Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Subsidieregeling landelijke BIS professionele kunst Maastricht 2025-2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling landelijke BIS professionele kunst Maastricht 2025-2028
CiteertitelSubsidieregeling landelijke BIS professionele kunst Maastricht 2025-2028
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 31 december 2028.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-02-2024nieuwe regeling

20-02-2024

gmb-2024-92591

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling landelijke BIS professionele kunst Maastricht 2025-2028

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, overwegende dat: het gemeentebestuur het culturele ecosysteem van de professionele kunsten in de stad, waaronder de in Maastricht gehuisveste professionele culturele instellingen die deel uitmaken van de landelijke culturele basisinfrastructuur (BIS), wil versterken door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen; gelet op de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht en de cultuurvisie van de gemeente Maastricht ‘Cultuur maakt Maastricht, Maastricht maakt cultuur’; besluit vast te stellen de Subsidieregeling landelijke BIS professionele kunst Maastricht 2025-2028.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    adviescommissie: een ambtelijke adviescommissie bestaande uit tenminste drie medewerkers van de gemeente Maastricht werkzaam binnen de beleidsafdeling Economie & Cultuur;

  • -

    ASV: de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

  • -

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    BIS: de landelijke culturele basisinfrastructuur (BIS) ofwel het landelijke culturele subsidiestelsel. Het is een vierjarig subsidieverlening van de Rijksoverheid aan professionele culturele instellingen op het gebied van: podiumkunsten, musea, beeldende kunst, film, letteren, ontwerp, ontwikkeling & vernieuwing en ondersteunende instellingen (http://www.cultuursubsidie.nl/);

  • -

    boekjaar: een kalenderjaar, lopende van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    Code Diversiteit & Inclusie: een gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector over diversiteit en inclusie. De code is een instrument van zelfregulering met als doel dat de culturele en creatieve sector de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving representeert (http://codedi.nl/);

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht;

  • -

    cultureel ecosysteem: het geheel van onderling verbonden netwerken in het cultuur- en kunstenveld waarin cultuurmakers en culturele instellingen in verwevenheid nauw met elkaar samenwerken en op zichzelf een volledig toegeruste habitat vormen waarin alle betrokkenen goed kunnen functioneren;

  • -

    cultuurmakers: professionele kunstbeoefenaars die beroepsmatig activiteiten ontplooien die behoren tot de professionele kunst;

  • -

    cultuurvisie: het document ‘Cultuur maakt Maastricht, Maastricht maakt cultuur’ zoals op 26 november 2019 vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht;

  • -

    Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie gericht op een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk (http://fairpracticecode.nl/nl);

  • -

    Governance Code Cultuur: instrument voor goed bestuur en toezicht in de cultuursector dat het gehele besturingsproces omvat: beleid, uitvoering, toezicht en verantwoording (http://www.governancecodecultuur.nl);

  • -

    jeugd: personen tussen de 0 en 27 jaar;

  • -

    onderneming: iedere eenheid, ongeachte haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • -

    professionele culturele instelling: een privaatrechtelijke rechtspersoon (stichting of vereniging) zonder winstoogmerk met volledige rechtsbevoegdheid die zich inzet binnen de professionele kunst en/of cultuursector en zich als zodanig heeft kenbaar gemaakt bij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • -

    professionele kunst: activiteiten op het brede gebied van de kunsten (waaronder architectuur, beeldende kunst en vormgeving, letteren, podiumkunsten, design, film, mode en cross-overs tussen deze disciplines) beroepsmatig beoefend door personen die over professionele vaardigheden beschikken;

  • -

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van meerjarige subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die aansluiten bij een van de volgende functies:

    • a.

      functie symfonieorkest;

    • b.

      functie operagezelschap;

    • c.

      functie theatergezelschap;

    • d.

      functie postacademische instelling (beeldende kunst);

    • e.

      functie presentatie-instelling (beeldende kunst);

    • f.

      functie jeugdpodiumkunsten (dans);

    • g.

      functie festival (dans);

    • h.

      functie regionaal museum.

