Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Effectgestuurd beheerplan openbaar groen Ouder-Amstel 2024-2034

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingEffectgestuurd beheerplan openbaar groen Ouder-Amstel 2024-2034
CiteertitelEffectgestuurd beheerplan openbaar groen Ouder-Amstel 2024-2034
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2024nieuwe regeling

30-01-2024

gmb-2024-91362

2955

Tekst van de regeling

Intitulé

Effectgestuurd beheerplan openbaar groen Ouder-Amstel 2024-2034

 

1. Inleiding

Voor u ligt het effectgestuurd beheerplan openbaar groen van de gemeente Ouder-Amstel voor de periode 2024-2034. Effectgestuurd betekend dat de gewenste doelen en ambities bepalend zijn voor de uit te voeren maatregelen. Dit plan is een vervolg op het groenbeheerplan Ouder-Amstel 2018-2022. Voor het opstellen van het nieuwe beheerplan zijn de groenvoorzieningen van de gemeente Ouder-Amstel geanalyseerd en geëvalueerd. In dit beheerplan worden concrete doelen en beheermaatregelen betreffende groen en groenvoorzieningen beschreven. Hoe dat er precies uitziet, wordt verzameld in beheerkaders en onderhoudsmaatregelen. De beheerder stuurt op deze doelen met een logische procescyclus op basis van Plan-Do-Check-Act zie figuur 1.

 

Figuur 1: Plan-Do-Check-Act cyclus

 

Ook wordt in dit beheerplan de financiële onderbouwing opgenomen voor de beheer- en onderhoudsmaatregelen. Het vigerende beheerplan is geëvalueerd en op basis van deze uitkomsten is vastgesteld welke beheer- en onderhoudsmaatregelen het meest passend zijn om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke effecten die zijn opgenomen in de strategische beleidsplannen van Ouder-Amstel. In het beheerplan wordt nader toegelicht welke maatschappelijke effecten dit zijn en in welke mate een bijdrage wordt geleverd.

 

1.1. Scope en afbakening

Dit beheerplan is een uitwerking van de strategische visie op de openbare ruimte van de Omgevingsvisie Ouder-Amstel (concept), het beleidsplan Duurzaamheid Ouder-Amstel (vaststelling gemeenteraad februari 2024) en het integraal beheerplan openbare ruimte (IBOR). Op basis hiervan worden maatregelen, werkzaamheden en financiële onderbouwingen uitgewerkt. Dit beheerplan geeft geen opsomming van alle werkzaamheden die in de buitenruimte plaatsvinden, maar werkt met groentypen met bijbehorende maatregelpakketten (bij elkaar horende werkzaamheden die een bepaald doel dienen).

 

Binnen dit beheerplan wordt uitsluitend ingegaan op de huidige situatie van het areaal openbaar groen in de openbare ruimte. Het beheerplan is een instrument voor het onderhouden van openbaar groen in Ouder-Amstel. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van beleidsmatige keuzes, zoals duurzaamheid, klimaatadaptatie en biodiversiteit worden beknopt benoemd in dit beheerplan. De gedetailleerde uitwerking vindt plaats tijdens de beheerperiode van dit beheerplan. Gevolgen vanuit de Ruimtelijke ontwikkelingen op het areaal, zoals de aanleg van De Nieuwe Kern, worden in dit beheerplan niet meegenomen vanwege de onzekerheid in de planning van de realisatie. Op de kaart op pagina 8 (figuur 2) de volledige nieuwe ontwikkeling als gebied 4 weergegeven. De aanpak en realisatie van groen binnen nieuwbouwprojecten vallen buiten de kaders van het beheerplan. Na aanleg en overdracht van nieuwbouwprojecten valt het areaal onder de beheervisie en aanpak van dit beheerplan, tenzij anders afgesproken.

 

1.2 Doelstellingen

Het doel van dit stuk is het aanbieden van handvatten en kaders voor doelmatig en effectgestuurd beheer van groenvoorzieningen in Ouder-Amstel voor het in stand houden van de bestaande situatie.

 

1.3 Besluitvorming

Het college van B&W stelt dit beheerplan vast. De gemeenteraad wordt een exemplaar ter kennisgeving gestuurd.

 

De financiële consequenties worden in een onderbouwde raming inzichtelijk gemaakt. Indien extra financiële middelen noodzakelijk zijn die bijdragen aan het realiseren van de speerpunten en om de algemene effecten te realiseren wordt dit via een raadsvoorstel, tussentijdse rapportage of in de P&C-cyclus aan het bestuur voorgelegd ter besluitvorming.

 

1.4 Leeswijzer

  • Hoofdstuk 2 beschrijft de wettelijke kaders en de gemeentelijke beleidsuitgangspunten.

  • Hoofdstuk 3 bevat de evaluatie van het groenbeheerplan 2018-2022

  • Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de huidige situatie en de kwaliteit en effecten hiervan.

  • Hoofdstuk 5 gaat in op hoe de gestelde doelen bereikt worden, de realisatie.

  • Hoofdstuk 6 licht de nieuwe ontwikkelingen toe.

  • Hoofdstuk 7 beschrijft de financiële uitwerking.

  • Hoofdstuk 8 gaat over monitoring.

  • Hoofdstuk 9 geeft aan hoe we communiceren met bewoners, de werkwijze omtrent meldingen.

  • Hoofdstuk 10 bevat nieuwe ontwikkelingen en de Uitvoeringsagenda voor de komende beheerperiode.

2. Wettelijke en gemeentelijke kaders

2.1. Wettelijke kaders

Vanuit de landelijke wetgeving heeft de gemeente een zorgplicht voor de openbare ruimte, verder bestaat er geen specifieke wet die bepaalt hoe de openbare ruimte moet worden beheerd.

 

De gemeente stelt verschillende strategische visies op waarin wordt beschreven wat de ambities zijn en wat zij wil bereiken met groen in de openbare ruimte.

2.1.1. De Omgevingswet

Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. Deze wet integreert wet- en regelgeving die betrekking heeft op de fysieke leefomgeving, zoals de Wet natuurbescherming en de Wet bodembescherming. Om de wet in de praktijk uit te voeren, kunnen gemeenten verschillende instrumenten gebruiken. Dit zijn de omgevingsvisie, de -plannen en de -programma’s.

 

In een omgevingsvisie wordt de langetermijnvisie voor de openbare ruimte van de gemeente vastgelegd. Hierin worden doelen en ambities bepaald op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen, duurzaamheid en leefbaarheid.

 

Een gemeentelijk omgevingsplan is een document waarin bestemmingsplannen, beheerverordeningen en de omgevingsrechtelijke delen van andere verordeningen logisch en samenhangend worden samengevoegd. Zoals, de bomenverordening en de Algemene plaatselijke verordening (APV).

 

In een omgevingsprogramma leggen overheden vast welke maatregelen zij gaan nemen om doelstellingen te halen. Deze doelstellingen zijn beleidskaders waar de specifieke beheerkaders uit dit beheerplan op aansluiten. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kan dit beheerplan onder een omgevingsprogramma gaan vallen, dit zit nog in de ontwikkelingsfase.

 

Gedragscode soortbescherming gemeenten

Voor het aantoonbaar zorgvuldig handelen volgens de Wet natuurbescherming, voor behoud en herstel biodiversiteit, gebruikt Ouder-Amstel de leidraad Gedragscode soortbescherming gemeenten van Stadswerk. Het bevat een degelijke procedure met een uitgebreide maatregelencatalogus met richtlijnen voor het uitvoeren van werkzaamheden vanaf voorbereiding tot aan realisatie. Door de gedragscode toe te passen ontstaat meer werkruimte. Het is dan niet nodig om bij de aanwezigheid van de minder beschermde soorten voor elk afzonderlijk project ontheffing aan te vragen. Dit draagt bij aan een efficiënter werkproces.

2.1.2. Zorgplicht bomen

Een eigenaar van een boom heeft op basis van het Burgerlijk Wetboek (art. 6:162) een zorgplicht ter bescherming van medeburgers en hun eigendommen. Deze zorgplicht voor bomen betekent dat de boomeigenaar zijn boom regelmatig moet inspecteren en onderhouden ten behoeve van de veiligheid. De veiligheid van een boom wordt beoordeeld met behulp van een boomveiligheidscontrole (BVC). Het doel van de BVC is om te bepalen welke maatregelen uitgevoerd moeten worden om het risico op letsel en schade te minimaliseren.

 

2.2. Beleidskaders

Naast de wetten en regels heeft de gemeente zelf ook strategisch beleid opgesteld. Hierin zijn de ambities en kaders in verschillende documenten vastgelegd. De relevante beleidsdocumenten en overige documenten met betrekking tot het beheer en onderhoud van de groenvoorziening worden in onderstaande subparagrafen omschreven.

