Organisatie | Waalre |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Waalre 2011 |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2012 | 31-12-2013 | nieuwe regeling | 20-12-2011 | APV | |
18-11-2010 | nieuwe regeling | 19-10-2010 | APV |
INHOUD ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen Artikel 1:2 Beslistermijn Artikel 1:3 Indiening aanvraag Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing Artikel 1:7 Termijnen Artikel 1:8 Weigeringsgronden Artikel 1:9 Reikwijdte Wet Bibob
Artikel 1:10 Positieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Artikel 1:11 Geen positieve beschikking bij niet tijdig beslissen
AFDELING 1 BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
AFDELING 3 VERSPREIDEN VAN GEDRUKTE STUKKEN
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
AFDELING 4 VERTONINGEN E.D. OP DE WEGArtikel 2:9 Straatartiest
AFDELING 5 BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG
Artikel 2:10 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg Artikel 2:11 Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg Artikel 2:12 Maken en veranderen van een uitweg
AFDELING 6 VEILIGHEID OP DE WEG
Artikel 2:14 Winkelwagentjes Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurgebieden Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs
Artikel 2:24 Begripsomschrijving Artikel 2:25 Evenement Artikel 2:26 Ordeverstoring
AFDELING 8 TOEZICHT OP HORECABEDRIJVEN
Artikel 2:27 Begripsbepalingen Artikel 2:28 Exploitatievergunning terras bij een horecabedrijf Artikel 2:28a Opheffing vergunningplicht Artikel 2:29 Sluitingstijden Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijden; tijdelijke sluiting Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven Artikel 2:33 Ordeverstoring Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan AFDELING 9 TOEZICHT OP INRICHTINGEN TOT HET VERSCHAFFEN VAN NACHTVERBLIJF
Artikel 2:35 Begripsbepaling Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
AFDELING 10 TOEZICHT OP SPEELGELEGENHEDEN
Artikel 2:39 Speelgelegenheden Artikel 2:40 Speelautomaten
AFDELING 11 MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal Artikel 2:42 Plakken en kladden Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:47a Verplichte route Artikel 2:47b Vechten Artikel 2:48 Verboden drankgebruik Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein e.d. Artikel 2:57 Loslopende honden Artikel 2:58 Verontreiniging door honden Artikel 2:59 Gevaarlijke honden Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren Artikel 2:61 Gereserveerd Artikel 2:62 Loslopend vee Artikel 2:63 Rupsen (nesten) Artikel 2:64 Bijen
AFDELING 12 BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
Artikel 2:66 Begripsomschrijvingen Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 2:71 Begripsomschrijvingen Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling Artikel 2:73a Opslag vuurwerk in voertuigen
Artikel 2:74 Drugshandel op straatArtikel 2:74a Verbod gebruik drugs in het openbaarArtikel 2:74b Verbod zich te bevinden op aangewezen plaatsen
AFDELING 15 BESTUURLIJKE OPHOUDING, VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN EN CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSENArtikel 2:75 Bestuurlijke ophouding Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.
AFDELING 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 3:1 Begripsomschrijvingen Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaanArtikel 3:3 Nadere regels
AFDELING 2 SEKSINRICHTINGEN, STRAATPROSTITUTIE, SEKSWINKELS E.D.
Artikel 3:4 Seksinrichtingen Artikel 3:4a Locatie en Maximumstelsel Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder Artikel 3:6 Sluitingstijden Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingsuur; (tijdelijke) sluiting Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder Artikel 3:9 Straatprostitutie Artikel 3:10 Sekswinkels Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijkeAFDELING 3 BESLISSINGSTERMIJN; WEIGERINGSGRONDEN; NADERE REGELS
Artikel 3:12 Beslissingstermijn Artikel 3:13 Weigeringsgronden Artikel 3:13a Nadere regels
AFDELING 4 BEEINDIGING EXPLOITATIE; WIJZIGING BEHEER
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie Artikel 3:15 Wijziging beheer
Artikel 3:16 Overgangsbepaling
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
AFDELING 1 GELUIDHINDER EN VERLICHTING
Artikel 4:1 Begripsbepalingen Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten Artikel 4:6 Overige geluidhinder AFDELING 2 BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING
Artikel 4:7 Straatvegen Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen Artikel 4:9 Toestand van sloten en wateren
AFDELING 3 HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 4:10 Begripsomschrijvingen Artikel 4:11 Lijst waardevolle bomen Artikel 4:12a Criteria Artikel 4:12b Vervaltermijn vergunning tot vellen houtopstand Artikel 4:12c Bijzondere vergunningsvoorschriften Artikel 4:12d Herplant-/instandhoudingsplicht Artikel 4:12.e Afstand tot de erfgrenslijn
AFDELING 4 MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST
Artikel 4:13 Opslag bromfietsen, motorvoertuigen, caravans, afvalstoffen, mest, ingekuilde landbouwprodukten e.d.
