Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montferland

Subsidieregeling Instandhouding Cultuurhistorische waarden Montferland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontferland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Instandhouding Cultuurhistorische waarden Montferland 2024
CiteertitelSubsidieregeling Instandhouding Cultuurhistorische waarden Montferland 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpSubsidieregeling Instandhouding Cultuurhistorische waarden Montferland 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

de Subsidieregeling Monumenten, en Landschapselementen Montferland 2021” wordt 1 januari 2024 ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Montferland 2024

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-02-202401-01-2024nieuwe regeling.

06-02-2024

gmb-2024-90889

23b0006637

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Instandhouding Cultuurhistorische waarden Montferland 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

 

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Montferland 2024

 

BESLUIT

 

vast te stellen de:

 

Subsidieregeling “Instandhouding cultuurhistorische waarden Montferland 2024”

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Subsidieaanvraagformulier: een door het college vastgesteld formulier, bestemd om te worden gebruikt als schriftelijk verzoek om tot verstrekking van subsidie over te gaan.

  • b.

    Formulier subsidieverantwoording : een door het college vastgesteld formulier bestemd om te worden gebruikt als schriftelijk verzoek om tot vaststelling van de verleende subsidie over te gaan.

  • c.

    Beschikking tot subsidieverlening: voorlopige toekenning van de gevraagde subsidie;

  • d.

    Beschikking tot subsidievaststelling: de definitieve vaststelling van de subsidie op basis van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • e.

    Subsidiejaar: het kalenderjaar waarop de uitvoering van de subsidieregeling betrekking heeft.

  • f.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland.

  • g.

    ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Montferland 2024.

  • h.

    Subsidieplafond: het bedrag dat de gemeenteraad op jaarbasis beschikbaar heeft gesteld voor uitvoering van deze subsidieregeling

  • i.

    Monument: een object dat – op het moment dat met de te subsidiëren activiteiten een aanvang wordt gemaakt – door het college op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening is aangewezen als gemeentelijk monument of een maalvaardige molen die op grond van de Monumentenwet is aangewezen als rijksmonument;

  • j.

    Cultuurhistorische waarden: gemeentelijke monumenten en molens, die als beschermde monumenten zijn aangewezen.

  • k.

    Eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar en/of zakelijk gerechtigden van een monument zijn ingeschreven.

  • l.

    Instandhoudingswerkzaamheden: een beschermingsaanpak, die erop gericht is het verval van het monument tegen te gaan en zo mogelijk schade te herstellen; hieronder vallen de maatregelen op het gebied van onderhoud, restauratie en duurzaamheidsmaatregelen = ‘duurzame instandhouding’.

  • m.

    Monumentencommissie: de erfgoedcommissie Montferland belast met de advisering ter zake van het beleid van het gemeentebestuur ten aanzien van cultuurhistorische waarden zoals aangegeven in de Erfgoedverordening Montferland en de Verordening op de monumentencommissie Montferland.

  • n.

    Subsidiabele werkzaamheden: lijst van subsidiabele werkzaamheden die gericht zijn op de duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden en waarvoor subsidie verleend kan worden.

  • o.

    Uitvoeringsvoorschriften: voorschriften die door het college worden gesteld aan de uitvoering waarvoor subsidie wordt verleend ten behoeve van duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden.

  • p.

    (haalbaarheids-)onderzoek: onderzoek naar de (bouwkundige) gebreken, om inzicht te krijgen in de subsidiabele kosten van de in stand te houden cultuurhistorische waarden dat plaatsvindt voordat een instandhoudingsplan kan worden opgesteld, bestaande uit een technische omschrijving en een begroting, en dat uitgevoerd dient te worden door een deskundige en onafhankelijke instantie.

  • q.

    Monumentenglas: vensterglas met als voornaamste functie een isolerende werking, zonder de uitstraling van een monument aan te tasten.

  • r.

    Rd-waarde: warmteweerstand van dichte constructies uitgedrukt in m2 K/W.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Subsidie kan worden verstrekt aan in Montferland woonachtige natuurlijke en in Montferland gevestigde rechtspersonen voor het treffen van voorzieningen zoals nader omschreven in artikel 3.

Artikel 3. Subsidiabele kosten

Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden toegekend als tegemoetkoming in de kosten van:

  • a.

