Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dordrecht

SUBSIDIEREGELING Het Dordts leerprogramma gemeente Dordrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDordrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSUBSIDIEREGELING Het Dordts leerprogramma gemeente Dordrecht
CiteertitelSubsidieregeling Het Dordts Leerprogramma gemeente Dordrecht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Dordrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-02-2024nieuwe regeling

24-05-2022

gmb-2024-91078

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEREGELING Het Dordts leerprogramma gemeente Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gezien het voorstel inzake vaststellen van de Subsidieregeling Het Dordts leerprogramma gemeente Dordrecht;

 

overwegende dat de Dordtse Onderwijsvisie 2020-2030 is vastgesteld op 7 oktober 2019;

 

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht;

 

 

B E S L U I T :

 

 

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling Het Dordts leerprogramma gemeente Dordrecht;

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aantoonbare leerpotentie: Dit houdt in dat leerlingen op de taaltoetsen C, D of E scoren (dan wel IV of V) en een discrepantie laten zien tussen taal- en rekenprestaties en/of van wie de leerkracht een reële verwachting heeft dat de leerling een concrete leerpotentie heeft door gedurende één schooljaar intensieve taalondersteuning aan te bieden;

  • b.

    achterstandsscore: score op de OAB-scan, zoals uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau, op basis van de achterstandenindicator van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze score wordt per BRIN-nummer/schoollocatie aangegeven;

  • c.

    cognitieve ontwikkeling: groei van vaardigheden die te maken hebben met het denken, het geheugen, de waarneming en de fantasie;

  • d.

    het Dordts leerprogramma (DLP): programma dat voortkomt uit de onderwijsvisie 2020-2030 waarbij voor de 11 basisscholen met de hoogste risico's op onderwijsachterstanden bij hun leerlingen, gebaseerd op de OAB-scan, door middel van onderwijstijdverlenging en een sterke focus op taalontwikkeling deze achterstanden worden bestreden;

  • e.

    eenmalige subsidie: aanspraak op financiële middelen voor activiteiten met een eenmalig of projectmatig karakter;

  • f.

    executieve ontwikkeling: groei van hogere vaardigheden die een controlerende en aansturende functie van de hersenen hebben, die belangrijk zijn voor het regelen van het gedrag;

  • g.

    fte-normbedrag: het normbedrag dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hanteert voor 1 fte leerkracht basisonderwijs;

  • h.

    OAB-scan: overzicht dat eens in de vier jaar wordt opgemaakt op basis van CBS-gegevens over de verdeling van onderwijsachterstanden onder basisscholen in Dordrecht;

  • i.

    onderwijsachterstanden: Het slechter presteren van leerlingen op school door een ongunstige economische, sociale of culturele omgeving (met name de thuissituatie) (d.w.z. een lagere Cito-score halen in groep 8) dan zij bij een gunstiger situatie ‘zouden kunnen’ (gezien hun potentieel, intelligentie);

  • j.

    onderwijsprofessional: een persoon die lesbevoegd is of minimaal 2 jaar ervaring heeft voor de klas.

  • k.

    onderwijstijdverlenging (OTV): extra onderwijstijd bovenop de landelijke urennorm voor het basisonderwijs, die over 8 schooljaren minimaal 7.520 uur bedraagt, waarvan minimaal 3.520 in de onderbouw en 3.760 uur in de bovenbouw;

  • l.

    schakelklas: speciaal ingerichte groep waarin activiteiten ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal worden uitgevoerd die zijn gericht op betere doorstroming in het onderwijs in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden;

  • m.

    schooljaarsubsidie: aanspraak op financiële middelen die wordt verstrekt voor activiteiten die gedurende een of meer schooljaren worden uitgevoerd en die wordt bedoeld als boekjaarsubsidie zoals genoemd in de Algemene Subsidieverordening Dordrecht. Een schooljaar loopt van 1 augustus t/m 31 juli;

  • n.

    Zuid-Holland Zuid: regio waaronder de volgende gemeenten vallen: Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.

 

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Het doel van deze regeling is het doorbreken van kansenongelijkheid in het onderwijs bij 0-12 jarigen. Hierbij ligt de focus op de speerpunten taal en rekenen, preventie en zorg, en brede talentontwikkeling, zoals in de Dordtse onderwijsvisie 2020-2030 staat vermeld.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan op aanvraag een subsidie verstrekken voor activiteiten in de gemeente Dordrecht die een bijdrage leveren aan het in artikel 2 opgenomen doel en vallen onder een of meer van de onderstaande ambities:

  • 1.