Artikel 4:15 Vergunningplicht handelsreclame
AFDELING 5 KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN
Artikel 4:16 Begripsbepaling Artikel 4:17 Recreatief (nacht)verblijf buiten kampeerterreinen Artikel 4:18 Aanwijzing kampeerplaatsen
Paragraaf 1 Algemene bepalingenArtikel 4a:1 Begripsomschrijving Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffenArtikel 4a:2 Aanwijzing inzamelende instanties Artikel 4a:3 Afzonderlijke inzameling Artikel 4a:4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen Artikel 4a:5 Frequentie van inzamelen bij elk perceel Artikel 4a:6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 4a:7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen Artikel 4a:8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen Artikel 4a:9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden Artikel 4a:10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen Artikel 4a:11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Artikel 4a:12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Paragraaf 4 Inzameling van andere categorieën van afvalstoffen Artikel 4a:13 Het ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst Artikel 4a:14 Inzameling andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst Artikel 4a:15 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan de inzameldienst Paragraaf 5 Zwerfafval
Artikel 4a:16 Voorkomen van diffuse milieuverontreinigingArtikel 4a:17 Achterlaten van straatafvalArtikel 4a:18 Verbod op het doorzoeken van ter inzameling gereed staande afvalstoffen Artikel 4a:19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren Artikel 4a:20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal Artikel 4a:21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden Artikel 4a:22 Verbod opslag van afvalstoffen Artikel 4a:23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:1 Begripsomschrijvingen VArtikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.dArtikel 5:5 VoertuigwrakkenArtikel 5:6 Kampeermiddelen e.d. Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigenArtikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen Artikel 5:11 Aantasting groenvoorziening door voertuigen Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets.
Artikel 5:12a Onbeheerde voertuigen.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen AFDELING 3 VENTEN Artikel 5:14 Begripsomschrijving Artikel 5:15 Ventverbod Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
AFDELING 4 STANDPLAATSEN Artikel 5:17 Begripsbepaling Artikel 5:18 vergunning voor een standplaats en weigeringsgronden Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
AFDELING 5 SNUFFELMARKTEN Artikel 5:22 Begripsbepaling Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt
AFDELING 7 CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDENArtikel 5:32 Crossterreinen Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
AFDELING 8 VERBOD VUUR TE STOKEN
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
AFDELING 9 VERSTROOIING VAN AS.
Artikel 5:35 Begripsomschrijving Artikel 5:36 Verboden plaatsen Artikel 5:37 Hinder of overlast HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6:1 StrafbepalingArtikel 6:1a StrafbepalingArtikel 6:2 ToezichthoudersArtikel 6:2a Prostitutie Controle Team Artikel 6:3 binnentreden woningen Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening Artikel 6:5 Overgangsbepaling Artikel 6:6 Citeertitel
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:10 Positieve beschikking bij niet tijdig beslissen 8Artikel 1:11 Geen positieve beschikking bij niet tijdig beslissen 8
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is zaaksgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;e. indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
De (omgevings)vergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend, tenzij in de (omgevings)vergunning anders is bepaald.
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:a. de openbare orde;b. de openbare veiligheid;c. de volksgezondheid;d. de bescherming van het milieu.
Artikel 1:9 Reikwijdte Wet Bibob
Een vergunning, subsidie of aanbesteding kan door het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd of ingetrokken indien uit het aangevraagde advies bij het Landelijk Bureau Bibob (op grond van artikel 3 Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur) blijkt dat er sprake is van ernstig gevaar dat de gevraagde beschikking mede zal worden gebruikt voor: a. het benutten van voordelen uit strafbare feiten, ofb. het plegen van strafbare feiten.
Artikel 1:11 Geen positieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:- artikel 2:25 Vergunning evenementen- artikel 2:28 Exploitatievergunning terras- artikel 2:39 Exploitatievergunning speelgelegenheid- artikel 3:4 Vergunning seksinrichting- artikel 4:17 Ontheffing van het verbod tot recreatief (nacht) verblijf buiten kampeerterreinen- artikel 4a:2 Aanwijzing inzamelende instanties
Afdeling 1 BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Een ieder, die op de weg aanwezig is bij enig voorval, waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
De kennisgeving bevat:a. naam en adres van degene die de betoging houdt;b. het doel van de betoging;c. de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging;d. de plaats en, voorzover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging;e. voorzover van toepassing, de wijze van samenstelling;f. maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen.
Afdeling 5 BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan
Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:a. het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;b. het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het verbod geldt voorts niet voor zover het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Wegenverordening Noord-Brabant, Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet en de daarop gebaseerde telecommunicatieverordening van toepassing zijn.
Afdeling 6 VEILIGHEID OP DE WEG
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brand¬kraan of enigerlei andere afsluiting, die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs
Het is verboden:a. voor het publiek toegankelijke ijsvlakten te beschadigen, te verontreinigen, te versperren of het verkeer daarop op enige andere wijze te belemmeren of in gevaar te brengen;b. bakens of andere voorwerpen ten behoeve van de veiligheid geplaatst op de onder a. bedoelde ijsvlakten, te verplaatsen, weg te nemen, te beschadigen of op enige andere wijze het gebruik daarvan te verijdelen of te belemmeren.
Artikel 2:24 Begripsomschrijving
In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:a. bioscoopvoorstellingen;b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening;c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;d. het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;f. activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening.