    Buiten- en daarmee samenhangend binnen schilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen, buitenkozijnen en buitendeuren;

  • b.

    Onderhoud van rieten daken (met deklatten en herstel van sporen);

  • c.

    Onderhoud van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van dakbeschot en sporen;

  • d.

    Onderhoud van goten in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op rioleringen en open water;

  • e.

    Onderhoud van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling lijstwerk en luiken;

  • f.

    Onderhoud van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • g.

    Onderhoud van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast;

  • h.

    Inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • i.

    Beperkt vervangen of inboeten van natuursteen;

  • j.

    Onderhoud, controle, vervangen en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;

  • k.

    Behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • l.

    Onderhoud van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);

  • m.

    Onderhoud van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

  • n.

    Vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarden;

  • o.

    Het plaatsen van achterzetbeglazing, in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

  • p.

    Het gangbaar houden van historische krachtwerktuigen en machines;

  • q.

    Het aanbrengen van inspectievoorzieningen, zoals dakluiken en klimhaken;

  • r.

    (Bouwkundig) onderhoud van begraafplaatsen en grafmonumenten;

  • s.

    Herstel van het casco (de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragen muren, fundering, kelder, gewelven) mits uit het oogpunt van duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden verantwoord uitgevoerd;

  • t.

    Herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur al dan niet in combinatie met herstel van het casco waaronder schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen);

  • u.

    Het aanbrengen van technische installaties ter bescherming van zeer waardevolle interieurelementen, bijvoorbeeld verwarming of luchtbevochtigingsinstallaties;

  • v.

    Reconstructies van verdwenen of in latere tijd gewijzigde onderdelen, indien en voor zover deze wijzigingen geen afbreuk doen aan de monumentale waarden van het geheel, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord wordt uitgevoerd;

  • w.

    Herstel van specifieke technische installaties in monumenten van bedrijf en techniek, bijvoorbeeld stoommachines, dieselmotoren, raamzagen en persen;

  • x.

    De kosten voor het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek/inspectierapport;

  • y.

    De kosten van het lidmaatschap alsmede de inspectiekosten van de Monumentenwacht.

 

Na-isolerende maatregelen:

  • a.

    Het aanbrengen van dak-, vloer- en/of muurisolatie.

  • b.

    Het vervangen van bestaand glas door warmte-isolerend monumentenglas.

Artikel 4. De hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor gemeentelijke monumenten bedraagt 25% van de door het college subsidiabel geachte kosten (zie artikel 3) tot een bedrag van maximaal € 5.000,- per jaar, mits niet eerder in hetzelfde kalenderjaar een subsidie voor hetzelfde monument is toegekend. Dit bedrag kan worden vermeerderd met de door de provincie Gelderland toegekende aanvullende subsidie voor gemeentelijke monumenten.

  • 2.

    Per gemeentelijk monument worden de kosten voor het jaarlijks lidmaatschap van de Monumentenwacht Gelderland volledig vergoed.

  • 3.

    Per gemeentelijk monument wordt maximaal één instandhoudingsbijdrage per kalenderjaar toegekend.

  • 4.

    De subsidie voor maalvaardige molens bedraagt 25% van de door het college subsidiabel geachte kosten (zie artikel 3) tot een bedrag van maximaal € 1.700,- per molen per jaar, mits niet eerder in hetzelfde kalenderjaar een subsidie voor dezelfde molen is toegekend. Dit bedrag kan worden vermeerderd met door de provincie Gelderland toegekende aanvullende subsidie voor specifiek genoemde molens.

  • 5.

    Per maalvaardige molen wordt maximaal één instandhoudingsbijdrage per kalenderjaar toegekend.

Artikel 5. Het aanvragen van subsidie

  • 1.

    De aanvraag om subsidie dient vóór de uitvoering van de werkzaamheden schriftelijk door middel van een subsidieaanvraagformulier bij het college te worden ingediend. De uitvoering van de werkzaamheden mag niet eerder beginnen dan nadat het college een subsidiebeschikking heeft afgegeven en voor zover voor de werkzaamheden een vergunning op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening is vereist, deze is verleend.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen ter goedkeuring te worden overlegd:

    • a.