    Invulling geven aan de doelstellingen van het Dordts Leerprogramma, welke zijn:

    • a.

      het aanbieden van extra kansen op taalonderwijs in combinatie met een bredere cognitieve en executieve ontwikkeling;

    • b.

      het bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn tussen kinderopvang, basisschool en/of voortgezet onderwijs;

  • 2.

    Ouders extra betrekken bij de ontwikkelingen van hun kind op school door middel van een aanvullend ouderprogramma gericht op het bevorderen van gelijke kansen.

  • 3.

    Het aanbieden van een schakelklas aan leerlingen met een aantoonbare leerpotentie.

 

Artikel 4 Aanvrager

Op grond van deze regeling kunnen de schoolbesturen van de 11 basisscholen met de hoogste risico's op onderwijsachterstanden een subsidie aanvragen. Deze basisscholen worden geselecteerd op basis van de achterstandsscores in de OAB-scan.

 

Artikel 5 Subsidievormen

Het college kan, afhankelijk van de genoemde mogelijkheden per hoofdstuk, op grond van deze regeling voor een of meerdere jaren subsidie verstrekken in de volgende vormen:

a. schooljaarsubsidie;

b. eenmalige subsidie.

 

Hoofdstuk 2 Financiële bepalingen

Artikel 6 Berekening maximale hoogte schooljaarsubsidie

  • 1.

    Het maximale bedrag dat per school als schooljaarsubsidie kan worden verstrekt bestaat uit:

    • a.

      een vast bedrag ter hoogte van 0,2 fte per school op basis van het fte-normbedrag;

    • b.

      een vast bedrag ter hoogte van 0,01 fte per leerling per school op basis van het fte-normbedrag, waarbij het aantal leerlingen wordt gebaseerd op de jaarlijkse 1 oktobermeting.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het maximaal te verstrekken bedrag per school voor schooljaar 2022-2023 1/3e deel van de in het eerste lid bedoelde hoogtes. Het andere deel zal bekostigd worden uit de middelen die scholen ontvangen uit het Nationaal Programma Onderwijs.

 

Artikel 7 Subsidieplafond voor eenmalige subsidies

Het college kan jaarlijks voor 1 maart, voorafgaand aan de betreffende subsidieperiode, een subsidieplafond vaststellen voor eenmalige subsidies die vallen onder deze regeling.

 

Artikel 8 Wijze van verdeling eenmalige subsidies

  • 1.

    Volledige aanvragen worden in volgorde van ontvangst in behandeling genomen, totdat het eventueel vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

 

Hoofdstuk 3 Aanvraag subsidie

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een schooljaarsubsidie wordt ingediend uiterlijk 1 juni in het schooljaar voorafgaand aan de subsidieperiode.

  • 2.

    Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

 

Artikel 10 Aanvullende aanvraagvereisten

De aanvraag van een subsidie bevat, naast de in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval de volgende gegevens:

  • 1.

    In het geval van een aanvraag betreffende onderwijstijdverlenging:

    • a.

      een onderbouwing van de voorgestelde aanpak waarmee aannemelijk is te maken dat de aanpak bijdraagt aan de taal- en/of rekenontwikkeling van de leerlingen, hetgeen kan blijken uit een wetenschappelijke onderbouwing, een certificaat of een ander bewijs van effectiviteit;

    • b.

      een beschouwing op de voortgang van de lopende subsidie en hoe de evaluatie daarop is meegenomen in de nieuwe aanvraag;

    • c.

      een beschrijving van eigen activiteiten die passen bij de onderwijsvisie;

    • d.

      het aantal uur onderwijstijdverlenging per week per groep;

    • e.

      de eventueel benodigde huur van ruimte;

    • f.

      een aantoonbare duidelijke verbinding met het dagelijkse onderwijsprogramma; en

    • g.

      een beschrijving van het ouderbeleid rondom het Dordtse leerprogramma.

  • 2.

    In het geval van een aanvraag betreffende ouderbetrokkenheid:

    • a.

      een beschrijving hoe het activiteitenplan aanvullend werkt op de reguliere activiteiten rondom ouderbetrokkenheid; en

    • b.

      een beschrijving hoe en met welke partijen er samen wordt gewerkt in het bevorderen van ouderbetrokkenheid.

  • 3.

    In het geval van een aanvraag betreffende specifieke onderwijstijdverlenging voor schakelklassen:

    • a.

      de gekozen variant schakelklas;

    • b.

      de groep(en) waarvoor een schakelklas wordt georganiseerd;

    • c.

      een totale begroting per schakelklas, inclusief het aantal fte's;

    • d.

      het aantal kinderen per schakelklas; en

    • e.

      een activiteitenplanning.