Het verbod van het eerste lid geldt niet voor eendaagse en tweedaagse evenementen, indien:a. het evenement een barbecue of straatfeest in de open lucht betreft;b. het aantal bezoekers welke gelijktijdig aanwezig zijn niet meer bedraagt dan 250 personen;c. het evenement niet later eindigt dan 24.00 uur (zondag t/m donderdag) of 01.00 uur (vrijdag – zaterdag);d. het evenement niet meer dan 3 straten omvat uitgezonderd doorgaande wegen;
het evenement geen belemmering vormt voor hulpdiensten;e.. slechts kleine objecten (uitgezonderd partytenten) worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object:f. er geen partytent wordt geplaatst waarin meer dan 50 personen gelijktijdig aanwezig kunnen zijn;
g. er geen partytenten woren geplaatst met een oppervlakte groter dan 25m2;h. er niet meer dan 5 objecten (waarvan maximaal 2 partytenten) worden geplaatst;i. er een organisator is;j. de organisator de burgemeester tenminste 15 werkdagen voorafgaand aan het evenement in kennis stelt met een door de burgemeester vastgesteld meldingsformulier;k. Indien binnen 10 werkdagen na ontvangst van het meldingsformulier door de burgemeester geen tegenbericht is verzonden kan het evenement zoals gemeld plaatsvinden.
Afdeling 8 TOEZICHT OP HORECABEDRIJVEN
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.
In deze afdeling wordt verstaan onder terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
Artikel 2:28 Exploitatievergunning terras bij een horecabedrijf
De burgemeester kan de vergunning als bedoeld in het eerste lid geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van een terras bij een horecabedrijf.
Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk waarin het terras is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het terras van een horecabedrijf en de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse al blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van het terras.
Onverminderd het gestelde in het derde en het vierde lid kan de burgemeester de in het vijfde lid bedoelde ingebruikneming van die weg voor een of meer bij een horecabedrijf horende terrassen weigeren:a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;b. indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijden; tijdeliijke sluiting
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor één of meer horecabedrijven, tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:29 gelden¬de sluitingsuren vaststellen of tijdelijke sluiting bevelen.
Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Het is bezoekers van een horecabedrijf verboden gedurende de tijd dat dit bedrijf krach¬tens artikel 2:29 of ingevolge een op grond van artikel 2:30 genomen besluit ge¬sloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden.
Afdeling 9 TOEZICHT OP INRICHTINGEN TOT HET VERSCHAFFEN VAN NACHTVERBLIJF
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10 TOEZICHT OP SPEELGELEGENHEDEN
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
De burgemeester weigert de vergunning:a. indien naar zijn oordeel moet worden aan¬genomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid.b. indien de exploitatie van een speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan.
BegripsomschrijvingenIn dit artikel wordt verstaan onder:a. Wet: de Wet op de kansspelen;b. speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a van de Wet;c. kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c van de Wet;d. hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d van de Wet;e. laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e van de Wet.
Afdeling 11 MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2:42 Plakken en kladden
Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op de weg of op dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is:a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding, aan te plakken of op andere wijze aan te brengen;b. met kalk, krijt, teer of een kleur- of vetstof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Het is verboden:a. op een openbare plaats te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, over¬kapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair;b. zich op een openbare plaats zodanig op te houden dat aan weggebruikers of aan bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt ver¬oorzaakt.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien:a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek;b. daardoor die ingang versperd wordt.
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeen¬komst of plechtigheid gehouden wordt welke publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:57 Loslopende honden
Het is de eigenaar of houder van een hond of degene aan wiens zorg een hond kennelijk is toevertrouwd verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:a. binnen de bebouwde kom zonder dat die hond aangelijnd is. b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinder¬speelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
De eigenaar of houder van een hond of degene aan wiens zorg een hond kennelijk is toevertrouwd is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet:a. binnen de bebouwde kom: op de weg als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid;b. buiten de bebouwde kom op het gedeelte van de weg dat bestemd is of mede bestemd is voor het verkeer van voetgangers en fietsers; c. op een voor publiek toegankelijk en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide, of op een andere door het college aangewezen plaats.
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Het is de eigenaar of houder van een hond of degene aan wiens zorg een hond kennelijk is toevertrouwd verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen op de weg of het terrein van een ander:a. anders dan kort aangelijnd, nadat het college aan de eigenaar of de houder heeft bekend gemaakt dat het die hond gevaarlijk of hinderlijk acht en een aanlijngebod in verband met het gedrag van die hond noodzakelijk vindt. b. Anders dan kort aangelijnd en voorzien van een muilkorf nadat het college aan de eigenaar of de houder heeft bekend gemaakt dat het die hond gevaarlijk of hinderlijk acht en een aanlijn en muilkorfgebod in verband met het gedrag van die hond noodzakelijk vindt.
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Het college kan buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer plaatsen aan wijzen waar het ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid verboden is daarbij aangeduide dieren:a. aanwezig te hebben; ofb. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door hen gestelde regels, ofc. aanwezig te hebben tot een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven of mede is aangegeven.
Het is verboden op een krachtens het eerste lid aangewezen plaats een daarbij aan¬geduid dier of daarbij aangeduide dieren aanwezig te hebben, dan wel aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels, dan wel aanwezig te hebben tot een groter aantal dan door het college is aangegeven.
De rechthebbende op vee, dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Het college kan, hetzij bij openbare kennisgeving ten aanzien van het gehele gebied van de gemeente of van bepaalde delen daarvan, hetzij bij persoonlijke kennisgeving aan de rechthebbende van een of meer bepaalde percelen mededelen, dat zij het noodzakelijk acht, dat aldaar in bomen of ander houtgewas voorkomende rupsen en rupsennesten verwijderd en vernietigd worden voor een bij die kennisgeving bepaalde datum.