2.2.1. Coalitieakkoord 2022-2026

In het coalitieakkoord zijn de volgende punten op het gebied van groenvoorziening opgenomen:

 

  • Nieuw groen vanuit het bomencompensatiefonds in de huidige gebieden;

  • Groen is onderdeel van de uitbreidingsplannen, zoals een nieuw te realiseren stadspark in De Nieuwe Kern en prominent aanwezig in bouwprojecten in bestaande kernen;

  • Meer mogelijkheden creëren om ook van het groen te genieten;

  • Toekomstgericht planten van groen door rekening te houden met verzakkingen en biodiversiteit;

  • In de periode van dit coalitieakkoord, 2022-2026, worden minimaal 500-1000 bomen aangeplant binnen de gemeente.

Verder wordt er belang gehecht aan een openbare ruimte die schoon en heel is en wordt er ingezet op:

 

  • Bestaande bomen, groen en biodiversiteit zoveel mogelijk behouden;

  • Op bepaalde plekken steen veranderen voor groen (biodiversiteit + klimaatadaptatie);

  • Kwaliteit van het groenonderhoud verhogen. Voorlopig dient dit binnen bestaande budgetten uitgevoerd te worden maar dit staat hoog op de prioriteitenlijst als er meer financiële ruimte ontstaat;

  • De inrichting van de openbare ruimte dient bij te dragen aan de biodiversiteit;

  • Aanscherpen bomenbeleid en het versneld planten van bomen vanuit het bomenfonds;

  • Meer gebruik van inheemse boomsoorten.

2.2.2. Omgevingsvisie Ouder-Amstel (concept)

De omgevingsvisie is onderdeel van de Omgevingswet. Ouder-Amstel 2030 is de gebiedsgerichte Omgevingsvisie voor de leefomgeving, ’het kompas van Ouder-Amstel’.

 

Ouder-Amstel heeft naast het wettelijke kader hierin de eigen speerpunten vastgelegd. Het groene karakter van de gemeente vormt een belangrijke kernwaarde en de gemeente wil deze bewaken en behouden. Hierbij wordt er vooral gekeken naar de mogelijkheden om het huidige groen te behouden.

 

Het is van belang dat de bijbehorende thema’s uit de Omgevingsvisie Ouder-Amstel in goed evenwicht zijn en doorwerken in beheer en onderhoud.

 

Thema’s Omgevingsvisie

 

  • Ruimtelijk Ouder-Amstel

  • Natuurlijk Ouder-Amstel

  • Wonen in Ouder-Amstel

  • Bedrijvig en recreatief Ouder-Amstel

  • Duurzaam Ouder-Amstel;

  • Verkeer en vervoer in Ouder-Amstel

  • Gezond en veilig Ouder-Amstel

 

Niet aan alle thema’s uit de Omgevingsvisie Ouder-Amstel draagt het openbaar groen evenveel bij. De volgende speerpunten zijn opgenomen in de Omgevingsvisie Ouder-Amstel gerelateerd aan groen:

 

  • Aandacht voor biodiversiteit en groenbeheer;

  • Aanpassen aan een veranderend klimaat: klimaatproof in 2050;

  • Gezonde mensen in een groene omgeving;

  • Openbare ruimte levert een bijdrage aan de gezondheid.

Naast de speerpunten zijn voor de verschillende deelgebieden van Ouder-Amstel gebiedsgerichte visies opgenomen.

 

  • 1.

    Duivendrecht

  • 2.

    Ouderkerk aan de Amstel

  • 3.

    Amstelscheg binnen Ouder-Amstel

  • (Buitengebied)

  • 4.

    Gebiedsontwikkeling (De Nieuwe

  • Kern en Werkstad OverAmstel

  • waaronder Entrada

Figuur 2 Gebiedsindeling volgens Omgevingsvisie

2.2.3. Beleidsplan Duurzaamheid Ouder-Amstel (concept)

Het beleidsplan Duurzaamheid Ouder-Amstel wordt onderdeel van de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Dit plan verbindt onderwerpen, initiatieven en partijen rondom duurzaamheid. Alle doelstellingen en afspraken om aan de gestelde duurzaamheidsdoelstellingen (landelijk, provinciaal en gemeentelijk) te voldoen worden beschreven in dit document en zijn ingedeeld op thema.

 

Thema’s Beleidsplan Duurzaamheid:

 

  • Warmte- en energietransitie

  • Klimaatadaptatie en biodiversiteit

  • Circulariteit

  • Duurzaam vervoer

 

Het thema waar het beheer en onderhoud van het openbaar groen de grootste bijdrage aan kan leveren is die van klimaatadaptatie en biodiversiteit. Het communiceren met inwoners en bedrijven is hierin een belangrijk aandachtspunt (participatie). Om op deze manier ook inwoners en bedrijven te stimuleren een eigen bijdrage te leveren aan duurzaamheid.

2.2.4. Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR)

In het IBOR wordt expliciet ingezet op de rol van de openbare ruimte voor maatschappelijke vraagstukken op de lange termijn. In het beleidsplan zijn negen thema’s opgenomen die hoog op de landelijke en gemeentelijke agenda staan. Gedegen beheer van de openbare ruimte draagt (integraal) bij aan het behalen van de doelstellingen van deze thema’s.

 

Thema’s IBOR:

 

  • Gezondheid

  • Veiligheid

  • Biodiversiteit

  • Energietransitie

  • Circulaire economie

  • Verstedelijking

  • Sociale cohesie

  • Mobiliteit en toegankelijkheid

  • Klimaatadaptatie

 

Concrete beheermaatregelen dragen voor de korte en middellange termijn bij aan de negen thema’s uit het IBOR. Hierin worden duidelijke richtlijnen geformuleerd voor de uitvoerende partijen in het beheer van de openbare ruimte. Een onderdeel van de richtlijnen betreft de beeldkwaliteit voor bepaalde onderdelen van het openbaar groen.

 

Om beheer optimaal aan te laten sluiten bij de gebruikers van de openbare ruimte is de openbare ruimte ingedeeld in functiegebieden. In tabel 1 is het overzicht van de acht functiegebieden opgenomen (zie ook kaart in bijlage II). Door een onderscheid in gebieden aan te brengen kan er gedifferentieerd worden in (beeld-) kwaliteit. Er kan per deelgebied gevarieerd worden in het ambitieniveau.

 

Beeldkwaliteit in de functiegebieden 

CROW-kwaliteitsniveau A:

Centrumgebied

Bestaand openbaar groen wordt onderhouden en waar nodig vervangen. In een centrumgebied is het behouden van het unieke karakter en de eigen uitstraling de leidende factor, openbaar groen behoort binnen deze uitstraling. Aan lokale behoeften kan worden voldaan mits deze niet de multifunctionaliteit van een centrumgebied verstoort.

CROW-kwaliteitsniveau B:

Woongebied

Openbaar groen is belangrijk voor de leefbaarheid en draagt bij aan de sociale cohesie, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Het stimuleert tot bewegen en kan waar mogelijk aan lokale behoeften voldoen.

Multifunctioneel gebied

Nieuw in te richten gebieden waarbij openbaar groen goed in ontwerpfase en beheer wordt meegenomen, waardoor er minder conflicten ontstaan tussen verschillende functies. Lokale behoeften kunnen worden meegekomen en aan worden voldaan.

Bedrijventerrein/ werkgebied

Openbaar groen heeft hier een ondersteunende functie, wel wordt de beeldkwaliteit in acht gehouden en daarnaast moet de toegankelijkheid worden behouden.

Agrarisch gebied

Is een omvangrijk gebied waar een klein percentage in eigendom is van de gemeente. Openbaar groen heeft een functionele taak waarbij vooral wordt gekeken naar toegankelijkheid.

Hoofdwegen

Veiligheid is hier de belangrijkste functie. Openbaar groen heeft een begeleidende functie. Aan lokale behoefte kan alleen worden voldaan als dit de veiligheid van de gebruikers niet in gevaar brengt. Informeren is hierbij de sleutel.

Recreatiegebied en sportterreinen

Openbaar groen is de dragende functie van deze recreatiegebieden. Deze gebieden bieden ruimte voor recreatieve doeleinden.

Tabel 1 indeling functiegebieden volgens scenario 'Adequaat'

2.2.5. Samenvatting strategisch beleid

In het strategisch beleid komen veel thema’s en doelstellingen naar voren. Een groot deel van de thema’s uit de beleidsplannen heeft een direct verband met elkaar of overeenkomstige doelstellingen. In tabel 2 staat een overzicht van de verschillende thema’s in de visie ingedeeld naar overeenkomst.

 

Thema’s Omgevingsvisie*

Thema's IBOR

Thema’s Beleidsplan Duurzaamheid

  • 6.

    Verkeer en vervoer in Ouder-Amstel

  • 7.

    Gezond en veilig Ouder-Amstel

Gezondheid

Veiligheid

Mobiliteit

Duurzaam vervoer

  • 1.

    Ruimtelijk Ouder-Amstel

  • 2.

    Natuurlijk Ouder-Amstel

  • 3.

