en secundaire speelplekken. De primaire speelplekken samen vormen een basisnetwerk voor de gehele gemeente. De secundaire plekken zijn aanvullend op dit basisnetwerk. Zo zorgen we voor een betere en evenwichtige ruimtelijke verdeling van speelplekken, variatie in type speelplekken en een uitdagend aanbod. Zie ook hoofdstuk 6 plankaarten.

 

Toekomstbestendig betekent dat we het beschikbare budget anders inzetten. We gaan het beschikbare budget meer flexibel en gedifferentieerd inzetten. Toekomstbestendig betekent ook dat we bij de inrichting oog hebben voor groen en ons klimaat.

1.3 OPBOUW VAN DIT SPEELRUIMTEPLAN

Op een speelplek komt alles samen: spelen, bewegen en ontmoeten. Na de inleiding komen in de hoofdstukken 2 tot en met 4 deze belangrijke thema’s aan bod. Hoofdstuk 5 gaat over het omvormen van de speelruimte. In hoofdstuk 6 staan de plankaarten per wijk. Zij dienen samen met de inspiratiebladen in bijlage I de leidraad voor beheer bij de aanpassingen per speel- en sportplek. De financiën worden in hoofdstuk 7 behandeld en de stakeholders komen in hoofdstuk 8 aan bod.

In de bijlagen vindt u de inspiratiebladen in bijlage I, de normentabellen (in)formeel spelen in bijlage II, de bewoners input voor dit plan in bijlage III.

2. SPELEN IS LEREN

Het basisvoorzieningenniveau binnen een speelbuurt bestaat uit een goed ingerichte grote speelplek en wordt aangevuld met kleine speelplekken. De speelplekken hebben een rol en functie ten opzichte van elkaar. Ze vormen gezamenlijk een samenhangend netwerk aan speel- en beweegmogelijkheden. Het streven is om kwalitatief hoogwaardige en veilige speelplekken te ontwerpen, waar voor iedereen iets te doen is. De inrichting van de speelplek is afgestemd op de functie van de plek in de buurt. Zie ook hoofdstuk 6 plankaarten. Zie bijlage I voor inspiratie per type plek.

2.1 MET GROTE PRIMAIRE SPEELPLEKKEN MOEDIGEN WE SAMENSPELEN EN ONTMOETEN AAN

Samen spelen is leuker en zorgt ervoor dat kinderen vaker en langer buiten spelen. Bij afnemende kinderaantallen, zoals in Barendrecht, is het belangrijk om samenspelen en ontmoeten zo veel mogelijk aan te moedigen. De bespeelbaarheid van grote speelplekken moet in alle seizoenen zo hoog mogelijk zijn. Denk aan schaduw in de zomer en zones waar je bij nat en koud weer kan spelen. Mensen met welke beperking dan ook hebben hier mogelijkheden om mee te doen. Zie ook bijlage I inspiratieblad “Grote speelplek”.

2.2 PRIMAIRE KLEINE PLEKKEN MAKEN HET AANBOD VOOR DE BUURT AF

Een kleine plek is aanvullend op de grote speelplekken en de informele speelruimte op straat en in het groen. Dit zijn eenvoudige speelplekken, waar een maatwerk inrichting belangrijk is. Bijvoorbeeld een trapveldje of tafeltennistafel voor de jeugd (6-12 jaar) of extra toestellen voor kinderen (0-6 jaar). Goede kleine plekken maken het aanbod in de buurt af. In combinatie met de grote speelplek is er variatie en uitdaging voor iedere doelgroep in de buurt. Zie ook bijlage I inspiratieblad “Kleine plek spelen”.

2.3 SCHOOLPLEINEN ONDERSTEUNEN HET BASISVOORZIENINGENNIVEAU

Daarom zijn een groot aantal schoolpleinen na schooltijd open voor de kinderen uit de buurt. Het plein is vaak een bekende en veilige ruimte en een goede aanvulling op het aanbod dat er al is in de buurt. De afspraken met de schoolbesturen zijn vastgelegd in de “notitie schoolpleinen” uit 2013. Deze zijn na 10 jaar nog altijd van toepassing.

2.4 SECUNDAIRE SPEELPLEKKEN VERRIJKEN HET SPELAANBOD

Circa 50% van de speelplekken in Barendrecht zijn secundair en vallen onder de flexibele schil. Deze plekken verrijken het speelaanbod van een goed basisvoorzieningenniveau. Vaak zijn deze plekken in eerste instantie voor een bepaalde doelgroep aangelegd. Na verloop van tijd verandert de demografie en zijn deze plekken niet altijd nodig om als speelplekken met speeltoestellen in stand te houden. De inrichting van deze plekken hangt af van kinderaantallen en ligging. Zonder toestellen kunnen het plekken zijn voor informeel spelen in het groen, een uitdagend fietsparcours met lijnen op de grond of een picknickplek met knikkerpotjes. Bewonersbehoeften spelen hierin een belangrijke rol. Op deze plekken staat ontmoeting centraal en zijn aanleidingen die dit stimuleren de kern van de inrichting. Zie ook bijlage I inspiratieblad “secundaire plek”.

2.5 NATUURLIJKE SPEELPLEKKEN ZORGEN VOOR EXTRA SPEELWAARDE

Op veel speelplekken liggen kansen voor vergroening. Natuurlijke speelplekken brengen extra speelwaarde in een buurt. Groen is veranderlijk en daarmee extra aantrekkelijk. Door nadrukkelijk in te zetten op natuurlijk spelen op speelplekken, brengen we meer groen in de vorm van gras, groenstroken, bosplantsoen en bomen in de wijken. Dit betekent minder tegels, hekwerken en rubber- of kunstgras ondergronden. De herinrichting van een speelplek kan een kans bieden om de biodiversiteit te versterken. Denk aan hoogteverschillen of dood hout in de vorm van boomstammen.

 

Hoe leuk is het om af en toe te gaan kijken wat er leeft aan insecten die daar op af komen en daarmee ook meer vogels te zien in de buurt. Zie ook bijlage I inspiratieblad “Groen en Klimaat”.

 

Bomen, struiken, gras en hoogteverschillen doen de omgevingstemperatuur dalen. Op groene plekken kan er regenwater (zichtbaar) worden opgevangen en infiltreren. Beide zijn belangrijk voor de leefbaarheid in de bebouwde kom. Fijn als het op de speelplek niet stinkt naar rubber. En dat je er toch lekker kan spelen als het buiten heel warm is.

