Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Senzer

Beleidsregels re-integratie Participatiewet Senzer 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSenzer
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels re-integratie Participatiewet Senzer 2023
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-202301-07-202301-07-2023nieuwe regeling

20-12-2023

bgr-2024-316

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels re-integratie Participatiewet Senzer 2023

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Senzer,

overwegende dat:

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent de uitvoering van de Participatiewet, omdat hiermee inwoners ondersteund kunnen worden die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen of omdat zij niet in staat zijn gebleken zelfstandig betaald werk te vinden, de Participatiewet biedt hierin ondersteuning;

gelet op artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Senzer, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 7 van de Participatiewet en re-integratieverordening Participatiewet 2023 van de deelnemende gemeenten binnen de Gemeenschappelijke regeling Senzer;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende: Beleidsregels re-integratie Participatiewet Senzer 2023

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

  • 1.

    De definities zoals bedoeld in artikel 1 van de re-integratieverordening Participatiewet 2023 van de deelnemende gemeenten binnen de Gemeenschappelijke regeling Senzer zijn op deze beleidsregels van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid gelden de volgende definities:

  • a.

    belanghebbende: persoon die behoort tot de doelgroep;

  • b.

    verordening: de re-integratieverordening Participatiewet 2023 van de deelnemende gemeenten binnen de Gemeenschappelijke regeling Senzer.

Hoofdstuk 2. Voorzieningen

Paragraaf 2.1 Werkstage

Artikel 2. Duur Werkstage

  • 1.

    De werkstage wordt ingezet voor een periode van maximaal zes maanden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde maximale periode kan verlengd worden met de duur van de periode waarin de belanghebbende tijdens de werkstage wegens in de persoon gelegen factoren niet heeft kunnen werken indien dit noodzakelijk is om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.

  • 3.

    De verlenging zoals bedoeld in het tweede lid bedraagt maximaal zes maanden.

Artikel 3. Verplichtingen werkstage

De volgende verplichtingen worden aan de werkstage verbonden:

  • a.

    De werkstageverlener sluit met de belanghebbende een werkstage-overeenkomst af die door het dagelijks bestuur beschikbaar wordt gesteld;

  • b.

    De werkstageverlener is primair verantwoordelijk voor het handelen van de belanghebbende en kan de daaruit voortvloeiende schade als gevolg van wettelijke aansprakelijkheid of ongevallen niet afwentelen op de belanghebbende;

  • c.

    Kosten wegens door een belanghebbende aan eigendommen van derden toegebrachte schade en schade als gevolg van ongevallen, tijdens werk- en reisuren worden in beginsel verhaald op de ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering van de werkstageverlener; en

  • d.

    Kosten in verband met wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen, tijdens werk- en reisuren, die niet of niet volledig op een verzekering van de werkstageverlener kunnen worden verhaald, worden verhaald op de verzekeringspolis van het dagelijks bestuur. De uitkering c.q. vergoeding is in dat geval niet hoger dan de binnen de verzekeringspolis vastgestelde maximum bedragen.

Artikel 4. Vergoeding noodzakelijke kosten werkstage

De noodzakelijke kosten kunnen worden vergoed overeenkomstig de bepalingen omtrent vergoeding zoals opgenomen in artikel 13, 14, 15 van deze beleidsregels, indien de werkstageverlener deze niet vergoedt.

Paragraaf 2.2. Sociale activering

Artikel 5. Sociale activering

  • 1.

    Er is geen sprake van verdringing als:

    • a.

      Het gaat om werkzaamheden die niet betaald zijn of niet betaald worden uitgevoerd; en

    • b.

      Het een speciaal gecreëerde functie betreft of een functie die door de belanghebbende alleen met speciale begeleiding kan worden verricht; en

    • c.

      Er geen vacature is voor de werkzaamheden.

       

    • 2.

      De voorwaarde, eerste lid onder a, geldt gedurende een periode van zes maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van de voorziening tot aan de ingangsdatum van de voorziening.

Paragraaf 2.3. Detacheringsbaan

Artikel 6. Detacheringsbaan

  • 1.

    Er is geen sprake van verdringing als:

    • a.

      Het gaat om werkzaamheden die betaald zijn en worden uitgevoerd tegen een gemeten loonwaarde.