De rechthebbende op percelen binnen het bij die openbare kennisgeving aangewezen gebied of van de in de persoonlijke kennisgeving aangeduide percelen is verplicht vóór de door het college bepaalde datum te zorgen, dat de in bomen of ander houtgewas op zijn perceel voorkomende rupsen en rupsennesten verwijderd en vernietigd zijn.
Afdeling 12 BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
Artikel 2:66 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:a. handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;b. verkoopregister: het aantekening houden van het verkopen of op andere wijze over¬dragen van alle gebruikte en ongeregelde goederen door de handelaar.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register en daarin vermeldt hij onverwijld:a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;b. de datum van verkoop of overdracht van het goed;c. een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voorzover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;d. de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed;e. de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:a. de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:1. dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;2. van een verandering van de onder a, sub 1º, bedoelde adressen;3. als hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;4. dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan;b. de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;c. aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;d. een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.
Artikel 2:71 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk:Consumentenvuurwerk waarop het besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat dit gebeurt om middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, dan wel slaap- of kalmeringsmiddelen of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Verbod gebruik drugs in het openbaaar
Het is verboden op of aan de weg of op een voor publiek toegankelijke plaats of gebouw middelen als vermeld op lijst I en lijst II van de Opiumwet te gebruiken of ten behoeve van gebruik stoffen en/of voorwerpen voorhanden te hebben.
Artikel 2:74b Verbod zich te bevinden op aangewezen plaatsen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene die zich gedraagt in strijd met artikel 2:74, artikel 2:74a of artikel 3:9, nadat eerder het in het tweede lid van artikel 3:9 genoemde bevel tot onmiddellijke verwijdering is gegeven, een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van vierentwintig uur te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedraging heeft plaatsgehad.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene aan wie eerder een verbod als in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie binnen zes maanden na het opleggen van dit verbod wordt vastgesteld dat hij zich opnieuw gedraagt in strijd met de in het eerste lid genoemde artikelen, een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste veertien dagen te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedraging heeft plaatsgehad.
Afdeling 15 BESTUURLIJKE OPHOUDING, VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN EN CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSEN
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de artikelen 2:1 (samenscholingsverbod), 2:10 voorwerpen of stoffen op , aan of boven de weg), 2:11 (aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg), 2:16 (openen straatkolken en dergelijke), 2:25 (evenementen), 2:47 (hinderlijk gedrag op of aan de weg), 2:47a (verplichte route), 2:48 (hinderlijk drankgebruik), 2:49 (hinderlijk gedrag bij of in gebouwen, 2:50 (gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten), 2:73 (bezigen van vuurwerk) of 5:34 (verbod om vuur te stoken) van de Algemene plaatselijke verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Hoofdstuk 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPOSTITUTIE E.D.
Afdeling 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 3:1 Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:a. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelin¬gen met een ander tegen vergoeding;b. prostitué(e): degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele han¬delin¬gen met een ander tegen vergoeding;c. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsma¬tig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden ver¬richt, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;d. escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die be¬drijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;e. exploitant: de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een seksinrichting of escortbedrijf exploiteert of exploiteren en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen;f. sekswinkel; de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch- pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;g. beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent in een seksinrichting of escortbedrijf;h. bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:1. de exploitant;2. de beheerder;3. de prostitu(é)e;4. het personeel dat in de seksinrichting werkzaam is;5. toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6.2;6. andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.
Afdeling 2 SEKSINRICHTINGEN, STRAATPROSTITUTIE, SEKSWINKELS E.D.
In de aanvraag om vergunning wordt in ieder geval vermeld; danwel als bijlage bij de aanvraag gevoegd:a. de persoonsgegevens van de exploitant;b. de persoonsgegevens van de beheerder; c. de aard van de seksinrichting of het escortbedrijf;d. het aantal werkzame prostitué(e)s;e. de plaatselijke en kadastrale ligging van de seksinrichting door middel van een situatietekening met een schaal van tenminste 1:1000;f. de plattegrond van de seksinrichting door middel van een tekening met een schaal van tenminste 1:1000 met daarop aangegeven waartoe de onderscheidenlijke ruimten dienen of welke functie deze hebben; g. bewijs van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel; enh. bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is tot het gebruik van de ruimte bestemd voor de seksinrichting of het escortbedrijf;i. bedrijfsplan.
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:a. met toepassing van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychia¬trisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld;b. binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;c. binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechtelijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:• bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;• de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 250a, 252, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis ,426 ,429quater en 453 van het Wetboek van strafrecht;• de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 j artikel 8 of j artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;• de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;• de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;• de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld:a. vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid onder a van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan 375 euro bedraagt;b. een bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste één maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4 eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingsuur, (tijdelijke) sluiting
Met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan:a. tijdelijk andere dan de krachtens artikel 3:6, eerste of tweede lid, geldende sluitingsuren vaststellen;b. van een afzonderlijke seksinrichting al dan niet tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting bevelen.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:a. geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten ge¬noemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie;b. geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.