3. SPORTEN IS GEZOND

Na spelen gaan we nu in op het hoofdthema bewegen. Sportplekken moeten in grote variatie aanwezig zijn. Van eenvoudig grastrapveld tot multifunctionele sportkooi. Op de plankaarten, zie hoofdstuk 6 zijn grote sportplekken aangewezen en kleine sportplekken. Er is extra aandacht voor sportplekken in de buurt van middelbare scholen. Deze worden intensiever gebruikt. Door combinatie van sportactiviteiten op de grote sportplekken en bovenwijkse zones kan sport en bewegen worden gestimuleerd. Ook verenigingen kunnen hieraan bijdragen in de openbare ruimte. De inspiratiebladen geven per type sportplek inspiratie voor de inrichting. Zie bijlage I inspiratieblad “Grote sportplek” en “ Kleine plek sporten”.

3.1 EIGEN PLEKKEN BUITENSHUIS VAN GROOT BELANG

De actieradius van jongeren is groot. Op de fiets of scooter komen ze eigenlijk overal. Maar ook in hun eigen wijk moet er wat zijn voor als ze even naar buiten willen. In het basisvoorzieningenniveau is voor iedere groep van 100 jongeren een sportplek aangewezen. Dit kan een grote of een kleine plek zijn (zie ook plankaart jongeren). Deze plekken moeten ze delen met de jeugd en soms ook met de overige inwoners. Daarom zijn in het basisvoorzieningenniveau enkele grote speel- en sportvoorzieningen aangewezen als bovenwijkse zone. Dit zijn de kansrijke zones om verder in te investeren en in te richten voor alle inwoners van Barendrecht.

 

De sportparken in de gemeente zijn voor de jongeren en jong volwassenen van grote waarde. Het biedt de ruimte en mogelijkheid om met vrienden elkaar te ontmoeten en te sporten. In de huidige situatie zijn de sportcomplexen (deels) openbaar toegankelijk. Dit is een waardevolle aanvulling op het basisvoorzieningenniveau en in de dichtbevolkte wijken ook echt nodig.

4. ONTMOETING IS VAN BETEKENIS

Ontmoeten is het derde hoofdthema. Speelplekken zijn belangrijke ontmoetingsplekken in de wijk, niet alleen voor de kinderen en de jeugdigen, maar ook voor jongeren, ouders en overige buurtbewoners. Het is om deze reden van belang dat speel- en sportvoorzieningen aantrekkelijke verblijfsruimtes zijn, die leuk aangekleed zijn met groen en bankjes. Zie ook bijlage I inspiratieblad “Ontmoeting”.

4.1 GENOEG ONTMOETINGSPLEKKEN, EEN NATUURLIJKE SPREIDING

Circa 50% van het ontmoeten regelen de jongeren zelf en kan gezien worden als het informeel ontmoeten. Circa 30% van de plekken richten we in met eenvoudige ontmoetings- en zitaanleidingen geschikt voor jongeren, maar ook voor andere doelgroepen. De overige 20% zijn formele ontmoetingsplekken. Bijvoorbeeld bij sportplekken, bankjes in het park of speciale jongeren ontmoetingsplekken.

4.2 IEDEREEN MOET KUNNEN MEEDOEN EN IEDEREEN HOORT ERBIJ

Niet voor iedereen is het vanzelfsprekend om mee te kunnen doen op de speelplekken. Veel speelplekken zijn niet aangepast voor kinderen met een beperking. Inclusieve speelruimte gaat verder dan het plaatsen van een mandschommel en het rolstoelvriendelijk maken van de ingang. Inclusief spelen betekent dat kinderen met en zonder handicap echt samen spelen. Daarnaast is spelen met de zintuigen (sensorisch spelen) belangrijk in de ontwikkeling. Voelen, horen, kleuren of beweging zien zijn belangrijke speelaanleidingen. Op het gebied van inclusiviteit zetten we vooral in op de grote speelplekken. Deze plekken zijn dé plekken waar de bewoners samenkomen om samen te spelen en elkaar te ontmoeten. Op deze plekken wordt de 100-70-50-regel gehanteerd van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Op deze grote speelplekken is iedereen 100% welkom, is 70% van de ruimte toegankelijk voor iedereen en is 50% van de voorzieningen bespeelbaar voor ieder kind. Zie ook inspiratieblad Inclusie en de nota van de VNG Aan de slag met samenspelen. Zie ook bijlage I inspiratieblad “inclusie”.

 

Verder is op kleine plekken ook ruimte voor een inclusieve aanpak. Indien in de nabije omgeving van een kleine plek een kind met een beperking woonachtig is, gaan we samen op zoek naar maatwerk. Denk aan een voorziening voor een kind dat blind is en daardoor op deze plek kan en mag buitenspelen met de buurtkinderen.

5. OMVORMEN IS NOODZAKELIJK

Om de plekken een inrichting te geven die recht doet aan hun rol en functie in de buurt is een verschuiving nodig in de verdeling van de inventariswaarde per plek. Er zijn nu circa 260 plekken die allemaal even belangrijk lijken. Uitgangspunt voor dit nieuwe beleid is om de helft van de speelplekken in het basisvoorzieningenniveau op te nemen. Dit zijn grote en kleine speel- en/of sportplekken. De andere helft (van de grote en kleine speel- en/of sportplekken) nemen we op als secundaire plekken die samen met de huidige 31 informeel ingerichte secundaire plekken de flexibele schil vormen.

 

De waarde verschuift van kleine plekken naar de grote plekken. De omvormingsslag kan zonder kapitaalvernietiging in de komende jaren gefaseerd doorgevoerd worden. De omvorming wordt bijna volledig uit het reguliere vervangingsbudget betaald.

5.1 WIJZIGINGEN OP PLEKNIVEAU

De wijzigingen op plekniveau vragen om nieuw beleid. We beperken het aantal toestellen op de kleine plekken en plaatsen meer toestellen op de grote plekken. Ook plaatsen we op de plekken in de flexibele schil waar minder dan 15 kinderen omheen wonen geen toestellen meer. Zie bijlage II normentabel. Door hier aan vast te houden is er naar de toekomst toe geen extra budget nodig. Er kunnen plekken geruild worden, zolang het totaal aantal per type plek maar ongeveer gelijk blijft. Dit geeft flexibiliteit in gesprek met de bewoners.

