Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Subsidieregeling meerjarige dynamiek professionele kunst Maastricht 2025-2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling meerjarige dynamiek professionele kunst Maastricht 2025-2028
CiteertitelSubsidieregeling meerjarige dynamiek professionele kunst Maastricht 2025-2028
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 januari 2029.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-02-2024nieuwe regeling

20-02-2024

gmb-2024-92564

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling meerjarige dynamiek professionele kunst Maastricht 2025-2028

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, overwegende dat: het gemeentebestuur culturele dynamiek wil bevorderen en het culturele ecosysteem van de professionele kunsten in Maastricht wil versterken door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen; gelet op de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht en de cultuurvisie van de gemeente Maastricht ‘Cultuur maakt Maastricht, Maastricht maakt cultuur’; besluit vast te stellen de Subsidieregeling meerjarige dynamiek professionele kunst Maastricht 2025-2028.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    adviescommissie: een ambtelijke adviescommissie bestaande uit tenminste drie medewerkers van de gemeente Maastricht werkzaam binnen de beleidsafdeling Economie & Cultuur;

  • -

    ASV: de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

  • -

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    boekjaar: een kalenderjaar, lopende van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    Code Diversiteit & Inclusie: een gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector over diversiteit en inclusie. De code is een instrument van zelfregulering met als doel dat de culturele en creatieve sector de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving representeert (http://codedi.nl/);

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht;

  • -

    cultureel ecosysteem: het geheel van onderling verbonden netwerken in het cultuur- en kunstenveld waarin cultuurmakers en culturele instellingen in verwevenheid nauw met elkaar samenwerken en op zichzelf een volledig toegeruste habitat vormen waarin alle betrokkenen goed kunnen functioneren;

  • -

    cultureel makershuis (oftewel categorie III): zie de omschrijving in bijlage 1;

  • -

    cultureel platform (oftewel categorie II): zie de omschrijving in bijlage 1;

  • -

    cultureel programmeur (oftewel categorie I): zie de omschrijving in bijlage 1;

  • -

    cultuurmakers: professionele kunstbeoefenaars die beroepsmatig activiteiten ontplooien die behoren tot de professionele kunst;

  • -

    cultuurvisie: het document ‘Cultuur maakt Maastricht, Maastricht maakt cultuur’ zoals op 26 november 2019 vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht;

  • -

    Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie gericht op een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk (http://fairpracticecode.nl/nl);

  • -

    Governance Code Cultuur: instrument voor goed bestuur en toezicht in de cultuursector dat het gehele besturingsproces omvat: beleid, uitvoering, toezicht en verantwoording (http://www.governancecodecultuur.nl);

  • -

    jeugd: personen tussen de 0 en 27 jaar;

  • -

    onderneming: iedere eenheid, ongeachte haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • -

    professionele culturele instelling: een privaatrechtelijke rechtspersoon (stichting of vereniging) zonder winstoogmerk met volledige rechtsbevoegdheid die zich inzet binnen de professionele kunst en/of cultuursector en zich als zodanig heeft kenbaar gemaakt bij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • -

    professionele kunst: activiteiten op het brede gebied van de kunsten (waaronder architectuur, beeldende kunst en vormgeving, letteren, podiumkunsten, design, film, mode en cross-overs tussen deze disciplines) beroepsmatig beoefend door personen die over professionele vaardigheden beschikken;

  • -

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van meerjarige subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die aansluiten bij een van de volgende categorieën:

    • a.

      categorie I: cultureel programmeur;

    • b.

      categorie II: cultureel platform;

    • c.

      categorie III: cultureel makershuis.

  • 2.

    In bijlage 1 van deze regeling zijn de omschrijvingen van de categorieën uitgewerkt.

  • 3.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor een samenhangend geheel van activiteiten:

    • a.

      op het gebied van professionele kunst;

    • b.

      die primair een artistiek-inhoudelijk karakter hebben;

    • c.

      die in voldoende mate gericht zijn op en ten goede komen aan de gemeente Maastricht, haar inwoners en bezoekers;

    • d.

      die gerealiseerd worden in de periode 2025 tot en met 2028;

    • e.

      die onderling verbonden zijn of logischerwijs aan elkaar relateren;

    • f.

      die bijdragen aan het realiseren van de cultuurvisie van de gemeente Maastricht ‘Cultuur maakt Maastricht, Maastricht maakt cultuur’.