    Wonen in Ouder-Amstel

Klimaatadaptatie

Biodiversiteit

Verstedelijking

Klimaatadaptatie en biodiversiteit

  • 5.

    Duurzaam Ouder-Amstel

  • 4.

    Bedrijvig en recreatief Ouder-Amstel

Energietransitie

Circulaire economie

Energie en warmte

Circulariteit

Binnen alle thema’s is het onze ambitie om de sociale en fysieke verbinding tussen inwoners, met gemeente en met het gemeentebestuur te stimuleren, de verbinding met de regio vast te houden en waar nodig te versterken.

Sociale cohesie

Iedereen heeft een rol in het verduurzamen.

De gemeente doet het samen met inwoners, bedrijven, (maatschappelijke) organisaties, coöperaties, en verenigingen.

* dit zijn de thema’s zoals genummerd en verwoord in de concept Omgevingsvisie 2023

Tabel 2 Overzicht thema's strategisch beleid

2.2.6. Bomenverordening Ouder-Amstel

In de Bomenverordening Ouder-Amstel zijn regels opgenomen over het behoud van bomen en houtopstanden en de kap van bomen en vellen van houtachtige gewassen. Met de komst van de Omgevingswet zal de verordening op termijn worden opgenomen in het omgevingsplan van Ouder-Amstel.

2.2.7. Overlastgevende soorten

Planten- en diersoorten of micro-organismen kunnen in meer of mindere mate hinder geven bij het gebruik van de openbare ruimte. Deze soorten noemen we overlastgevende soorten. Deze overlastgevende soorten hebben mogelijk een negatieve invloed op de thema`s van het strategisch beleid.

 

Er zijn verschillende type overlastgevende soorten en de manier hoe deze zich manifesteren in de omgeving. Overlastgevende soorten kunnen soorten zijn die lokaal voorkomen (niet exoot) of soorten die niet oorspronkelijk voorkomen in het lokale ecosysteem (exoot). Voorbeelden van overlastgevende soorten in Ouder-Amstel zijn de eikenprocessierups, Aziatische duizendknoop of de reuzenberenklauw. Hoe om te gaan met overlastgevende soorten maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan maar is uitgewerkt in de Notitie overlastgevende soorten Ouder-Amstel.

2.2.8. Snippergroenbeleid gemeente Ouder-Amstel 2020

Het snippergroenbeleid beschrijft hoe wordt omgegaan met kleine stukjes (snippers) openbaar groen die grenzen aan particuliere tuinen. De wijze van uitgifte en werkprocedure omtrent verhuur snippergroen is omschreven in het beleidsdocument verhuur van snippergroen, aan deze voorwaarden en afspraken zal voldaan moeten worden.

 

Snippergroen dat bij de gemeente in beheer is valt onder de reguliere groentypen zoals omschreven wordt in hoofdstuk 4. Zodra een stuk snippergroen aan bewoners is verhuurd of verkocht is het in beheer van de particulier en voert de gemeente geen beheer meer uit. Een uitzondering hierop is als er gemeentelijke bomen aanwezig zijn op het verhuurde stuk grond. De betreffende boom blijft onderhevig aan inspectie en beheermaatregelen van de gemeente om aan de zorgplicht te blijven voldoen.

2.2.9. Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR)

De belangrijkste normen en richtlijnen, naast de wettelijke uitgangspunten waar de gemeente zich aan conformeert, zijn opgenomen in de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR). De ontwerpeisen van de LIOR zijn gebaseerd op de normen van het CROW1 op niveau B, het basisniveau.

 

Beeldkwaliteit

Algemeen

Beeldkwaliteit

A+

Zeer goed

Prachtig, nagenoeg ongeschonden, zeer schoon

A

Goed

Mooi en comfortabel, erg schoon

B

Voldoende

Sober, functioneel, schoon

C

Matig

Schraal, onrustig beeld, vies

D

Slecht

Verloedering, uitlokking van vernieling, erg vies

Tabel 3 Kwaliteitsniveaus

 

Als er moet worden voldaan aan kwaliteitsniveau A kunnen er aanvullende eisen worden gesteld en is er meer ruimte voor maatwerk. In tabel 2 is het overzicht van de kwaliteitsniveaus conform CROW-meetlatten opgenomen.

 

Beeldkwaliteit B wordt algemeen aangeduid als het basisniveau.

 

Bij beeldkwaliteit C ontstaat discomfort en enige hinder. De veiligheid kan in het geding komen.

 

Bij beeldkwaliteit D ontstaat kapitaalvernietiging, functieverlies en een groter risico op aansprakelijkheidsstelling.

3. Evaluatie Groenbeheerplan Ouder-Amstel 2018-2022

In het Groenbeheerplan Ouder-Amstel staan de doelen, de voorgenomen maatregelen en activiteiten die nodig zijn voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke groenvoorziening van de periode 2018-2022. De maatregelen en activiteiten zijn vertaald naar financiële en personele middelen. De planperiode van het huidige groenbeheerplan is reeds verstreken en de gemeente wil uiterlijk begin 2024 een nieuw beheerplan openbaar groen hebben.

 

Doel van de evaluatie

De evaluatie heeft tot doel inzicht te geven in de voortgang van de ambities (prestaties) en informatie te geven of en waar bijsturing in het beheerproces nodig is. De speerpunten van het vorige groenbeheerplan zijn geëvalueerd door middel van interviews binnen de organisatie. Daarnaast is aandacht besteed aan mogelijke vraagstukken die gedurende het groenbeheerplan 2018-2022 zijn gaan spelen zoals bewonersinitiatieven, klimaatadaptatie en groenstructuurkaarten.

 

3.1. Proces

De afgelopen jaren is vanuit het groenbeheerplan 2018-2022 ingezet op:

  • -

    Het ter beschikking stellen van het groenbeheerplan aan het begin van projecten aan ontwikkelaars.

  • -

    Implementeren van het digitaal beheersysteem (GBOR).

  • -

    Samenwerking met het waterschap om inwoners bewust te maken en te motiveren om hun tuin groener in te richten.

  • -

    In beeld brengen van bewonerstevredenheid.

  • -

    Adequaat afhandelen van meldingen, verzoeken en klachten.

De volgende bevindingen zijn geconstateerd:

  • -

    Aan de ontwikkelaars wordt de LIOR aangeboden. Hierin is naast technische richtlijnen ook het groenbeheerplan opgenomen. De LIOR is digitaal beschikbaar te stellen. Afwijkingen worden besproken.

  • -

    Het beheersysteem GBOR is geïmplementeerd en biedt voldoende handvatten. Een punt van aandacht is het proces van het verwerken van revisiegegevens, mutaties. Hierin is een positieve ontwikkeling maar er zijn nog verbeteringen in aan te brengen. De data zijn niet volledig actueel en behoeft optimalisatie.

  • -

    Er heeft geen samenwerking met waterschap plaatsgevonden door de medewerkers van de asset groen ten aanzien van bewonersparticipatie.

  • -

    De medewerkers brengen niet expliciet de bewonerstevredenheid in beeld. Wel komen signalen van de bewoners naar voren via de meldingen, verzoeken en klachten.

3.2. Ambitie

In het groenbeheerplan 2018-2022 zijn de volgende acties met betrekking tot ambities opgenomen:

  • -

    Oplossen resterende situaties over onduidelijkheid perceelsgrenzen na afronding uitvoering woninggroenbeleid.

  • -

    Verbeteren groenvoorzieningen uit opbrengsten woninggroenbeleid.

  • -

    Geen gebruik maken van chemicaliën voor onkruidbestrijding.

  • -

    Onkruidbeheersing in openbaar groen wordt op beeldkwaliteit niveau B uitgevoerd.

  • -

    Bij ecologisch waardevolle bermen en slootkanten wordt bij voorkeur gemaaid nadat de waardevolle soorten zaad hebben gevormd. Het gemaaide gewas wordt afgevoerd.

  • -

    In de landelijke omgeving worden bij voorkeur inheemse soorten aangeplant. In de bebouwde omgeving worden meer gecultiveerde soorten toegepast.

  • -

    De lijst met monumentale bomen wordt om de vijf jaar herzien;

  • -

    Bij aanleg van nieuwe groenvoorzieningen moet worden voldaan aan de ontwerpvoorwaarden.

De volgende bevindingen zijn geconstateerd:

  • -

    De resterende situaties na afronding van uitvoering van het woninggroenbeleid zijn niet opgelost.

  • -

    Uit de opbrengsten van het woninggroenbeleid is de groenvoorziening op peil gebracht.

  • -

    Er wordt geen gebruik gemaakt van chemicaliën bij de onkruidbestrijding.

  • -

    Het onderhoud wordt uitgevoerd op niveau B. Hier wordt door de directievoering en toezicht op de onderhoudsbestekken op gehandhaafd.

    De volledige ambitie van het voormalige groenbeleidsplan is nog niet geïmplementeerd (centrumgebieden op niveau A). De ambitie is niet volledig geïmplementeerd door onvoldoende capaciteit.