 

De plekken zonder speeltoestellen blijven voor spelen beschikbaar, als er in een buurt meer kinderen bij komen, houden we de mogelijkheid de plek weer met een enkel/enkele toestellen in te richten. We gebruiken de basisadministratie als hulpmiddel om het aantal kinderen in de buurt te onderzoeken. Samen met omwonenden van de speelplek kijken we naar het werkelijke gebruik en de behoefte.

6. PLANKAARTEN VOOR EEN GOEDE VERDELING

Er zijn plankaarten gemaakt om ervoor te zorgen dat de speelruimte naar de toekomst toe evenwichtig en ruimtelijk verdeel wordt over kinderen, jeugd en jongeren en de diverse

wijken. Daarnaast is het een hulpmiddel om het beschikbare budget voor het vervangen van de speelvoorzieningen naar de toekomst toe gelijk te laten lopen met de inventariswaarde buiten.

6.1 WAT STAAT ER OP DE PLANKAARTEN

Op de plankaarten staat per speelplek aangegeven wat de rol en functie van die plek in de wijk is in relatie tot de andere plekken. Dit is uitgedrukt in een type plek te weten bovenwijkse zones voor bewegen, grote speel- en/of sportplek, kleine speel en/of

sportplek en secundaire plekken. Ieder type plek heeft een eigen icoontje op de kaart (zie de legenda bij de kaart). Op de kaarten zijn ook de na schooltijd openbaar toegankelijke schoolpleinen aangegeven. De schoolpleinen zijn vaak belangrijke speelruimten voor de basisschooljeugd. Voor het aanwijzen van de type plek is gebruik gemaakt van de normentabel uit bijlage II aangevuld met informatie uit de bewonersinput zie bijlage III.

 

 

 

6.3 PLANKAART VRIJHEIDSAKKER, VRIJENBURG INCL. VOORDIJK

Vrijheidsakker en Vrijenburg kenmerken zich aan relatief hoge kinderaantallen. Maar ook hier zijn de kinderaantallen lager dan ze zijn geweest. Veel speelplekken ingericht voor kinderen van nul tot vijf jaar staan op locaties waar deze kinderen niet meer wonen.

Door te focussen op de plekken met de meeste potentie en goede bereikbaarheid, kunnen kinderen meer samen buitenspelen. Naast de grote speel- en sportplek tussen de wijken

in, is in het noorden een bovenwijkse zone met meerdere speelplekken. Kleine plekken komen op dichtbebouwde plekken of op plekken die op grotere afstand van de grote plekken liggen.

 

 

6.4 PLANKAART SMITSHOEK EN RIEDERHOEK

Het aantal kinderen in deze wijken ligt niet hoog. Door te focussen op aantrekkelijke centrale plekken, zullen de kinderen elkaar vaker tegenkomen. Langs Riederhoek ligt een ovenwijkse zone, met een aantrekkingskracht groter dan de directe omgeving. In Smitshoek is voor de meest ruime centrale plek gekozen als grote speelplek. Dit is de plek in de buurt waar iedereen terecht kan. Op plekken die wat verder van de grote plekken liggen komen kleine plekken. Zo is voor iedereen een formele speelplek in de buurt. De speelplekken in de flexibele schil blijven speelplekken, maar mogelijk met een meer informeel karakter.

 

 

6.5 PLANKAART MEERWEDE, GAATKENSOOG, HAVENKWARTIER EN WATERKANT

In deze wijken is het aantal jongeren ten opzichte van de kinderen en jeugdigen groot. De kinderaantallen nemen af. Dit resulteert vaak in speelplekken voor maar een paar kinderen.

Om spelen te stimuleren, ligt de focus op bereikbare en ruime plekken. Deze grote speel- en/of sportplekken zijn voor iedereen uitdagend en een plek om elkaar te ontmoeten.

Op de plekken die dichtbebouwd zijn, of de afstanden naar de grote plekken te groot worden komen kleine plekken. Zo is voor iedereen een formele speelplek in de buurt. De secundaire speelplekken zijn onderdeel van de flexibele schil. Dit blijven speelplekken, maar

mogelijk met een informeel karakter.

 

 

6.6 PLANKAART BIJDORP, DORPZICHT EN CENTRUM NOORD

Op basis van de kinderaantallen zijn vier tot acht speelplekken in dit gebied voldoende.

In het noorden ligt een skatebaan met een bovenwijkse functie voor skateliefhebbers uit

de omliggende wijken. Omdat de overige speelplekken niet de ruimte hebben voor een ontwikkeling naar een grote speelplek, is hier gekozen om wat meer kleine plekken te gebruiken. Zodoende is voor kinderen genoeg formele speelruimte geborgd. Een aantal plekken zijn niet nodig voor het basis-voorzieningenniveau. Dit zijn secundaire speelplekken die onderdeel zijn van de flexibele schil. Dit blijven speelplekken, maar mogelijk met een informeel karakter.

 

 

6.7 PLANKAART NIEUWELAND, PADDEWEI EN MOLENVLIET

De kinderaantallen in deze wijken nemen af. Kinderen komen elkaar minder tegen op straat.

Centraliseren is daarvoor de oplossing. Ruime en bereikbare plekken worden grote speel en/of sportplekken. Uitdagend voor iedereen en een goede plek om te ontmoeten. Op plekken waar veel kinderen wonen, of waar de afstand tot een grote plek groot is, komen kleine plekken. Zo is voor iedereen een passende speelplek in de buurt. De overige plekken zijn secundaire plekken. Dit blijven speelplekken, maar mogelijk met een informeel karakter.

 

 

6.8 PLANKAART BUITENOORD, TER LEEDE, VROUWENPOLDER EN LAGEWEI

In Buitenoord zitten nu nog veel speelplekken in hofjes verstopt. Rondom de speelplek wonen maar weinig kinderen. In de andere wijken is dit minder het probleem. Wel zijn er in Ter Leede ook veel kleine speelplekken. In de buurt Vrouwenpolder en Lagewei zijn de speelplekken al meer gecentreerd. Dit centreren gaat ook in Buitenoord en Ter Leede gebeuren. Hierdoor is de kans dat kinderen elkaar tegen komen groter. Bij de Haarspitwei is een bovenwijkse plek waar verschillende sporten gedaan kunnen worden. Verder komen er grote speel- en/of sportplekken, waar de ruimte beschikbaar is. Kleine plekken zorgen dat voor iedereen een speelplek in de buurt aanwezig is.