      Een gespecificeerde offerte c.q. gespecificeerde offertes van de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden uitgesplitst naar aantallen, eenheden, normen, uren, materialen en evt. onderaannemers;

    • b.

      Een inspectierapport van de Monumentenwacht Gelderland of een gelijkwaardig onderzoek naar of onderbouwing van de onderhoudstoestand van het betreffende monument.

  • 3.

    Naast de in lid 2 bedoelde bescheiden kan het college - al naar gelang de inhoud van de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden – bepalen dat er aanvullende bescheiden dienen te worden overlegd, zoals aangegeven op het subsidieaanvraagformulier.

Artikel 6. Het beschikken op subsidieaanvragen

  • 1.

    Binnen 12 weken nadat een subsidieaanvraag volledig is ingediend neemt het college een besluit tot subsidieverlening, gedeeltelijke subsidieverlening of subsidieweigering.

  • 2.

    Aanvragen waarbij niet wordt voldaan aan de in deze subsidieregeling gestelde eisen of geen betrekking hebben op de subsidiabele kosten worden geweigerd, tenzij hiervoor ontheffing wordt verleend als bedoeld in artikel 12.

Artikel 7. De uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden

  • 1.

    De instandhoudingswerkzaamheden dienen volgens de ‘uitvoeringsvoorschriften’ als bedoeld in artikel 1, onder o uitgevoerd te worden;

  • 2.

    De instandhoudingswerkzaamheden waarvoor subsidie is verleend moeten binnen 2 jaren na de toekenning zijn afgerond;

  • 3.

    Zonder toestemming van het college mag niet worden afgeweken van de ingediende instandhoudingswerkzaamheden;

  • 4.

    Degene aan wie subsidie is toegekend dient een door het college aangewezen onafhankelijke deskundige of deskundige instantie desgewenst de gelegenheid geven om de wijze waarop de werkzaamheden worden of zijn uitgevoerd te controleren.

Artikel 8. De intrekking van de verleende subsidie

De beschikking tot verlening van subsidie in de kosten voor instandhouding kan door het college geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken indien:

  • 1.

    Blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden bij of krachtens deze regeling;

  • 2.

    Een subsidie op grond van deze regeling is toegekend of vastgesteld op grond van gegevens en gebleken is, dat deze zodanig onjuist waren, dat waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 3.

    Niet binnen 2 jaar na de subsidieverlening de uitvoering van de werkzaamheden is afgerond;

  • 4.

    De subsidieaanvrager meldt dat de werkzaamheden geen doorgang zullen vinden.

Artikel 9. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Binnen twee jaar na de datum van het besluit tot subsidieverlening dient de aanvrager een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2.

    Bij deze aanvraag wordt een gespecificeerd overzicht gevoegd van:

    • a.

      de uitgevoerde werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend en welke namens het college zo nodig zijn gecontroleerd en geaccordeerd;

    • b.

      de werkelijk gemaakte kosten en de hieraan gerelateerde betalingsbewijzen;

Artikel 10. De beschikking tot subsidievaststelling

  • 1.

    Binnen twaalf weken nadat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie is ontvangen neemt het college een besluit tot vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    Uitbetaling van de subsidie geschiedt door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie subsidie is toegekend.

Artikel 11. Het subsidieplafond

  • 1.

    Voor de subsidieverdeling geldt een subsidieplafond zoals is bepaald bij de vaststelling van het budget voor het betreffende subsidiejaar in de gemeentebegroting door de gemeenteraad.

  • 2.

    De behandeling van subsidieaanvragen geschiedt op basis van de volgorde van binnenkomst in het betreffende subsidiejaar.

  • 3.

    Indien de in de gemeentebegroting daartoe bestemde middelen dat toelaten kan het college met inachtneming van deze regeling subsidie toekennen ten behoeve van de instandhouding van de in de gemeente Montferland gelegen gemeentelijke monumenten en molens.

  • 4.

    Indien het in lid 1 beschikbaar gestelde budget is uitgeput kan het college de aanvraag om subsidie afwijzen.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het vierde lid kan het college, na advies van de monumentencommissie, voor de afhandeling van aanvragen prioriteiten stellen op basis van de bouwkundige staat van de monumenten waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 6.

    Het college kan bepalen dat aanvragen om subsidie vóór een door hen vast te stellen datum worden ingediend.