  • -

    Het gras wordt na zaadvorming gemaaid en afgevoerd. Hier komen wel vragen en klachten over binnen die worden beantwoord en afgehandeld op basis van het vastgestelde beleid.

  • -

    Het sortiment wordt in het onderhoud vervangen door de aanwezige soorten in het kader van het instandhouden van de huidige situatie. In verband met het verbeteren van de biodiversiteit worden ook inheemse soorten in bebouwde omgeving gewenst.

  • -

    De lijst met monumentale bomen is de afgelopen beheerperiode niet herzien.

  • -

    In de projectprocessen wordt toegezien op het voldoen aan de ontwerpvoorwaarden.

Mogelijke uitwerkingen

Groenbeleid

  • Invulling duurzaamheid

  • Groene daken

  • Groene burgerinitiatieven

  • Geveltuintjes

Groenstructuurplan/kaart

  • Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet dienen verschillende structuurkaarten te worden ontwikkeld met betrekking tot openbaar groen. Een groenstructuurkaart brengt voor het behoud, herstel en ontwikkeling van het (openbaar) groen de gewenste situatie in beeld. Deze kaart is medebepalend voor het bepalen van de benodigde beheer- en onderhoudsmaatregelen. Het ontwikkelen van deze kaart wordt meegenomen bij het opstellen van het strategische groenbeleidsplan.

Bomenbeheerplan

  • Behoefde invulling geven aan bomenbeheer. Bomen zijn een compleet. Het doel van een bomenbeheerplan is om op een planmatige en duurzame wijze bomen te beheren. Hierbij ligt de focus op het beheerproces van elke individuele boom waarbij wordt gewaarborgd dat elke boom zich tot het gewenste eindbeeld kan ontwikkelen. Het aantal onderwerpen dat hiervoor moet worden uitgewerkt is te omvangrijk om binnen de scope en tijdsbestek van dit beheerplan openbaar groen op te nemen.

    • Richtlijnen ten behoeve van hinder en overlast;

    • Monumentale bomenlijst;

    • Werken rond bomen (beschermen van bomen tijdens werkzaamheden);

    • Inrichting plantplaatsen

3.3. Financiën

In het groenbeheerplan 2018-2022 is een raming opgenomen voor het beheer en onderhoud van de groenvoorzieningen. Is deze raming juist gebleken of zijn er verschillen geconstateerd?

 

Er zijn verschillen geconstateerd. Er heeft een stijging van kosten plaatsgevonden door hogere kosten als gevolg van onder andere tekort aan personeel (bij aannemers), hoge brandstofprijzen en hogere materiaalkosten.

4. Beschrijving openbaar groen Ouder-Amstel.

4.1 Bijdrage aan maatschappelijke thema`s

De huidige bijdrage van het openbaar groen en bomen aan de negen thema`s van het IBOR is hieronder weergegeven.

 

4.2 Openbaar groen

Groen in de openbare ruimte wordt verdeeld in verschillende groentypen (bomen, bermen/ruigten/slootkanten, heesters, bollen en vaste planten, bosplantsoenen en gazons). Elk type wordt omschreven en heeft een eigen functie en beheerkwaliteit. In onderstaande grafiek is elk thema van het IBOR weergegeven, met daarbij hoe het huidige openbaar groen daaraan bijdraagt. De blauwe negenhoek is opgedeeld in drie ringen. De buitenste ring staat voor scenario ‘ruim voldoende’, de middelste staat voor ‘voldoende’ en de binnenste ring staat voor ‘redelijk’.

Het openbaar groen zoals weergegeven in de grafiek draagt op vijf van de negen thema`s volgens het scenario ‘ruim voldoende’ bij. Bij de overige thema`s draagt openbaar groen ‘redelijk’ bij. Het is te zien dat de bijdrage van openbaar groen niet overal gelijk is. Dit is verklaarbaar omdat openbaar groen bij sommige thema`s een duidelijke bijdrage levert en bij andere thema`s minder invloed heeft, zoals energietransitie en circulaire economie. Daarnaast zijn enkele thema`s nieuw en nog volop in ontwikkeling. Openbaar groen heeft het meest invloed op de volgende thema`s uit de IBOR: gezondheid, biodiversiteit, sociale cohesie en klimaatadaptatie.

 

Bij de andere thema`s speelt het openbaar groen een kleinere rol. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een veilige beleving van de openbare ruimte of als begeleidende en/of verduidelijking van stedelijke structuren en wegen. Onderstaande tabel geeft de huidige situatie van het openbaar groen weer en het effect dat openbaar groen momenteel heeft op de verschillende thema’s.

 

Thema`s

Bijdrage vanuit het openbaar groen (niet limitatief)

Gezondheid

Groen draagt, volgens landelijk onderzoek, bewezen bij aan gezondheid, zowel mentaal als fysiek, van bewoners. Het groen in Ouder-Amstel is van standaard kwaliteit en draagt gemiddeld bij aan de gezondheid.

Veiligheid

Voor de sociale- en verkeersveiligheid mag groen geen belemmering vormen. In Ouder-Amstel wordt hiermee rekening gehouden bij inrichting en beheer, denk hierbij aan zichtbaarheid en inrichting van paden en parken. In het onderhoud van openbaar groen stuurt de gemeente bewust op veiligheid, waarbij meldingen snel worden

opgepakt. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met gebruik, bijvoorbeeld op plaatsen waar veel kinderen komen worden geen struiken met giftige bessen of doorns geplant.

Biodiversiteit

De standaard kwaliteit groen die aanwezig is in Ouder-Amstel draagt bij aan de lokale en regionale biodiversiteit. Er wordt waar mogelijk gekozen voor een diverse inrichting met inheems groen.

Energietransitie

Er is vanuit groen een beperkte bijdrage aan energietransitie. Er worden nog geen eisen gesteld aan aannemers over het gebruik van energie tijdens het onderhoud, het te gebruiken materieel en de productie van materialen. De eigen dienst houdt wel rekening met energietransitie bij het beheer van openbaar groen door middel van het gebruik van elektrische machines/auto’s.

Circulaire economie

Bij het onderhoud van openbaar groen is het verwerken van groenafval niet circulair in de bestekken vastgelegd. Het snoeiafval wordt versnipperd of gecomposteerd. Het maaisel wordt afgevoerd naar een erkende verwerker.

Verstedelijking

Bij inbreiding of uitbreiding van het stedelijk gebied wordt een de vuistregel 3 keer 3 gehanteerd: ‘vanuit de nieuwe woning kun je drie bomen zien, is er binnen 30 meter groen en is er binnen 300 meter minimaal 200 m2 recreatief groen’, deze is opgenomen in de LIOR. De invulling van dit groen wordt vaak bepaald door een ontwikkelaar en getoetst door de gemeente. Er wordt een standaardeis gesteld aan wat er aangeplant moet worden waardoor nieuwe groenvakken vaak standaard en vrij uniform zijn.

Sociale cohesie

Groen nodigt uit tot naar buiten gaan, een ommetje maken, bewegen of sporten, en heeft in die zin waarde voor sociale cohesie. Mensen kunnen elkaar ontmoeten en samen bewegen in een groene omgeving. Bij planmatig onderhoud aan openbaar groen worden bewoners betrokken in een participatieproces. De mate en vorm van participatie wordt per project bepaald.

Mobiliteit en toegankelijkheid

Groen belemmert de toegankelijkheid van de rest van het openbaar gebied niet. Hier wordt bij inrichtingsplannen naar gekeken en ook in beheer houdt de gemeente rekening met bijvoorbeeld zichthoeken en breedte van trottoirs (in verband met overhangend groen).

Klimaatadaptatie

Groen om regenwater op te vangen wordt ingezet bij onder andere de aanleg van natuurlijke oevers. Daarnaast draagt groen bij aan het vasthouden van water in de grond. Groen zorgt daarnaast voor verkoeling door middel van schaduw.

Tabel 4 Bijdrage openbaar groen aan IBOR-thema’s

4.2.1 Bomen

Bomen zijn belangrijk voor de leefomgeving. Ze vervullen belangrijke functies in de openbare ruimte zoals het leveren van schaduw, zuurstof, reductie van fijnstof, het zorgen voor beschutting en nestelgelegenheid voor dieren. Daarnaast hebben bomen ook effect op de gezondheid van mensen, zoals verlagen van stress en minder kans op depressies. Ze dragen bij aan het behoud en groei van biodiversiteit en creëren een hogere kwaliteit van het beeld stedelijke gebieden. De gemeente Ouder-Amstel streeft naar een aantrekkelijke woonomgeving waarbij het groene karakter wordt versterkt en verder ontwikkeld, waarbij ook de leefbaarheid van het stedelijk gebied wordt gewaarborgd met als uitgangspunt de beheerbaarheid van de bomen. In de grafiek (figuur 2) is te zien dat hoe bomen bijdrage aan de IBOR-thema`s.