 

 

6.9 PLANKAART NOORD EN BINNENLAND

In Noord en aan de rand van Binnenland zijn bovenwijkse plekken te vinden. De natuurspeelplaats vervult samen met het calisthenicspark voor meerdere wijken een functie.

In Noord komen op de ruimere plekken grote speel- en/of sportplekken. In de wijk Binnenland is weinig ruimte voor een grote centrale plek. Daarom is hier voor twee kleine plekken gekozen. Ook zijn in Noord kleine plekken aanwezig op plekken waar veel kinderen wonen of waar de afstand tot de grote plekken te groot is. Dit zorgt voor een goede verdeling van formele speelruimte. De overige plekken zijn secundaire plekken. Dit blijven speelplekken, maar mogelijk met een informeel karakter.

 

 

6.10 PLANKAART CENTRUM EN ORANJEWIJK

Park Buitenoord is een bovenwijkse zone. Het vervult een functie voor heel Barendrecht. Hier is een grote speelplek en grote sportplek. In de Oranjewijk zijn twee grote speel- en/of

sportplekken. Deze zijn voor alle doelgroepen. Op plekken waar veel kinderen wonen, of die wat verder af zijn van de grote plekken of bovenwijkse zone, komen kleine plekken. Hiermee is voor ieder kind een speelplek in de buurt. De overige plekken zijn onderdeel van de flexibele schil. Dit blijven speelplekken, maar mogelijk met een informeel karakter.

 

 

7. FINANCIËLE VERANTWOORDING

Om de ambities te realiseren, is voldoende budget nodig. In dit hoofdstuk gaan we in op de benodigde middelen en de financiële onderbouwing.

7.1 BENODIGD BUDGET VERVANGINGEN EN DAGELIJKS ONDERHOUD

Er staat voor ruim € 6,5 miljoen aan inventariswaarde. Hiervan is ruim € 940.000 in sportvoorzieningen en ruim € 3,8 miljoen in speelvoorzieningen geïnvesteerd. De overige waarde zit vooral in de valdempende ondergronden, die nodig zijn om te voldoen aan de veiligheidswetgeving.

 

Om de toestellen met valdempende ondergronden iedere 12 jaar te vervangen is gemiddeld ruim € 540.000 excl. VAT per jaar nodig. Voor vervanging is jaarlijks € 450.000,- excl. VAT beschikbaar. Het verschil tussen huidig budget en benodigd budget is voornamelijk te verklaren door die areaaluitbreidingen vanaf 2016. Dit zijn o.a. de speel- en sportplekken in de wijken Lagewei (Cruijffcourt/Calisthenicspark) en Vrouwenpolder en de natuurspeelplek De Bongerd. Omdat deze areaaluitbreidingen vanaf 2028 vervangen dienen te worden is vanaf dat jaar structureel aanvullend budget nodig.

 

Volgens Advies bureau OBB is op basis van haar kencijfers circa € 136.000,- per jaar nodig om de inventaris te onderhouden. Het beschikbare budget voor onderhoud is € 149.200,-. per jaar.

7.2 EXTRA BUDGET VOOR BEWEEGVRIENDELIJKE BUITENRUIMTE

De sportplekken zijn nog niet helemaal ingericht op het gebruik door jongeren en andere sportievelingen die zelfstandig willen sporten in de openbare ruimte. Door extra te investeren in goede sportvoorzieningen op de grote plekken en rekening te houden met bovenwijks gebruik wordt een begin gemaakt met een meer beweegvriendelijke inrichting van de buitenruimte voor alle leeftijden. Hiervoor is een extra bedrag van € 45.000,- per jaar nodig.

7.3 BUDGET PER TYPE PLEK

Per type plek is benodigd budget bepaald. (tabel 2). Er kunnen plekken geruild worden, zolang het totaal aantal per type plek maar ongeveer gelijk blijft. Dit geeft flexibiliteit in gesprek met de bewoners.

 

 

7.4 INTEGRAAL WERKEN

Het streven is de speelvoorzieningen zo veel mogelijk per speelplek te vervangen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de speelplek aan te passen aan de kinderaantallen en de vraag die op dat moment speelt. Een dergelijke aanpassing leidt in de meeste gevallen tot een herinrichting van de totale openbare ruimte rondom een speelplek. We proberen zo veel mogelijk aan te sluiten bij lopende projecten. In de praktijk zal dit echter niet altijd mogelijk zijn gezien het feit dat de afschrijvingstermijn van speeltoestellen korter is dan die van het openbaar groen en de verharding op een speelplein. De vervanging van speeltoestellen zal in de meeste gevallen herinrichtingskosten met zich meebrengen die niet geheel zijn toe te schrijven aan de vervanging van de toestellen. Om deze reden zijn er ook budgetten van andere vakdisciplines nodig voor de omgevingsinrichting (groen, verhardingen, meubilair e.d.)

8. SAMEN WERKEN AAN SPEELRUIMTE

Het creëren van speelruimte is een taak van de gemeente. De gemeente is echter niet de enige speler. Kinderen, omwonenden, ouders, hondenbezitters en projectontwikkelaars hebben allemaal invloed op het gebruik en de inrichting van de buitenruimte. Al deze partijen hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid. In dit hoofdstuk benoemen we deze verschillende groepen en hoe zij kunnen bijdragen aan een succesvol speelplaatsbeleid.

8.1 KINDEREN, JEUGDIGEN EN JONGEREN DIE DE SPEELPLAATSEN GEBRUIKEN

Bij het (her)inrichten van speelruimte is het van belang dat zij bij het planproces worden betrokken. Er moet niet OVER, maar MET de kinderen, jeugdigen en jongeren gesproken worden. Participatie wil overigens niet zeggen dat alles kan en mag. Uiteraard dient de gemeente het algemene kader op te stellen, waarbinnen de kinderen hun wensen kunnen aangeven. Rondom het gebruik verwachten we van deze groep dat ze er goed voor zorgen en de speelplekken niet vervuilen. En is er iets stuk of niet goed? Dan is het fijn dat ze dit, bijvoorbeeld via hun ouders, aan de gemeente melden.