Artikel 12. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan het college afwijken of ontheffing verlenen van procedurebepalingen en voorschriften van deze regeling.

Artikel 13. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    De subsidieregeling kan worden aangehaald als “Subsidieregeling Instandhouding Cultuurhistorische waarden Montferland 2024”.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2024 en wordt voor het eerst toegepast op subsidieaanvragen die vanaf 1 januari 2024 worden ingediend.

  • 3.

    De subsidieregeling “Subsidieregeling Monumenten, en Landschapselementen Montferland 2021” wordt ingetrokken op 1 januari 2024.

 

Aldus besloten op: 6 februari 2024

Burgemeester en wethouders van Montferland

De secretaris,

B.F.M. Booltink

De burgemeester,

H.H. de Vries

TOELICHTING

 

Subsidieregeling Instandhouding Cultuurhistorische waarden Montferland 2024

 

Algemeen

De gemeente Montferland telt op dit moment 164 beschermede gemeentelijke monumenten. Deze monumenten worden als belangrijk cultureel erfgoed beschouwd en met deze subsidieregeling wil de gemeente met het vertrekken van subsidies monumenteneigenaren stimuleren hun monument in een goede staat van onderhoud te houden zodat deze ook voor de volgende generaties beschikbaar zijn. De doelgroep voor het verstrekken van monumentsubsidies betreft eigenaren van gemeentelijke monumenten en molens gelegen binnen de gemeente Montferland.

 

Het betreft incidentele subsidies die gericht zijn op het instandhouden van gemeentelijke monumenten, waardoor karakteristieke – en cultuurhistorisch belangrijke elementen behouden blijven. In de subsidieregeling wordt een specifieke lijst van subsidiabele activiteiten benoemd.

 

Het beschikbare budget voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten per subsidiejaar wordt jaarlijks vanuit de begroting door de gemeenteraad vastgesteld. Aangezien de gemeente beschikt over een specifieke subsidieregeling voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten en jaarlijks vanuit de gemeenteraad een budget hiervoor beschikbaar wordt gesteld, draagt de provincie Gelderland zolang zij hiervoor een provinciale subsidieregeling hebben ook jaarlijks bij met een aanvullend subsidiebudget.

 

In de verleningsbeschikking wordt opgenomen dat de te verlenen subsidie is gebaseerd op de ingediende prijsopgaves en werkomschrijvingen. In deze beschikking wordt uitgelegd hoe de verdeelsleutel (gemeentelijk – en voor zover beschikbaar gesteld provinciaal deel) in elkaar steekt. In de verantwoordingsstukken (subsidievaststelling) – nadat de werkzaamheden zijn afgerond – wordt de definitieve subsidie vastgesteld (en uitbetaald) aan de hand van een bewijs van de gerealiseerde kosten inclusief betaalbewijzen.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 3

In dit artikel zijn de subsidiemogelijkheden voor de concrete instandhoudingswerkzaamheden aangegeven.

 

De subsidiabele kosten zijn kosten die zijn gemoeid met de uitvoering van de subsidiabele werkzaamheden. Deze subsidiabele kosten bestaan uit:

 

Directe kosten:

De directe kosten zijn de kosten van de te verwerken goedgekeurde materialen met de daarbij behorende loonkosten. Onder directe kosten wordt ook het bouwen van een steiger en materieelkosten zoals de huur van steigermateriaal of speciemolen begrepen.

 

Loonkosten:

De hoogte van de uurlonen loopt sterk uiteen als gevolg van de in te zetten disciplines alsmede door het opvoeren van wisselende percentages voor improductiviteit, algemene kosten, winst en risico. Voor de hantering van deze kosten wordt aansluiting gezocht bij de gangbare normen die ook worden gehanteerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

 

Artikel 4

Lid 1. Dit artikel bepaalt het maximale subsidiebedrag per kalenderjaar voor de instandhoudingskosten aan een gemeentelijk monument.

 

Naast de gemeentelijke subsidie, zal vanuit de gemeente ook de eventuele aanvullende provinciale subsidie verleend worden. De provincie Gelderland kan jaarlijks een aanvullend subsidiebudget aan de gemeente beschikbaar stellen. Zolang dit budget toereikend is zal aanvullende subsidie toegekend kunnen worden aan de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Afhankelijk van het beschikbaar gestelde budget wordt een maximale percentage gehanteerd.