In het belang van de openbare orde en ter bescherming van de woon- en leefomgeving staat het bevoegd bestuursorgaan het exploiteren van een sekswinkel alleen toe op locaties die voldoen aan de ruimtelijke uitgangspunten zoals die zijn geformuleerd in de beleidsnota “Prostitutiebeleid in de gemeente Waalre”.
Artikel 3:11 Tentoonstellingen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goede¬ren, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldin¬gen van erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen:a. indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt;b. anders dan overeenkomstig de door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving gestelde regels.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedach¬ten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet.
Afdeling 3 BESLISSINGSTERMIJN; WEIGERINGSGRONDEN; NADERE REGELS
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
De vergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, wordt geweigerd indien:a. de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 3:5 gestelde eisen;b. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een geldend be¬stemmingsplan, stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening;c. er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht, of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.d. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf leidt of zal leiden tot overschrijding van de het in artikel 3:4a lid 2 genoemde toegestane maximum.
De vergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, dan wel de aanwijzing of vast¬stelling als bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, kan worden geweigerd in het belang van:a. de openbare orde;b. het voorkomen of beperken van overlast;c. het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- of leefklimaat;d. de veiligheid van personen of goederen;e. de verkeersvrijheid of -veiligheid;f. de gezondheid of zedelijkheid;g. de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e).
Afdeling 4 BEEINDIGING EXPLOITATIE; WIJZIGING BEHEER
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a. van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3:16 Overgangsbepaling
Op het exploiteren van een bestaande seksinrichting of escortbedrijf is het gestelde in artikel 3:4, eerste lid, niet van toepassing:a. gedurende 4 weken na het in werking treden daarvan;b. na afloop van de onder a. gestelde termijn, indien de exploitant binnen deze termijn een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, heeft ingediend, totdat op de aanvraag door het college een besluit is genomen.
Hoofdstuk 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1 GELUIDHINDER EN LICHTHINDER
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening, de Wegenverkeerswet 1994, het Wetboek van Strafrecht, de Luchtvaartwet en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
Afdeling 2 BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING
Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de ge¬meentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten ge¬bouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3 HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 4:10 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:a. boom: een houtig opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 40 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. b. houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van een boomzone of boomstructuur.c. boomvlakken: begrensd gebied met houtopstanden die tezamen een functioneel geheel vormen.d. boomstructuur: lijnvormige beplanting van houtopstanden dat een functioneel geheel vormt.e. beschermde houtopstand: een houtopstand dat is vastgelegd op de Lijst Waardevolle bomen. f. kaart waardevolle houtopstanden: topografische kaart met daarop aangegeven boomvlakken, boomstructuren en houtopstanden lijst waardevolle bomen.g. vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de boom ten gevolge kunnen hebben.h. bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een boom, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.i. dunnen: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstandj. kandelaberen: het tot op de hoofdtakken korten van de houtopstand
Artikel 4:11 Lijst Waardevolle bomen
Het college heeft een Lijst Waardevolle bomen met beschermde houtopstand vastgesteld. De kaart met bijbehorend register wordt elke vijf jaar beoordeeld en elke tien jaar herzien.De kaart en het bijbehorend register bevatten een samenhangend geheel van de volgende houtopstanden:• Boomvlakken;• Boomstructuren;• Waardevolle houtopstanden.
Een vergunning wordt geweigerd indien de belangen voor verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van een beoordeling aan de hand van de volgende criteria :- boomsoort* duurzaamheid* boomgrootte* herkomst* dendrologische waarde- stamdiameter- levensverwachting- groeivorm- ruimtelijke betekenis- cultuurhistorische betekenisDe waarde per criterium dient te worden vermenigvuldigd met de wegingsfactoren. Indien de waarde van alle criteria tezamen >45 punten bedraagt, zijn de belangen voor behoud groter dan de belangen voor verlening.
Een vergunning voor het vellen van een beschermde houtopstand wordt slechts bij uitzondering verleend, indien:a. een zwaarwegend maatschappelijk belang naar het oordeel van het bevoegd gezag opweegt tegen duurzaam behoud van de beschermde houtopstand.b. alternatieven volledig zijn onderzocht.c. naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.
Artikel 4:12c Bijzondere vergunningsvoorschriften
Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de beschermde boom op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere ontheffingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.
Artikel 4:12d Herplant/instandhoudingsplicht
Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Afdeling 4 MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST
Artikel 4:13 Opslag bromfietsen, motorvoertuigen, caravans, afvalstoffen, mest, ingekuilde landbouwproducten e.d.
Het is verboden op een door het college aangewezen plaats buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:a. Onbruikbare voertuigen of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;c. kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, indien het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel;d. mestopslag, gierkelder of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen.
Artikel 4:15 Vergunningsplicht handelsreclame
Het verbod geldt niet voor onverlichte:a. opschriften, aankondigingen en afbeeldingen in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak, die niet kennelijk gericht zijn op zichtbaarheid vanaf de weg;b. opschriften en aankondiging op of aan onroerende zaken, daartoe aangewezen door de overheid;c. opschriften en aankondigingen kleiner dan 0,50 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter die betrekking hebben op:- een openbare verkoping of een aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij feitelijk betekenis hebben;- een beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd; d. opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;e. opschriften of aankondigingen op of aan of op onroerende zaken dienstbaar aan het openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor opschriften of aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard, voor zover zij feitelijke betekenis hebben, mits:a. van het aanbrengen ervan tevoren schriftelijk kennisgeving is gedaan aan het college;b. het college niet binnen twee weken na ontvangst van die kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken;c. deze opschriften of aankondigingen niet langer dan negen weken op de onroerende zaak aanwezig zijn.