Figuur 3 Figuur 2 Bijdrage van bomen aan IBOR Thema`s

 

Het is belangrijk dat de juiste boom op de juiste plek staat. Op deze manier komt een boom tot zijn recht. Verdere uitwerking van plaatsing en beheer van bomen wordt opgenomen in een bomenbeheerplan Ouder-Amstel. Deze wordt in 2024 opgesteld.

 

Ondanks de positieve effecten kunnen bomen ook voor hinder of overlast zorgen. Een boom kan bijvoorbeeld het zicht blokkeren, schaduw werpen op zonnepanelen, takken kunnen afbreken en straten kunnen vuil worden of goten verstopt raken door blad- en vruchtval. De wortels kunnen de bestrating opdrukken. Overlast is echter een subjectief criterium. Wat door de één als een ondraaglijke overlast wordt ervaren is voor de ander een acceptabel verschijnsel. Om de overlast van bomen als overmatig te beschouwen moet er sprake zijn van zwaarwegende en buitenproportionele hinder. De aard, de ernst en de duur van de hinder zijn hierbij doorslaggevend. Blad- en vruchtval, schaduwwerking, aanwezigheid fauna en dergelijke zijn te accepteren natuurlijke verschijnselen. In het op te stellen beheerplan bomen worden de uitgangspunten en richtlijnen hoe om te gaan met klachten en meldingen over bomen verder uitgewerkt.

 

4.3 Arealen

Alle objecten in de openbare ruimte moeten digitaal in een beheerprogramma worden geregistreerd en voorzien van de bijbehorende kenmerken. Het areaal van het openbaar groen van Ouder-Amstel in het beheerprogramma is niet volledig actueel en volledig, vanwege een achterstand in het bijhouden en verwerken van mutaties en revisies. De ambitie is om dit in de loop van de komende drie jaar te optimaliseren.

 

Volgens de huidige gegevens van het beheerprogramma beschikt Ouder-Amstel over de volgende hoeveelheden openbaar groen:

 

Groentype

Hoeveelheid

Eenheid

Bomen

8207

st

Bosplantsoen

134.077

m2

Gazon

118.118

m2

Heesters/Botanische rozen

65.851

m2

Kruidenrijk en ruw gras

548.077

m2

Plantenbakken

207

m2

Vaste planten

1.687

m2

Bodembedekkende heesters

450

m2

Haag (vlak)

12.402

m2

Particulier beheer

6.579

m2

Begraafplaats

2.306

m2

De groentypes worden in bijlage I verder toegelicht.

 

4.4 Kwaliteit openbaar groen

Om te monitoren hoe het met de kwaliteit van openbaar groen gesteld is, is het van belang om inspecties uit te voeren. Deze inspecties bestaan uit het controleren van de technische kwaliteit. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de conditie van het groen, snoeibeelden, open plekken en de algemene staat van onderhoud. De inspecties zijn opgenomen in het proces van dagelijks onderhoud, aan de hand van waarnemingen bij het uitvoeren van werkzaamheden en op basis van klachten en meldingen van bewoners.

 

Bij bomen wordt de conditie bij het uitvoeren van de boomveiligheidscontrole vastgelegd. De boomveiligheidscontrole zorgt voor inzicht in de technische kwaliteit van de gemeentelijke bomen. Er wordt elk jaar een inspectie uitgevoerd op een deel van het bomenbestand, op deze wijze wordt in een cyclus van enkele jaren het gehele bomenbestand geïnspecteerd.

5 Realisatie

De algemene effecten en speerpunten die in de Omgevingsvisie Ouder-Amstel (concept), het beleidsplan Duurzaamheid (concept) en het IBOR zijn beschreven, vormen het uitgangspunt voor dit beheerplan. Voor het openbaar groen wordt gesteld dat deze moet bijdragen aan met name de biodiversiteit, gezondheid, klimaatadaptatie en sociale cohesie. De huidige situatie voldoet hier niet (volledig) aan. Gebruikers moeten op een duidelijke, overzichtelijke en prettige manier gebruik kunnen maken van de openbare ruimte waarbij zo min mogelijk conflictsituaties ontstaan met andere gebruikers van de openbare ruimte. Om deze doelen te bereiken zijn de nodige activiteiten beschreven in dit hoofdstuk.

 

5.1 Speerpunten

Vanuit de huidige situatie zijn enkele beheerambities opgesteld:

 

  • -

    Implementeren van het volledige scenario ‘adequaat’.

  • -

    Optimaliseren van het proces van revisieverwerking in het beheersysteem.

  • -

    Optimaliseren van de data in het beheersysteem.

  • -

    Optimaliseren proces opstellen planmatig onderhoud.

  • -

    Zo ecologisch mogelijk verantwoord inrichten en beheren van groen.

  • -

    Zo klimaatadaptief mogelijk inrichten.

  • -

    Waar mogelijk circulair omgaan met groenafval.

  • -

    Beperken van emissie.

  • -

    Bij renovatie en onderhoud (planmatig onderhoud) bewonersparticipatie toepassen.

  • -

    Belevingswaarde van inwoners vergroten bij herinrichting van groen.

  • -

    Stimuleren bewoners eigen inzet op gebied van biodiversiteit en klimaatadaptatie.

  • -

    Uitwerken toe te passen kwaliteit prestatie indicatoren.

5.2 Onderhoud

Bij de gemeente worden twee soorten onderhoud onderscheiden: dagelijks en planmatig onderhoud. Binnen dit beheerplan wordt er gebruikgemaakt van de definities zoals in de Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeente (BBV).

 

5.3 Dagelijks onderhoud (DO)

Het dagelijks onderhoud bestaat uit het correctief en preventief onderhoud en valt onder de regie van het team Dagelijks Onderhoud.

 

Correctief onderhoud

Dit type onderhoud is het noodzakelijk onderhoud wat direct en snel moet worden uitgevoerd. Dit is niet planbaar. Het wordt uitgevoerd door het team Dagelijks Onderhoud.

Preventief onderhoud

Bij preventief onderhoud gaat het om werkzaamheden die nodig zijn voor het behoud van een goede en veilige staat van het object. Dit type onderhoud wordt gepland en kan ook worden uitbesteed aan externe partijen.

5.4 Planmatig onderhoud (PO)

Ouder-Amstel werkt met de methode assetmanagement binnen de cyclus van beheer. Wanneer een asset op een locatie moet worden aangepakt moet worden bepaald welke risico`s er zijn voor de gebruikers van de openbare ruimte met betrekking tot veiligheid, leefbaarheid, kosten zoals vervolgschade en imago.

 

De groenvakken met heesterbegroeiing worden onderhouden volgens op basis van dagelijks onderhoud. De vakken worden gerooid en heringericht als onderdeel van grotere integrale projecten of wanneer een groenvak niet meer met dagelijks onderhoud op een beeldkwaliteit B gehouden kan worden.

 

Het planmatig onderhoud bestaat uit groot onderhoud en vervangingen. Deze werkzaamheden worden gecoördineerd dan wel uitgevoerd door het team Inrichting en Beheer. Dit type onderhoud omvat grotere projecten die een doorlooptijd hebben van meerdere dagen of weken. Bijvoorbeeld onderhoud aan een gehele straat of herinrichting van een park. Hierbij wordt vaak integraal samengewerkt met meerdere disciplines. De schaal van de werkzaamheden gaat vaak samen met intensieve communicatie naar bewoners, gebruikers en belanghebbenden.

6 Nieuwe ontwikkelingen (1)

6.1 Burgerinitiatieven

Burgerinitiatieven worden steeds belangrijker, ook met de komst van de Omgevingswet. Het betrekken van inwoners en inwoners zelf laten ondernemen draagt bij aan de sociale cohesie van een wijk.

 

In de Omgevingsvisie (concept) is opgenomen om meer mogelijkheden te creëren om van groen te genieten en groen meer ruimte te geven in de gemeente. Ook wil Ouder-Amstel uitvoering geven aan meer groen en minder verharding in de openbare ruimte en in particuliere tuinen.

 

De kaders hoe te omgaan met burgerinitiatieven worden uitgewerkt in het nog op stellen strategisch Groenbeleidsplan Ouder-Amstel.

 

6.2 Klimaatadaptief en duurzamer inrichten

Het verduurzamen en klimaatadaptief inrichten van de openbare ruimte is in ontwikkeling, de laatste jaren zijn hier al grote stappen ingezet. Welke ambities Ouder-Amstel concreet de komende jaren wil nastreven wordt nader uitgewerkt in het strategisch Groenbeleidsplan Ouder-Amstel. Om zo klimaatadaptief mogelijk te werken is het belangrijk eerst onderzoek uit te voeren waar en welke knelpunten van de openbare ruimte zich bevinden. Op basis van deze knelpunten en de mogelijkheden beschikbaar zijn kunnen dan (her-) inrichtingsplannen worden ontwikkeld voor een zo klimaatadaptief en biodivers mogelijke inrichting. Dit vraagt nader onderzoek en daarnaast ontwikkeling van de kennis en vaardigheden van de medewerkers van beheer en onderhoud ten aanzien van nieuwe technieken, inrichtingselementen en een gewijzigd beplantingssortiment.