Paragraaf 2.4 Scholing

Artikel 7. Scholing

  • 1.

    In aanvulling op artikel 7, tweede lid van de verordening beoordeelt het dagelijks bestuur een scholingstraject gevolgd bij een niet erkend opleidingsinstituut als niet noodzakelijk.

  • 2.

    Ten aanzien van een persoon bij wie het redelijke vermoeden bestaat dat hij niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst, kan een voorziening worden aangeboden ter ondersteuning van de beheersing van de Nederlandse taal op referentieniveau 2F. Mits en voor zover het noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen, aanvaarden en behouden van algemeen geaccepteerde arbeid.

  • 3.

    De duur van de scholing als bedoeld in het tweede lid is zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk maar maximaal twee jaar.

Artikel 8. Kosten scholing

  • 1.

    Bij toekenning van scholing komen de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking mits en voor zover voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7, tweede lid onder b van de verordening:

    • a.

      opleidingskosten, cursusbijdragen en examengeld;

    • b.

      boeken en leermiddelen die door het erkend opleidingsinstituut verplicht zijn gesteld; en

    • c.

      reiskosten overeenkomstig artikel 14 van deze beleidsregels.

  • 2.

    De kosten worden waar mogelijk rechtstreeks betaalbaar gesteld aan het erkend opleidingsinstituut.

Paragraaf 2.5 Ondersteuning leer-werktraject

Artikel 9. Ondersteuning bij leer-werktraject

  • 1.

    De ondersteuning bij het leer-werktraject wordt uitsluitend ingezet wanneer:

  • a.

    uitval uit het leer-werktraject dreigt of

  • b.

    door afronding van het leer-werktraject het perspectief op de arbeidsmarkt verbetert.

  • 2.

    De vorm en duur van de ondersteuning die geboden wordt is afhankelijk van de individuele omstandigheden van de belanghebbende.

  • 3.

    De duur van de ondersteuning is zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk.

Paragraaf 2.6 Stimuleringspremie werkgever

Artikel 10. Stimuleringspremie werkgever

  • 1.

    Een stimuleringspremie wordt alleen toegekend, ambtshalve of op aanvraag, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a.

    de werkgever en de werknemer gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van zes maanden;

  • b.

    de werknemer verricht werkzaamheden die vallen onder het begrip ‘algemeen geaccepteerde arbeid’;

  • c.

    de werkgever investeert in de inzetbaarheid van de werknemer met als doel een duurzame plaatsing, wat individueel wordt bepaald;

  • d.

    de werkgever maakt geen aanspraak op andere financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer.

  • 2.

    Duur premieverlening en hoogte stimuleringspremie werkgever:

  • a.

    de termijn waarover de premie kan worden verleend is zes maanden.

  • b.

    voor de hoogte van de te verstrekken premie wordt aansluiting gezocht bij de gemaakte kosten van de werkgever;

  • c.

    voor de hoogte van de maximaal te verstrekken premie wordt aansluiting gezocht bij het bedrag op jaarbasis zoals genoemd in artikel 31 tweede lid onder j Participatiewet.

  • 3.

    Wanneer er naar het oordeel van het dagelijks bestuur sprake is van bijzondere omstandigheden, kan het dagelijks bestuur besluiten om de periode als bedoeld in het tweede lid onder a te verlengen voor de duur van zes maanden.

Paragraaf 2.7 Voorwaarden werkplekaanpassingen

Artikel 11. Specifieke voorwaarden werkplekaanpassingen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is niet verantwoordelijk voor werkplek aanpassingen voor:

    • 1.

      Personen met auditieve belemmeringen die een voorziening aanvragen voor een doventolk;

    • 2.

      Met ingang van 1 januari 2024: personen met visuele belemmeringen die een voorziening aanvragen voor een gebarentolk;

Hoofdstuk 3. Nazorg

Artikel 12. Verplichtingen nazorg

  • 1.

    Wanneer de belanghebbende algemeen geaccepteerde arbeid heeft aanvaard dan kan het dagelijks bestuur nazorg aanbieden. De nazorg bestaat uit minimaal één contactmoment met de werkgever of de belanghebbende gedurende de eerste zes maanden.

  • 2.