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien de handelsreclame , hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;b. in het belang van de verkeersveiligheid;c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Provinciale landschapsverordening;a. de weigeringsgrond van het 5e lid onder a geldt niet voor bouwwerken;b. de weigeringsgrond van het 5e lid onder c, geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp is voorzien door de Wet milieubeheer.
Afdeling 5 KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen bouwvergunning in de zin van artikel 40 van de Woningwet is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief (nacht)verblijf.
Afdeling 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 4A:1 Begripsomschrijving
In deze afdeling wordt verstaan onder:a. wet: Wet milieubeheer;b. straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval (kca), ontstaan buiten een perceel;c. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;d. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe ter beschikking gestelde plaats;e. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- en/of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;f. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot ten behoeve van meerdere huishoudens;g. inzameldienst: de krachtens artikel 4A:2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;h. andere inzamelaars: de krachtens artikel 4A:2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;j. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;k. wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994; l. motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.
Afdeling 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 4A:3 Afzonderlijke inzameling
Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:a. groente-, fruit- en tuinafval;b. oud papier en karton;c. glas;d. textiel;e. klein chemisch afval;f. (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur;g. asbest en asbesthoudend afval;h. grof tuinafval;i. huishoudelijk restafval;j. grof huishoudelijk afval;k. kunststof verpakkingsmateriaal;l. bouw- en sloopafval;
Afdeling 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 4A:7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 4A:8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 4A:9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 4A:10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4A:4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.
Artikel 4A:12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Afdeling 4 INZAMELING VAN ANDERE CATEGORIEEN VAN AFVALSTOFFEN
Artikel 4A:13 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Artikel 4A:14 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 4A:16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Het verbod is niet van toepassing op:a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen andere categorieën van afvalstoffen;b. het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;c. voorzover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.
Artikel 4A:19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:a. een afvalbak, -mand, of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand, of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd.c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de nale¬ving van het bepaalde in dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 4A:20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die op een openbare plaats reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze, of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek wordt weggeworpen.
Artikel 4A:21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
Artikel 4A:22 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Hoofdstuk 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:1 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:a. voertuigen: voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) met uitzondering van kleine wagens zoals: kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen;b. parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990).
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voer¬tuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, verboden:a. drie of meer voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd, op de weg te parkeren binnen een cirkel met een straal van vijfentwintig meter met als middelpunt een dezer voertuigen; dan welb. de weg als werkplaats voor voertuigen te gebruiken.
Tot de voertuigen bedoeld in het eerste lid worden niet gerekend:a. voertuigen waaraan herstel of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan een uur vergen, zulks gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor deze werkzaamheden;b. voertuigen gebezigd voor persoonlijk gebruik van de in het eerste lid genoemde persoon.
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:a. langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben;b. op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan zes meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:12a Onbeheerde voertuigen
Hij die een motorvoertuig, niet zijnde een vrachtauto, onbeheerd laat staan op of aan de weg of op een voor publiek toegankelijke plaats is verplicht, indien zich in dat voertuig goederen bevinden, welke niet tot de uitrusting ervan behoren, er voor te zorgen, dat door deugdelijke afsluiting van dat voertuig, die goederen tegen diefstal zijn beveiligd.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:14 Begripsomschrijving
Onder venten wordt niet verstaan:a. het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen danwel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5:22 ;c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen danwel het aanbieden van diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:17.
Een vergunning kan worden geweigerd:a. in het belang van de openbare orde;b. in het belang van de openbare veiligheid;c. in het belang van de volksgezondheid;d. wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse in gevaar komt.
In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: a. het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. b. anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.
Artikel 5:18 Vergunning voor een standplaats en weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:a. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;b. indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Afdeling 7 CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDEN
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe, aanwezig te hebben.
Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het gestelde verbod niet van toepassing is. Zij kunnen daarbij regels stellen voor het gebruik van deze terreinen:a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;b. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en ter bescherming van andere milieuwaarden;c. in het belang van de veiligheid van de deelnemers van de in het eerste lid bedoelde wedstrijden en ritten of van het publiek.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid gestelde verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze terreinen:a. in het belang van het voorkomen van overlast;b. in het belang van de bescherming van natuur- of milieuwaarden;c. in het belang van de veiligheid van het publiek.
Het in het eerst lid gestelde verbod geldt niet voor bestuurders van motorvoertuigen en bromfiets en voor fietsers of berijders van paarden;a. ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten;b. die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de door het college aangewezen plaatsen;c. die worden gebruikt in verband met werken welke krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd;d. van de zakelijk gerechtigden en huurders en pachters van percelen gelegen binnen de door het college aangewezen plaatsen;e. voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d. bedoelde personen.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet:a. op wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;b. binnen de bij of krachtens de Provinciale verordening "Stiltegebieden" aangewezen stiltegebieden, ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als "toestel".