  • 4.

    Per aanvrager kan slechts één subsidieaanvraag per jaar worden ingediend en deze subsidieaanvraag kan slechts betrekking hebben op één van de categorieën zoals bedoeld in artikel 3 lid 1.

  • 5.

    Indien een aanvrager meer dan één subsidieaanvraag heeft ingediend, wordt eenmalig de gelegenheid gegeven om aan te geven welke aanvraag/aanvragen wordt/worden ingetrokken.

  • 6.

    Indien geen gevolg wordt gegeven aan het verzoek zoals in artikel 3 lid 5 is opgenomen, dan worden alle ingediende aanvragen afgewezen.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een professionele culturele instelling, zijnde een privaatrechtelijke rechtspersoon (stichting of vereniging) zonder winstoogmerk met volledige rechtsbevoegdheid:

  • a.

    die een duidelijke relatie heeft met de gemeente Maastricht op basis van vestiging en/of werkterrein;

  • b.

    die structureel en jaarlijks culturele activiteiten uitvoert die gericht zijn op en ten goede komen aan de gemeente Maastricht, haar inwoners en bezoekers;

  • c.

    die op het moment van het indienen van de aanvraag ten minste twee jaar onafgebroken ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel;

  • d.

    die binnen het culturele ecosysteem in Maastricht een rol vervult die logischerwijs aansluit bij een van de drie categorieën op basis waarvan binnen deze regeling subsidie kan worden aangevraagd, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 en zoals beschreven in bijlage 1.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 bedraagt het subsidieplafond in totaal per boekjaar € 495.000,-, opgebouwd uit:

    • a.

      € 165.000,- voor aanvragen die betrekking hebben op categorie I: cultureel programmeur;

    • b.

      € 165.000,- voor aanvragen die betrekking hebben op categorie II: cultureel platform;

    • c.

      € 165.000,- voor aanvragen die betrekking hebben op categorie III: cultureel makershuis.

  • 2.

    Wijzigingen in de hoogte en verdeling van het subsidieplafond, behoudens wijzigingen als gevolg van jaarlijkse loon- en prijsindexeringen, worden door het college vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 3.

    Jaarlijks kan er een indexering van het subsidieplafond plaatsvinden.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen uitsluitend de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór indiening van de aanvraag.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt, op basis van hetgeen is beschreven in bijlage 2, per boekjaar maximaal:

    • a.

      € 75.000,- (budget hoog); of

    • b.

      € 30.000,- (budget laag).

  • 2.

    Het maximale aantal subsidieverstrekkingen per boekjaar bedraagt voor:

    • a.

      categorie I: vier, zijnde eenmaal € 75.000,- en driemaal € 30.000,-;

    • b.

      categorie II: vier, zijnde eenmaal € 75.000,- en driemaal € 30.000,-;

    • c.

      categorie III: vier, zijnde eenmaal € 75.000,- en driemaal € 30.000,-.

  • 3.

    Jaarlijks kan er een indexering van het subsidiebedrag plaatsvinden.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1.

    Een meerjarige subsidie wordt aangevraagd voor een periode van maximaal 4 jaar, zijnde de boekjaren 2025 tot en met 2028.

  • 2.

    Een aanvraag voor een meerjarige subsidie voor de periode 2025-2028 wordt ingediend met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier op de gemeentelijke website: http://http:www.gemeentemaastricht.nl/.

  • 3.

    Voor de boekjaren 2026, 2027 en 2028 dient er een herhaalde subsidieaanvraag ingediend te worden.

  • 4.

    Een aanvraag voor meerjarige subsidie moet ten minste de volgende documenten bevatten:

    • a.

      een recent (op het moment van aanvraag niet ouder dan 6 maanden) uittreksel van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      een kopie van een recent (op het moment van aanvraag niet ouder dan 6 maanden) bankafschrift waarop, ter verificatie van het bankrekeningnummer van de aanvrager, het rekeningnummer, de naam van de instelling en de datum zichtbaar zijn;

    • c.

      indien de aanvrager een onderneming is: een ingevulde verklaring de-minimissteun;

    • d.

      een meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 bestaande uit:

      • i.

        algemene instellingsgegevens;

      • ii.

        een omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager tot de doelgroep behoort, zoals bedoeld in artikel 4;

      • iii.