7. Financiële onderbouwing

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige financiële situatie en de raming. Voor een gezonde bedrijfsvoering is het van belang inzicht te hebben in de financiën.

 

Het berekenen van het benodigde budget van het dagelijks onderhoud is gebaseerd op kengetallen en standaard werkpakketten. Deze kengetallen en standaard werkpakketten komen voort uit normen van de CROW, IMAG2 en landelijke ervaringscijfers van Antea Group. Een groot deel van de werkzaamheden wordt uitgevoerd door aannemers. De marktwerking heeft een grote invloed op de uiteindelijke kosten. De afgelopen beheerperiode zijn prijzen aanzienlijk gestegen als gevolg van inflatie veroorzaakt door onder andere personeelstekorten, hoge brandstof- en materiaalkosten en andere invloeden van buitenaf. Jaarlijks worden de budgetten aangepast aan de ontwikkeling van het areaal.

 

Het benodigde budget voor het planmatig onderhoud wordt berekend op basis van de projecten die de komende jaren staan ingepland. Hierbij gaat het voornamelijk om integrale projecten. Het openbaar groen is vooral volgend. Het sluit aan bij de projecten die starten vanuit de sectoren wegen en/of riolering.

 

7.1. Begroting

De beschikbare budgetten voor dagelijks en planmatig onderhoud opgenomen in de begroting.

 

Budget (€)

Fcl

2024

onderhoudskosten algemeen (plantsoenen)

650781

356.400,00

Onderhoud sloten en sierwater

650719

20.000,00

Alg. lasten reiniging

670399

20.000,00

Zwerfvuil ruimen (Alg. lasten reiniging)

670399

12.000,00

Personeelskosten (eigen dienst)

5434

261.391,62

Personeelskosten (ivm uitbreiding OA )

Dagelijks onderhoud

669.791,62

 

advieskosten (VTA)

4.650,00

planmatig onderhoud

232.500,00

Planmatig onderhoud

650783

237.150,00

Totaal

906.941,62

Tabel 5 Beschikbaar budget

 

7.2 Kostenraming huidig areaal

De kosten voor het instandhouden van het huidige areaal zijn geraamd.

 

raming (€)

Fcl

2024

Dagelijks onderhoud

706.973,00

Tabel 6 Geraamde kosten dagelijks onderhoud

 

raming (€)

Fcl

2024

2025

2026

2027

advieskosten (bvc)

4.650,00

4.650,00

14.500,00

4.650,00

planmatig onderhoud

248.500,00

52.000,00

30.000,00

30.000,00

Totaal Planmatig onderhoud

253.150,00

56.650,00

53.250,00

34.650,00

Tabel 7 Geraamde kosten planmatig onderhoud

 

7.3 Uitgangspunten

  • Het geraamde budget ten behoeve van het dagelijks en planmatig onderhoud betreft het in standhouden van het huidige areaal openbaar groen zoals in het beheersysteem (GBOR) is geregistreerd (oktober 2023). Dit is exclusief de sportvelden.

  • Vanwege de onzekerheid van de planning en overdracht van de areaaluitbreiding van de ruimtelijke ontwikkeling is deze niet meegenomen in dit overzicht.

  • De raming is gebaseerd op kwaliteitsniveau B.

  • De benodigde kosten zijn exclusief aannemerskosten (staartkosten zoals uitvoeringskosten en winst en risico).

  • Het geraamde budget voor planmatig onderhoud is op basis van de integrale projecten die in de meerjarenplanning zijn opgenomen. Daarnaast betreft het de kosten voor het uitvoeren van de jaarlijkse boomveiligheidscontroles en het herstellen van teruggegeven snippergroen.

  • Voor de wijk Benning is in 2022 een Interne Opdrachtomschrijving (IOO) geschreven voor een onderzoek naar de integrale ophoging van de wijk.

  • De resultaten van de onderzoeken naar de verschillende manieren van ophogen en de gevolgen daarvan worden in 2024 verwacht. In 2025 kan er dan een keuze gemaakt worden en een kostenraming worden opgesteld. Zodra die is opgesteld kan er een indicatie worden gegeven van het budget dat nodig is voor planmatig onderhoud in deze wijk. Zodra de benodigde budgetten bekend zijn worden deze gemeld in de financiële rapportages.

8. Monitoring strategie

Daar waar middelen worden ingezet om doelen te bereiken is het belangrijk om te monitoren en te toetsen of deze doelen ook bereikt worden. Monitoring is hierbij tweeledig.

 

8.1 Monitoring beleids- en procesmatig

De Omgevingswet verplicht gemeenten om het eigen beleid meetbaar te maken en effecten te monitoren. Dit kan door herhaaldelijk de effecten van genomen maatregelen te meten en de actuele situatie aan de hand van de kwaliteitskaders te beoordelen.

 

Evaluaties zijn onderdeel van de plan-do-check-act cyclus. De evaluatie wordt aansluitend vertaald in kwaliteit prestatie indicatoren (KPI). Aan de hand van opgestelde KPI’s kan de kwaliteit van openbaar groen gemonitord worden. Een bruikbare set KPI’s die aansluiten op het strategische beleid dat in ontwikkeling (conceptfase) is en de begrotingscyclus. De komende beheerperiode wordt dit nader uitgewerkt.

 

8.2 Monitoring functioneel

Voor het functioneel monitoren is concreet een aantal fysieke parameters nodig om inzicht te krijgen in de technische kwaliteit van het openbaar groen.

 

In de huidige situatie is dit beschikbaar als uitkomst van de BVC’s. Hierin wordt vastgelegd wat de conditie is van de bomen in Ouder-Amstel.

 

Het team Dagelijks Onderhoud monitort als onderdeel van de directievoering en toezicht op basis van de CROW-beeldmeetlatten of de aannemer zich aan de afgesproken beeldkwaliteit houdt.

 

Technische aspecten van de heesterbeplanting en de grasvegetatie worden niet structureel gemonitord en vastgelegd. De komende beheerperiode wordt nader uitgewerkt of en welke parameters monitoren bijdragen aan het bereiken van de gestelde doelen.

9. Communicatie en participatie

9.1 Meldingen Openbare Ruimte

Door middel van een (digitale) melding over de openbare ruimte, een MOR-melding, kunnen gebruikers melden dat iets stuk, onveilig of niet schoon is. Dit gaat ook over openbaar groen. Het indienen van een MOR-melding kan via de website, een app en telefonisch.

 

De standaard verwerkingstijd van MOR is:

Voor onveilige situaties

  • -

    Melding wordt in behandeling genomen binnen 1 dag

  • -

    Onveilige situaties worden verholpen binnen 1 dag

Voor overige meldingen (schoon en heel)

  • -

    Melding wordt in behandeling genomen binnen 3 dagen

  • -

    Melding wordt afgehandeld binnen 7 dagen

Voor meldingen die een informatie verzoek bevatten:

  • -

    Deze meldingen worden doorgestuurd aan de betreffende vakdeskundige (afhankelijk van het onderwerp kan dit een medewerker binnen duo+ of de gemeente betreffen)

  • -

    De standaard afhandelingstermijn voor een informatie verzoek betreft 6 weken

9.2 Participatie binnen projecten

Bij het bepalen van de mate waarbij participatie wordt toegepast is er een nota opgesteld (Participatie-en Inspraakverordening Ouder-Amstel 2016). Hier is een leidraad opgesteld voor hoe om te gaan met participatie en wat voor manier dit kan zijn. Participatie kan in de vormen van informeren, raadplegen, meedenken, meebeslissen en zelfbeheer.

 

Binnen projecten in de openbare ruimte wordt een standaard werkwijze gehanteerd. Echter wordt het niveau van participatie per project afgewogen.

10. Nieuwe ontwikkelingen (2)

10.1 Bomenbeheerplan

Het doel van een bomenbeheerplan is om op een planmatige en duurzame wijze bomen te beheren. Hierbij ligt de focus op het beheerproces van elke individuele boom waarbij wordt gewaarborgd dat elke boom zich tot het gewenste eindbeeld kan ontwikkelen. Het aantal onderwerpen dat hiervoor moet worden uitgewerkt is te omvangrijk om binnen de scope en tijdsbestek van dit beheerplan openbaar groen op te nemen.

 

In het bomenbeheerplan worden onder andere de volgende onderdelen opgenomen:

 

  • Richtlijnen ten behoeve van hinder en overlast.

  • Monumentale bomenlijst.

  • Werken rond bomen (beschermen van bomen tijdens werkzaamheden).

  • Inrichting plantplaatsen.