 

De gebruikers (en hun ouders) moeten erop kunnen rekenen dat de speciaal voor spelen aangebrachte speelvoorzieningen veilig zijn. Speelvoorzieningen moeten voldoen aan het Attractiebesluit. Toestellen moeten gecertificeerd zijn en daarmee voldoen aan het Attractiebesluit. Hekwerken langs het water of de weg, geven schijnveiligheid. Vaak wordt een hek gezien als speelaanleiding en vergroot dit de kans dat een kind erover klimt. In het kader van vergroenen kiezen we vaker groenstroken met beplanting.

8.2 OUDERS VAN KINDEREN DIE DE SPEELPLAATS GEBRUIKEN

De verantwoordelijkheid van de ouders of verzorgers begint al bij de voorlichting aan hun kinderen over onderwerpen als oneigenlijk gebruik van speeltoestellen. Goede voorlichting hierover kan vandalisme in de toekomst voorkomen.

 

Jonge kinderen tot en met drie jaar kunnen niet zelfstandig op een openbare speelplek spelen. Wij gaan er vanuit dat een ouder/verzorger hele jonge kinderen begeleidt. Dit is een verantwoordelijkheid van de ouders en niet van de gemeente. Uiteraard kunnen hele jonge kinderen wel gebruik maken van de speelplekken. Belangrijk hierbij is dat de ouder zich realiseert op welke toestellen het kind kan spelen. Speeltoestellen waar kinderen niet zelfstandig op kunnen klimmen, zijn niet bedoeld voor deze doelgroep.

8.3 OMWONENDEN VAN EEN SPEELPLAATS

De fysieke ruimte om te spelen binnen het bebouwde gebied neemt steeds verder af. Het (auto)verkeer, de verdichting van de woningen en hondenpoep vormen een belemmering voor met name het informeel spelen. Ook de sociale onveiligheid is van negatieve invloed op de kwaliteit van spelen. Hierdoor zijn de reguliere speelplekken belangrijker geworden.

 

Helaas is er steeds vaker onverdraagzaamheid ten aanzien van speelruimte. Daarom is het meer dan ooit belangrijk buurtbewoners actief bij de inrichting van de speelplek te betrekken. Zij zijn het "dagelijks toezicht" op de speelruimte. Daarnaast is het van belang dat zij accepteren dat er in de buurt gespeeld wordt en speelplekken de ontmoetingsplekken van de buurt zijn.

8.4 HONDENBEZITTERS

Daar waar hondenpoep op de speelplek of het sportveld ligt, is de gebruikswaarde vele malen lager of wordt in ernstige situaties de plek of het veld helemaal niet gebruikt. Binnen de bebouwde kom loopt de hond aan de lijn en als een hond binnen de bebouwde kom poept ruimt de eigenaar dat op. Alle speel- en sportplekken vallen onder de zones verboden voor honden.

8.5 DE GEMEENTE REALISEERT EN ONDERHOUD DE SPEEL- EN SPORTPLEKKEN

De gemeente zorgt voor de "fysieke" invulling van de speel- en sportplekken. Bij de (her)inrichting informeren we de omwonenden per brief. We plaatsen een informatiebord op de betreffende plek en plaatsen een bericht in de krant en/of op social media. Hierin vragen we om ideeën voor de nieuwe inrichting met ons te delen. De realistische ideeën, de uitgangspunten uit het beleid, de beschikbare budgetten en de technische randvoorwaarden vormen de basis van één of meerdere ontwerpen. Bij meerdere ontwerpen kiezen de gebruikers uiteindelijk het voor hen meest aansprekende ontwerp. Het ontwerp met de meeste stemmen voeren we uit.

 

De theoretische levensduur van speelplekken is gemiddeld 12 jaar. Het moment van de daadwerkelijke vervanging van een speeltoestel wordt mede bepaald door de technische staat van het toestel. Als een toestel na de gestelde economische afschrijvingstermijn nog één of meer jaren veilig kan functioneren, stellen we de vervanging uit. Als blijkt dat een toestel voor de gestelde economische afschrijvingstermijn niet meer veilig is of de onderhoudskosten te hoog worden, vervroegen we de vervanging.

 

Het is ons streven de speelvoorzieningen zo veel mogelijk per speelplek te vervangen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de speelplek aan te passen aan de vraag die op dat moment speelt. De vervanging van speeltoestellen brengt in de meeste gevallen herinrichtingskosten met zich mee die niet geheel zijn toe te schrijven aan planmatig onderhoud van wegen en/of groen. Deze herinrichtingskosten zijn gemiddeld 25%.

8.6 ONTWIKKELAARS NIEUWE WOONLOCATIES

Het is belangrijk om bij nieuwe ontwikkelingen ruimte te reserveren voor spelen en sporten. De LIOR vormt hiervoor het uitgangspunt. Op basis van de ruimtelijke opbouw kunnen speelbuurten worden gedefinieerd en op basis van aantal en type woningen kan er een kinderaantal worden ingeschat of er kan gebruik gemaakt worden van de leerlingenprognoses voor het onderwijs. We streven ernaar om tijdig ruimte te ‘claimen’ voor grote speel- en sportplekken. De jeugd en jongeren vragen meer ruimte voor het buiten zijn dan de jongste doelgroep.

Bijlage I speelruimteplan “Spelen met Ruimte” inspiratiebladen

 

Inspiratiebladen zijn ontwikkeld door adviesbureau OBB

 

Toelichting inspiratiebladen

De inspiratiebladen zijn onder te verdelen in plek-inspiratiebladen en thema-inspiratiebladen.

Op de plek-inspiratiebladen, staat het type plek beschreven, met daarbij een vervangingstermijn waar de toestellen op dat type plek aan moeten voldoen. Daarnaast worden hier enkele overwegingen meegegeven die ook kunnen dienen als gesprektips met collega’s of omwonenden.

 

  • A

    Hier staat de focusdoelgroep voor de plek.

  • B

    Hier wordt een indicatie gegeven voor de investeringswaarde. Tussen € 5.000 en € 190.000 (afhankelijk van scenario).

  • C

    Hier wordt een indicatie gegeven voor het oppervlakte.