        een onderbouwing van de categoriekeuze (cultureel programmeur, cultureel platform, cultureel makershuis) op basis waarvan de aanvrager subsidie aanvraagt, zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 en zoals beschreven in bijlage 1;

      • iv.

        een onderbouwing voor de budgetkeuze (€ 75.000,-/budget hoog of € 30.000,-/budget laag), zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 en zoals beschreven in bijlage 2;

      • v.

        een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

      • vi.

        de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

      • vii.

        een toelichting op verwachte bezoekers-/deelnemersaantallen en publieksbereik;

      • viii.

        een concrete inhoudelijke beschrijving die inzicht geeft in de wijze waarop de aanvrager voldoet aan de omschrijving en aandachtspunten van de vijf beoordelingscriteria: (1) relevantie, (2) betekenis voor de stad, (3) investeren in jeugd, (4) meerwaarde voor het culturele ecosysteem en (5) gezonde bedrijfsvoering, zoals beschreven in bijlage 3;

      • ix.

        een sluitende meerjarenbegroting 2025-2028 waarin alle (verwachte) inkomsten en uitgaven inzichtelijk worden weergegeven en waaruit blijkt dat de meerjarige subsidie van de gemeente Maastricht noodzakelijk is;

      • x.

        de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag;

      • xi.

        een omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager over professionele organisatiekracht beschikt en (financiële) continuïteit kan waarborgen;

      • xii.

        een omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft en toepast;

      • xiii.

        een concreet uitgewerkt inhoudelijk jaarplan en bijbehorende sluitende jaarbegroting voor het boekjaar 2025.

    • e.

      indien de aanvrager een rechtspersoon is die voor de eerste keer subsidie aanvraagt: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

  • 5.

    De herhaalde subsidieaanvragen zoals bedoeld in artikel 8 lid 3 bevatten een concretisering en actualisering, zowel financieel als inhoudelijk, van het meerjarige bedrijfsplan 2025-2028 gericht op het desbetreffende jaar.

  • 6.

    Een herhaalde subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier op de gemeentelijke website: http://www.gemeentemaastricht.nl/.

Artikel 9. Beoordelingscriteria

  • 1.

    Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      Relevantie;

    • b.

      Betekenis voor de stad;

    • c.

      Investeren in jeugd;

    • d.

      Meerwaarde voor het culturele ecosysteem;

    • e.

      Gezonde bedrijfsvoering.

  • 2.

    In bijlage 3 en 4 van deze regeling zijn de criteria en de wijze waarop de adviescommissie de criteria weegt, uitgewerkt.

Artikel 10. Wijze van beoordeling aanvragen meerjarige subsidies

  • 1.

    Aanvragen voor een meerjarige subsidie voor de periode 2025-2028 worden voorgelegd aan een adviescommissie. De aanvragen worden door de adviescommissie beoordeeld binnen de categorie waarvoor subsidie is aangevraagd en in relatie tot budgetkeuze, zoals opgenomen in bijlagen 1 en 2.

  • 2.

    De aanvragen worden getoetst aan het bepaalde in artikelen 3 en 8 en beoordeeld aan de hand van de criteria zoals bedoeld in artikel 9 en zoals beschreven in bijlage 3.

  • 3.

    Per beoordelingscriterium kent de adviescommissie punten toe volgens de in bijlage 4 beschreven waardering van de criteria.

  • 4.

    Aan de hand van de puntentotalen worden de aanvragen per categorie en vervolgens per budget gerangschikt van hoog naar laag.

  • 5.

    Aanvragen met hetzelfde puntentotaal worden, indien honorering van deze aanvragen tot overschrijding van het subsidieplafond zou leiden, in de volgende volgorde nader gerangschikt (van meest belangrijk naar minst belangrijk criterium):

    • a.

      op basis van de reeds toegekende score op het criterium ‘betekenis voor de stad’;

    • b

      de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de reeds toegekende score op het criterium ‘meerwaarde voor het culturele ecosysteem’;

    • c

      de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de reeds toegekende score op het criterium ‘gezonde bedrijfsvoering’;

    • d

      de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de reeds toegekende score op het criterium ‘investeren in jeugd’;

    • e

      de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de reeds toegekende score op het criterium ‘relevantie’.

  • 6.