10.2 Opstellen groenstructuurkaart

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet dienen verschillende structuurkaarten te worden ontwikkeld met betrekking tot openbaar groen. Een groenstructuurkaart brengt voor het behoud, herstel en ontwikkeling van het (openbaar) groen de gewenste situatie in beeld. Deze kaart is medebepalend voor het bepalen van de benodigde beheer- en onderhoudsmaatregelen. Het ontwikkelen van deze kaart wordt meegenomen bij het opstellen van het strategische groenbeleidsplan.

 

10.3 Uitvoeringsagenda

Wat

Inhoud

Wanneer

Financiën

Optimalisatie GBOR

Continu

Reguliere uren

Monitoringsplan

Uitwerken monitoringplan (KPI’s)

Afhankelijk van traject omgevingsvisie

Reguliere uren

Ambitie niveau A implementeren

Uitwerken van benodigdheden zoals implementatie GBOR en kosten

Continu

Reguliere uren

Herzien monumentale bomenlijst

Herzien monumentale bomenlijst wordt meegenomen in bomenbeheerplan

Meegenomen in het bomenbeheerplan

Reguliere uren

Bijlage I Beheer en openbaar groen Ouder-Amstel

 

Bomen

Definitie

Een boom is een overblijvend houtig gewas met een stam dwarsdoorsnede van minimaal 10cm op een hoogte van 1,30m boven het maaiveld. In het geval van een meerstammig geval geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

 

Functie van bomen

Bomen hebben een grote waarde voor de fysieke leefomgeving in de openbare ruimte. Daarnaast functioneren ze vaak als fysieke afscheiding of visuele afscherming of als wegbegeleiding. Daarnaast leveren bomen een waardevolle bijdrage aan de gezondheid van mensen, het voorkomen van hittestress en verbeteren van de biodiversiteit. In sommige gevallen hebben bomen vooral een sierfunctie en wordt er gekozen voor een boom met een specifieke vorm, bloei en/of kleur.

 

Eindbeeld

Het eindbeeld van een boom is bereikt wanneer de kroon zich onbelemmerd heeft kunnen ontwikkelen. Op het moment dat de boompalen zijn verwijderd en de boom tot de definitieve hoogte is opgekroond. De meeste bomen in Ouder-Amstel zijn niet-vrij groeiende bomen, hiermee wordt bedoeld dat er randvoorwaarden zijn aan de groeivorm van de boom. Het beheer is dan gericht op dat bomen onder andere langs rijwegen een takvrije stamhoogte hebben, met een minimale doorrijhoogte van 4.0m. Bomen die niet langs de wegen staan hebben een takvrije stamhoogte die is afgestemd op het gebruik van de omgeving.

 

Beheer en onderhoud

Bomen worden op twee manier onderhouden

  • 1.

    Veiligheidsonderhoud

    • a.

      Boomveiligheidscontrole (BVC) is ten bate van de aansprakelijkheid en veiligheid voor de omgeving. Bomen, laan- en straatbomen worden iedere 1, 3 of 6 jaar (afhankelijk va de conditie en leeftijd van de boom) gecontroleerd aan de hand van visuele aspecten. Op basis van deze rapportage volgen uitvoeringsmaatregelen.

  • 2.

    Regulier onderhoud snoeiprogramma

    • a.

      Dit is een jaarlijks programma voor begeleidingssnoei en daarnaast wordt bijvoorbeeld overhangend groen en stammen takvrij gemaakt. Indien noodzakelijk wordt er calamiteiten snoei of -kap uitgevoerd. Dit laatste valt buiten het regulier onderhoud.

Kapvergunning

Voor het kappen en/of andere ingrijpende werkzaamheden aan bomen is in veel gevallen een omgevingsvergunning nodig. Of de werkzaamheden daadwerkelijk vallen onder de vergunning, moet worden getoetst aan de vigerende boomverordening Ouder-Amstel

 

Monumentale Bomenlijst

Ouder-Amstel hanteert een monumentale bomenlijst. Op deze lijst staan bomen die van bijzondere waarde zijn voor de omgeving. Dit zijn bomen die onder andere 60 jaar of ouder zijn en een levensverwachting van 10 jaar of meer hebben. Voor het kappen van een monumentale boom wordt alleen akkoord gegaan als er zeer zwaarwegende redenen zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot omvallen of een ernstige veiligheidsrisico`s. Het actueel houden van deze lijst valt onder de werkzaamheden van dagelijks onderhoud.

 

Overige aandachtspunten

Zie LIOR voor overige aandachtspunten.

 

Bermen, ruigten en slootkanten

Definitie

Tijdelijke of permanente begroeiing van grassen en ruigtekruiden langs wegen watergangen of op en langs extensief onderhouden terreinen.

 

Functie bermen

  • Zorgen voor steun aan het weglichaam.

  • Bieden plaats aan straatmeubilair.

  • Zorgen voor verkeersgeleiding en functioneren als uitwijkplaats in noodgevallen.

  • Zorgen voor scheiding langzaam en snel verkeer.

  • Tijdelijke opslagplaats voor materiaal en materieel tijdens werkzaamheden.

  • Worden gebruikt als tracé voor kabels en leidingen.

  • Dienen als opvang, buffering en afvoer van regenwater.

  • Kunnen een functie hebben als leefgebied en als verbindingselement tussen leefgebieden voor flora en fauna.

  • Kunnen door aanwezigheid van bloemrijke flora een sierfunctie hebben.

  • Groene aankleding van wegen.

Functies van ruigten

  • Tijdelijke begroeiing van toekomstige bouwlocaties.

  • Leefgebied voor flora en fauna.

  • Tijdelijke opslagplaats voor materiaal en materieel tijdens werkzaamheden.

  • Kunnen door aanwezigheid van bloemrijke flora een sierfunctie vervullen.

Functie van slootkanten

  • Zorgen voor een geleidelijke overgang van waterniveau naar maaiveldhoogte.

  • Leefgebied voor flora en fauna.

  • Kunnen door aanwezigheid van bloemrijke flora een sierfunctie vervullen.

  • Groene aankleding binnen woonwijken.

Eindbeeld

Bermen, ruigten en slootkanten bestaan uit een begroeiing van grassen en ruigtekruiden. De begroeiing bestaat voornamelijk uit soorten die van nature voorkomen. Door het toepassen van het juiste maaibeleid, bevoordelen we de gewenste (bloemrijke) soorten wordt een verbetering van de biodiversiteit bevorderd en ontstaat er bovendien een aantrekkelijk beeld voor gebruikers. Grote oppervlakten met woekerende soorten als brandnetels en distels worden zoveel mogelijk voorkomen.

 

Beheer en onderhoud

  • Twee keer per jaar maaien en afvoeren van het maaisel De eerste meter langs de verharding en uitzichthoeken worden een keer extra gemaaid. In de Ronde Hoep maaien we, volgens afspraak met waterschap AGV, de 1e meter berm 4x per jaar.

  • Zwerfafval verwijderen voorafgaand aan het maaien.

Levensduur van beheergroepen en renovatie

Een levensduur van 25 jaar is mogelijk.

 

Sierheesters

Definitie

Heesters met hoge sierwaarde door bloei, vruchten, bladkleur of groeivorm. De sierwaarde wordt door snoeimaatregelen in stand gehouden. Sierheesters kunnen onderverdeeld worden in bodembedekkende heesters, fijne en grove sierheesters en heesterrozen.

 

Functies van sierheesters

De belangrijke functie van sierheesters is het aantrekkelijk maken van het straatbeeld. Steeds belangrijker wordt ook de mogelijkheid die deze heesters bieden voor het verbeteren van de biodiversiteit. Bloeiende sierheesters trekken ook diverse insecten en vlinders aan. Ze hebben daarnaast vaak ook een functie als fysieke afscheiding of visuele afscherming. Ook worden sierheesters gebruikt als begeleidend element langs wegen.

 

Eindbeeld

Volgroeide sierheesters vormen een gesloten beplanting waarbij de sierwaarde optimaal beleefd wordt. De soortensamenstelling in sierheestervakken is vooraf bepaald. De hoogte en breedte van de beplantingen wordt door snoeimaatregelen in stand gehouden.

Beheer en onderhoud

  • -

    Onkruidvrij maken.

  • -

    Snoeien. Sierheesters worden periodiek in de winterperiode gesnoeid. De manier waarop gesnoeid wordt is soortafhankelijk met als doel om de sierwaarde optimaal tot uiting te laten komen. De hoogte van sierheesters is afhankelijk van de afscheidende of afschermende functie. Sierheesters op plaatsen die voor verkeersdeelnemers overzichtelijk moeten zijn, mogen niet hoger worden dan 1 meter.

  • -

    Zwerfafval verwijderen.

Levensduur van beheergroepen en renovatie

Afhankelijk van de kwaliteit van de heesters t.o.v. het eindbeeld en werkzaamheden in de directe omgeving. Heesters kunnen een levensduur hebben van 25 jaar

 

Hagen

Definitie

Heesters zodanig geplaatst in een rij of in een blokvorm gesnoeid, die op een zeer kleine onderlinge afstand van elkaar zijn aangeplant. Door periodieke snoei worden ze in een strakke vorm gehouden.