  • D

    De iconen staan respectievelijk voor sportvoorzieningen, speelvoorzieningen, voorziening met verhoogde beweegintensiteit, inclusieve plek, groen/natuurlijk ingericht, ontmoetingsvoorzieningen, activiteitenstimulans door spel/sportkist, evenementjes of activiteitenaanbod van bijv. buursportcoach.

De inspiratiebladen dienen voor inspiratie en kunnen worden gebruikt als:

  • Handige gesprekstool intern. Door referentiekader inzichtelijk te maken komt het gesprek gemakkelijk op gang.

  • Voor verwachtingsmanagement bewoners. Het inspiratieblad kan voor bewoners een duidelijk beeld scheppen hoe een speelplek eruit komt te zien.

  • Aansturing contractanten. Met de aandachtspunten overzichtelijk bij elkaar is het makkelijk communiceren met contractanten.

Op de checklist staan aandachtspunten voor de inrichting en gebruik van de plek. Dit is een handige tool om te zorgen dat bij het maken van een ontwerp niets wordt vergeten.

 

Inspiratieblad Grote Sportplek

Checklist

  • Grote plek voor bewegen, ontmoeten en sporten, aantrekkelijk voor de hele buurt of wijk:

  • Openbaar, goed bereikbaar (aan route) en toegankelijk

  • Meerdere sporten aanbieden en multifunctioneel inrichten

  • Bruikbaar in alle seizoenen

  • Goede zonering, altijd geschikt voor doelgroep met beperking om samen te sporten

  • Varieer in groen/grijs, hoog/laag en houd vrije ruimte voor activiteiten en ontmoeten in groepen

  • Beschutting: schaduw, luwte en plek om droog te staan, afspreekpunt met mededelingenbord activiteiten

  • Meerdere (multifunctionele) zitaanleidingen

  • Watertappunt

Kansen: organiseer ontmoeting op deze plekken om ze inclusief te maken (scholen, fysio, speciale speldagen), ontmoetplek jongeren, hittestress tegengaan, combi met schoolplein/park

 

In het basisvoorzieningenniveau heeft elk speelgebied een grote plek aangevuld met kleine plekken. De voorzieningen op de grote sportplek worden geplaatst moeten minimaal 12 jaar meegaan.

Overwegingen:

  • Gebruik de thema-inspiratiebladen voor inclusie, ontmoeten, groen & klimaat en circulariteit.

  • Welke sporten willen we aanbieden?

  • Wie gebruikt deze plek nu en wie gaan deze plek gebruiken?

  • Welke samenwerkingen met verenigingen/organisaties zijn er mogelijk?

  • Welke kansen biedt het landschap op en om de plek?

  • Zijn er een paar plekken voor parkeren in de buurt?

  • Rookvrij

 

Inspiratieblad Grote speelplek

Checklist

Grote plek voor bewegen, ontmoeten en spelen, aantrekkelijk voor de hele buurt en omstreken:

  • Openbaar, goed bereikbaar (aan route) en toegankelijk

  • Goede zonering, altijd geschikt voor doelgroep met beperking om samen te spelen

  • Veel hoogteverschil en variatie in landschap en/of voorzieningen

  • Bruikbaar in alle seizoenen

  • Vrije ruimte voor activiteiten en ontmoeten in groepen

  • Maak veel uitdaging, variatie en zorg voor samenspeeltoestellen en één xl-toestel

  • Beschutting: schaduw, luwte en plek om droog te staan, afspreekpunt met mededelingenbord activiteiten

  • Meerdere (multifunctionele) zitaanleidingen voor rusten en kijken en als plek voor (groot)ouders

Kansen: toilet, organisatie activiteiten, sport en spelen op één plek indien m2 toelaat, hittestress tegengaan, combi met schoolplein, dierenweide, park

 

In het basisvoorzieningenniveau heeft elk speelgebied een grote plek aangevuld met kleine plekken spelen en/of sporten. De voorzieningen op de grote plek worden geplaatst moeten minimaal 12 jaar meegaan. Overwegingen:

  • Gebruik de inspiratiebladen voor inclusie, ontmoeten, groen & klimaat en circulariteit.

  • Wat is nu goed en moet blijven?

  • Wie wil er wel helpen bij het maken en onderhouden?

  • Bezoek de plek! Kijk om je heen, ruik, voel, bedenk samen ideeën.

  • Wie gebruikt deze plek nu en wie gaan de plek gebruiken?

  • Is de plek groot genoeg voor alle doelgroepen samen?

  • Rookvrij

 

Inspiratieblad kleine plek spelen

Checklist

Plek voor bewegen, ontmoeten en/of spelen als aanvulling op de grote speelplek.

  • Ligging niet achteraf, aan meerdere zijden toegankelijk

  • Pas doelgroep aan op bevolkingsopbouw buurt

  • Denk in multifunctionele elementen en ruimte

  • Beperk toestellen tot max 3 per doelgroep

  • Zo veel mogelijk gras toepassen bij toestellen tot 1,5 meter (vergroenen)

  • Beschutting: schaduw en luwte

  • Passend bij karakter buurt en omwonenden

  • Voorzieningen zijn aanvullend op de grote speelplek (geen kopie daarvan)

  • Geen onnodig hekwerk

Kansen: hittestress tegengaan, regenwateropvang, werken met thema, maatwerk voor iemand met beperking, spelkist

 

In het basisvoorzieningenniveau heeft elk speelgebied een grote speelplek aangevuld met kleine plekken. De kleine plekken zijn nodig bij:

  • Hoge kinderdichtheid van een of meer doelgroepen en verdringing op speelplek

  • Decentrale ligging, of grote afstand tot grote speelplek (>5 minuten)

  • Onvoldoende ruimte voor grote speelplek

  • De voorzieningen die op een kleine plek worden geplaatst moeten minimaal 12 jaar meegaan.

Overwegingen:

  • Gebruik de inspiratiebladen voor inclusie, ontmoeten, groen & klimaat en circulariteit

  • Wat maakt deze plek uniek?

  • Welke speelmogelijkheden worden gemist in de buurt?

  • Welke functie heeft deze plek ten opzichte van de andere plekken in de buurt?

  • Rookvrij

 

Inspiratieblad kleine plek sporten

Checklist

Plek voor bewegen, ontmoeten en/of sporten als aanvulling op de grote speelplek.