    Aanvragen die na toepassing van artikel 10 lid 5 alsnog gelijk eindigen in de rangorde, worden conform de beoordelingswijze zoals beschreven in bijlage 4, nader gerangschikt op basis van de mate waarin wordt bijgedragen aan (in afnemende volgorde van belangrijkheid):

    • a.

      verbreding van de groep die cultuur kan maken en meemaken;

    • b.

      versterking van het Maastrichtse culturele veld;

    • c.

      versterking van de cultuurregio Zuid-Limburg.

  • 7.

    Wanneer een aanvraag op ten minste één van de 5 criteria wordt beoordeeld met een onvoldoende (1 punt) of zwak (6 punten), komt deze niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 11. Wijze van verdeling meerjarige subsidies

  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verlening van subsidie plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangordes, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij de rangschikking zoals bedoeld in artikel 11 lid 1 wordt het advies van de adviescommissie betrokken.

Artikel 12. Herhaalde subsidieaanvragen

  • 1.

    Subsidie wordt verleend voor 4 jaren, zijnde de boekjaren 2025 tot en met 2028, met dien verstande dat de jaarlijkse subsidieverlening voor de jaren 2026, 2027 en 2028 enkel plaatsvindt nadat jaarlijks een herhaalde subsidieaanvraag wordt ingediend die een concretisering en actualisering, zowel financieel en Inhoudelijk, bevat van het meerjarige bedrijfsplan 2025-2028 gericht op het desbetreffende jaar, zoals bedoeld in artikel 8 lid 5.

  • 2.

    Alleen herhaalde subsidieaanvragen die voldoende in lijn zijn met het meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 van de aanvrager en welke voldoen aan de formele voorwaarden en vereisten van deze regeling komen voor subsidie voor het betreffende boekjaar in aanmerking.

  • 3.

    Ieder jaar zal het college een besluit nemen of de subsidie voor het betreffende boekjaar verleend zal worden of niet.

Artikel 13. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een meerjarige subsidie wordt, in afwijking van artikel 7 lid 1 van de ASV, ingediend uiterlijk 29 april 2024 om 13.00 uur.

  • 2.

    De herhaalde subsidieaanvragen voor de boekjaren 2026, 2027 en 2028 worden ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Een herhaalde subsidieaanvraag zoals bedoeld in artikel 12 lid 2 wordt alleen in behandeling genomen indien een meerjarige subsidie is verleend voor de jaren 2025 tot en met 2028.

  • 4.

    Een te laat ingediende aanvraag wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 14. Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit op de aanvraag voor een meerjarige subsidie, in afwijking van artikel 8 lid 1 van de ASV, uiterlijk voor 1 oktober 2024.

  • 2.

    Het college besluit op de herhaalde subsidieaanvragen voor de boekjaren 2026, 2027 en 2028, in afwijking van artikel 8 lid 1 van de ASV, uiterlijk voor 31 december van het jaar waarin de aanvraag voor subsidie is ingediend.

Artikel 15. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9 lid 3, aanhef en onder f, van de ASV, wordt subsidieverlening geweigerd als:

  • a.

    met de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

  • c.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

  • d.

    aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging kunnen worden uitgevoerd;

  • e.

    de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

  • f.

    het college op basis van de aanvraag er onvoldoende van overtuigd is dat de uit te voeren activiteiten kunnen worden gerealiseerd;

  • g.

    aan de aanvrager meerjarige subsidie is of zal worden verleend op grond van de Subsidieregeling landelijke BIS professionele kunst Maastricht 2025-2028;

  • h.

    aan de aanvrager een begrotingssubsidie is of zal worden verleend, met uitzondering van de instellingen die enkel huurcompensatie ontvangen van de gemeente, door de gemeente Maastricht voor de periode 2025-2028;

  • i.

    voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd incidentele subsidie, is of zal worden verleend door de gemeente Maastricht;

  • j.

    de aanvraag niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

Artikel 16. Verplichtingen

Het college kan in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.

Artikel 17. Verantwoording en vaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 14 en 15 van de ASV dient de subsidieontvanger per afzonderlijk boekjaar, uiterlijk voor 1 mei van het jaar volgend op het betreffende boekjaar, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling dient te bestaan uit:

    • a.

      een inhoudelijk verslag dat de aard en de omvang van de door de aanvrager verrichte (gesubsidieerde) activiteiten beschrijft en een beargumenteerde vergelijking bevat tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen. In dit activiteitenverslag worden expliciet de bezoekers- en/of deelnemersaantallen vermeld;

    • b.

      een financiële verantwoording bestaande uit een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verschillen tussen de begroting van het betreffende boekjaar en de realisatie worden in de financiële verantwoording toegelicht.

