Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuid-Holland

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 13 februari 2024, PZH-2024-848068462 (DOS-2019-0003043), inhoudende het buiten toepassing verklaring van de Provinciale Coördinatieregeling betreffende provinciaal inpassingsplan ten behoeve van het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuid-Holland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 13 februari 2024, PZH-2024-848068462 (DOS-2019-0003043), inhoudende het buiten toepassing verklaring van de Provinciale Coördinatieregeling betreffende provinciaal inpassingsplan ten behoeve van het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag
CiteertitelBesluit buiten toepassing verklaring van de Provinciale Coördinatieregeling betreffende provinciaal inpassingsplan ten behoeve van het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4.106a van de Invoeringswet Omgevingswet
  2. artikel 5.45, eerste lid, van de Omgevingswet
  3. artikel 5.44 van de Omgevingswet
  4. artikel 16.7 van de Omgevingswet
  5. artikel 3:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-02-2024nieuwe regeling

13-02-2024

prb-2024-2581

PZH-2024-848068462

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 13 februari 2024, PZH-2024-848068462 (DOS-2019-0003043), inhoudende het buiten toepassing verklaring van de Provinciale Coördinatieregeling betreffende provinciaal inpassingsplan ten behoeve van het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op:

  • -

    artikel 4.106a van de Invoeringswet Omgevingswet;

  • -

    artikel 5.45, eerste lid, artikel 5.44 en artikel 16.7 Omgevingswet;

  • -

    artikel 3:21, derde lid Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat:

  • -

    Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben op 18 december 2019 besloten om op grond van de toen geldende artikelen 3.33, eerste lid en 3.35, eerste lid van de Wet op de ruimtelijke ordening de coördinatieregeling toe te passen ten behoeve van het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag;

  • -

    Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bij genoemde coördinatieregeling is aangewezen als coördinerend bestuursorgaan;

  • -

    op 1 januari 2024 de Omgevingswet (Ow) in werking is getreden en aanverwante wetgeving is gewijzigd;

  • -

    ingevolge het overgangsrecht bij de Omgevingswet het daarin bepaalde artikel 16.7 van toepassing is op de nog resterende besluiten voor het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag;

  • -

    afdeling 3.5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) ingevolge artikel 16.7 Ow van toepassing is op de coördinatie van die besluiten;

  • -

    het aangewezen coördinerend bestuursorgaan op grond van artikel 3:21, derde lid Awb bevoegd is te bepalen dat de coördinatieregeling ten aanzien van een of meerdere besluiten niet langer wordt toegepast, indien redelijkerwijs niet valt te verwachten dat toepassing van deze afdeling op een besluit de voortgang van de besluitvorming over de te coördineren besluiten in betekenende mate zal versnellen of dat aan deze toepassing anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • -

    dat voor het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag naar het oordeel van gedeputeerde Staten van Zuid-Holland inmiddels van een zodanige situatie sprake is;

Besluiten:

  • I.

    De coördinatieregeling ten behoeve van het project WarmtelinQ Vlaardingen-Den Haag niet langer toe te passen.

  • II.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaalblad waarin het wordt geplaatst.

Den Haag,

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen

voorzitter,

drs. J. Smit