 

Lid 2. Hierin is opgenomen dat het jaarlijks abonnement op de Monumentenwacht Gelderland door de gemeente wordt vergoed. Indien de eigenaar van een gemeentelijk monument besluit om zich te abonneren op de Monumentenwacht Gelderland worden de abonnementskosten, met uitzondering van het uurloon voor de periodieke inspectie, door de gemeente vergoed. Voor informatie over de Monumentenwacht Gelderland wordt verwezen naar de site: www.monumentenwacht-gld.nl.

 

Lid 4. Ondanks dat voor rijksmonumenten via het rijk subsidie- en financieringsmogelijkheden worden geboden, geldt voor de instandhouding van diverse molens een aanvullende gemeentelijke subsidiemogelijkheid.

 

Molens zijn van belang zijnde levende monumenten. In vergelijking met andere rijksmonumenten zijn molens de meest onderhoudsgevoelige monumenten. Daarnaast behoren molens financieel-economisch tot de minst rendabele monumenten. Uitgangspunten bij deze rijksmonumenten is primair gericht op de instandhouding van de oorspronkelijke functie. Hierdoor zijn moleneigenaren in hoge mate afhankelijk van ondersteuning bij hun onderhoud aan de molen.

 

Artikelen 5 en 6

In deze artikelen wordt aangegeven welke gegevens noodzakelijk zijn om tot een goede beoordeling van de subsidieaanvraag te komen en waar de subsidietoekenning op wordt gebaseerd. De noodzakelijke gegevens zijn ook genoemd op het subsidieaanvraagformulier.

 

Artikel 7

Voor de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden worden verwezen naar de uitvoeringsvoorschriften duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden. Deze voorschriften zijn van belang voor het in stand houden van de historische (monumentale) vormgeving of detaillering van het gemeentelijk monument. Deze voorschriften zijn als bijlage bij de subsidieregeling gevoegd.

 

Met betrekking tot de in de uitvoeringsvoorschriften genoemde onderwerpen worden ook door de Monumentenwacht Gelderland verwezen naar technische informatiebrochures uitgebracht. Deze informatiebrochures zijn te vinden op de site van de Monumentenwacht Gelderland:

 

Techniek brochures - Monumentenwacht Gelderland (monumentenwacht-gld.nl)

 

De subsidie voor instandhoudingswerkzaamheden wordt alleen verstrekt als de verschillende werkzaamheden volgens de uitvoeringsvoorschriften zijn uitgevoerd. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij twijfel bestaat of een voorschrift wel of niet kan of moet worden uitgevoerd. Het kan in deze situaties onder meer gaan over het toe te passen materiaal, de toepassing van technieken, de vraag of er sprake is van wel of geen historische detaillering of vormgeving en dergelijke. In genoemde situaties van twijfel dient vóór de uitvoering van de werkzaamheden goedkeuring gevraagd te worden aan het college.

 

Artikel 8

In dit artikel worden redenen genoemd waarop de subsidieverlening (gedeeltelijk) kan worden ingetrokken. Een van die redenen is dat de uitvoering plaatsvindt in strijd met de uitvoeringsvoorschriften zonder vooraf verleende goedkeuring namens het college.

 

Artikelen 9 en 10

In deze artikelen wordt aangegeven wanneer en op welke wijze overgegaan wordt tot daadwerkelijke uitbetaling van de subsidies na afronding van de instandhoudings-werkzaamheden.

 

Artikel 11

Deze bepaling is van belang als weigeringsgrond indien het budget in enig jaar is uitgeput. De bevoegdheid tot verdeling van de middelen berust bij het college.

 

Artikel 12

Dit artikel bevat een hardheidsclausule waar door het college toepassing gegeven kan worden in het geval bepalingen in deze regeling aantoonbaar een onbedoeld gevolg heeft.

 

Bijlagen behorende bij deze regeling:

  • Uitvoeringsvoorschriften gericht op het “duurzaam in stand houden van cultuurhistorische waarden”;

  • Subsidieaanvraagformulier “duurzaam in stand houden van cultuurhistorische waarden”.

 

23b0006636