  • 2.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor een samenhangend geheel van activiteiten:

    • a.

      op het gebied van professionele kunst;

    • b.

      die primair een artistiek-inhoudelijk karakter hebben;

    • c.

      die in voldoende mate gericht zijn op en ten goede komen aan de gemeente Maastricht, haar inwoners en bezoekers;

    • d.

      die gerealiseerd worden in de periode 2025 tot en met 2028;

    • e.

      die onderling verbonden zijn of logischerwijs aan elkaar relateren;

    • f.

      die bijdragen aan het realiseren van de cultuurvisie van de gemeente Maastricht ‘Cultuur maakt Maastricht, Maastricht maakt cultuur’.

  • 3.

    Per aanvrager kan slechts één subsidieaanvraag per jaar worden ingediend en deze subsidieaanvraag kan slechts betrekking hebben op één van de functies zoals opgenomen in artikel 3 lid 1.

  • 4.

    Indien een aanvrager meer dan één subsidieaanvraag heeft ingediend, wordt eenmalig de gelegenheid gegeven om aan te geven welke aanvraag/aanvragen wordt/worden ingetrokken.

  • 5.

    Indien geen gevolg wordt gegeven aan het verzoek zoals in artikel 3 lid 4 is opgenomen, dan worden alle ingediende aanvragen afgewezen.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een professionele culturele instelling, zijnde een privaatrechtelijke rechtspersoon (stichting of vereniging) zonder winstoogmerk met volledige rechtsbevoegdheid:

  • a.

    die binnen de infrastructuur van de professionele kunst in Maastricht een rol vervult die overeenkomt met de functie op basis waarvan aan desbetreffende instelling na een positieve beoordeling door de Raad van Cultuur subsidie is verstrekt vanuit de BIS 2021-2024, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1;

  • b.

    die een duidelijke relatie heeft met de gemeente Maastricht op basis van vestiging en/of werkterrein;

  • c.

    die structureel en jaarlijks culturele activiteiten uitvoert die gericht zijn op en ten goede komen aan de gemeente Maastricht, haar inwoners en bezoekers;

  • d.

    die op het moment van het indienen van de aanvraag ten minste twee jaar onafgebroken ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 bedraagt het subsidieplafond in totaal per boekjaar € 1.057.352,-.

  • 2.

    Het subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 wordt in de boekjaren 2025 en 2026 jaarlijks verhoogd met € 200.000,- ten behoeve van de functie festival (dans) zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 aanhef en onder g.

  • 3.

    Wijzigingen in de hoogte en verdeling van het subsidieplafond, behoudens wijzigingen als gevolg van jaarlijkse loon- en prijsindexeringen, worden door het college vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 4.

    Jaarlijks kan er een indexering van het subsidieplafond plaatsvinden.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen uitsluitend de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór indiening van de aanvraag.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt per boekjaar maximaal:

    • a.

      € 243.429,- voor de functie symfonieorkest;

    • b.

      € 152.183,- voor de functie operagezelschap;

    • c.

      € 181.352,- voor de functie theatergezelschap;

    • d.

      € 86.093,- voor de functie postacademische instelling (beeldende kunst);

    • e.

      € 186.939,- voor de functie presentatie-instelling (beeldende kunst);

    • f.

      € 81.162,- voor de functie jeugdpodiumkunsten (dans);

    • g.

      € 96.194,- voor de functie festival (dans);

    • h.

      € 30.000,- voor de functie regionaal museum.

  • 2.

    Het maximale subsidiebedrag voor de functie festival (dans), zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 aanhef en onder g, wordt in de boekjaren 2025 en 2026 jaarlijks verhoogd met € 200.000,-.

  • 3.

    Jaarlijks kan er een indexering van het subsidiebedrag plaatsvinden.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1.

    Een meerjarige subsidie wordt aangevraagd voor een periode van maximaal 4 jaar, zijnde de boekjaren 2025 tot en met 2028.

  • 2.

