| Organisatie | Utrecht |
|---|---|
| Organisatietype | Provincie |
| Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 30 januari 2024, UTSP-1399819799-8272 tot vaststelling van voorschriften voor het toetsen op veiligheid en tot vaststelling van leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van de regionale waterkeringen (Voorschriften toetsen op veiligheid en leidraden ontwerpen en verbeteren regionale waterkeringen 2024) |
| Citeertitel | Voorschriften toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van regionale waterkeringen 2023 |
| Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
Omgevingsverordening provincie Utrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 22-02-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 30-01-2024 | UTSP-1399819799-8272 |
Voor de beoordeling van de veiligheid van regionale waterkeringen gelden de volgende documenten en programmatuur als voorschriften:
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 30 januari 2024.
Gedeputeerde Staten van Utrecht,
Voorzitter,
mr. J.H. Oosters
Secretaris,
mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
GS zijn krachtens het Delegatiebesluit Omgevingsverordening 2022 bevoegd om met betrekking tot de regionale waterkeringen (1) maatgevende waterstanden vast te stellen, (2) de waterschappen voorschriften te geven voor het toetsen op veiligheid en (3) normen vast te stellen voor voor het ontwerpen en verbeteren van de regionale waterkeringen. De waterstanden, voorschriften en normen zijn vastgelegd in twee GS-besluiten.
In dit besluit worden voorschriften gegeven voor toetsen op veiligheid en leidraden aangereikt voor het ontwerpen en verbeteren regionale waterkeringen.
In de Omgevingsverordening zijn veiligheidsnormen vastgelegd voor de regionale keringen. Deze veiligheidsnormen dienen voor de dagelijkse praktijk geoperationaliseerd te worden. Dit geschiedt enerzijds in de vorm van een voorschrift voor de toetsing en anderzijds in de vorm van een technische leidraad voor het ontwerp en verbeteren van een regionale waterkering. Omdat het hierbij om een uitwerking van de veiligheidsnorm gaat, is de bevoegdheid tot vaststelling in handen van gedeputeerde staten gelegd.
In het kader van het Ontwikkelingsprogramma Regionale waterKeringen (ORK) is onder leiding van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) door de waterschappen en provincies gewerkt aan richtlijnen, handreikingen en leidraden voor het normeren, toetsen, ontwerpen en verbeteren, beheren en onderhouden en het inspecteren van de regionale keringen.
Over de toetsing wordt het volgende opgemerkt. In 2008 is de eerste globale toetsronde afgerond door de waterschappen die vielen onder de oude Verordening Waterkering West-Nederland, waaronder het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De STOWA heeft in opdracht van de provincies en de waterschappen in 2015 een nieuwe leidraad opgesteld voor de toetsing. In de nieuwe leidraad zijn de praktijkervaringen sedert de eerste toetsingsronde verwerkt. Tevens bevat deze de nieuwste inzichten die volgen uit het onderzoek dat de afgelopen jaren is gedaan naar de sterkte en stabiliteit van waterkeringen. Deze versie vervangt de voorlopige versie van de leidraad uit 2007 en het daarop volgende addendum uit 2010.
Het is van belang dat de toetsing van de actuele veiligheidssituatie door de beheerders op uniforme wijze tot stand komt. Zoals is vastgelegd in de Omgevingsverordening hebben de gestelde regels het karakter van een bindend voorschrift. Afwijking hiervan is niet mogelijk. Dit betreft de in artikel 1 genoemde documenten.
Wat betreft het ontwerpen en verbeteren van de regionale keringen hebben de in artikel 2 genoemde documenten het karakter van een richtlijn. De nieuwe handreikingen geven een beeld van de mogelijkheden voor het ontwerpen en verbeteren van regionale keringen. Dat betreft de in artikel 2 genoemde handreikingen. Dat betekent dat de beheerder een bepaalde ruimte wordt gelaten om in verband met specifieke plaatselijke omstandigheden af te wijken. Een afwijking kan bijvoorbeeld wenselijk zijn om voor de langere termijn een optimum te realiseren tussen aanleg- en onderhoudskosten.
De in de artikelen 1 en 2 genoemde rapporten zijn te downloaden op:
http://www.stowa.nl/Service/Publicaties/index.aspx
De in de artikelen 1 en 2 genoemde rapporten zijn te downloaden op:
http://www.stowa.nl/Service/Publicaties/index.aspx (3) Provinciaal blad, 2011, 02