  • 3.

    Conform artikel 15 lid 3 van de ASV en in afwijking van artikel 15 lid 2 van de ASV, hoeft de aanvraag tot vaststelling van subsidies die ten gevolge van indexering in een boekjaar meer bedragen dan € 75.000,- de volgende stukken niet te bevatten:

    • a.

      een controleverklaring opgesteld door een onafhankelijk registeraccountant; en

    • b.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop.

  • 4.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier op de gemeentelijke website: http://www.gemeentemaastricht.nl/.

  • 5.

    Een subsidie wordt, in afwijking van artikel 16 lid 1 van de ASV, vastgesteld binnen 4 maanden na ontvangst van een aanvraag tot vaststelling.

Artikel 18. Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen, de uitvoering van deze subsidieregeling betreffend, waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 19. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 29 februari 2024.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling vóór laatstgenoemde datum zijn aangevraagd of verleend.

  • 3.

    De bijlagen 1 tot en met 4 bij deze regeling maken onderdeel uit van de regeling.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling meerjarige dynamiek professionele kunst Maastricht 2025-2028.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 20 februari 2024.

de secretaris,

G.J.C. Kusters

de burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

BIJLAGE 1  

 

Categorieën

Bij het aanvragen van meerjarige subsidie heeft de aanvrager de keuze tussen drie categorieën aan subsidiemogelijkheden. De aard van de aanvrager en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 dienen logischerwijs aan te sluiten bij de categoriekeuze.

 

Categorie I: cultureel programmeur

Met de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 vervult de aanvrager binnen het culturele ecosysteem van Maastricht de rol van cultureel programmeur.

  • Als cultureel programmeur staat het programmeren en presenteren van een samenhangend cultureel aanbod centraal.

  • De aanvrager benut de potentie van de stad als podium of canvas voor de presentatie van één of meerdere kunstdisciplines. Daarbij wordt nadrukkelijk verder gekeken dan de cultuurpodia en is er een duidelijke koppeling tussen het artistiek-inhoudelijke programma en de (fysieke) presentatieplek(ken).

  • Het aanbod aan activiteiten laat inwoners en bezoekers van Maastricht op laagdrempelige en inspirerende wijze kennismaken met en genieten van (nieuwe vormen van) kunst en cultuur.

Categorie II: cultureel platform

Met de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 vervult de aanvrager binnen het culturele ecosysteem van Maastricht de rol van cultureel platform.

  • Als cultureel platform staat het professionaliseren, promoten, verrijken, versterken en bestendigen van het eigen werkterrein centraal. Vanuit een relevant netwerk van (professionele) partners binnen het culturele veld wordt intensief samengewerkt, talenten begeleid en vindt kruisbestuiving plaats. Indien van toepassing wordt de verbinding gelegd met andere domeinen.

  • De aanvrager biedt begeleiding en coaching op het gebied van talentontwikkeling. Primair ligt de nadruk op het ontplooien van creatieve ontwikkeling en het positioneren van talent.

  • Het aanbod aan activiteiten is sector ondersteunend en stimuleert de zichtbaarheid, instroom en doorgroei van (lokaal) cultureel talent.

Categorie III: cultureel makershuis

Met de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 vervult de aanvrager binnen het culturele ecosysteem van Maastricht de rol van cultureel makershuis.

  • Als cultureel makershuis staat het bieden van professionele begeleiding bij het (co-)produceren, (co-)creëren, (door)ontwikkelen en presenteren van artistiek-inhoudelijk(e) werk(methoden) binnen het eigen werkterrein centraal.

  • De aanvrager benut vanuit een mentorrol de eigen expertise, kennis en ervaring om andere cultuurmakers te ondersteunen in hun maakproces en bij het vormen van een portfolio. Primair ligt de nadruk op het ontwikkelen en realiseren van nieuw(e) werk(methoden).

  • Het aanbod van activiteiten is gericht op het ontwikkelen en realiseren van lokale (co-)producties en/of cultuurinitiatieven.

BIJLAGE 2  

 

Budgetten

Voor de hoogte van de subsidie heeft de aanvrager de keuze uit slechts één van de volgende budgetten per boekjaar: € 75.000,- (budget hoog) of € 30.000,- (budget laag). De aard van de aanvrager en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 dienen logischerwijs aan te sluiten bij de budgetkeuze.

