Organisatie | Hilvarenbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening baatbelasting aanleg riolering buitengebied gemeente Hilvarenbeek |
Citeertitel | Verordening baatbelasting aanleg riolering buitengebied gemeente Hilvarenbeek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 18-11-2004 Hilverbode, 2004, 50 | 05-10-2004 |
De raad van de gemeente Hilvarenbeek;gezien het voorstel van het college van 5 oktober 2004;gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het ‘Bekostigingsbesluit aanleg riolering buitengebied gemeente Hilvarenbeek’, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 april 2003;besluitvast te stellen de:Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting aanleg riolering buitengebied gemeente Hilvarenbeek
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
genothebbende: de genothebbende van de onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht; in deze verordening wordt als genothebbende aangemerkt degene die op het tijdstip van de ingang van de heffing danwel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie staat vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen belanghebbende is;
Onder de naam “Baatbelasting aanleg riolering buitengebied gemeente Hilvarenbeek” wordt in de vorm van een heffing ineens een directe baatbelasting geheven ter zake van de onroerende zaken in de gemeente binnen het grijs gekleurde gebied op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op de peildatum zijn gebaat door beide in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.
De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten:
Perceelaansluitingen worden alleen gemaakt ten behoeve van die percelen, die ten tijde van de totstandkoming van de voorzieningen overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan zijn bebouwd danwel op grond van een door de gemeente verstrekte bouwvergunning voor de peildatum worden bebouwd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Indien in de periode gelegen tussen de peildatum en de datum van ingang van de heffing van deze verordening het genot van een gedeelte van een op de peildatum bestaande onroerende zaak is danwel wordt overgedragen, wordt voor de vaststelling van de belastingschuld voor de na de overdracht op de datum van ingang van de heffing bestaande onroerende zaken uitgegaan van een vaststelling van de belastingschuld volgens de formule:A / B x C x € 1,00Voor deze formule geldt:
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 10 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de ambtenaar belast met de heffing te worden ingediend.
Indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van het genot, wordt de nieuwe genothebbende, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.
In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslagingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de ambtenaar belast met de heffing te worden ingediend.
Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak het genot van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt, voor de verdeling van de resterende belastingschuld, de resterende belastingschuld voor de betreffende onroerende zaak voor de nog niet aangevangen belastingjaren opnieuw vastgesteld. De vaststelling van de resterende belastingschuld zoals bedoeld in de vorige volzin geschiedt volgens de formule:A / B x C x € 1,00Voor deze formule geldt:
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zeven gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.