    Een aanvraag voor een meerjarige subsidie voor de periode 2025-2028 wordt ingediend met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier op de gemeentelijke website: http://www.gemeentemaastricht.nl/.

  • 3.

    Voor de boekjaren 2026, 2027 en 2028 dient er een herhaalde subsidieaanvraag ingediend te worden.

  • 4.

    Een aanvraag voor meerjarige subsidie moet ten minste de volgende documenten bevatten:

    • a.

      een recent (op het moment van aanvraag niet ouder dan 6 maanden) uittreksel van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      een kopie van een recent (op het moment van aanvraag niet ouder dan 6 maanden) bankafschrift waarop, ter verificatie van het bankrekeningnummer van de aanvrager, het rekeningnummer, de naam van de instelling en de datum zichtbaar zijn;

    • c.

      indien de aanvrager een onderneming is: een ingevulde verklaring de-minimissteun;

    • d.

      een meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 bestaande uit:

      • i.

        algemene instellingsgegevens;

      • ii.

        een omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager tot de doelgroep behoort, zoals bedoeld in artikel 4;

      • iii.

        een onderbouwing van de functiekeuze op basis waarvan de aanvrager subsidie aanvraagt, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1;

      • iv.

        een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

      • v.

        de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

      • vi.

        een toelichting op verwachte bezoekers-/deelnemersaantallen en publieksbereik;

      • vii.

        een concrete inhoudelijke beschrijving die inzicht geeft in de wijze waarop de aanvrager voldoet aan de omschrijving en aandachtspunten van de vijf beoordelingscriteria: (1) relevantie, (2) betekenis voor de stad, (3) investeren in jeugd, (4) meerwaarde voor het culturele ecosysteem en (5) gezonde bedrijfsvoering, zoals beschreven in bijlage 1;

      • viii.

        een sluitende meerjarenbegroting 2025-2028 waarin alle (verwachte) inkomsten en uitgaven inzichtelijk worden weergegeven en waaruit blijkt dat de meerjarige subsidie van de gemeente Maastricht noodzakelijk is;

      • ix.

        de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag;

      • x.

        een omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager over professionele organisatiekracht beschikt en (financiële) continuïteit kan waarborgen;

      • xi.

        een omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft en toepast;

      • xii.

        een concreet uitgewerkt inhoudelijk jaarplan en bijbehorende sluitende jaarbegroting voor het boekjaar 2025.

  • 5.

    De herhaalde subsidieaanvragen zoals bedoeld in artikel 8 lid 3 bevatten een concretisering en actualisering, zowel financieel als inhoudelijk, van het meerjarige bedrijfsplan 2025-2028 gericht op het desbetreffende jaar.

  • 6.

    Een herhaalde subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier op de gemeentelijke website: http://www.gemeentemaastricht.nl/.

Artikel 9. Beoordelingscriteria

  • 1.

    Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      Relevantie;

    • b.

      Betekenis voor de stad;

    • c.

      Investeren in jeugd;

    • d.

      Meerwaarde voor het culturele ecosysteem;

    • e.

      Gezonde bedrijfsvoering.

  • 2.

    In bijlage 1 en 2 van deze regeling zijn de criteria en de wijze waarop de adviescommissie de criteria weegt, uitgewerkt.

Artikel 10. Wijze van beoordeling aanvragen meerjarige subsidies

  • 1.

    Aanvragen voor een meerjarige subsidie voor de periode 2025-2028 worden voorgelegd aan een adviescommissie.

  • 2.

    De aanvragen worden getoetst aan het bepaalde in artikelen 3 en 8 en beoordeeld aan de hand van de criteria zoals bedoeld in artikel 9 en zoals beschreven in bijlage 1.

  • 3.

    Per beoordelingscriterium kent de adviescommissie punten toe volgens de in bijlage 2 beschreven waardering van de criteria.

  • 4.

    Alleen aanvragen die op elk van de criteria worden beoordeeld met ten minste een voldoende (12 punten) komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5.

    Wanneer een aanvraag op ten minste één van de criteria wordt beoordeeld met een onvoldoende (1 punt) of zwak (6 punten), komt deze niet in aanmerking voor subsidie.