 

Budget hoog: € 75.000,- per boekjaar

  • Van nature is de aanvrager geworteld en geaard in Maastricht. Het werkterrein van de aanvrager is overwegend lokaal georiënteerd.

  • Er is sprake van structurele en wederkerige samenwerking met diverse partijen in Maastricht. De aanvrager draagt in grote mate bij aan het versterken van het lokale culturele ecosysteem, het Maastrichtse culturele veld en het ontplooien van lokaal talent.

  • Een aanzienlijk deel (minstens de helft) van de activiteiten vindt plaats in Maastricht. Deze zijn primair gericht en afgestemd op de inwoners, cultuurmakers en bezoekers van de stad.

Budget laag: € 30.000,- per boekjaar

  • De aanvrager is aanwezig en zichtbaar in Maastricht. Het werkterrein van de aanvrager is lokaal overstijgend en in groeiende mate (Eu)regionaal en/of (inter)nationaal georiënteerd.

  • De aanvrager werkt actief samen met partners in Maastricht, maar concentreert zich ook op samenwerking over de stads-, provincie- en/of landsgrenzen heen. De aanvrager draagt bij aan het versterken van de cultuurregio Zuid-Limburg en de positie en profilering van Maastricht daarbinnen.

  • Met inachtneming van de verbinding met de stad, is er in goede verhouding sprake van ontwikkeling, realisatie en presentatie van aanbod buiten Maastricht.

  • De aanvrager benut (elders) opgedane inspiratie, kennis en ervaring voor de uitvoering van waardevolle activiteiten op lokaal niveau. Dit aanbod aan activiteiten versterkt het lokale culturele veld en vindt plaats met, voor en/of door inwoners, cultuurmakers en bezoekers van Maastricht en/of ten behoeve van de ontplooiing van lokaal talent.

BIJLAGE 3  

 

Beoordelingscriteria

Om vast te stellen welke aanvragen het beste aansluiten bij hetgeen is bepaald in deze regeling worden aanvragen die voldoen aan de formele voorwaarden en vereisten beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria. Aanvragers dienen in hun meerjarig bedrijfsplan 2025-2028 een concrete inhoudelijke beschrijving op te nemen die inzicht geeft in de wijze waarop wordt voldaan aan de omschrijving en aandachtspunten van de vijf beoordelingscriteria.

 

Criterium 1 – Relevantie

De aanvrager dient in relatie tot het lokale culturele veld voldoende onderscheidend van aard te zijn en haar aanbod aan activiteiten moeten zowel artistiek-inhoudelijk als sociaal-maatschappelijk relevant en van betekenis te zijn.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de beschrijving van de missie en visie van de aanvrager in relatie tot haar culturele profiel, artistieke eigenheid, beoogde maatschappelijke waarde en onderscheidende karakter.

  • de wijze waarop de aanvrager denkt de artistieke inhoud en opzet van de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan actueel, relevant en aangesloten te houden op hedendaagse ontwikkelingen.

  • de mate waarin en de wijze waarop de aanvrager middels artistiek-inhoudelijke activiteiten maatschappelijke betekenis wil creëren en/of een bijdrage wil leveren aan lokale sociaal-maatschappelijke vraagstukken.

  • de mate waarin de aard van de instelling en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan aansluiten bij de categoriekeuze en budgetkeuze.

 

Criterium 2 – Betekenis voor de stad

De aanvrager dient zich in te spannen om middels haar activiteiten een bijdrage te leveren aan het vergoten van de toegankelijkheid, bereikbaarheid, herkenbaarheid en zichtbaarheid van het cultuuraanbod in Maastricht en zich in zekere mate te verhouden tot wat er in de stad speelt en leeft.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de ambities van de aanvrager om vanuit de eigen context het potentieel van de stad te benutten, meer naar buiten te treden, ruimte te geven aan cultuurinitiatieven dichtbij de mensen (in en vanuit de wijken) en cultuuraanbod laagdrempelig, bereikbaar en makkelijk toegankelijk te maken.

  • de mate waarin de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan een duurzaam karakter hebben en een blijvende impact op en zichtbaarheid in Maastricht teweegbrengen.