Afdeling 8 VERBOD VUUR TE STOKEN
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Het verbod geldt niet voorzover het betreft:a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke voor zover dit geschiedt op eigen terrein en het geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving oplevert;b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, mits geen afvalstoffen worden verbrand, voor zover dit geschiedt op eigen terrein en het geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving oplevert;c. vuur voor koken, bakken en braden, voorzover dit geschiedt op eigen terrein en het geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving oplevert.
Het verbod kan in de volgende gevallen worden opgegeheven door een door het college verleende vergunning: a. evenementen waarbij het stoken van vuur in de openlucht een zodanig belangrijk onderdeel vormt van de activiteiten dat zonder dat stoken de groep c.q. de vereniging niet meer herkenbaar is;b. evenementen met een historisch religieus karakter waarbij niet het verbranden van afval op de voorgrond staat, doch waarbij de meer symbolische inhoud van het vuur de essentie van het stoken vormt;c. het stoken van vuur in de open lucht waarbij niet het verbranden van afval op de voorgrond staat, doch een achterliggend belang wordt gediend, zoals het door een agrariër verbranden van zieke houtopstand, waardoor besmetting van overige houtopstand wordt voorkomen.
Afdeling 9 VERSTROOIING VAN AS
Artikel 5:35 Begripsomschrijving
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing:het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging op een door de overle¬dene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Hoofdstuk 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen, met uitzondering van de in artikel 6.1a genoemde artikelen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Een gedraging in strijd met de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen met betrekking tot de artikelen 4:9, 4:13, 4a:4 t/m 4a:11, 4a:13, 4a:15 t/m 4a:17, 4a:19 en 4a:20is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, Wet op de economische delicten.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
ALFABETISCH REGISTER Artikel
AAanbieden gedrukte stukken 2:6Aanbieden huishoudelijke afvalstoffen/inzamelmiddel 4A:10Aanhalingstitel 6:6Aanleggen weg 2:11Aanlijngebod honden 2:57Aanplakbiljet 2:42Aantasting groen door voertuig 5:11Aanvraag - te late 1:3Aanwezigheid afvalbak – mand in inrichting 4A:19Afgifte autowrakken 4A:23Afsluiten voertuigen 5:12aAfvalstoffen (huisvuil) 4A:7 e.v.Afvalstoffen - andere categorieën 4A:13 e.v.Afwijking van sluitingstijden horeca 2:30Afzonderlijke overdracht huisvuil 4A:9Asverstrooiing 5:35 e.v.
BBaldadigheid en overlast 2:41 e.v.Bebouwde kom 1:1Beëindiging evenement 2:25Begeven op afgezet terrein 2:1Behoefte (natuurlijke) 4:8Bekladden 2:42Belemmerend uitzicht 5:9Beschadigen weg 2:11Bescherming milieu en natuurschoon 4:1 e.v.Bestrijding van heling 2:66 e.v.Bestuurlijke ophouding 2:75Betoging 2:3Betreden plantsoenen e.d. 2:45Bevel politie 2:1Bezigen vuurwerk 2:73 Bibob 1:9Bijen 2:64Binnentreden 6:3BOA 6:2Bodem - stoffen op/in 4A:16Bomen vellen 4:10 t/m 4:12dBordelen 3:1Bos en Heide - rookverbod 2:18Bouwwerk 1:1Bruikbaarheid van de weg 2:10 e.v.
CCameratoezicht 2:77Caravans op de weg 5:6Caravanstalling 4:13Collectieven festiviteit 4:1Collecteren 5:12Crossterrein 5:32
DDefinitie evenement 2:24Definitie inrichting 4:1Definitie horecabedrijf 2:27Definities (van weg, bebouwde kom, e.d. 1:1Diffuse milieuverontreiniging 4A:16Doorzoeken gereedstaande afvalstoffen 4A:18Drankgebruik op de weg 2:48Drugsoverlast 2:74a
EEet- en drinkwaren 4A:9Evenementen 2:24 e.v.Exploitatievergunning terras horecabedrijf 2:28
FFestiviteiten 4:2 e.v.Fietsen neerzetten 2:51Fietsoverlast op markt, kermis e.d. 2:52
GGedoogplicht verkeersvoorzieningen 2:21Gedrag - hinderlijk 2:47 + 2:49 Gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten 2:50Geen gebruik maken 1:6Geld inzamelen 5:13Geluidhinder 4:1 e.v.Geluidhinder overig 4:6Gescheiden inzameling afvalstoffen 4A:3Gevaarlijke honden 2:59Groenvoorzieningen - bescherming 5:11Grof huisvuil 4A:7 t/m 4A:12Grote voertuigen 5:8