  • 6.

    Bij verdeling van subsidies zoals wordt bedoeld in artikel 11 lid 1 wordt het advies van de adviescommissie betrokken.

Artikel 11. Wijze van verdeling meerjarige subsidies

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, naar tijdstip van ontvangst gerangschikt.

Artikel 12. Herhaalde subsidieaanvragen

  • 1.

    Subsidie wordt verleend voor 4 jaren, zijnde de boekjaren 2025 tot en met 2028, met dien verstande dat de jaarlijkse subsidieverlening voor de jaren 2026, 2027 en 2028 enkel plaatsvindt nadat jaarlijks een herhaalde subsidieaanvraag wordt ingediend die een concretisering en actualisering, zowel financieel en Inhoudelijk, bevat van het meerjarige bedrijfsplan 2025-2028 gericht op het desbetreffende jaar, zoals bedoeld in artikel 8 lid 5.

  • 2.

    Alleen herhaalde subsidieaanvragen die voldoende in lijn zijn met het meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 van de aanvrager en welke voldoen aan de formele voorwaarden en vereisten van deze regeling komen voor subsidie voor het betreffende boekjaar in aanmerking.

  • 3.

    Ieder jaar zal het college een besluit nemen of de subsidie voor het betreffende boekjaar al dan niet verleend zal worden.

Artikel 13. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een meerjarige subsidie wordt, in afwijking van artikel 7 lid 1 van de ASV, ingediend uiterlijk 29 april 2024 om 13.00 uur.

  • 2.

    De herhaalde subsidieaanvragen voor de boekjaren 2026, 2027 en 2028 worden ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Een herhaalde subsidieaanvraag zoals bedoeld in artikel 13 lid 2 wordt alleen in behandeling genomen indien een meerjarige subsidie is verleend voor de jaren 2025 tot en met 2028.

  • 4.

    Een te laat ingediende aanvraag wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 14. Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit op de aanvraag voor een meerjarige subsidie, in afwijking van artikel 8 lid 1 van de ASV, uiterlijk voor 1 oktober 2024.

  • 2.

    Het college besluit op de herhaalde subsidieaanvragen voor de boekjaren 2026, 2027 en 2028, in afwijking van artikel 8 lid 1 van de ASV, uiterlijk voor 31 december van het jaar waarin de aanvraag voor subsidie is ingediend.

Artikel 15. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9 lid 3, aanhef en onder f, van de ASV, wordt subsidieverlening geweigerd als:

  • a.

    met de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

  • c.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

  • d.

    aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging kunnen worden uitgevoerd;

  • e.

    de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

  • f.

    het college op basis van de aanvraag er onvoldoende van overtuigd is dat de uit te voeren activiteiten kunnen worden gerealiseerd;

  • g.

    aan de aanvrager meerjarige subsidie is of zal worden verleend op grond van de Subsidieregeling meerjarige dynamiek professionele kunst Maastricht 2025-2028;

  • h.

    aan de aanvrager een begrotingssubsidie is of zal worden verleend, met uitzondering van de instellingen die enkel huurcompensatie ontvangen van de gemeente, door de gemeente Maastricht voor de periode 2025-2028;

  • i.

    voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd incidentele subsidie, is of zal worden verleend door de gemeente Maastricht;

  • j.

    de aanvraag niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

Artikel 16. Verplichtingen

Het college kan in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.

Artikel 17. Verantwoording en vaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 14 en 15 van de ASV dient de subsidieontvanger per afzonderlijk boekjaar, uiterlijk voor 1 mei van het jaar volgend op het betreffende boekjaar, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling bij een subsidie van meer dan € 5.000,- en ten hoogste € 75.000,- dient te bestaan uit:

    • a.

      een inhoudelijk verslag dat de aard en de omvang van de door de aanvrager verrichte (gesubsidieerde) activiteiten beschrijft en een beargumenteerde vergelijking bevat tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen. In dit activiteitenverslag worden expliciet de bezoekers- en/of deelnemersaantallen vermeld;

    • b.

      een financiële verantwoording bestaande uit een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verschillen tussen de begroting van het betreffende boekjaar en de realisatie worden in de financiële verantwoording toegelicht.