  • de mate waarin en de wijze waarop de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan zich aantoonbaar verhouden tot de stad Maastricht, lokaal herkenbaar zijn en gericht zijn op en ten goede komen aan haar inwoners en bezoekers.

  • de (haalbaarheid van de) doelstellingen die de aanvrager voor zichzelf formuleert met betrekking tot het (actief) betrekken van inwoners van Maastricht die nu nog niet of onvoldoende worden bereikt.

 

Criterium 3 – Investeren in jeugd

Van de aanvrager wordt verwacht dat zij zich vanuit de eigen context inspant om haar aanbod aan activiteiten te ontsluiten voor een breed publiek, daarbij wordt nadrukkelijk gevraagd de aandacht te verbreden naar de Maastrichtse jeugd – oftewel personen tussen de 0 en 27 jaar.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de (vernieuwende) wijze waarop de aanvrager zich inspant om jeugd in aanraking te brengen met en/of actief te betrekken bij de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan.

  • de manier waarop de aanvrager en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan organisatorisch en (artistiek-)inhoudelijk aansluiten bij de leefwereld van de jeugd.

  • de mate waarin en de wijze waarop de aanvrager aandacht besteedt aan cultuureducatie en/of talentontwikkeling, en de samenwerking met scholen, opleidingen en buitenschoolse aanbieders.

  • de wijze waarop de aanvrager actieve betrokkenheid, co-creatie en/of participatie van het brede publiek en/of deelnemers realiseert.

 

Criterium 4 – Meerwaarde voor het culturele ecosysteem

De aard en de activiteiten en de rol van de aanvrager dienen bij te dragen aan het versterken en bestendigen van het culturele ecosysteem van Maastricht.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de beschrijving van de rol die de aanvrager vervult binnen het lokale en/of regionale culturele ecosysteem en de toegevoegde waarde daarvan.

  • de mate waarin en de wijze waarop de aanvrager en de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan bijdragen aan het versterken en bestendigen van het culturele ecosysteem van Maastricht.

  • de wijze waarop en mate waarin er sprake is van wederkerige samenwerking met andere lokale partijen, zowel binnen als buiten het culturele ecosysteem.

  • de mate waarin opgebouwde kennis en ervaring van de aanvrager overdraagbaar is en als voorbeeld of inspiratie kan dienen voor andere partijen binnen het culturele ecosysteem.

 

Criterium 5 – Gezonde bedrijfsvoering

Een aanvrager moet bedrijfsmatig en financieel op orde zijn, beschikken over professionele organisatiekracht en (financiële) continuïteit kunnen waarborgen.

 

Aandachtspunten bij het beoordelen van dit criterium zijn:

  • de organisatorische kwaliteit en de aanwezigheid van zakelijke kennis als basis voor het realiseren van de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan.

  • de uitvoerbaarheid van het meerjarig bedrijfsplan in werkwijze, planning, personele organisatie en omvang van de organisatie (en eventuele externe uitvoerenden).

  • de financiële uitgangspositie van de aanvrager en de mate waarin de meerjarenbegroting inclusief het dekkingsplan inzichtelijk, realistisch en passend is bij de activiteiten omschreven in het meerjarig bedrijfsplan.

  • de haalbaarheid van een passende financieringsmix en de visie van de aanvrager op het omgaan met risico’s zoals tegenvallende inkomsten.

  • de omschrijving waaruit blijkt dat de aanvrager de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft en binnen de eigen mogelijkheden toepast.

 

BIJLAGE 4  

 

Beoordelingswijze

Per criterium wordt een beoordeling gegeven die wordt vertaald in een waardering. Er wordt gebruik gemaakt van de cijfers tussen 1 (onvoldoende) en 20 (zeer goed) en conform onderstaande toelichting toegepast. De waardering staat op zichzelf; aanvragen worden bij het beoordelen niet met elkaar vergeleken.

 

Waardering

Cijfer

Toelichting

Zeer goed

20

Positief; er zijn geen punten van kritiek.

Goed

18

Positief; er zijn bijna geen punten van kritiek.

Ruim voldoende

14

Positief; al zijn er ook enkele punten van kritiek.

Voldoende

12

Al met al positief; er zijn meerdere punten van kritiek maar de positieve elementen hebben nipt de overhand.

Zwak

6

Onder de maat; er zijn enkele positieve elementen maar de punten van kritiek hebben de overhand.

Onvoldoende

1

Er zijn (nagenoeg) geen positieve elementen te benoemen.