  • Ligging niet achteraf, aan meerdere zijden toegankelijk

  • Pas doelgroep aan op bevolkingsopbouw buurt

  • Denk in multifunctionele elementen en ruimte

  • Beperk toestellen tot max 3 per doelgroep

  • Zo veel mogelijk gras als valdemping tot 1,5 meter

  • Beschutting: schaduw en luwte

  • Passend bij karakter buurt en omwonenden

  • Is aanvullend op de grote speelplek sport (geen kopie daarvan)

  • Zo min mogelijk afscheiding, indien nodig met groen karakter

Kansen: hittestress tegengaan, regenwateropvang, werken met thema, maatwerk voor iemand met beperking als dit zelfredzaamheid bevorderd, sport- of spelkist.

 

In het basisvoorzieningenniveau heeft elk speelgebied een grote speelplek aangevuld met kleine plekken. De kleine plekken zijn nodig bij:

  • Hoge kinderdichtheid van een of meer doelgroepen en verdringing op speelplek

  • Decentrale ligging, of grote afstand tot grote speelplek (>5 minuten)

  • Onvoldoende ruimte voor grote speelplek

  • De voorzieningen die op een kleine plek worden geplaatst moeten minimaal 12 jaar meegaan.

Overwegingen:

  • Kunnen we variabelen of variatie inbouwen?

  • Wie gebruikt deze plek nu en wie gaan de plek gebruiken?

  • Welke sport wordt gemist in de buurt?

  • Welke functie heeft deze plek ten opzichte van de andere plekken in de buurt?

  • Rookvrij

 

Inspiratieblad Secundaire plek

Checklist

Plek voor bewegen, ontmoeten en spelen op de hoek:

  • Zorg voor een groenaccent of regenwateropvang

  • Houd ruimte voor een activiteit of tijdelijke inrichting (bult zand/ moestuin)

  • Beperk gebruik toestellen hoger dan 1,5m, zodat valondergronden niet nodig zijn

  • Beperk bij informele inrichting voorzieningen met een was-plicht, wel aanleidingen toepassen (max 1,5m)

  • Maak waar mogelijk gebruik van natuurlijk oppervlak

  • Denk aan schaduw en zon

  • Werk met hoogteverschillen en multifunctionele zitmogelijkheden

  • Werk met gekleurde verharding of straatverf

Kansen: (mobiele) bloembakken, hittestress tegengaan, werken met thema, organisatie activiteiten, circulair werken, maatwerk voor iemand met een beperking.

 

De kleine plek is onderdeel van de flexibele schil. Afhankelijk van het aantal kinderen in de buurt, heeft dit type plek een formeel of informeel karakter.

Op een formele kleine plek kunnen tot circa 3 speeltoestellen of aanleidingen staan. Op een informele kleine plek zijn toestellen niet nodig, aanleidingen wel. De plek blijft bedoeld om te spelen, maar dan rondom de picknick-tafel, in het groen of op de stoep.

 

Overdenkingen bij herinrichting

  • Wil je een thema aan deze plek koppelen?

  • Wie gebruikt deze plek nu en wie gaan de plek gebruiken?

  • Wat maakt deze plek uniek?

  • Hoe kunnen we bijdragen aan de natuur en beperking hittestress op deze plek?

  • Moet op deze plek een afvalbak staan?

  • Kunnen we inspelen op de behoefte van iemand met een beperking in de buurt?

 

Inspiratieblad Ontmoeting

Checklist

Er zijn verschillende type ontmoetingsplekken mogelijk. Vaak is het mogelijk om deze plekken voor meerdere doelgroepen in te zetten.

 

Kletsplek

Zitgelegenheid voor 5 tot 10 personen in de vorm van bankjes of een multifunctionele zitaanleiding. Geschikt als ontmoetingsruimte voor jongeren, ouders/verzorgers en senioren.

  • Groen maakt er zitten fijner

  • Bij kletshoekjes kan je elkaar aankijken

  • Veilige afstand tot verkeer

  • Altijd iets te doen of te zien (bewegen/spelen)

  • Langs doorgaande routes

  • Houd rekening met scootmobiel en scooters

  • Goed zicht op de plek, zodat jongeren van afstand kunnen zien wie er al zitten

Ontmoetplek

Plek voor 10 tot 30 personen. Jongeren zijn de voornaamste doelgroep.

  • Openbaar en goed bereikbaar (langs doorgaande route)

  • Beschutting aanwezig, met droge zitplekken en schaduw

  • Deels vaste inrichting, deels ruimte voor gebruiksgroep om plek eigen te maken

  • Altijd iets te doen of te zien (bij sportplek, langs het water)

  • Op enige afstand tot woningen

Verwijsplek

Plek voor een grotere groep jongeren. Vergelijkbaar met de ontmoetplek, maar uitgekozen om overlast tegen te gaan.

  • Minimaal 50 meter afstand tot doorgaande weg

  • Goed bereikbaar en goed zichtbaar van afstand

  • Plek om te schuilen bij regen

 

Inspiratieblad Inclusie

Checklist

Plek voor onbeperkt spelen voor iedereen, denk na over:

  • Houd vrije ruimte voor activiteiten

  • Zorg voor goede toegankelijkheid speelplekken middels egaal (en breed) pad en geleidemarkering

  • Voldoende rustpunten (langs pad)

  • Samenspeel voorzieningen, bijvoorbeeld samen draaien of schommelen, fluisterpalen, speelpanelen en zandtafel

  • Zorg voor variatie kleuren, geuren, licht en geluid

  • Denk bij zonering om mate van risico inschatting die past bij (mentale) leeftijd en scherm grote risico’s slim af, of plaats deze bij elkaar

  • Stimuleer fantasiespel

  • Werk met contrasten

  • Zorg voor voldoende uitdaging en faciliteer compensatiegedrag (zonder benen wil je meer armkracht kweken)

Op grote speelplekken is veel ruimte voor inclusie. Op deze plekken is 100% welkom, 70% bereikbaar en 50% bespeelbaar. Deze plekken zijn zeer geschikt voor het organiseren van activiteiten.

  • Organiseer af en toe een speelmiddag met een speel-opstarthulp

  • Denk aan activiteiten als muziek, theater, rolstoelrace, vossenjacht en springkussen

  • Werf deelnemers voor speelmiddagen via buurtkrantje en op een mededelingenbord

  • Overwegingen:

  • Loop een proefrondje! Kijk om je heen, ruik, voel, bedenk samen ideeën.