  • 3.

    Een aanvraag tot vaststelling bij een subsidie van meer dan €75.000,- bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag dat de aard en de omvang van de door de aanvrager verrichte (gesubsidieerde) activiteiten beschrijft en een beargumenteerde vergelijking bevat tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen. In dit activiteitenverslag worden expliciet de bezoekers- en/of deelnemersaantallen vermeld;

    • b.

      een financiële verantwoording bestaande uit een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verschillen tussen de begroting van het betreffende boekjaar en de realisatie worden in de financiële verantwoording toegelicht;

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk registeraccountant.

  • 4.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier op de gemeentelijke website: http://www.gemeentemaastricht.nl/.

  • 5.

    Een subsidie wordt, in afwijking van artikel 16 lid 1 van de ASV, vastgesteld binnen 4 maanden na ontvangst van een aanvraag tot vaststelling.

Artikel 18. Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen, de uitvoering van deze subsidieregeling betreffend, waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 19. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 29 februari 2024.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling vóór laatstgenoemde datum zijn aangevraagd of verleend.

  • 3.

    De bijlagen 1 en 2 bij deze regeling maken onderdeel uit van de regeling.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling landelijke BIS professionele kunst Maastricht 2025-2028.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 20 februari 2024.

de secretaris,

G.J.C. Kusters

de burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

BIJLAGE 1  

 

Beoordelingscriteria

Om vast te stellen welke aanvragen het beste aansluiten bij hetgeen is bepaald in deze regeling worden aanvragen die voldoen aan de formele voorwaarden en vereisten beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria. Aanvragers dienen in hun meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 een concrete inhoudelijke beschrijving op te nemen die inzicht geeft in de wijze waarop wordt voldaan aan de omschrijving en aandachtspunten van de vijf beoordelingscriteria.

 

Criterium 1 – Relevantie

De aanvrager dient in relatie tot het lokale culturele veld voldoende onderscheidend van aard te zijn en haar aanbod aan activiteiten moeten zowel artistiek-inhoudelijk als sociaal-maatschappelijk relevant en van betekenis te zijn.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de beschrijving van de missie en visie van de aanvrager in relatie tot haar culturele profiel, artistieke eigenheid, beoogde maatschappelijke waarde en onderscheidende karakter.

  • de wijze waarop de aanvrager denkt de artistieke inhoud en opzet van de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan actueel, relevant en aangesloten te houden op hedendaagse ontwikkelingen.

  • de mate waarin en de wijze waarop de aanvrager middels artistiek-inhoudelijke activiteiten maatschappelijke betekenis wil creëren en/of een bijdrage wil leveren aan lokale sociaal-maatschappelijke vraagstukken.

  • de mate waarin de aard van de instelling en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan aansluiten bij de functiekeuze.

 

Criterium 2 – Betekenis voor de stad

De aanvrager dient zich in te spannen om middels haar activiteiten een bijdrage te leveren aan het vergoten van de toegankelijkheid, bereikbaarheid, herkenbaarheid en zichtbaarheid van het cultuuraanbod in Maastricht en zich in zekere mate te verhouden tot wat er in de stad speelt en leeft.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de ambities van de aanvrager om vanuit de eigen context het potentieel van de stad te benutten, meer naar buiten te treden, ruimte te geven aan cultuurinitiatieven dichtbij de mensen (in en vanuit de wijken) en cultuuraanbod laagdrempelig, bereikbaar en makkelijk toegankelijk te maken.

  • de mate waarin de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan een duurzaam karakter hebben en een blijvende impact op en zichtbaarheid in Maastricht teweegbrengen.

  • de mate waarin en de wijze waarop de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan zich aantoonbaar verhouden tot de stad Maastricht, lokaal herkenbaar zijn en gericht zijn op en ten goede komen aan haar inwoners en bezoekers.