    Bij een contract langer dan zes maanden wordt op basis van individuele omstandigheden beoordeeld of meer dan één contactmoment noodzakelijk is.

Hoofdstuk 4. Overige noodzakelijke voorzieningen

Paragraaf 4.1 Overige voorzieningen

Artikel 13. Overige noodzakelijke voorzieningen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt het recht op een vergoeding en de hoogte van een vergoeding op een schriftelijke aanvraag of, als dit niet mogelijk is, ambtshalve vast.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur bepaalt welke noodzakelijke gegevens belanghebbende voor de vaststelling van het recht op een vergoeding moet verstrekken en de wijze en het tijdstip waarop hij deze gegevens moet verstrekken.

Paragraaf 4.2. Reiskosten

Artikel 14. Reiskosten

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan de reiskosten vergoeden die belanghebbende moet maken in het kader van zijn re-integratie. Hieronder vallen ook de reiskosten die belanghebbende moet maken in het kader van zijn onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming is gebaseerd op basis van kosten openbaar vervoer tweede klasse, indien men reist met het openbaar vervoer.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid wordt voor het verstrekken van een vergoeding, indien reizen met openbaar vervoer niet mogelijk of wenselijk is en met eigen vervoer wordt gereisd, aansluiting gezocht bij de Wet op de Loonbelasting 1964 omtrent vergoeding per kilometer per dag. De reisafstand gemeten van postcode woonadres en huisnummer tot postcode locatie en huisnummer aan de hand van de ANWB routeplanner, snelste route.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur vergoedt geen reiskosten als de reisafstand minder dan 10 kilometer enkele reis bedraagt.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid, is vergoeding van reiskosten wel mogelijk bij een afstand van minder dan 10 kilometer enkele reis als de belanghebbende door lichamelijke, psychische of sociale problemen niet in staat is met eigen vervoer te reizen en aangewezen is op openbaar vervoer.

  • 6.

    De betaling vindt indien mogelijk wekelijks vooraf plaats.

  • 7.

    Indien de aanwezigheid op locatie afwijkt van datgene dat vooraf gecalculeerd is dan stopt het dagelijks bestuur de betaling en wordt bezien of de tegemoetkoming aangepast moet worden.

  • 8.

    Alleen in bijzondere situaties in het individuele geval kan voor een incidenteel bezoek aan Senzer een reiskostenvergoeding verstrekt worden indien de vergoeding bijdraagt aan de arbeidsinschakeling.

Paragraaf 4.3 Kinderopvang

Artikel 15. Kinderopvang

Het dagelijks bestuur kan de kosten van kinderopvang vergoeden die belanghebbende redelijkerwijs moet maken in het kader van zijn re-integratie conform de beleidsregels aanvullende tegemoetkoming kinderopvangtoeslag Senzer 2023.

Paragraaf 4.4 Samenloop

Artikel 16. Samenloop

Het dagelijks bestuur zal geen premie of (onkosten)vergoeding verstrekken voor kosten waarvoor al dan niet door het dagelijks bestuur al een andere premie of vergoeding wordt verstrekt.

Hoofdstuk 5. Overgangsrecht

Artikel 17. Overgangsrecht

  • 1.

    De belanghebbende die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de re-integratieverordening Participatiewet 2018, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit die re-integratieverordening Participatiewet 2018 maar niet langer dan:

    • a.

      twaalf maanden, gerekend vanaf de datum van vaststelling van de verordening of

    • b.

      voor de duur dat deze is verstrekt, als dat korter is dan de periode bedoeld in onderdeel a.

  • 2.

    De nieuwe regels gelden per direct indien voorzieningen toegekend op basis de oude regels nadeliger uitpakken voor belanghebbende.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Artikel 19. Intrekking oude beleidsregels

De nadere regels re-integratieverordening Participatiewet Senzer 2023 worden ingetrokken per 1 juli 2023.

Artikel 20. Inwerkingtreding

De beleidsregels re-integratie treden in werking op de dag van bekendmaking en werken terug tot en met 1 juli 2023.

Artikel 21. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels re-integratie Participatiewet Senzer 2023.

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van openbaar lichaam Senzer in de vergadering van 20 december 2023,

Namens deze,

E. de Vries, voorzitter

H.A.A.J. van Rinsum, secretaris