  • Waar zitten knelpunten met rolstoel of rollator?

  • Waar zitten de gevaarlijke punten?

Kansen: kleedruimte, toilet, spelkist, sportkist, losse materialen.

 

Inspiratieblad Groen & klimaat

Checklist

Plek voor spelen in het groen en klimaatadaptatie:

 

Groen

  • Tegelwippen waar kan

  • Houd ruimte voor een activiteit of tijdelijke inrichting zoals een moestuintje

  • Groen = gebruiken en ervaren

  • Maak herkenbaar dat in het groen gespeeld mag worden

Biodiversiteit

  • Gebruik inheemse plant- en boomsoorten

  • Werk met gradiënten; kruidlaag, struiklaag, boomlaag

  • Pas hoogteverschil toe

  • Natuureducatieborden brengt belang in beeld en zorgt voor draagvlak

  • Insectenhotel verwerken in inrichting (muurtje, palissade, etc.)

Hittestress

  • Plant waar mogelijk een boom

  • Pas hoogteverschil toe

  • Gebruik natuurlijke ondergronden en geen rubber(tegels)

  • Zorg voor minimaal 1 speeltoestel en zitmogelijkheid in de schaduw (middagzon)

  • Drinkwaterpunten op grote speel- en sportplekken

Water

  • Maak regenwater zichtbaar op de plek

  • Zorg voor infiltratie van het regenwater op de plek

  • Stapstenen in wadi’s zijn leuk

  • Waterkanten zijn geliefde ontmoetingsplekken

Kansen: eet- en plukgroen, goed combineren met circulair werken, snoeiafval laten liggen (takkenrillen).

 

Inspiratieblad Circulariteit

Checklist

Benut het beschikbare

  • Gebruik reststromen van andere sectoren voor speelkasteel, zitbank, bruggetje, steiger, amfibieënmuur, etc.

  • Gebruik potentie van de locatie; grond, water en groen

  • Hergebruik van duikelstangen, glijgoten of palen van toestellen

  • Omwonenden organiseren spel

Gebruik hernieuwbare grondstoffen

  • Levend (eetbaar) groen

  • Gebruik biobased producten als hout en bamboe

  • Regenwater is speelwater

  • Gebruik groene energie in uitvoering en onderhoud

Minimaliseren milieu-impact

  • Minimaliseer gebruik primaire grondstoffen

  • Beperk energieverbruik bij realisatie en onderhoud

  • Behouden en verbeteren ecosysteem

Speelruimte is bij uitstek geschikt om circulair te werken.

Creëer voorwaarden lange cyclus

  • Focus op gebruikskwaliteit en investeer op goede centrale plekken

  • Eenvoudig uitwisselbare en/of verplaatsbare voorzieningen

  • Eenvoudig aanpasbare en vervangbare onderdelen bij onderhoud

  • Bomen, bosjes, regenwater zijn blijvende speelmogelijkheden

Het creëren van voorwaarden voor toekomstige cycli

  • Zoek samenwerking intern en extern rond circulariteit

  • Registreer gebruikte grondstoffen waardoor aanbodgericht ontwerpen en onderhouden een optie wordt

  • Toegepaste voorzieningen zijn aan einde levensduur geen afval

  • Borg circulair werken in het vervangingsproces

Bijlage II Normentabel (in)formeel spelen

De hoeveelheid formele speelruimte laat zich makkelijker kwantificeren dan de informele speelruimte. Adviesbureau OBB heeft normen opgesteld voor het benodigde aantal speelvoorzieningen dat noodzakelijk is voor kinderen in een bepaalde

leeftijdscategorie. Hierbij is gekeken naar de maximale afstand die kinderen moeten afleggen om hun speelplek zelfstandig te bereiken. De maximale afstand tot de speelplek is per leeftijdscategorie verschillend. Zoals eerder gesteld laat de informele speelruimte zich minder makkelijker kwantificeren dan de formele speelruimte. Op basis van ervaringscijfers zijn echter ook voor de informele speelruimte normen en richtlijnen ontwikkeld. De normen en richtlijnen voor de formele en informele speelruimte zijn in onderstaande tabellen weergegeven. Door het toepassen van de vastgestelde normen voor de formele en informele speelruimte ontstaat een evenwichtig aanbod aan basisvoorzieningen.

Bijlage III Bewonersinput

 

PARTICIPATIE

Bewoners zijn in de analyse van de speelruimte betrokken. Er zijn kinderrondgangen en een workshop met jongeren gehouden om een beeld te krijgen van het ruimtegebruik en er is een digitale enquête gehouden over buitenspelen.

 

KINDERRONDGANG

Tijdens de kinderrondgangen hebben kinderen in de basisschoolleeftijd laten zien hoe en waar ze graag spelen. Een belangrijke conclusie is dat in Barendrecht regelmatig sprake is van verdringing van de basisschooljeugd door de jongeren. Een andere belangrijke conclusie is dat kinderen een grote actieradius hebben en meerdere speelplekken in de buurt bezoeken.

 

DIGITALE ENQUÊTE

Ruim 460 mensen - verdeeld over diverse doelgroepen - hebben de vragenlijst ingevuld. Drie zaken vallen op en vormen de kaders van dit speelruimteplan.

 

De favoriete plek voor jongeren is duidelijk de trap- en sportvelden. Voldoende plekken kan helpen om ze te laten bewegen en ontmoeten en overlast op andere plekken te beperken.

 

Ouders van kinderen zijn bereid om even met hun kind onderweg te zijn voor een leuke speelplek. Meer dan de helft ziet een reistijd van 6 tot 10 minuten niet als probleem. Dit is een afstand van circa 500 tot 700 meter en nog meer als je uitgaat van de fiets.

 

De kinderen uit de bovenbouw basisschool spelen voornamelijk in omliggende straten en de buurt. Ze gaan best ver van huis. Tijdens de kinderrondgang werd dit ook bevestigd. Ze komen op alle voor hen leuke plekken in de buurt. Aandachtspunt is dat bijna de helft van de ouders denkt dat het spelen dichter bij huis gebeurt. Het op pad gaan de buurt in is voor de verzorgers/(groot)ouders niet vanzelfsprekend.