  • de (haalbaarheid van de) doelstellingen die de aanvrager voor zichzelf formuleert met betrekking tot het (actief) betrekken van inwoners van Maastricht die nu nog niet of onvoldoende worden bereikt.

 

Criterium 3 – Investeren in jeugd

Van de aanvrager wordt verwacht dat zij zich vanuit de eigen context inspant om haar aanbod aan activiteiten te ontsluiten voor een breed publiek, daarbij wordt nadrukkelijk gevraagd de aandacht te verbreden naar de Maastrichtse jeugd – oftewel personen tussen de 0 en 27 jaar.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de (vernieuwende) wijze waarop de aanvrager zich inspant om jeugd in aanraking te brengen met en/of actief te betrekken bij de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan.

  • de manier waarop de aanvrager en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan organisatorisch en (artistiek-)inhoudelijk aansluiten bij de leefwereld van de jeugd.

  • de mate waarin en de wijze waarop de aanvrager aandacht besteedt aan cultuureducatie en/of talentontwikkeling, en de samenwerking met scholen, opleidingen en buitenschoolse aanbieders.

  • de wijze waarop de aanvrager actieve betrokkenheid, co-creatie en/of participatie van het brede publiek en/of deelnemers realiseert.

 

Criterium 4 – Meerwaarde voor het culturele ecosysteem

De aard en de activiteiten en de rol van de aanvrager dienen bij te dragen aan het versterken en bestendigen van het culturele ecosysteem van Maastricht.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de beschrijving van de rol die de aanvrager vervult binnen het lokale en/of regionale culturele ecosysteem en de toegevoegde waarde daarvan.

  • de mate waarin en de wijze waarop de aanvrager en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan bijdragen aan het versterken en bestendigen van het culturele ecosysteem van Maastricht.

  • de wijze waarop en mate waarin er sprake is van wederkerige samenwerking met andere lokale partijen, zowel binnen als buiten het culturele ecosysteem.

  • de mate waarin opgebouwde kennis en ervaring van de aanvrager overdraagbaar is en als voorbeeld of inspiratie kan dienen voor andere partijen binnen het culturele ecosysteem.

 

Criterium 5 – Gezonde bedrijfsvoering

Een aanvrager moet bedrijfsmatig en financieel op orde zijn, beschikken over professionele organisatiekracht en (financiële) continuïteit kunnen waarborgen.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de organisatorische kwaliteit en de aanwezigheid van zakelijke kennis als basis voor het realiseren van de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan.

  • de uitvoerbaarheid van het meerjarig bedrijfsplan in werkwijze, planning, personele organisatie en omvang van de organisatie (en eventuele externe uitvoerenden).

  • de financiële uitgangspositie van de aanvrager en de mate waarin de meerjarenbegroting inclusief het dekkingsplan inzichtelijk, realistisch en passend is bij de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan.

  • de haalbaarheid van een passende financieringsmix en de visie van de aanvrager op het omgaan met risico’s zoals tegenvallende inkomsten.

  • de omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft en binnen de eigen mogelijkheden toepast.

 

Bijlage 2  

 

Beoordelingswijze

Per criterium wordt een beoordeling gegeven die wordt vertaald in een waardering. Er wordt gebruik gemaakt van de cijfers tussen 1 (onvoldoende) en 20 (zeer goed) en conform onderstaande toelichting toegepast. De waardering staat op zichzelf; aanvragen worden bij het beoordelen niet met elkaar vergeleken.

 

Waardering

Cijfer

Toelichting

Zeer goed

20

Positief; er zijn geen punten van kritiek.

Goed

18

Positief; er zijn bijna geen punten van kritiek.

Ruim voldoende

14

Positief; al zijn er ook enkele punten van kritiek.

Voldoende

12

Al met al positief; er zijn meerdere punten van kritiek maar de positieve elementen hebben nipt de overhand.

Zwak

6

Onder de maat; er zijn enkele positieve elementen maar de punten van kritiek hebben de overhand.

Onvoldoende

1

Er zijn (nagenoeg) geen positieve elementen te benoemen.