Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten;
- b.
De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun;
- c.
LEADER: vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling als bedoeld in Verordening (EU) 2021/1060;
- d.
LAG: LEADER Actiegroep, adviesorgaan van het subsidieprogramma, zoals ingesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten 17 juli 2023;
- e.
LOS: Lokale Ontwikkelingsstrategie Oost-Groningen 2023-2027, het op 28 maart 2023 door Gedeputeerde Staten vastgestelde beleidsdocument voor de uitvoering van het subsdieprogramma, te raadplegen via www.leaderoostgroningen.nl;
- f.
Oost-Groningen: het gebied geografisch gelegen binnen de gemeentegrenzen van Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Veendam, Stadskanaal en Westerwolde.
- g.
Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van projecten die bijdragen aan de doelen en resultaten hoofdthema's genoemd in hoofdstuk 4.10 van de LOS.
Artikel 3 Doelgroep
Subsidie kan worden aangevraagd door:
- a.
publiekrechtelijke rechtspersonen;
- b.
privaatrechtelijke rechtspersonen;
- c.
- d.
samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.
Artikel 4 Subsidie
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 5 Subsidieplafond en verdeelsystematiek
- 1.
Het subsidieplafond bedraagt tot 2 november 2027 € 4.685.600,-.
- 2.
Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
- 3.
Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
- 4.
Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
Artikel 6 Weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt een subsidie geweigerd als:
- a.
de aangevraagde activiteit niet is geïnitieerd vanuit de regio.
- b.
de subsidieaanvraag minder dan 55 punten heeft ontvangen als bedoeld in artikel 12;
- c.
de minimaal te behalen score zoals bedoeld in artikel 12, tweede lid niet wordt gehaald;
- d.
de aanvragende onderneming op het moment van indienen van de aanvraag meer dan 50 FTE aan personeelsleden heeft;
- e.
de subsidie minder dan € 500,- bedraagt;
- f.
de subsidieverstrekking naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet verenigbaar is met de artikelen 107 en 108 van het VWEU.
Artikel 7 Indieningsvereisten en beslistermijn
- 1.
Een aanvraag voor subsidie wordt digitaal ingediend bij Gedeputeerde Staten. Dit kan middels een webportal dat bereikbaar is via www.leaderoostgroningen.nl.
- 2.
In aanvulling op artikel 2.1, lid 1 en 2 van de Procedureregeling bevat de aanvraag een projectplan waarin in elk geval wordt beschreven hoe wordt voldaan aan de selectiecriteria van artikel 12;
- 3.
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot 2 november 2027. Om in het daaropvolgende kwartaal te kunnen worden beoordeeld door de LAG dient een aanvraag compleet te zijn op uiterlijk 18 mei, 31 augustus en 2 november en 24 februari.
- 4.
In afwijking van artikel 2.4 van de Procedureregeling wordt een beschikking tot subsidieverlening binnen 22 weken na ontvangst van de volledige aanvraag gegeven.
Artikel 8 Subsidiabele kosten
De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:
- a.
de kosten van de bouw en/of verbetering van onroerende zaken;
- b.
de kosten van de koop of huurkoop van goederen, nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;
- c.
de kosten voor ingrepen in de openbare ruimte ter verwezenlijking van de in de LOS omgeschreven doelen ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit of van de groenblauwe architectuur;
- d.
de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;
- e.
de kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;
- f.
niet verrekenbare BTW, in gevallen dat de aanvrager geen BTW kan verrekenen of compenseren, kan de BTW over de subsidiabele kosten voor 100 % subsidiabel worden gesteld;
- g.
eigen arbeid van de subsidieontvanger te verrekenen tegen een tarief van € 35,- per uur;
- h.
bijdragen in natura zijnde onbetaalde arbeid van vrijwilligers te verrekenen tegen een tarief van € 22,- per uur;
- i.
- j.
- k.
de kosten voor promotie en publiciteit;
- l.
de kosten van architecten en ingenieurs.
- m.
tweedehands installaties en goederen, indien noodzakelijk voor het project en de kosten aantoonbaar de marktwaarde niet overstijgen.
Artikel 9 Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
Kosten voor reguliere en terugkerende zaken als onderhoud, vaste lasten en exploitatie;
- b.
Aankoop van grond en/of panden;
- c.
- d.
Kosten voor het opzetten van een project zoals fondswerving, het opstellen van een projectplan en projectbegeleiding;
- e.
Kosten van eenmalige of jaarlijks terugkerende evenementen en theaterproducties waarbij geen sprake is van het opzetten van een meerjarig evenement;
- f.
Kosten van particulieren en bedrijven die in het kader van maatregel 3.1 van hoofdstuk 4.10 van de LOS enkel subsidie aanvragen voor verduurzamingsmaatregelen.
Artikel 10 Subsidiehoogte en bevoorschotting
- 1.
De subsidie bedraagt maximaal 40 % van de totale subsidiabele kosten met een maximum van € 25.000,- per project.
- 2.
De maximale subsidie voor verduurzamingsmaatregelen van publieksvoorzieningen zoals bedoeld in doel 4.10 bedraagt € 15.000,-.
- 3.
De kosten als bedoeld in artikel 8 onder g en h zijn subsidiabel tot maximaal 25% van de totale subsidiabele kosten.
- 4.
In de beschikking tot subsidieverlening kan worden bepaald dat maximaal 80% wordt bevoorschot.
Artikel 11 Staatssteun
Indien de subsidie staatssteun vormt als omschreven in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de subsidie verleend onder de voorwaarden van de AGVV of de-minimisregelgeving.
Artikel 12 Beoordelingscriteria
Projectaanvragen worden beoordeeld en van punten voorzien door de LAG aan de hand van de volgende criteria:
- 1.
- a.
De mate waarin het project draagvlak heeft en er behoefte is aan het project:
- i.
brede lokale en regionale maatschappelijke steun;
- ii.
behoefte aan het project bij de doelgroep;
- iii.
- b.
De mate waarin het project blijk geeft van continuïteit en toekomstig beheer en onderhoud (continuïteit).
- i.
Zicht op instandhouding na de instgandhoudingsverplichting van 5 jaar;
- ii.
Een sluitende en realistische exploitatiebegroting (indien van toepassing);
- c.
De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt, hetgeen blijkt uit (financiele en organisatorische haalbaarheid):
- i.
de organisatiebeschrijving;
- ii.
de expertise van de initiatiefnemer;
- iii.
het realisme van het tijdpad;
- iv.
een transparante begroting;
- v.
een sluitend dekkingsplan
- vi.
de mate waarin de subsidiebijdrage het verschil maakt;
- d.
De mate waarin het project vernieuwend is voor de streek Oost-Groningen of het onderscheidend karakter (vernieuwing);
- i.
is er sprake van een nieuwe aanpak;
- ii.
wordt een project voor de eerste keer uitgevoerd;
- iii.
onderscheidt het project zich ten opzichte van reguliere activiteiten;
- e.
De integraliteit van het project als het gaat om het bedienen van meerdere doelgroepen, de integrale en/of multisectorale aanpak en de grootte van het bereik in relatie tot de hoogte van de gevraagde subsidie (integraliteit);
- f.
De voorbeeldfunctie van het project in de regio of daarbuiten (voorbeeldfunctie);
- g.
De mate waarin wordt samengewerkt met andere partijen in de regio (samenwerking);
- h.
De mate waarin het project bijdraagt aan de economische verbetering van de regio;
- i.
De mate waarin het project bijdraagt aan de verbertering van de leefomgeving of de gezondheid;
- j.
De mate waarin het project bijdraagt aan de groenblauwe architectuur van de regio.
- 2.
Ten behoeve van de beoordeling worden per criterium als bedoeld in het eerste lid maximaal 10 punten toegekend voor de onderdelen a tot en met g, met de volgende minimaal te behalen score per criterium:
- a.
- b.
4 punten voor continuïteit;
- c.
5 punten voor financiele en organisatorische haalbaarheid;
- d.
5 punten voor vernieuwing;
- e.
3 punten voor integraliteit;
- f.
3 punten voor voorbeeldfunctie;
- g.
3 punten voor samenwerking.
- 3.
Voor de onderdelen h tot en met j in het eerste lid kunnen maximaal 20 punten worden toegekend per onderdeel.
- 4.
De LAG legt de uitkomsten van de beoordeling ter besluitvorming voor aan GS.
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
- a.
het project wordt uitgevoerd binnen drie jaar na subsidieverlening;
- b.
de uitvoering van het project vindt in de regio Oost-Groningen plaats.
Artikel 14 Bevoorschotting en subsidievaststelling
- 1.
In afwijking van artikel 3.1 van de Procedureregeling wordt een aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend uiterlijk 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend.
- 2.
Een aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijke rapportage waaruit blijkt dat de activiteit, waarvoor subsidie is verstrekt, overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening is verricht en aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. De rapportage dient te zijn ondersteund met fotomateriaal;
- b.
een financieel verslag, waarin in ieder geval is opgenomen:
- 1°.
Een opgave van de werkelijke kosten;
- 2°.
Een opgave van de gerealiseerde opbrengsten, met inbegrip van bijdragen van derden, en een opgave van het bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage;
- 3°.
Bij aanvragen tot vaststelling van subsidies die zijn verstrekt met toepassing van de AGVV of de-minimis is een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten vereist.
Artikel 15 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.
Artikel 16 Intrekking en overgangsrecht
- 1.
De Subsidieregeling uitvoering LEADER projecten Oost-Groningen nationaal en de Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen nationaal worden ingetrokken.
- 2.
Op aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze regeling blijft de Subsidieregeling uitvoering LEADER projecten Oost-Groningen nationaal nog van toepassing.
Artikel 17 Citeertitel
Deze wordt aangehaald als: Subsidieregeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen nationaal 2024-2027.