 

Artikel 11 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie met betrekking tot een aanvraag betreffende onderwijstijdverlenging en ouderbetrokkenheid komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3, lid 1, waarbij de volgende beperkingen gelden:

    • a.

      vervoerkosten gemaakt binnen de regio Zuid-Holland Zuid;

    • b.

      programmacoördinatie op het Dordts Leerprogramma met een maximum van 0,2 fte per school per schooljaar op basis van het fte-normbedrag;

    • c.

      aanschaf leermiddelen tot een maximum van 2% per school per schooljaar van het maximum te subsidiëren bedrag per school;

    • d.

      huur van ruimten tot een maximum van 5% per school per schooljaar;

    • e.

      de kosten van afschrijvingen komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 2.

    Voor subsidie met betrekking tot een aanvraag betreffende specifieke onderwijstijdverlenging voor schakelklassen komen de redelijk te verwachten kosten in aanmerking voor het organiseren en uitvoeren van een schakelklas voor de volgende onderdelen, met een maximale subsidie van 0,8 fte per schakelklas:

    • a.

      binnenschoolse schakelklas: schakelklas waarin kinderen minimaal 15 uur per week onder schooltijd in een aparte groep al het onderwijs krijgen;

    • b.

      naschoolse schakelklas: schakelklas waarin kinderen minimaal 3 uur per week structurele extra leertijd krijgen bovenop de reguliere schooltijd;

    • c.

      nazorg: activiteiten om leerlingen die een vorig schooljaar in de schakelklas zaten ook in de periode er na extra aandacht te geven;

    • d.

      coördinatie van het Dordtse leerprogramma.

 

Hoofdstuk 4 Beoordeling subsidieaanvraag

Artikel 12 Verplichte aanvullende gronden tot weigering of intrekking

Onverminderd het bepaalde in artikel 11, van de Algemene subsidieverordening Dordrecht wordt de subsidieverlening geweigerd:

  • 1.

    in het geval van een aanvraag betreffende onderwijstijdverlenging als:

    • a.

      de activiteiten vallen onder de reguliere opdracht van het basisonderwijs en binnen de reguliere uren plaatsvinden; of

    • b.

      de activiteiten niet ten goede komen aan leerlingen die gedurende het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft staan ingeschreven op de betreffende school.

  • 2.

    in het geval van een aanvraag betreffende ouderbetrokkenheid als:

    • a.

      de activiteiten vallen onder de reguliere opdracht van het basisonderwijs en binnen de reguliere uren;

    • b.

      de subsidie niet ten goede komt aan ouders van wie de kinderen gedurende het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft, staan ingeschreven op de betreffende school; of

    • c.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die niet zijn opgenomen in, of in strijd zijn met de Dordtse onderwijsvisie 2020-2030.

  •  

Artikel 13 Optionele aanvullende gronden tot mogelijke weigering of intrekking

Onverminderd het bepaalde in artikel 11, van de Algemene subsidieverordening Dordrecht, kan de aanvraag geweigerd worden:

  • 1.

    in het geval van een aanvraag betreffende onderwijstijdverlenging wanneer:

    • a.

      er geen eigen bijdragen in het programma worden geïnvesteerd;

    • b.

      de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds door enig bestuursorgaan of andere organisatie een volledige subsidie of opdracht is verstrekt;

    • c.

      activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

    • d.

      de kosten van de activiteit niet in verhouding staan tot de kosten van vergelijkbare activiteiten;

    • e.

      de activiteit niet wordt uitgevoerd of begeleid door een onderwijsprofessional;

    • f.

      bij realisatie van de activiteit niet wordt samengewerkt met Dordtse organisaties, instellingen en andere maatschappelijke partijen, zoals partijen die actief zijn op het gebied van techniek, lezen, kunst, cultuur, sport of welbevinden; of

    • g.

      het minimum aantal uren onderwijstijdverlenging minder dan drie uur bedraagt. Voor schooljaar 2023-2024 bedraagt de minimale onderwijstijdverlenging vier uur. Vanaf schooljaar 2024-2025 bedraagt de minimale onderwijstijdverlenging vijf uur.

  • 2.

    in het geval van een aanvraag betreffende ouderbetrokkenheid wanneer:

    • a.

      er geen eigen bijdragen in het programma worden geïnvesteerd;

    • b.

      aan de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds door enig bestuursorgaan of andere organisatie een subsidie of opdracht is verstrekt;

    • c.

      activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben; of

    • d.

      het aantal bereikte ouders en de impact die de activiteit maakt niet in verhouding staan tot de kosten van de activiteit.

