Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Marktverordening 1994

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening 1994
CiteertitelMarktverordening 1994
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1997Nieuwe regeling

24-03-1994

Geen

B&W 01-03-1994

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening 1994

De raad van de gemeente Hilvarenbeek;Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 maart 1994;Gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

                                                             B e s l u i t : 

In te trekken de Marktverordening 1992 als vastgesteld bij raadsbesluit van 27 februari 1992; 

Vast te stellen de navolgende ‘Marktverordening 1994’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1  

  • a.

    Markt: de wekelijkse warenmarkt welke op de Vrijthof te Hilvarenbeek wordt gehouden op de donderdag van 09.00 tot 12.00 uur.

  • b.

    Marktterrein: de gehele verharde oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen.

  • c.

    Standplaats: de op en voor de duur van een markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel.

  • d.

    Vaste plaats: een standplaats, die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder.

  • e.

    Standwerkersplaats: een standplaats, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze als bij standwerken geboden, dan wel te doen gebruikelijk is.

  • f.

    Vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door het college van burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt standplaats in te nemen.

  • g.

    Dagplaats: een standplaats welke voor één marktdag wordt toegewezen.

  • h.

    Marktmeester: de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

Artikel 2  

  • 1

    Op algemeen erkende zon- en feestdagen en op door het college van burgemeester en wethouders op grond van bijzondere gelegenheden daartoe aangewezen dagen wordt geen markt gehouden.

  • 2

    Bij het samenvallen van een marktdag met een van de in het vorige lid bedoelde dagen, kan het college van burgemeester en wethouders voor het houden van de markteen andere dag en/of locatie aanwijzen.

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders kan, indien dringende redenen hiertoe aanleiding geven, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen.

  • 4

    Het college van burgemeester en wethouders brengt haar besluiten als bedoeld in lid 1, 2 en 3 tijdig ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt hiervan hunnerzijds mededeling gedaan in een ter plaatse verschijnend weekblad.

Artikel 3  

Het college van burgemeester en wethouders is gemachtigd de uitvoering van het bepaalde in deze marktverordening op te dragen aan de marktmeester.

Artikel 4  

  • 1

    Het college van burgemeester en wethouders bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      Het aantal standplaatsen;

    • b.

      De afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      De opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      Welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerkers;

    • e.

      Welk gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van verkoopwagens;

  • 2

    Het college van burgemeester en wethouders stelt het aantal standplaatsen per artikelgroep vast.

Artikel 5  

Het college van burgemeester en wethouders kan ten behoeve van de markt een commissie in het leven roepen.

Artikel 6  

  • 1

    Het is verboden op het marktterrein een standplaats in te nemen zonder dat daarvoor door het college van burgemeester en wethouders toestemming is verleend, met inachtneming van het bepaalde in artikel 12.

  • 2

    Het is verboden een Andre standplaats in te nemen dan de plaats welke is toegewezen.

Artikel 7  

  • 1

    Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2

    Vergunning voor het gebruikmaken van verkoopwagens zal slechts worden verleend indien gehandeld wordt in waren welke aan bederf onderhevig zijn.

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders kan aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 8  

Het is verboden artikelen zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische stroom te betrekken van een ander dan degene, die door het college van burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel hierin zelf voorzien.

Artikel 9  

  • 1

    Het college van burgemeester en wethouders kan, indien haar dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde of onbepaalde termijn verbieden.

  • 2

    1.Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van het college van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

Hoofdstuk 2 Toewijzing en bezetting van de standplaatsen:

Artikel 10  

  • 1

    De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 11  

  • 1

    De toewijzing van vaste plaatsen geschiedt bij een door het college van burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

  • 2

    De toewijzing van dagplaatsen geschiedt door het college van burgemeester en wethouders met inachtneming van de indeling per artikelengroep.

Artikel 12  

  • 1

    Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door of vanwege het college van burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een bewijs afgeven vermeldende:

    • a.

      naam en voornamen, geboorteplaats- en datum, alsmede adres en woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      een situatietekening van de toegewezen plaats en het daarbij behorende nummer;

    • c.

      het artikel of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

Artikel 13  

  • 1

    Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient het college van burgemeester en wethouders te verzoeken hem in te schrijven op een door hen daartoe aangelegde lijst; bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, het artikel of de groep van artikelen vermeld die door de gegadigde krachtens vergunning van burgemeester en wethouders mogen worden verhandeld; betrokkene wordt daarvan schriftelijk bewijs verstrekt.

  • 2

    Om voor inschrijving of de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient men handelingsbekwaam te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan het bepaalde in artikel 15, lid 1 onder a en c, vermelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 15 lid 2 en

  • 3

    Geen inhoud aanwezig van lid

Artikel 14  

De inschrijving op de in artikel 13, lid 1 bedoelde lijst van gegadigden voor een vaste plaats wordt doorgehaald:

  • a.

    De inschrijving op de in artikel 13, lid 1 bedoelde lijst van gegadigden voor een vaste plaats wordt doorgehaald:

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer eisen, bedoeld in artikel 15, lid 1;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vaste plaats wordt aangewezen;

  • e.

    wanneer de ingeschrevene voor een vaste plaats in aanmerking komt, doch zonder geldige redenen weigert een vaste plaats te aanvaarden;

  • f.

    wanneer niet op schriftelijk verzoek van het college van burgemeester en wethouders binnen de in dat verzoek genoemde termijn wordt gereageerd.

Artikel 15  

  • 1

    Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen, is vereist, dat de aanvrager, die een natuurlijk persoon dient te zijn, aantoont:

    • a.

      dat hij voldaan heeft aan alle voorgeschreven publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

    • b.

      dat hij van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt;

    • c.

      dat hij genoegzaam verzekerd is tegen eisen tot het betalen van schadeloosstellingen, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebracht lichamelijk letsel en wegens beschadiging van eigendommen van derden; betrokkene dient jaarlijks het bewijs over te leggen, dat door hem ter zake premie is voldaan;

  • 2

    Het college van burgemeester en wethouders kan van het bepaalde in lid 1, onder b, in zeer bijzondere gevallen ontheffing verlenen;

  • 3

    Marktkooplieden worden geacht aan het in lid 1, onder c, genoemde voorschrift te hebben voldaan.

  • 4

    Aanvrager behoort bovendien op de in artikel 13, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven; het college van burgemeester en wethouders kan van deze bepaling ontheffing verlenen.

  • 5

    Het college van burgemeester en wethouders verleent ontheffing van het bepaalde in lid 1 indien aanvrager:

    • a.

      persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;

    • b.

      op de plaatselijke markt in de uitoefening van de markthandel werkzaam zal zijn uit naam van een rechtspersoon die voldoet aan de in lid 1 onder a., b. en c. gestelde eisen;

    • c.

      van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt.

Artikel 16  

  • 1

    Indien er op de markt een vaste plaats beschikbaar is, komt daarvoor allereerst in aanmerking degene die het assortiment verkoopt waaraan op dat moment de meeste behoefte bestaat, dit ter beoordeling aan het college van burgemeester en wethouders, zulks in volgorde van de inschrijfdatum als vermeld op de in artikel 13 bedoelde lijst.

  • 2

    Indien er geen gegadigde als bedoeld onder lid 1 staat ingeschreven kan het college van burgemeester en wethouders de plaats uitgeven als uitbreiding aan een vaste standplaatshouder, met dien verstande dat de standplaats geen grotere afmeting dan 16 m zal kunnen verkrijgen.

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders kan van de hier aangegeven volgorde afwijken.

Artikel 17  

  • 1

    Het recht op een vaste plaats vervalt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij overlijden van de standplaatshouder;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer eisen, gestel in artikel 15;

    • d.

      indien een standplaatshouder binnen een tijdvak van drie maanden meer dan drie marktdagen zonder enige geldige reden afwezig is geweest, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 22 en 23’

    • e.

      als niet aan de financiële verplichtingen is voldaan.

    • f.

      Bij wangedrag van de standplaatshouder wordt de vergunning voor de werkers;

  • 2

    Bij het overlijden van de standplaatshouder wordt de vergunning voor de vaste standplaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het overlijden wordt ingediend;de verzoeker als bedoeld in de eerste alinea van dit lid, die rechthebbende is op een andere vaste plaats op dezelfde markt, verliest het recht op die plaats.

Hoofdstuk 3 Overige maatregelen van orde:

Artikel 18  

Het is verboden vroeger dan drie uren voor aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren; het aanvoeren van goederen of waren dient te geschieden op aanwijzing van het college van burgemeester en wethouders; de aanvoer moet zijn beëindigd om 09.00 uur, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders; de afvoer moet zijn beëindigd en de weg moet voor doorgaand verkeer toegankelijk zij uiterlijk anderhalf uur na sluitingstijd van de markt.

Artikel 19  

  • 1

    Met de verkoop van goederen mag worden begonnen om 09.00 uur.

  • 2

    Degene, aan wie een vaste plaats is toegewezen, dient deze plaats uiterlijk om 09.00 uur bezet te hebben, bij gebreke hiervan wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 3

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de rechtshebbende het college van burgemeester en wethouders voor dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht zijn plaats vrij te houden.

Artikel 20  

  • 1

    Het is uitsluitend op daartoe aangewezen plaatsen toegestaan als standwerker op een warenmarkt op te treden.

  • 2

    De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt per marktdag, per artikelengroep, per volgorde van aanmelding; zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders; op standwerkers is overigens artikel 15, lid 1 en 3 van toepassing.

Artikel 21  

  • 1

    Een standpunt moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen; bij mag deze derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2

    De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan.

Artikel 22  

  • 1

    Houders van vaste plaatsen, die wegens ziekte of andere bijzondere omstandigheden zijn verhinderd hun standplaats te bezetten, dient het college van burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2

    Deze schriftelijke mededeling dient tijdig voor de betreffende marktdag te worden ingezonden; bij plotselinge verhindering moet het college van burgemeester en wethouders mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3

    Aan marktkooplieden, die hebben voldaan aan het bepaalde in de voorgaande leden en die houders zijn van een vaste plaats, kunnen desgewenst door het college van burgemeester en wethouders worden toegestaan zich tijdens de duur van de afwezigheid te laten vervangen.

Artikel 23  

  • 1

    Zij die vanwege vakantie hun plaats niet kunnen innemen, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna onder lid 2 bepaalde mededeling te doen aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2

    De in artikel 17, lid 1, onder d vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats, teneinde de verkregen rechten op de vaste plaats te behouden, blijft per kalenderjaar ten hoogte vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het onder lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3

    De rechthebbenden als hierboven bedoeld kunnen op buitenwerkingstelling van de onder lid 2 aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken, indien zijn op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie de hen toegewezen vaste plaats hebben bezet.

  • 4

    De rechthebbenden als bedoeld onder lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij –binnen het onder lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen- wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weder in te nemen.

Artikel 24  

  • 1

    Het is verboden om ten tijde van het opstellen van de markt auto’s te parkeren op het marktterrein.

  • 2

    Het is te allen tijde verboden met voertuigen over het gras van de Vrijthof te rijden.

Artikel 25  

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmede goederen of waren ter markt zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is aangewezen.

Artikel 26  

De standplaatshouder is verplicht zijn standplaats gedurende de markt, als bedoeld in artikel 1, in bedrijf te houden; het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen te harer beoordeling van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 27  

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    zich behoudens toestemming van het college van burgemeester en wethouders langer dan dertig minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbemand achterlaten;

  • b.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan hem is toegestaan;

  • d.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    zich behoudens toestemming van het college van burgemeester en wethouders aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor toestemming is verleend.

Artikel 28  

  • 1

    De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen, dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2

    Tijdens de markt dient hij zijn afvallen, verpakkingsmaterialen e.d. zelf in te zamelen.

  • 3

    Alvorens hij het marktterrein verlaat dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval op een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen plaats te deponeren.

  • 4

    Het is uitsluitend toegestaan afvallen, verpakkingsmaterialen e.d. die tijdens de markt vrijkomen op een daartoe bestemde plaats achter te laten.

Artikel 29  

  • 1

    Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2

    Het is verboden achtergrondmuziek op hinderlijke wijze ten gehore te brengen, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 30  

  • 1

    Het is de standplaatshouder slechts toegestaan met toestemming van het college van burgemeester en wethouders, verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2

    Het college van burgemeester en wethouders, kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 31  

Standplaatshouders, aan wie het is toegestaan op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen waar afval in gedeponeerd kan worden, zulks ten genoegen van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 32  

Standplaatshouders, aan wie het is toegestaan op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, zijn verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, hun goederen of waren op zondanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging.

Artikel 33  

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, moet, indien de ten verloop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding kunnen geven voor het publiek duidelijk leesbaar zijn.

Artikel 34  

  • 1

    Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de standplaatshouder, die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht te zorgen, dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2

    Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij de weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 35  

  • 1

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2

    Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college van burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zover het de verkoop betreft van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standplaatshouders.

Artikel 36  

Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel, bedoeld in de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

Hoofdstuk 4 Straf- en slotbepalingen:

Artikel 37  

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, dan wel op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is, een en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 38 en 39, door het college van burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 38  

  • 1

    het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning voor een vaste plaats de telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, of de inschrijving op de in artikel 13, lid 1, bedoelde lijst doorhaal, indien:

    • a.

      de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

    • b.

      van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

    • c.

      de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag.

  • 2

    het college van burgemeester en wethouders kan, indien het gestelde onder lid 1, zich bij herhaling voordoet, de standplaatsvergunning intrekken.

Artikel 39  

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 7, 9, 18, 24, 25 en 35 dezer verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 40  

  • 1

    het college van burgemeester en wethouders kan de uitvoering van de bepalingen van deze verordening, voorzover de uitvoering tot hun bevoegdheden behoort, overdragen aan de door hen aan te wijzen marktmeester.

  • 2

    Bij het college van burgemeester en wethouders op grond van deze verordening ingekomen aanvragen voor inschrijving, vergunning of ontheffing, worden in dat geval geacht te zijn ingekomen bij de marktmeester.

  • 3

    De marktmeester beslist uiterlijk binnen vier weken dagen na ontvangst op de aanvraag; als datum van ontvangst wordt aangemerkt het gemeentelijk stempel van ontvangst of bij gebreke daarvan, de datum van de eerste werkdag volgende op de op het poststempel aangegeven datum.

Artikel 41  

De natuurlijke of rechtspersoon die door een beslissing van de marktmeester rechtstreeks in zijn belang is getroffen, kan daartegen schriftelijk beroep instellen bij het college van burgemeester en wethouders; gelijke voorziening staat open tegen weigering van de marktmeester een beslissing te nemen.

Artikel 42  

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Marktverordening 1994’.

Artikel 43  

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgend op die van haar afkondiging.

Artikel 44  

Alle vergunningen, voorschriften, beperkingen en toestemmingen –hoe ook genaamd- blijven –indien en voorzover het verbod of gebod, waarop de vergunning, het voorschrift, de beperking en de toestemming betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening- van kracht tot de termijn waarvoor zijn werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 24 maart 1994.De raad voornoemd;de secretaris                                                 de voorzitter,