HHandel in horeca-bedrijf 2:32Handelaar 2:66Handelsreclame 1:1 + 4:15Heling 2:66 e.v.Herplant/instandhoudingsplicht 4:12dHinderlijk drankgebruik 2:48Hinderlijk gedrag 2:47 + 2:49 + 2:50Hinderlijke dieren 2:60Hinderlijke reclame 4:15Honden- gevaarlijke 2:59- loslopende 2:57- verontreiniging 2:58Hondenuitwerpselen 2:58Hoogspanningslijn 2:22Houden van bijen 2:64Houden van dieren/honden 2:57 e.v.Houtopstanden 4:10 e.v.Huishoudelijke afvalstoffen 4A:2 t/m 4A:12
IIjsvlakten - veiligheid 2:23Inbrekerswerktuigen vervoeren 2:44Inrichtingen - horeca 2:27 e.v.Intrekking of wijziging vergunning/ontheffing 1:6Inwerkingtreding A.P.V. 6:4Inwerkingtreding bepalingen 6:4Inzameldienst afvalstoffen 4A:2Inzamelen geld of goed 5:13Inzamelmiddelen en voorzieningen 4A:4Inzamelverbod afvalstoffen 4A:6
KKamperen 4:16 e.v.Kappen van bomen 4:10 e.v.Kelderingangen e.d. 2:17Kladden/plakken 2:42
LLocatie en maximumstelsel seksinrichtingen 3:4aLoslopende honden 2:57Loslopen vee 2:62
MMaximumstelsel seksinrichting 3:4aMeningsuiting, vrijheid van 5:16Milieu 4:1 e.v.Motorcrossen 5:32 + 5:33Muilkorven 2:59
NNachtverblijf 2:35 e.v.Natuurlijke behoefte doen 4:8Natuurschoon 4:1 e.v.Neerzetten fietsen 2:51
OObjecten onder hoogspanningslijn 2:22Onbeheerde voertuigen 5:12aOngeregeldheden 2:1Ontsierende reclame 4:15Ontsiering 4:15Openbare manifestaties 2:3Openen straatkolken e.d. 2:16Openingstijden horeca 2:28 + 2:29Openlijk tentoonstellen seksartikelen 3:11Ophouden in ruimten 2:50Opslag van voorwerpen 4:13Opslag vuurwerk in voertuigen 2:73aOptocht 2:3Ordeverstoring - bij evenement 2:26Ordeverstoring - in inrichting 2:33Overdracht - huisvuil 4A:2 e.v.Overgangsbepalingen 6:5Overige geluidhinder 4:6Overlast en baldadigheid 2:41 e.v.Overlast dieren 2:60Overlast fiets of bromfiets op markt e.d. 2:52Overlast fiets of bromfiets 5:12
PPaardrijden 5:33Parkeerexcessen 5:1 t/m 5:9Parkeren caravans 5:6Parkeren door autobedrijf 5:2Parkeren grote voertuigen 5:8Parkeren reclamevoertuigen 5:7Parkeren uitzichtbelemmerend voertuig 5:9Plakgereedschap vervoeren 2:43Plakken en kladden 2:42Pornografie 3:11Prostitutie 3:1 Prostitutie Controle Team 6:2a
RRechthebbende 1:1 + 5:19Reclame- of ander promotiemateriaal 4A:20Reclame - ontsiering 4:15Reclame voertuigen 5:7Rookverbod 2:18Ruiter verkeer 5:33Rupsen(nesten) 2:63
SSamenscholing 2:1Schade aan de weg 2:10 e.v.Schadelijke dieren 2:60Seksartikelen 3:11Seksinrichtingen 3:4Sekswinkel 3:10Sloten e.d. 4:9Sluitingtijden horeca 2:29Sluitingstijden seksinrichtingen 3:6Snuffelmarkt 5:22 e.v.Speelgelegenheden 2:39Stallen van voertuigen 4:13Standplaatsen 5:17 e.v.Standplaats afbakeningsbepalingen 5:22Stoffen op/in bodem 4A:16Stoken vuur 5:34Straatartiest 2:9Straatafval 4A:17Straathandel 5:17Straatkolken openen 2:16Straatprostitutie 3:9Straatvegen 4:7Strafbepaling 6:1 + 6:1a
TTermijnen 1:7Terras 2:28Tijdelijke afwijking sluitingsuur seksinrichtingen 3:7Tijden aanbieden huisvuil 4A:11Toezichthouders 6:2
UUitweg 2:12Uitwerpselen hond 2:58Uitzicht belemmerende voertuigen 5:9
VVechten 2:47bVee 1:1Vee-loslopend 2:57Veiligheid op de weg 2:14 e.v.Veiligheid op het ijs 2:23Vellen houtopstand 4:11Venten 5:15Veranderen weg 2:11Verboden optocht/betoging 2:3Verboden evenement 2:25Vergunning inzamelen afvalstoffen 4A:1Vergunningaanvraag geluidhinder 4:3Verkeersvoorzieningen gedogen 2:21Verkoopregister 2:67Verkopen op/aan de weg 5:17Verontreiniging door honden 2:58Verplichte route 2:47aVerspreiden gedrukte stukken 2:6Vertoningen e.d. op de weg 2:9Vervoer inbrekerswerktuigen 2:44Vervoer plakgereedschap 2:43Verwijderen uit inrichting 2:31Verwijderen rupsen(nesten) 2:63Voertuigen 1:1Voertuigen onbeheerd laten 5:12a Voertuigwrakken 5:5Voorschriften en beperkingen 1:4Voorwerpen op de weg 2:10Vuurwerk 2:71 e.v.Vuurwerk - bezigen 2:73
WWanordelijkheden 2:1Weg 1:1Weg - orde en veiligheid op de 2:1 Wegwerpen van reclamebiljetten/promotiemateriaal 4A:20Weigeringsgronden vergunning/ontheffing 1:8Welstand - reclame 4:15Wijzigingen vergun¬ning/ontheffing 1:6Winkelwagentjes 2:14
ZZwerfafval 4A:21