 

Functie

Hagen worden aangeplant als fysieke afscheiding of visuele afscherming. Ook functioneren hagen als begeleidend element langs wegen. Hagen zijn daarnaast een nestplaats voor veel vogelsoorten en daarbij dragers en vergroter van biodiversiteit.

 

Eindbeeld

De volgroeide haag is gesloten en heeft geen grote gaten. Er zijn geen grote afwijkingen in de hoogte en/of breedte.

 

Beheer en onderhoud

  • -

    Voet van de haag onkruidvrij maken.

  • -

    Knippen. De kniphoogte wordt per locatie aangegeven het beheerprogramma. De afwijking in hoogte mag na het knippen niet meer dan 10% bedragen.

  • -

    Zwerfafval verwijderen.

Levensduur of beheergroepen renovatie

Afhankelijk van het beeld en de onderhoudswerkzaamheden aan de aangrenzende verharding, is een levensduur van 25 jaar mogelijk.

 

Gazons

Definitie

Een gazon is een aangelegd stuk grond bedekt met gras. Met als esthetische of recreatieve doeleinden.

 

Functie

Gazons zijn geschikt voor esthetische of recreatieve doeleinden. Ze dienen als groene aangename ruimtes, daarnaast kunnen ze dienen als visuele scheiding van gebouwen en buitenruimtes.

 

Eindbeeld

Een goed onderhouden gazons ziet er esthetisch aantrekkelijk uit en is functioneel. Waarbij het gazon dicht, groen, zonder kale plekken en onkruid is.

 

Beheer en onderhoud

  • -

    Maaien, maaihoogte bepalen op basis van gebruiksdoeleinden.

  • -

    Snoeien van randen om nette uitstraling te behouden.

  • -

    Herstellen van gazon.

  • -

    Zwerfafval verwijderen.

Levensduur of beheergroepen renovatie

Afhankelijk belasting en gebruik maar ook onderhoudswerkzaamheden en klimaat is de gemiddelde levensduur van gazon 40 jaar.

 

Bollen en vaste planten

Definitie

Bollen en vaste planten zijn winterharde, niet houtige gewassen met een hoge sierwaarde die in aanloop van de winter bovengronds afsterven.

 

Functie vaste planten

Vaste planten worden door de hoge sierwaarde toepast voornamelijk voor de langdurige en uitbundige bloeiperiode. Vaste planten zijn in het algemeen laag groeiend waardoor ze geschikt zijn voor rotondes en kruisingen van wegen waarbij het overzicht en belevingswaarde belangrijk is.

 

Functie van bollen

Bollen functioneren uitsluitend als verfraaiing van het straatbeeld en bevordering van de biodiversiteit. Ze dragen bij aan de beleving van seizoenen. Bollen worden toegevoegd aan andere groenvoorzieningen zoals gras, boomspiegels of heesters. Het zijn voornamelijk voorjaarsbloeiers en zorgen voor een fleurig straatbeeld. Bollen hebben hierdoor de meerwaarde dat zij in het vroege voorjaar insecten voorzien van voedsel.

 

Eindbeeld

Vaste planten vormen een aan een gesloten beplanting waarbij de oorspronkelijke verdeling van soorten in stand blijft en de verschillende soorten niet in elkaar overgaan.

Bollen worden aangeplant met de bedoeling dat ze zichzelf in stand houden. De voorkeur is dat er uitbreiding ontstaat en de aantallen groeien met de tijd.

 

Beheer en onderhoud

Bollen:

  • -

    Onkruidvrij maken.

  • -

    1x per jaar loof van bollen afmaaien.

Vaste Planten:

  • -

    Snoeien, aan het begin van de bloeiperiode (april).

  • -

    Verdunning en scheuren om de groei te bevorderen.

  • -

    Onkruidvrij maken.

Levensduur of beheergroepen renovatie

De gemiddelde levensduur van vaste planten is 10 jaar mits de omstandigheden en onderhoud voldoende zijn.

Levensduur van bollen verschilt per bol, eenjarige bloembollen bloeien één jaar. Meerjarige bloembollen bloeien meerdere jaren achter elkaar.

 

Bosplantsoen

Definitie

 

Bosplantsoen bestaat uit een diversiteit van jonge bomen en struiken die gebruikt worden bij aanleg van bossen of houtwallen.

 

Functie

 

Bosplantsoen dient als behoud en uitbreiding van bosgebieden en draagt bij aan bevordering van biodiversiteit en ecologisch herstel. Daarnaast dient bosplantsoen als bufferzone tussen gebieden en creëert het groene zones.

 

Eindbeeld

 

Een volgroeid bosplantsoen kan tot diverse eindbeelden leiden afhankelijk van de beoogde functie. Het bosplantsoen kan uitgroeien tot volwassen bos, een biodiverse omgeving of een natuurlijke afscheiding zonder grote gaten.

 

Beheer en onderhoud

  • -

    Dunnen en snoeien, randen snoei.

  • -

    Onkruidvrij maken, de eerste jaren na aanplant door middel van schoffelen, daarna randen uitmaaien.

  • -

    Inboet van uitgevallen beplanting.

  • -

    Zwerfafval verwijderen.

Levensduur of beheergroepen renovatie

De levensduur van bosplantsoen is afhankelijk van functie en onderhoud, de gemiddelde levensduur is vastgesteld op 50 jaar.

Bijlage II Kaart functiegebieden

 

Verklarende woordenlijst

opsomming van vaktermen met uitleg

 

Klepelen

Het fijn maken van ruige begroeiingen met behulp van roterende klepels.

Kandelaberen

Een snoeitechniek, waarbij de takken van een boom

afgezaagd worden waardoor de boom het uiterlijk van een kandelaar, of kandelaber krijgt.

Halfverharding

Bestaat uit niet gebonden materiaal dat meer

draagkracht levert dan de originele grond. Voorbeelden zijn grind, gebroken puin (menggranulaat) en gebroken natuursteen.

Boomveiligheidscontrole

BVC

Bij een boomveiligheidscontrole wordt elke boom bovengronds visueel gecontroleerd op afwijkingen en verschijnselen die een verhoogd veiligheidsrisico geven, zoals de aanwezigheid van holtes, wonden, inrottingen, vruchtlichamen van schimmels, scheuren en aanwijzingen van overgewicht van zware takken.

Afzetten van beplanting

De bomen en struiken worden dicht bij de grond

afgezaagd. De bedoeling daarbij is dat uit de slapende knoppen in de stobbe, het resterende stamgedeelte, weer nieuwe loten ontspruiten. Na verloop van tijd zullen die uitgroeien tot nieuwe stammen. Die worden bij een volgende onderhoudsbeurt op dezelfde wijze afgezaagd.

De periode voor het terugkerende afzetten kan variëren van 5 tot 25 jaar en is afhankelijk van de houtsoort, bodemtoestand en gebruiksdoel van de beplanting.

Zettingsgevoelige gebieden

Zetting is het proces waar grond onder invloed van een belasting wordt samengedrukt. De zettingssnelheid hangt af van de textuur en structuur van de grond en het watergehalte, de omvang van de belasting en de eerdere belastingen. In Ouder-Amstel is de zettingssnelheid in sommige wijken hoog.

Dunnen van beplanting

Een deel van de struiken of bomen wordt bij de grond afgezaagd om ruimte te geven aan de resterende struiken en bomen. De afgezaagde struiken of bomen worden blijvend verwijderd en groeien niet terug.

Functiegebieden

De indeling van de openbare ruimte naar inrichting en gebruik, zoals woongebieden, bedrijventerreinen en centrumgebieden.

Groentypen

Een enkele plant of meerdere planten die met een gelijksoortig pakket aan onderhoudsmaatregelen duurzaam in stand worden gehouden zoals sierheesters, knotbomen of siergazon.


1

CROW is een onafhankelijk Nederlands kennisinstituut. De CROW heeft de systematiek van beeldkwaliteit ontwikkeld. Dit is een middel om de (gewenste) kwaliteit van de omgeving op een laagdrempelige te kunnen beschrijven. Het maakt het mogelijk om eenduidig te communiceren over wat de vastgestelde kwaliteit is van de openbare ruimte in beleid, voorbereiding en uitvoering. De gebruikte meetlatten zijn doormiddel van een wetenschappelijk rekenmodel tot stand gekomen.

2

De afkorting IMAG staat voor het Instituut voor Milieu- en Agritechniek. Dit zijn landelijke geaccepteerde tijdnormen voor aanleg en onderhoud van natuur, groen en recreatieve voorzieningen. De kosten van machines en materiaal zijn gebaseerd op ervaringscijfers en landelijke gemiddelden. Deze gegevens zijn verwerkt in het Groene boek uitgegeven door IMAG. De kengetallen zijn geordend volgens de RAW-systematiek van het CROW.