 

Artikel 14 - Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13 en 14 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht voldoet de aanvrager aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    In het geval van een aanvraag betreffende onderwijstijdverlenging:

    • a.

      de aanvrager levert alle gevraagde informatie voor monitoring, onderzoek en tussentijdse verantwoording;

    • b.

      de aanvrager werkt samen met andere scholen en de relevantie werkgroepen en stuurgroepen die uitvoering geven aan de Onderwijsvisie;

    • c.

      de aanvrager betrekt ouders actief bij de ontwikkelingen van hun kind en de onderwijstijdverlenging en wijst ouders actief op hun rol en gezamenlijke verantwoordelijkheid;

    • d.

      het leerprogramma wordt voor minimaal drie opeenvolgende jaren georganiseerd;

    • e.

      binnen het leerprogramma worden onderwijsprofessionals waar mogelijk structureel en voor meerdere jaren ingezet en zij worden behandeld als onderdeel van het schoolteam; ook als ze formeel onder contract staan bij een andere partij of werken als zzp'er; en

    • f.

      de aanvrager levert een actieve bijdrage aan de realisatie van de gezamenlijke Dordtse Onderwijsvisie 2020-2030.

  • 2.

    In het geval van een aanvraag betreffende ouderbetrokkenheid:

    • a.

      De school ontwikkelt in het eerste jaar van de aanvraag een ouderbeleid tot 2030 en deelt deze met de gemeente uiterlijk 1 juni van het eerste subsidiejaar. In dit ouderbeleid wordt onder andere stilgestaan bij de samenwerking tussen school, opvang en het voortgezet onderwijs. Ook omvat het ouderbeleid een omschrijving hoe de behoeften van ouders wordt opgehaald rondom ouderbetrokkenheid; en

    • b.

      In de uitvoering van het ouderbeleid wordt actief een koppeling gezocht met minimaal drie relevante organisaties of initiatieven, zoals JGZ, GGD, verenigingen in de buurt, de week van de opvoeding of andere themaweken.

  • 3.

    In het geval van een aanvraag betreffende specifieke onderwijstijdverlenging voor schakelklassen:

    • a.

      een schakelklas als bedoeld in artikel 3 lid 3 telt minimaal acht en maximaal vijftien kinderen en duurt een schooljaar. De kinderen worden geselecteerd op grond van hun taalniveau en leerpotentie;

    • b.

      de schakelklas vormt een vervolg op voorschoolse educatie en kan worden ingericht vanaf groep 2;

    • c.

      de schakelklas en eventuele nazorg in het jaar na de schakelklas, zijn bedoeld voor leerlingen met aantoonbare leerpotentie;

    • d.

      de scholen kiezen minimaal drie achtereenvolgende schooljaren voor een schakelklas in een vaste jaargroep, daarbij rekening houdend met andere interventies op de school, gericht op het bestrijden van de onderwijsachterstanden;

    • e.

      de doelstelling van de schakelklassen is dat minimaal 75% van de leerlingen in de schakelklas op landelijk genormeerde taaltoetsen een groei laat zien die vergelijkbaar is met de landelijke gemiddelde groei of hoger. Indien geen landelijk genormeerde toetsen beschikbaar zijn, zoals bij de kleuters, worden gegevens uit het leerlingvolgsysteem benut om het rendement van de schakelklas vast te stellen. Deelnemende scholen leveren hiervoor gegevens aan;

    • f.

      scholen met een schakelklas doen jaarlijks mee aan de monitor van onderzoeksbureau Sardes;

    • g.

      scholen met een schakelklas betrekken ouders actief bij de ontwikkelingen van hun kind en wijzen ouders op hun rol en gezamenlijke verantwoordelijkheid; en

    • h.

      scholen met een schakelklas, leerkrachten en interne begeleiders, nemen twee keer per jaar deel aan stedelijke intervisiebijeenkomsten en wisselen daarin hun kennis en ervaring uit.

 

Hoofdstuk 5 Verantwoording subsidie

Artikel 15 Aanvraagtermijn subsidievaststelling

Een aanvraag tot vaststelling voor een schooljaarsubsidie dan wel een eenmalige subsidie wordt, in afwijking van artikel 17 en 18, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene subsidieverordening Dordrecht uiterlijk 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken schooljaar waarin de activiteiten zijn afgerond ingediend;

 

Hoofdstuk 6 Hardheidsclausule en slotbepalingen

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 5, 6, 7, 8 en 11, indien onverkorte toepassing ervan gelet op het belang van de aanvrager leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

 

Artikel 17 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Het Dordts Leerprogramma gemeente Dordrecht.

  • 2.

    De subsidieregeling Het Dordts Leerprogramma zoals vastgesteld op 13 juli 2021 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

 

Aldus besloten in de vergadering van 24 mei 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester