Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hendrik-Ido-Ambacht

Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHendrik-Ido-Ambacht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2023
CiteertitelMarktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-03-2024nieuwe regeling

04-12-2023

gmb-2024-86760

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2023

 

 

De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2023

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht;

  • b.

    dagplaats: standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    markt: door het college ingestelde warenmarkt;

  • d.

    marktvergunning: vergunning voor een vaste standplaats-, dagplaats of standwerkplaats;

  • e.

    standplaats: ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • f.

    vaste standplaats: standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • g.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunning met een aansprekende uiteenzetting probeert artikelen te verkopen aan het om hem heen verzamelde publiek;

  • h.

    standwerkplaats: standplaats die beschikbaar wordt gesteld om te standwerken.

 

Artikel 2. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door het college ingestelde markten.

 

Artikel 3. Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen voor de markt, het aanvragen en verlenen van een marktvergunning en het gebruik van standplaatsen.

 

Artikel 4. Marktvergunning

  • 1.

    Het is verboden op de markt een standplaats in te nemen zonder marktvergunning van het college.

  • 2.

    Voor een marktvergunning komt alleen in aanmerking een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

  • 3.

    Bij een aanvraag voor een marktvergunning worden in ieder geval de volgende stukken aangeleverd:

    • a.

      een bewijs van inschrijving in het Handelsregister niet ouder dan één maand;

    • b.

      een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie niet ouder dan één maand;

    • c.

      een bewijs waaruit blijkt dat de aanvrager verzekerd is tegen wettelijke aansprakelijkheid ten gevolge van het uitoefenen van het marktbedrijf;

    • d.

      een recente pasfoto van de aanvrager;

    • e.

      een verklaring omtrent gedrag.

 

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan aan de marktvergunning voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht de aan de marktvergunning verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

 

Artikel 6. Mandaatverboden

  • 1.

    De bevoegdheid tot het vaststellen of wijzigen van nadere regels wordt niet gemandateerd.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het verlenen of intrekken van een vergunning voor een vaste standplaats wordt niet gemandateerd aan de marktmeester of een andere toezichthouder.

 

Paragraaf 2. Verdeelprocedures vergunningen

 

Artikel 7. Verdeling vergunning vaste standplaats

  • 1.

    Het college legt in nadere regels vast welke verdeelprocedure van artikel 9 dan wel artikel 10 toegepast wordt bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning.

  • 2.

    Het college kan in nadere regels vastleggen of zij de verlengingsprocedure van artikel 8 toepast bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning.

 

Artikel 8. Verlenging na afroep

  • 1.

    Bij het beschikbaar komen van een vergunning voor een vaste standplaats kan het college de procedure van verlenging na afroep toepassen, indien voldoende aannemelijk is dat er naast de vergunninghouder geen andere gegadigden voor de vergunning zijn.

  • 2.

    Bij de verlenging na afroep maakt het college acht weken voor het verlopen van de vergunning door een openbare kennisgeving bekend dat deze vergunning beschikbaar komt voor de duur van 15 jaar.

  • 3.

    In de openbare kennisgeving worden gegadigden uitgenodigd om hun belangstelling binnen vier weken na de kennisgeving kenbaar te maken op de door het college aangegeven wijze.

  • 4.

    Als binnen de gestelde termijn alleen de vergunninghouder zijn belangstelling kenbaar heeft gemaakt en is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, verleent het college de vergunning opnieuw aan de vergunninghouder.

  • 5.

    Als binnen de gestelde termijn naast de vergunninghouder ook anderen hun belangstelling kenbaar hebben gemaakt, past het college de procedure benoemd in artikel 9 of 10 toe. Het stelt degenen die hun belangstelling kenbaar hebben gemaakt, hiervan in kennis.

 

Artikel 9. Verdeling via selectie

  • 1.

    Bij het beschikbaar komen van een vergunning voor een vaste standplaats kan het college de procedure verdeling via selectie hanteren.

  • 2.

    Bij de verdeling via selectie maakt het college door een openbare kennisgeving bekend dat de vergunning beschikbaar komt voor de duur van 15 jaar, voor welke branche of artikelgroep deze vergunning wordt verleend en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    Als een aanvraag onvolledig is, krijgt de aanvrager een termijn van twee weken om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers op dezelfde dag mededeling gedaan van de gelegenheid om hun aanvraag aan te vullen.

  • 4.

    Uitsluitend volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend en waarbij is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, komen in aanmerking voor de selectie met toekenning van selectiepunten.

  • 5.

    Bij de beoordeling van aanvragen voor vaste-standplaatsvergunningen op de markt wordt de beoordelingscriteria uit onderstaande tabel gehanteerd, met het daaraan gekoppelde aantal punten. Hierbij geldt dat het gaat om een maximum aantal punten, punten tussen nul en het maximum aantal punten gegeven per onderdeel:

 

Beoordelingscriteria

Aantal punten (100 max)

  • A. Het assortiment vormt een gewenste toevoeging aan het marktassortiment (40 punten)

Het product of de dienst die vanaf de standplaats wordt aangeboden is uniek op de markt.

8 punten

Het product of de dienst die vanaf de standplaats wordt aangeboden wordt niet aangeboden op het naastgelegen winkelcentrum.

4 punten

Op de standplaats worden streekproducten aangeboden.

4 punten

De aanvrager doet aantoonbaar aan klantenbinding.

4 punten

  • B. De kwaliteit en uitstraling van de uitstalling van de gegadigden is hoogwaardig (20 punten)

Het verkoopmiddel waarmee de standplaats wordt ingenomen heeft een verzorgd uiterlijk en draagt bij aan de aantrekkingskracht van de markt.

8 punten

De aanvrager presenteert zijn producten of diensten op een verzorgde wijze.

6 punten

De vergunninghouder en diens personeel dragen bedrijfskleding.

4 punten

De aanvrager maakt gebruik van een website, webshop en/of social media.

2 punten

  • C. De kwaliteit van de dienstverlening is goed (10 punten)

De aanvrager biedt garantie, mogelijkheid voor ruilen, terugbrengen en/of reparatie.

4 punten

De aanvrager bezorgt bestellingen aan huis.

2 punten

Klanten kunnen online of telefonisch bestellen en meer informatie over de producten vinden (bijvoorbeeld op de website en/of social media).

2 punten

Klanten kunnen elektronisch of dan wel digitaal betalen.

2 punten

  • D. De gegadigde onderneemt maatschappelijk verantwoord en duurzaam (20 punten)

De aanvrager treft aantoonbare duurzaamheidsmaatregelen, zoals het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen, het beperken van het energiegebruik en het verlagen van uitlaatgassen.

4 punten

De aanvrager maakt aantoonbaar zo minmogelijk of geheel geen gebruik van plastic wegwerpartikelen.

4 punten

De aanvrager doet aantoonbaar aan afvalscheiding en recycling.

4 punten

De aanvrager verkoopt (voor zover mogelijk) fair trade producten.

2 punten

De aanvrager begeleidt stagiaires als erkend leerwerkbedrijf of verkoopt producten van een erkend leerwerkbedrijf.

2 punten

De aanvrager biedt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een stage of werkplek aan in zijn/haar bedrijf.

2 punten

De aanvrager ondersteunt aantoonbaar goede doelen.

2 punten

  • E. De gegadigde vertoont goed gedrag en heeft een goed marktverleden (10 punten)

De aanvrager geeft referenties af die aantonen dat hij in de afgelopen vijf jaar geen schriftelijke waarschuwingen of andere sancties gehad heeft op een andere markt voor het niet voldoen aan de marktverordening, nadere regels, aanwezigheidsplicht of de marktgelden.

6 punten

De aanvrager heeft aantoonbare ervaring op de markt, standplaatshouder, standwerker of als ondernemer in een winkel.

2 punten

De aanvrager heeft diploma's of certificaten binnen de branche waarin hij/zij opereert.

2 punten

  • 6.

    Aan degene met het hoogst aantal punten wordt de beschikbare vaste-standplaatsvergunning verleend. De overige gevraagde vergunningen worden geweigerd. De punten en de onderbouwing van de punten van eenieder worden bekendgemaakt in de besluiten.

  • 7.

    Bij een gelijk aantal punten, wordt de vaste standplaatsvergunning verleend aan degene met het hoogst aantal punten bij de beoordelingscriteria onder categorie A. Wanneer die score ook gelijk is, wordt gekeken naar de hoogste score bij de beoordelingscriteria onder categorie B, als die score ook gelijk is wordt gekeken naar de hoogste score bij de beoordelingscriteria onder categorie C, enzovoorts.

  • 8.

    Als meer aanvragers hetzelfde aantal selectiepunten krijgt toegekend, past het college de procedure verdeling via loting toe. Het stelt de aanvragers hiervan in kennis.

  • 9.

    Wanneer er na de bekendmaking van de beschikbare standplaats als bedoeld in lid 1, geen vergunningaanvraag volgt binnen de daartoe opgestelde termijn, en op een later moment alsnog vaste standplaatsvergunningen worden aangevraagd, worden deze behandeld op volgorde van binnenkomst.

 

Artikel 10. Verdeling via loting

  • 1.

    Bij het beschikbaar komen van een vergunning voor een vaste standplaats kan het college de procedure verdeling via loting.

  • 2.

    Bij de verdeling via loting maakt het college door een openbare kennisgeving bekend dat de vaste standplaatsvergunning voor de duur van 15 jaar beschikbaar komt, voor welke branche of artikelgroep deze vergunning wordt verleend en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    Als een aanvraag onvolledig is, krijgt de aanvrager een termijn van twee weken om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers op dezelfde dag mededeling gedaan van de gelegenheid om hun aanvraag aan te vullen.

  • 4.

    Uitsluitend volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend en waarbij is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, worden toegelaten tot de loting.

  • 5.

    De loting vindt plaats door middel van een trekking in aanwezigheid van een door het college aangewezen notaris.

  • 6.

    Het college verleent de vergunning met inachtneming van de uitkomst van de loting.

 

Artikel 11. Verdeling vergunning dagplaats

Het college verdeelt de beschikbare vergunning voor een dagplaats op volgorde van ontvangst van de toewijsbare aanvragen, die per branche of artikelgroep kan gebeuren en waarvoor de aanvragers die een toewijsbare aanvraag hebben gedaan worden uitgenodigd. Aanvragers die een nog niet op de markt verkrijgbaar artikel of artikelgroep wensen te verkopen, hebben daarbij voorrang.

 

Artikel 12. Verdeling vergunning standwerkplaats

Het college verdeelt de beschikbare vergunning voor een standwerkplaats op volgorde van ontvangst van de toewijsbare aanvragen, die per branche of artikelgroep kan gebeuren en waarvoor de aanvragers die een toewijsbare aanvraag hebben gedaan worden uitgenodigd. Aanvragers die een nog niet op de markt verkrijgbaar artikel of artikelgroep wensen te verkopen, hebben daarbij voorrang.

 

Artikel 13. Verdeling beschikbare bedienvergunning

[gereserveerd]

 

Paragraaf 3. Vergunning vaste standplaats

 

Artikel 14. Algemene bepalingen

  • 1.

    Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats verlenen voor de duur van 15 jaar voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen tijdelijk voor de in het eerste lid bedoelde vergunning een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    De vergunning is niet overdraagbaar.

  • 4.

    De vergunninghouder kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

 

Artikel 15. Overschrijven

  • 1.

    Als de vergunninghouder niet langer zelf van de vergunning wil gebruikmaken, overleden is of onder curatele gesteld is, kan het college op zijn aanvraag of op aanvraag van zijn erven of curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont of samenwoonde, of zijn kind. Als de vergunning is verleend met inachtneming van verdeling via selectie kan overschrijving alleen plaatsvinden als in dezelfde mate wordt voldaan aan de criteria, genoemd in artikel 6 van het Reglement Markten. Als de over te schrijven vergunning is verleend voor een branche of artikelgroep, kan overschrijving alleen gebeuren voor die branche of artikelgroep.

  • 2.

    Als de in het eerste lid bedoelde overschrijving niet kan worden gedaan, kan het college de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator overschrijven op naam van een medewerker van de vergunninghouder of een mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 5 jaar in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar. Als de over te schrijven vergunning is verleend met inachtneming van verdeling via selectie, kan overschrijving alleen plaatsvinden als in dezelfde mate wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel 6 van het Reglement Markten. Als de over te schrijven vergunning is verleend voor een branche of artikelgroep, kan overschrijving alleen plaatsvinden voor die branche of artikelgroep.

  • 3.

    De overschrijving van de vergunning geldt voor de resterende vergunningsduur. Na het verlopen van de vergunning komt deze beschikbaar voor verdeling volgens de verdeelprocedure zoals vastgesteld in artikel 5 van het Reglement Markten.

  • 4.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 5.

    Het college wijst de aanvraag tot overschrijving af als niet wordt voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder al over een vaste standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, kan het college deze intrekken.

 

Artikel 16. Intrekking en vervallen

  • 1.

    Het college trekt de vergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij overeenkomstig artikel 15 binnen twee maanden een aanvraag tot overschrijving is ingediend.

  • 2.

    Het college kan de vergunning voor een bepaalde tijd schorsen of intrekken als:

    • a.

      de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat, zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden;

    • c.

      van de vergunning gedurende ten minste twee maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet;

    • e.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nageleefd; of

    • f.

      als er waren op de markt worden verkocht, die in strijd zijn met de Warenwet.

  • 3.

    Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in het tweede lid, kan het college besluiten dat de vaste standplaats tijdelijk vervalt.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder of zijn rechtmatige vervanger de standplaats zonder opgave van redenen bij de marktmeester bij aanvang van de markt niet heeft ingenomen en volledig verkoopklaar heeft gemaakt, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

 

Artikel 17. Persoonlijk innemen, vervanging

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de op de vergunning vermelde standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt de op de vergunning vermelde standplaats ten minste eenmaal per twee weken in, behoudens een door het college verleende ontheffing.

  • 3.

    In geval van vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college toestaan dat een vervanger de standplaats inneemt.

  • 4.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging in gevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstig van toepassing op de vervanger.

 

Artikel 18. Plaatsverandering

  • 1.

    Indien een vaste standplaats beschikbaar komt voor het verlopen van de betrokken vergunning, kan het college deze standplaats voor de resterende vergunningsduur toewijzen aan een andere houder van een vergunning voor een vaste standplaats, die een aanvraag voor plaatsverandering heeft ingediend.

  • 2.

    Indien meerdere aanvragen voor plaatsverandering zijn ingediend, wijst het college de vaste standplaats toe via loting, waarvoor de aanvragers worden uitgenodigd.

  • 3.

    Indien de beschikbaar gekomen vaste standplaats op grond van de nadere regels bij voorrang is bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen, kan het college deze standplaats alleen toewijzen aan een vergunninghouder die tot die branche behoort of handelt in die artikelgroep.

 

Paragraaf 4. Vergunning dagplaats, standwerkplaats en bedienvergunning

 

Artikel 19. Vergunning dagplaats

  • 1.

    Het college kan een vergunning voor een dagplaats verlenen, indien de betrokken standplaats niet is ingenomen door de houder van een vergunning voor een vaste standplaats of diens rechtmatige vervanger.

  • 2.

    Voor de vergunning komen in aanmerking de gegadigden die op de marktdag vóór aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend.

  • 3.

    Het college weigert de vergunning, indien de aanvrager op een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden; of

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan.

  • 5.

    Het college kan de vergunning weigeren, indien de aanvrager een vergunning voor een vaste standplaats had die niet langer dan één jaar daarvoor is ingetrokken.

  • 6.

    De vergunning voor een dagplaats is niet overdraagbaar.

  • 7.

    De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen. Hij kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

 

Artikel 20. Vergunning standwerkplaats

  • 1.

    Het college kan een vergunning voor een standwerkplaats verlenen aan de gegadigden die op de marktdag vóór aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning, indien de aanvrager op een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden; of

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan.

  • 3.

    De vergunning is niet overdraagbaar.

  • 4.

    De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen. Hij kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

 

Artikel 21. Bedienvergunning

[gereserveerd]

 

Paragraaf 5. Algemene bepalingen

 

Artikel 22. Toonplicht vergunning of toestemming

Degene die een standplaats inneemt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

 

Artikel 23. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is verboden meer dan twee uur voor de aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt op welke wijze dan ook ruimte in te (doen) nemen op de markt of goederen aan of af te (laten) voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt zijn standplaats in van de aanvang tot de sluitingstijd van de markt.

 

Artikel 24. Markt schoonhouden

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem bedreven handel op zijn standplaats vrijkomt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd.

  • 2.

    De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 3.

    De vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

 

Paragraaf 6. Handhaving

 

Artikel 25. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester(s) en de overige door het college aangewezen toezichthouders.

 

Artikel 26. Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of degene die hem bijstaat of vervangt, gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden.

 

Artikel 27. Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

 

Paragraaf 7. Slotbepalingen

 

Artikel 28. Overgangsrecht

  • 1.

    Besluiten op grond van de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015 blijven na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, totdat het college deze ambtshalve hebben gewijzigd of ingetrokken.

  • 2.

    Bij de ambtshalve wijziging van een vaste-standplaatsvergunning kan het college in afwijking van artikel 14, eerste lid, een kortere duur van de vergunning bepalen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

  • 3.

    De op grond van de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten komen te vervallen.

  • 4.

    Op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015 beslist.

 

Artikel 29. Intrekking oude regeling

De Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015 wordt ingetrokken.

 

Artikel 30. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 31 december 2023.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2023.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 december 2023.

De griffier, De voorzitter,

Drs. ing. G.H. Logt, P. van der Giessen

Toelichting op de Marktverordening

 

Algemeen

 

De bevoegdheid tot het instellen, veranderen of afschaffen van een markt is aan het college toegekend. Zie hiervoor artikel 160, eerste lid, onder g, van de Gemeentewet. Daarnaast is de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet bevoegd om een marktverordening vast te stellen. Het vaststellen van een marktverordening zal samengaan met een besluit van het college tot het instellen van een markt.

 

Het doel van deze verordening is drieledig. Ten eerste worden de kaders gecreëerd om markten zodanig te organiseren dat de gemeentelijke algemene belangen beschermd worden en dat de markten aantrekkelijk zijn voor zowel consumenten als marktkooplieden. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, zonder overbodige regels en met zo min mogelijk administratieve lasten. Tot slot is de verordening ook gericht op het voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de Europese Dienstenrichtlijn (2006/123/EG) en de Dienstenwet. Zie verder ook de toelichting bij paragraaf 2.

 

Artikelsgewijs

 

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 1. Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, onder g, van de Gemeentewet kan het college jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en veranderen of afschaffen). Deze Marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat (regulier) plaatsvinden.

 

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening. Hierin zijn regels voor evenementen, waaronder ook braderieën vallen, opgenomen. Verder bevat de Algemene Plaatselijke Verordening bepalingen over venten, snuffelmarkten en het innemen van standplaatsen, niet zijnde standplaatsen op markten. Uit de in de Algemene Plaatselijke Verordening opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op de markten die door het college op grond van artikel 160, eerste lid, onder g, van de Gemeentewet zijn ingesteld.

 

Artikel 2. Definities

Er zijn drie soorten marktvergunningen, dat wil zeggen vergunningen om op de markt handel te drijven. Dat zijn de vaste-standplaatsvergunning, de dagplaatsvergunning en de standwerkvergunning. Deze vergunningen onderscheiden zich van elkaar door hun looptijd en door de vergunde activiteit. De marktvergunning vermeldt voor welke standplaats hij geldt, en in het Reglement Markten is in ieder geval opgenomen welke standplaatsen beschikbaar zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning (artikel 3). Ook de dagplaatsen en standwerkplaatsen zijn opgenomen in het door het college vastgestelde Reglement Markten.

 

Artikel 3. Reglement Markten

Eerste en tweede lid

Dit artikel schrijft voor dat het college voor alle markten één gezamenlijke Reglement Markten vaststelt en daarin opneemt wat voor de markt in ieder geval geregeld moet en mag worden. Zo wordt in het reglement aangegeven wat de markttijd is en blijkt uit de kaart van de markt, die onderdeel is van het reglement, waar de grenzen van het marktterrein liggen. Ook wijst het college de vaste standplaatsen aan. Verder maakt zij met het Reglement Markten duidelijk welke verdeelprocedure zij toepastbij het verlenen van vaste-standplaatsvergunningen. De mogelijke verdeelprocedures zijn beschreven en uitgewerkt in de artikelen 9 (selectie) en 10 (loting). Het college legt in het Reglement Markten vast of zij de artikelen 9 of 10 toepast.

 

Daarnaast kan het college in het Reglement Markten vastleggen dat zij, in de gevallen die zich daarvoor lenen, de verlengingsprocedure van artikel 8 in gang zullen zetten. Het opnemen van deze mogelijkheid in het Reglement Markten is niet geformuleerd als een verplichting, omdat het gaat om een (discretionaire) bevoegdheid. Voor het toepassen van de bevoegdheid is het noemen van ook artikel 8 in het Reglement Markten echter wel van belang, vanwege de kenbaarheid en transparantie.

 

Derde lid

Verder kan het college de dagplaatsen en standwerkplaatsen expliciet aanwijzen en bepalen dat een maximumaantal vaste-standplaatsvergunningen wordt afgegeven voor een of meer branches of artikelgroepen (of combinaties daarvan). Als hiervoor gekozen wordt dan gebeurt dit conform de Dienstenrichtlijn.

 

Vierde lid

Om de markt ordentelijk te laten verlopen en goed te laten lopen in de praktijk is het van belang dat niet alleen de bepalingen van dit artikel de gronden zijn waarop het reglement markten gebaseerd moet zijn. Het college mag op basis van deze verordening verdere uitwerking via nadere regels toevoegen aan het reglement.

 

Artikel 4. Vergunningplicht

Eerste lid

In het eerste lid wordt verboden om zonder marktvergunning een standplaats in te nemen en wordt de bevoegdheid om deze vergunning te verlenen toegekend (geattribueerd) aan het college. De nadere regeling van de verschillende marktvergunningen gebeurt vervolgens in de paragrafen 2 tot en met 4.

 

Tweede lid

Een vergunning wordt alleen verleend aan een natuurlijke persoon die in Nederland arbeid mag verrichten en die ook handelingsbekwaam is in de zin van het burgerlijk recht.

 

Derde lid

Een vergunning wordt alleen verleend als de aanvrager kan aantonen dat hij voldoet aan de voorwaarden van het tweede lid, dit doet hij door de gevraagde stukken aan te leveren. Verder willen we een ordentelijke en veilige markt, daarom vragen we van elke aanvrager een verklaring omtrent gedrag.

 

Vierde lid

Adressen kunnen wijzigen. Het is belangrijk dat wij de vergunninghouder kunnen bereiken en met hem goed kunnen communiceren. Daarom moet bij een wijziging van het woonadres en/of contactgegevens doorgegeven worden aan de marktmeester.

 

Vijfde lid

Het college kan nadere regels opstellen voor de bepalingen in dit artikel in het Reglement Markten.

 

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

Aan een marktvergunning mogen alleen voorschriften en beperkingen worden verbonden die de belangen beschermen in verband waarmee de vergunning is vereist.

 

Paragraaf 2. Verdeelprocedures beschikbare marktvergunningen

 

Marktvergunningen zijn, gegeven de omstandigheid dat er een bepaald vergunningenplafond is, schaarse vergunningen zoals bedoeld in de Dienstenrichtlijn. Die kwalificatie brengt onder meer met zich mee dat deze vergunningen niet voor onbepaalde tijd kunnen worden verleend en dat de verdeling van de vergunningen moet voldoen aan de eisen van kenbaarheid en transparantie. Potentiële gegadigden moeten op gelijke voet kunnen meedingen naar de beschikbare vergunningen. Vooraf moet duidelijk zijn wat de looptijd van een vergunning is, op welke manier vergunningen worden verdeeld en welke (inhoudelijke) criteria daarbij worden gebruikt. Gegadigden kunnen dan hun vergunningaanvraag hierop afstemmen.

 

In paragraaf 2 zijn de verschillende verdeelprocedures voor de verschillende marktvergunningen neergelegd. Voor de dagplaatsvergunning en de standwerkvergunning, die beide worden verleend voor de duur van een dag, is voorzien in een eenvoudige verdeelprocedure. Voor de vaste-standplaatsvergunning, die wordt verleend voor een langere termijn, zijn twee mogelijke verdeelprocedures uitgewerkt. Het college maakt hun keuze uit die twee mogelijke procedures en leggen deze keuze vast in het Reglement Markten. Het college kan kiezen voor de verdeling via selectie (artikel 9) of voor de verdeling via loting (artikel 10). Het maken en vervolgens in het Reglement Markten vastleggen van deze keuze is een verplichting (artikel 7). In aanvulling op de voorgeschreven keuze voor de verdeelprocedure kan het college er ook voor kiezen om in het Reglement Markten vast te leggen dat ze de procedure van verlenging na afroep (artikel 8) toepast. Het maken en vervolgens in het reglement vastleggen van deze keuze is een bevoegdheid.

 

Artikel 7. Verdeling beschikbare vaste-standplaatsvergunning

Eerste lid

In dit artikel wordt geregeld dat uit het Reglement Markten blijkt welke verdeelprocedure het college toepast bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning. het college hanteert de gekozen verdeelprocedure zowel in de situatie waarin er slechts een vergunning beschikbaar is gekomen, als in de situatie waarin er meer vergunningen tegelijk beschikbaar zijn. Het college heeft de keuze uit de selectieprocedure (artikel 9) of de procedure van loting (artikel 10). Door deze keuze vast te leggen in het Reglement Markten, weten potentiële gegadigden voorafgaand aan de verdeling van een of meer beschikbare vergunningen hoe die verdeling zal plaatsvinden.

 

Tweede lid

het college mag in het Reglement Markten vastleggen dat zij ook de procedure van verlenging na afroep (artikel 8) toepast. Deze procedure kan alleen worden gestart als een vaste-standplaatsvergunning beschikbaar komt vanwege het einde van de looptijd van de vergunning en daarbij voldoende aannemelijk is dat alleen de zittende vergunninghouder belangstelling heeft voor deze vergunning. Als dit na het doen van een openbare kennisgeving (de afroep) is bevestigd, doordat inderdaad geen andere belangstellenden naar voren zijn gekomen, dan kan de vergunning van de zittende vergunninghouder eenvoudig worden verlengd. Als zich wel andere belangstellenden hebben gemeld, moet alsnog de verdeelprocedure van de artikelen 9 of 10 worden gevolgd.

 

Artikel 8. Verlenging vaste-standplaatsvergunning na afroep

Of de mogelijkheid van verlenging na afroep wordt gebruikt, is aan het college. Het college is niet verplicht om de mogelijkheid van artikel 8 toe te passen, maar als zij daarvoor kiezen is het vanwege de kenbaarheid en de transparantie belangrijk om dit in het Reglement Markten op te nemen. Ook hier geldt immers dat het vastleggen in het Reglement Markten de potentiële gegadigden vooraf duidelijkheid biedt.

 

Als de looptijd van een vaste-standplaatsvergunning eindigt, moet de vergunning in principe opnieuw worden uitgegeven, en aan de hand van een van de verdeelprocedures van de artikelen 9 of 10. Echter, in de situatie waarin het waarschijnlijk is dat alleen de zittende vergunninghouder belangstelling heeft voor de betreffende vaste-standplaatsvergunning, kan het starten van een verdeelprocedure te belastend of omslachtig zijn. In dat geval kan het college de in artikel 8 geregelde procedure van verlenging na afroep starten. Kort gezegd komt deze procedure erop neer dat nadat is vastgesteld dat er behalve de zittende vergunninghouder geen andere gegadigden voor de vergunning zijn, deze vergunning kan worden verlengd.

 

Eerste lid

De verlengingsprocedure kan alleen worden gehanteerd bij het beschikbaar komen van de vergunning doordat het einde van de looptijd van de vergunning wordt bereikt. Daarnaast moet het ook voldoende aannemelijk zijn dat alleen de zittende vergunninghouder belangstelling heeft voor deze vergunning. Het college moet dus aan de hand van objectieve feiten kunnen onderbouwen dat er waarschijnlijk geen andere gegadigden zullen zijn.

 

Tweede tot en met vierde lid

Het tweede lid bepaalt dat openbaar moet worden aangekondigd (afroep) dat de vaste-standplaatsvergunning beschikbaar komt. Dat is om er zeker van te zijn dat er niet toch méér belangstelling voor de vergunning is. Als die afroep voldoende duidelijk is geweest en alleen de zittende vergunninghouder zich binnen de in het derde lid gestelde termijn meldt, dan kan zijn vergunning worden verlengd op grond van het vierde lid. De vergunning hoeft dan niet opnieuw, met een van de verdeelprocedures van de artikelen 9 of 10, te worden uitgegeven. Er is immers maar één gegadigde voor de vergunning. De verlenging van de vergunning is uiteraard voor de looptijd die in de openbare kennisgeving was gemeld.

 

Vijfde en zesde lid

Het vijfde en zesde lid regelen wat er moet gebeuren als na het doen van de afroep onverhoopt blijkt dat er ook andere gegadigden zijn. In dat geval is verlenging van de vergunning voor de zittende vergunninghouder niet mogelijk en moet alsnog een van de verdeelprocedures worden toegepast. De openbare kennisgeving die op grond van het tweede lid van de artikelen 9 en 10 is voorgeschreven, hoeft dan niet te worden gedaan omdat deze feitelijk al heeft plaatsgevonden, namelijk door het doen van de afroep. Wel moet aan de gegadigden die hun belangstelling kenbaar hebben gemaakt (inclusief de zittende vergunninghouder) worden gemeld dat de verdeelprocedure van selectie of loting wordt toegepast. Ook moeten de gegadigden een termijn krijgen waarbinnen zij hun aanvraag kunnen (en moeten) indienen. De zittende vergunninghouder die in aanmerking wil komen voor de vergunning, kan uiteraard op dezelfde voet als de andere gegadigden meedingen naar de vergunning.

 

Artikel 9. Verdeling vaste-standplaatsvergunning via selectie

Eerste lid

Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning, om welke reden dan ook, kan het college deze verdelen aan de hand van een selectieprocedure. Of de verdeelprocedure van selectie wordt gehanteerd, blijkt uit het Reglement Markten.

 

Tweede lid

Het college maakt door een openbare kennisgeving bekend dat de vaste-standplaatsvergunning beschikbaar komt en melden daarbij ook wat de looptijd (artikel 14, eerste lid) van de vergunning is. Uit de openbare kennisgeving moet verder duidelijk worden voor welke branche of artikelgroep de vergunning wordt verleend en vóór welke datum de gegadigden hun aanvraag moeten indienen.

 

Derde lid

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt degene die tijdig een onvolledige aanvraag indient een termijn gegund om de aanvraag aan te vullen. Deze termijn wordt voor alle onvolledige aanvragen gelijkgetrokken, omdat het belangrijk is om een zoveel mogelijk gelijk speelveld te realiseren.

 

Vierde lid

Een aanvraag moet tijdig en volledig zijn en moet ook overigens voldoen aan hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald om in behandeling te worden genomen en inhoudelijk te worden beoordeeld. Een aanvraag die niet aan de eisen voldoet, wordt buiten behandeling gesteld of (op andere inhoudelijke gronden dan welke volgen uit artikel 9, vijfde lid) afgewezen.

 

Vijfde lid

De inhoudelijke beoordeling van de aanvragen gebeurt op grond van het vijfde lid door het toekennen van punten en het uitvoeren van een vergelijkende toets. De in het vijfde lid opgesomde selectiecriteria zijn ingegeven door verschillende algemene belangen. Zo is de samenstelling van het marktassortiment niet alleen van belang voor (consument-)bezoekers, maar ook voor de ondernemers zelf. De uitstallingen zijn van invloed op het aanzien van de markt, zodat de kwaliteit van de uitstraling van die uitstallingen een aspect is dat wordt meegewogen in de puntentoekenning. Onder de kwaliteit van de uitstalling kan mede worden begrepen de presentatie van de standplaats en van het assortiment. Voor consumenten is het verder van belang dat de ondernemers voldoende ervaring hebben met en kennis van de waren die zij verkopen. Met maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt onder meer gedoeld op duurzaam ondernemen, of het aandacht hebben voor het productieproces van de waren en de arbeidsomstandigheden in dat productieproces. Consumentvriendelijk ondernemen in het algemeen is eveneens een wegingsfactor. Hieronder kan mede worden begrepen het bieden van verschillende betaalmogelijkheden, de mogelijkheid van bezorging van producten en de mogelijkheid van retourneren of ruilen van producten.

 

Zesde lid

De aanvraag met het op basis van de beoordeling hoogste aantal punten wordt toegekend, de aanvragen met een lager aantal punten afgewezen. Als er meer vergunningen tegelijk beschikbaar zijn gekomen, kunnen er ook meer aanvragen worden toegewezen, maar natuurlijk nog steeds op volgorde van puntental. Als het totaal aan beschikbare vergunningen is verdeeld, worden de overgebleven aanvragen (met de laagste punten) afgewezen.

 

Door de verdeelprocedure uit te werken in de verordening en in het Reglement Markten vast te leggen dat deze wordt gehanteerd door het college, kunnen potentiële gegadigden weten welke selectiecriteria gelden en kunnen zij hun aanvraag daarop afstemmen. Op deze manier wordt een onpartijdige en transparante selectieprocedure toegepast.

 

Zevende lid

Het zevende lid tenslotte bevat een regeling voor de situatie waarin meer gegadigden hetzelfde aantal punten krijgen toegekend, terwijl er voor hen maar een vergunning beschikbaar is. In dat geval wordt deze vergunning onder hen verloot, waarbij de vergunning wordt verleend op basis van de rangschikking die volgt uit de trekking.

 

Artikel 10. Verdeling vaste-standplaatsvergunning via loting

Eerste lid

Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning, om welke reden dan ook, kan het college deze verdelen aan de hand van loting. Of de verdeelprocedure van loting wordt gehanteerd, blijkt uit het Reglement Markten.

 

Tweede lid

Het college maakt door een openbare kennisgeving bekend dat de vaste-standplaatsvergunning beschikbaar komt en melden daarbij ook wat de looptijd (artikel 14, eerste lid) van de vergunning is. Uit de openbare kennisgeving moet verder duidelijk worden voor welke branche of artikelgroep de vergunning wordt verleend en vóór welke datum de gegadigden hun aanvraag moeten indienen.

 

Derde lid

Op grond van de Awb wordt degene die tijdig een onvolledige aanvraag indient een termijn gegund om de aanvraag aan te vullen. Deze termijn wordt voor alle onvolledige aanvragen gelijkgetrokken, omdat het belangrijk is om een zoveel mogelijk gelijk speelveld te realiseren.

 

Vierde en vijfde lid

Een aanvraag moet tijdig en volledig zijn en moet ook overigens voldoen aan hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald om in behandeling te worden genomen en een lotnummer te krijgen. Een verdere inhoudelijke beoordeling vindt bij deze verdeelprocedure niet plaats. Als een aanvraag niet aan de eisen voldoet, dan wordt deze buiten behandeling gesteld of (op andere gronden dan de trekkingsuitslag) afgewezen. Alleen met een lotnummer kan worden deelgenomen aan de loting. De aanvragers met een lotnummer worden uitgenodigd voor de loting, maar zij zijn niet verplicht om aanwezig te zijn.

 

Zesde lid

De vergunningverlening vindt plaats op volgorde van de uitslag van de trekking. Net als bij de selectieprocedure geldt ook hier dat een of meer vergunningen beschikbaar kunnen zijn en dat de aanvraag of aanvragen die buiten de boot vallen, worden afgewezen.

 

Loting is een verdeelprocedure op grond van een willekeurig geselecteerd lotnummer. Ook loting geldt als een transparante en onpartijdige wijze van verdeling van schaarse vergunningen. Iedere gegadigde (met een toewijsbare aanvraag) die meedoet aan de loting, heeft dezelfde kans om de vergunning te verwerven.

 

Artikel 11. Verdeling beschikbare dagplaatsvergunningen

Dagplaatsvergunningen zijn beschikbaar voor [op de kaart van de markt als zodanig aangegeven] dagplaatsen en daarnaast ook voor vaste-standplaatsen die op de betreffende dag niet (op tijd) zijn ingenomen door de houder van de bijbehorende vaste-standplaatsvergunning of zijn rechtmatige vervanger (artikel 19, tweede lid). Dagplaatsvergunningen gelden voor één dag, zodat het voor de hand ligt om te voorzien in een eenvoudige verdeelprocedure van [‘wie het eerst komt, het eerst maalt’ OF loting, waarbij de vergunning wordt verleend op basis van de rangschikking die volgt uit de trekking.]. Uiteraard geldt ook hier dat een aanvraag of de aanvrager (zie bijvoorbeeld artikel 4, derde lid) moet voldoen aan de eisen. Uit artikel 19 blijkt waaraan een toewijsbare aanvraag moet voldoen.

Aangezien er maar één mogelijke verdeelprocedure is voor dagplaatsvergunningen en die in de verordening is neergelegd, hoeft hierover geen keuze te worden bekendgemaakt in het Reglement Markten.

 

Artikel 12. Verdeling beschikbare standwerkvergunningen

De verdeling van de beschikbare standwerkvergunningen is op dezelfde manier geregeld als de verdeling van de dagplaatsvergunningen. Ook standwerkvergunningen zijn vergunningen voor de duur van één dag. Uiteraard geldt ook hier dat een aanvraag of de aanvrager (zie bijvoorbeeld artikel 4, derde lid) moet voldoen aan de eisen. Uit artikel 20 blijkt waaraan een toewijsbare aanvraag moet voldoen. Zie verder de toelichting onder artikel 11.

 

Paragraaf 3. Vaste-standplaatsvergunning

 

Voor de vaste-standplaatsvergunning is voorzien in een meer uitgebreide regeling dan voor de overige marktvergunningen . De vaste-standplaatsvergunningen bepalen immers voor een belangrijk deel hoe de markt is ingericht.

 

Artikel 14. Algemene bepalingen vaste-standplaatsvergunning

Eerste lid

Dit artikel bevat de algemene bepalingen met betrekking tot de vaste-standplaatsvergunning. Deze vergunning geldt, vanwege de beperkte beschikbaarheid van de openbare ruimte voor de markthandel, als een schaarse vergunning in de zin van de Dienstenrichtlijn. Of er daadwerkelijk meer aanvragers zijn dan vergunningen is voor de kwalificatie als schaarse vergunning niet van belang. Schaarse vergunningen worden voor bepaalde tijd verleend. De achterliggende gedachte daarbij is dat de vergunning na verloop van tijd weer beschikbaar moet komen voor (her)verdeling. Niet alleen de zittende ondernemers, maar ook potentiële andere gegadigden moeten immers de kans krijgen om toe te treden tot de markt.

 

Bij het bepalen van de duur van de vaste-standplaatsvergunning is de zogenaamde terugverdientijd (en een redelijke vergoeding van geïnvesteerd kapitaal) van belang. De looptijd van de vergunning hoort niet korter te zijn dan deze terugverdientijd, omdat anders de vergunninghouders het risico lopen hun investeringen niet te kunnen terugverdienen. De looptijd van de vergunning hoort ook niet langer te zijn dan de terugverdientijd, omdat anders de potentiële gegadigden onnodig lang worden afgehouden van de toegang tot de markt.

 

Het is aan het gemeentebestuur om gemotiveerd en onderbouwd vast te stellen wat de looptijd van de vergunning moet zijn. Zie hiervoor de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) van 21 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1588), waarin de Afdeling onder meer heeft overwogen dat bij het bepalen van de looptijd (“passende beperkte duur”) van een beleidsmatig schaarse vergunning de terugverdientijd van noodzakelijke investeringen als factor moet worden meegenomen. Uit deze uitspraak volgt verder dat de zogenaamde afschrijvingstermijn niet per afzonderlijke vergunning of vergunninghouder mag worden bepaald, omdat dit tot willekeur leidt en niet verenigbaar is met de vereiste rechtszekerheid voor de vergunninghouders en eventuele gegadigden voor de vergunningen. Volgens de Afdeling kan per branche worden vastgesteld binnen welke termijn de bedoelde afschrijvingen redelijkerwijs kunnen worden gedaan. Uit de besluitvorming moet blijken dat het gemeentebestuur rekening heeft gehouden met de terugverdientijd.

 

Gelet op het voorgaande is gekozen voor een vergunningsduur van 15 jaar. De duur is gebaseerd op twee zaken:

  • 1.

    het onderzoek dat SEO Economisch Onderzoek (hierna: SEO) heeft gedaan op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, hierdoor kan de vergunninghouder niet op een ander. In het rapport dat SEO heeft uitgebracht (‘Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handel’, januari 2021) is een analyse gemaakt van de opbrengsten van de ambulante handel en de investeringen, inclusief een redelijke vergoeding op geïnvesteerd vermogen. Op basis van die analyse is SEO gekomen tot een gemiddelde terugverdientijd van tussen de 9 (benedengrens) en 12 jaar (bovengrens). SEO heeft geen significante verschillen gevonden in de terugverdientijd als het gaat om het type product, de rechtsvorm van de onderneming, het aantal medewerkers en het aantal dagen in de week dat de vergunninghouder gemiddeld genomen actief is. Zie hierover ook de Kamerbrief van 15 juni 2021 van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat: Kamerbrief over bedrijfslevenbeleid: onderzoek vergunningsduur ambulante handel.

  • 2.

    Een redelijke compensatie voor de persoonlijke aanwezigheid die wij vragen van de vergunninghouder waardoor hij op de marktdag niet elders op een andere markt kan staan.

 

Tweede lid

Op de vergunning staat vermeld welke vaste standplaats door de vergunninghouder ingenomen mag (en moet) worden. Op grond van het tweede lid kan het college in bijzondere gevallen tijdelijk een andere standplaats aanwijzen. Daarbij kan worden gedacht aan extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden of bepaalde evenementen.

 

Derde lid

De vaste-standplaatsvergunning is uitdrukkelijk niet overdraagbaar, alleen al niet omdat dit niet verenigbaar is met het vereiste om potentiële gegadigden gelijke kansen te bieden om toe te treden tot de markt.

 

Artikel 15. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Eerste en vierde lid

Als de vergunninghouder de vergunning niet meer zelf wil gebruiken, kan hij het college vragen om de vaste-standplaatsvergunning in te trekken. Intrekking van de vergunning gebeurt ook na het overlijden of onder curatele stellen van de vergunninghouder. Een alternatief is dat de vergunning (op aanvraag) wordt overgeschreven op naam van een ander. Artikel 15 regelt dat dit onder omstandigheden kan en op wiens naam de vergunning dan mag worden overgeschreven. Als de vergunninghouder is overleden of onder curatele gesteld, moet de aanvraag om overschrijving worden gedaan binnen twee maanden na het overlijden of de ondercuratelestelling.

 

Tweede en derde lid

In dit artikel is verder voor de duidelijkheid vastgelegd dat als de vergunning is verworven via een selectieprocedure (artikel 9), de overschrijving ervan alleen kan gebeuren als in dezelfde mate wordt voldaan aan de criteria op grond waarvan de vergunning eerder was verleend. Ook overigens geldt dat alle aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen onverkort van toepassing blijven. De overschrijving geldt alleen voor de resterende looptijd van de betreffende vergunning en de overgeschreven vergunning kan niet worden verlengd. Na het einde van de looptijd moet de vergunning volgens de toepasselijke verdeelprocedure opnieuw worden uitgegeven.

 

Artikel 16. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

Eerste lid

Het college is gehouden de vaste-standplaatsvergunning in te trekken als de vergunninghouder daarom vraagt, of als hij is overleden of onder curatele gesteld. Dit is anders wanneer tijdig een aanvraag tot overschrijving is gedaan (zie artikel 15).

 

Tweede en derde lid

Op grond van het tweede lid is het college bevoegd, maar niet verplicht om de vergunning te schorsen of in te trekken als één van de daar genoemde situaties zich voordoet. Als de vergunning geschorst is voor bepaalde tijd, kan dat ook betekenen dat gedurende die tijd ook de op de vergunning vermelde vaste standplaats vervalt.

 

Vierde lid

De vaste-standplaatsvergunning vervalt tijdelijk als de vergunninghouder (of zijn rechtmatige vervanger, zie artikel 17) de standplaats niet (op tijd) heeft ingenomen. In dat geval vervalt de vergunning voor de rest van de dag en kan de betreffende vaste-standplaats worden uitgegeven als dagplaats (zie artikel 19, eerste lid). De houder van de vaste-standplaatsvergunning kan op die dag zijn standplaats niet alsnog innemen.

 

Artikel 17. Persoonlijk innemen vaste standplaats; vervanging

Eerste en tweede lid

De vergunninghouder is verplicht om de op de vaste-standplaatsvergunning vermelde standplaats persoonlijk in te nemen gedurende de gehele duur van de marktdag. Deze verplichting berust zich op de volgende beweegredenen van algemeen belang:

  • Een standplaatsvergunning wordt als een persoonlijke vergunning beschouwd, dit komt omdat naast wat een vergunninghouder verkoopt de houding en persoonlijke kwaliteiten in hoge mate van belang zijn voor een succesvolle markt;

  • De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht is een kleine gemeente met een kleine markt, de gemeente vind dus het belangrijk dat er ruimte is voor kleine ondernemers en dat niet alle beschikbare ruimte wordt opgenomen door personen die op meerdere markten staan en nooit aanwezig zijn. Hiermee behouden we het persoonlijke karakter dat de ambulante handel kenmerkt en de uitstraling van de markten;

  • Het persoonlijk innemen van de standplaats voorkomt ongewenste handel in standplaatsen.

 

Derde lid

Als de vergunninghouder vanwege vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden niet persoonlijk aanwezig kan zijn, kan het college erin toestemmen dat een vervanger de vaste standplaats inneemt. Onder ziekte wordt verstaan een ziekte waarbij uitzicht is op genezing. Bij bijzondere omstandigheden worden omstandigheden verstaan die niet verwacht konden worden of acuut opspelen, zoals bijvoorbeeld het overleiden van een familielid. Arbeidsongeschiktheid en klachten rondom ouderdom zijn voorbeelden die niet vallen onder bijzondere omstandigheden of ziekte.

 

Vierde lid

Het vierde lid betreft een hardheidsclausule om te voorzien daar waar omstandigheden flexibiliteit nodig is maar de aanvraag niet voldoet aan de gestelde voorwaarde voor het aanvragen van een vervanger.

 

Vijfde lid

De vergunninghouder moet een aanvraag om toestemming indienen, met daarin de reden en de duur van zijn afwezigheid en de naam van de beoogde vervanger. Het college kan toestemming weigeren. Het spreekt voor zich dat de vervanger optreedt namens de vergunninghouder en evenzeer gebonden is aan alle verplichtingen die voor de vergunninghouder gelden.

 

Artikel 18. Plaatsverandering na beschikbaar komen vaste standplaats

Eerste lid

Als op een markt, om welke reden ook, een vaste standplaats vrijkomt, dan kan deze worden toegewezen aan een zittende houder van een andere vaste-standplaatsvergunning op die markt. De toewijzing gebeurt door een wijziging van diens bestaande vergunning en op aanvraag, niet ambtshalve. De plaatsverandering is voor de resterende duur van de vaste-standplaatsvergunning die was gekoppeld aan de beschikbaar gekomen standplaats. Zittende vergunninghouders kunnen een aanspraak maken op een verandering van hun standplaats, omdat zij hebben bijgedragen aan de markt en daarmee aan het voorzieningenniveau.

 

Tweede lid

Als er meer vergunninghouders zijn die een aanvraag doen om plaatsverandering, dan wordt tussen hen geloot. Loting vindt plaats door middel van een trekking.

 

Paragraaf 4. Dagplaats-, standwerk- en bedienvergunning

 

Artikel 19. Dagplaatsvergunning

Eerste lid

Een dagplaatsvergunning kan langs twee wegen worden verleend, zo volgt uit het eerste lid. Als bepaalde standplaatsen zijn bedoeld als dagplaats en als zodanig zijn aangegeven op de kaart van de markt, kan het college voor die standplaatsen dagplaatsvergunningen afgeven. Ook kan een dagplaatsvergunning worden verleend voor een vaste-standplaats die op de betreffende dag niet (op tijd) is ingenomen door de houder van de bijbehorende vaste-standplaatsvergunning of zijn rechtmatige vervanger (zie artikel 17). Ook dagplaatsvergunningen kunnen niet onbeperkt worden uitgegeven en zijn in die zin schaars. Hun looptijd is beperkt tot een dag. Op de vergunning staat vermeld welke standplaats door de vergunninghouder ingenomen mag (en moet) worden. De wijze van verdeling van dagplaatsvergunningen is geregeld in artikel 11.

 

Tweede tot en met vierde lid

Uit het tweede lid volgt wie in aanmerking kan komen voor een dagplaatsvergunning en wie dus een toewijsbare aanvraag kan indienen. Het vereiste dat in de aan de aanvraag voorafgaande periode niet vaker dan 5 keer een dagplaatsvergunning is verleend, is gesteld om ook andere gegadigden de kans te geven op deze vergunning. Het college moet de vergunning weigeren in de gevallen die zijn genoemd in het derde lid. In de gevallen die zijn genoemd in het vierde lid kan het college de vergunning weigeren.

 

Vijfde en zesde lid

Anders dan bij een vaste-standplaatsvergunning kan de houder van een dagplaatsvergunning zich, logischerwijs, niet laten vervangen. Hij kan zich wel laten bijstaan.

 

Artikel 20. Standwerkvergunning

Eerste lid

Als bepaalde standplaatsen zijn bedoeld als standwerkplaats, kan het college voor die standplaatsen standwerkvergunningen afgeven. De standwerkvergunning geldt, net als de dagplaatsvergunning, voor een dag. Op de vergunning staat vermeld welke standplaats door de vergunninghouder ingenomen mag (en moet) worden en eveneens voor welke artikelen de vergunning geldt. De wijze van verdeling van standwerkvergunningen is geregeld in artikel 12.

 

Tweede en derde lid

Uit het tweede lid volgt wie in aanmerking kan komen voor een standwerkvergunning en wie dus een toewijsbare aanvraag kan indienen. De weigeringsgronden zijn geregeld in het derde lid. Zie verder de toelichting bij artikel 19.

 

Vierde en vijfde lid

Anders dan bij een vaste-standplaatsvergunning kan de houder van een standwerkvergunning zich, logischerwijs, niet laten vervangen. Hij kan zich wel laten bijstaan.

 

Artikel 21. Bedienvergunning

[Gereserveerd]

 

Paragraaf 5. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

 

Paragraaf 5 bevat een aantal algemene bepalingen voor (markt)vergunninghouders. Daarbij gaat het voornamelijk om algemene verplichtingen, zoals de verplichting om de vergunning te laten zien op eerste verzoek van een toezichthouder, de verplichting om de markttijden in acht te nemen en de verplichting om de markt schoon te houden. Deze verplichtingen gelden uiteraard ook voor eventuele vervangers van vergunninghouders.

 

Paragraaf 6. Handhaving

 

Artikel 26. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft om een last onder bestuursdwang op te leggen. Dit artikel regelt de bevoegdheid voor het college om een bijzondere vorm van bestuursdwang, namelijk verwijdering, toe te passen. Deze bevoegdheid kan worden gebruikt als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt, of bij andere (ernstige) overtredingen van de Marktverordening.

 

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid verondersteld (zie artikel 5:31, eerste lid, van de Awb). Dan kan bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij de haast zo groot is dat een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel moet het besluit dan achteraf alsnog bekendgemaakt worden (artikel 5:31, tweede lid, in samenhang met artikel 5:24, derde lid, van de Awb). Het hangt van de omstandigheden van het geval af of sprake is van een spoedeisend geval, of van een zéér spoedeisend geval.

 

Paragraaf 7. Slotbepalingen

 

Artikel 28. Overgangsrecht

Eerste lid

Op grond van het eerste lid blijven de besluiten op grond van de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015 (vergunningen, ontheffingen, mandaten, Reglement Markten enz.) bestaan, totdat ze (ambtshalve) worden gewijzigd of ingetrokken. Zo heeft het college de gelegenheid om te doen wat er moet gebeuren. Dat is vooral van belang voor de vergunningen voor onbepaalde tijd: dit moeten immers vergunningen voor bepaalde tijd zijn.

 

Tweede lid

Het college heeft de bevoegdheid om eenmaal, bij het omzetten van vaste-standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd naar bepaalde tijd een kortere looptijd dan op grond van artikel 14, eerste lid, te bepalen. De gewijzigde vergunningen kunnen als overgangstermijn dienstdoen. Het bepalen van de duur van de overgangstermijn is lokaal maatwerk. Relevant is onder meer of de zittende ondernemers hun investeringen al grotendeels hebben kunnen terugverdienen en of zij voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie van vergunningen voor bepaalde tijd, die volgens de nieuwe verdeelprocedures worden uitgegeven. Uit rechtspraak (Rechtbank Amsterdam 5 augustus 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:5002) blijkt dat het mogelijk is om een generieke overgangstermijn te bepalen, mits er ruimte is om daarvan af te wijken als in een individueel geval blijkt dat een ondernemer onevenredig wordt benadeeld. Uit dezelfde uitspraak volgt dat een overgangstermijn niet is bedoeld als volledige compensatie, maar om de vergunninghouders de gelegenheid te bieden om zich in te stellen op de nieuwe situatie.

 

Derde lid

De wacht- en anciënniteitslijsten komen te vervallen. Het laten voortbestaan van deze lijsten dient nauwelijks doel en is Europeesrechtelijk mogelijk problematisch.

 

Vierde lid

Op aanvragen die zijn ingediend ten tijde van de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015 en waarop nog niet is beslist bij de inwerkingtreding van deze Marktverordening, is deze Marktverordening van toepassing. Voor deze situatie is niet voorzien in overgangsrecht en geldt dus onmiddellijke inwerkingtreding. Dat is anders voor bezwaarschriften die zijn ingediend ten tijde van de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015 . Daarvoor is wel voorzien in overgangsrecht, zodat deze bezwaarschriften nog worden afgehandeld conform de Marktverordening Hendrik-Ido-Ambacht 2015.