Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling verduurzaming woningbezit Woningcorporaties |
Citeertitel | Subsidieregeling verduurzaming woningbezit Woningcorporaties 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2029.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2024 | nieuwe regeling | 13-02-2024 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem 2021;
besluit: de Subsidieregeling verduurzaming woningbezit Woningcorporaties als volgt vast te stellen.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze Subsidieregeling wordt verstaan onder:
Monumentale woning: een huurwoning, als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Woningwet, gelegen binnen de gemeente Haarlem die in eigendom is van een woningcorporatie en welke woning is aangewezen als rijksmonument in de zin van artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet, als provinciaal monument in de zin van artikel 2.23, eerste lid, van de Omgevingsverordening NH2020 of als gemeentelijk monument in de zin van artikel 4, eerste lid, Erfgoedverordening Haarlem 2023 of die per of na 1 januari 2024 als monument is aangewezen op grond van enig wettelijk voorschrift dat per of na 1 januari 2024 in de plaats is getreden van een of meer van de hiervoor genoemde wettelijke voorschriften met een energielabel E, F of G of, voor zover er geen energielabel aanwezig is, een geschatte energieprestatie vergelijkbaar met energielabel E, F of G;
Artikel 2. Afstemming Algemene subsidieverordening Haarlem
Voor zover in deze Subsidieregeling daarvan niet wordt afgeweken, is de Algemene subsidieverordening van toepassing.
Met deze subsidieregeling wordt beoogd om te faciliteren dat woningen die in eigendom zijn van woningcorporaties extra kunnen worden verduurzaamd ten opzichte van de Nationale Prestatieafspraken door een versnelde isolatieaanpak van woningen met energielabel E, F of G. Daarnaast wordt met deze subsidieregeling beoogd om een verduurzaming te faciliteren bij monumentale woningen met energielabel E, F of G of een energieprestatie die daarmee overeenkomt die in eigendom zijn van woningcorporaties.
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten en kosten
Het college kan een eenmalige subsidie verstrekken aan een woningcorporatie voor het treffen van een of meer bouwkundige aanpassingen ten behoeve van isolatie om een extra labelstap of extra labelstappen te realiseren ten opzichte van energielabel D voor woningen die deel uitmaken van een wooncomplex. Voor zover de woningcorporatie één of meerdere extra labelstappen reeds moet realiseren om aan het bepaalde in enig wettelijk voorschrift te voldoen, dan komt het realiseren van die extra labelstappen niet voor subsidie in aanmerking.
Het college kan een eenmalige subsidie verstrekken voor het treffen van een of meer bouwkundige aanpassingen ten behoeve van isolatie voor monumentale woningen in een wooncomplex om een extra labelstap of extra labelstappen te realiseren in vergelijking met energielabel D of een vergelijkbare energieprestatie.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in het eerste of tweede lid voor zover die betrekking hebben op woningen en/of monumentale woningen binnen wooncomplexen als bedoeld in artikel 1 van deze Subsidieregeling. Subsidie kan derhalve niet worden verstrekt met betrekking tot een individuele woning die geen onderdeel uitmaakt van een wooncomplex.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op investeringskosten, na aftrek van bijdragen van derden, die rechtstreeks verband houden met het behalen van een hoger niveau van energie-efficiëntie in de woning of monumentale woning in vergelijking met de situatie van de woning of monumentale woning ten tijde van het indienen van een aanvraag voor subsidie op grond van deze Subsidieregeling.
Artikel 6. De Subsidieontvanger
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan een woningcorporatie die feitelijk werkzaam is binnen de gemeente Haarlem in de zin van artikel 41b van de Woningwet en die met het college afspraken als bedoeld in artikel 44 Woningwet (‘prestatieafspraken’) heeft gemaakt over de verduurzaming van woningen of, in het geval van monumentale woningen, die in de gemeente Haarlem monumentale woningen in eigendom heeft met een energielabel E, F of G dan wel een geschatte energieprestatie vergelijkbaar met energielabel E, F of G.
Artikel 7. Subsidievoorwaarden
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De aanvraag past binnen de doelstelling en reikwijdte van deze Subsidieregeling, heeft betrekking op activiteiten en kosten als bedoeld in artikel 4 van deze Regeling, wordt ingediend door een aanvrager als bedoeld in artikel 6 van deze Regeling en voldoet aan de vereisten van de aanvraagprocedure (art.8) en aanvullende verplichtingen (art.12).
De woning waarop de subsidie betrekking heeft, wordt door de woningcorporatie verduurzaamd tot minimaal energielabel C of, voor zover de subsidie betrekking heeft op een monumentale woning, verduurzaamd tot minimaal energielabel C of een geschatte energieprestatie vergelijkbaar met minimaal energielabel C.
Artikel 8. Aanvraagprocedure en beslistermijn
Bij de aanvraag dient te worden gevoegd:
Indien dit niet uit de offerte naar voren komt, een overzicht van de te nemen isolerende maatregelen, welke moeten leiden tot minimaal een energielabel C of voor zover het een monumentale woning betreft zonder energielabel, een energieprestatie vergelijkbaar met minimaal energielabel C voor de woningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd en
Artikel 9. Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie bestaat uit de investeringskosten, als bedoeld in artikel 4 vijfde lid van de Subsidieregeling, die zijn gemoeid met de extra labelstap of de extra labelstappen als gevolg van isolerende maatregelen, met dien verstande dat de subsidie niet meer kan bedragen dan 25% van de totale investeringskosten met betrekking tot het verbeteren van de energieprestatie van het complex, indien de investering bestaat in de installatie of vervanging van slechts één type onderdeel van een gebouw in de zin van artikel 2, negende lid, van Richtlijn 2010/31/EU en het de installatie of vervanging van een onderdeel van de bouwschil ten behoeve van isolatie betreft, dan wel maximaal 30% van de totale investeringskosten in alle overige gevallen.
Het maximale percentage zoals genoemd in het eerste lid wordt in beginsel met 15 procentpunten verhoogd indien de subsidie betrekking heeft op het realiseren van twee of meer extra labelstappen door middel van isolatie in vergelijking met energielabel D of, voor zover het een monumentale woning betreft, het realiseren van twee of meer extra labelstappen in vergelijking met energielabel D of in vergelijking met een energieprestatie vergelijkbaar met energielabel D. De verhoging met 15 procentpunten vindt echter niet plaats indien aannemelijk is dat de investering niet leidt tot een verbetering van de energie-efficiëntie van het gebouw, gemeten in primaire energie, van ten minste 40 procent ten opzichte van de situatie vóór de investering.
Twee derde van de deelplafonds voor 2024 en 2025 is beschikbaar voor aanvragen van de feitelijk in de gemeente werkzame woningcorporaties naar rato van het ten tijde van de inwerkingtreding van deze Subsidieregeling bestaande aandeel van die woningcorporaties in het relevante woningbezit. Als het relevante woningbezit wordt aangemerkt het aantal woningen en monumentale woningen in eigendom van woningcorporaties die feitelijk werkzaam zijn binnen de gemeente. Het relevante woningbezit wordt bepaald aan de hand van de meest recente monitor prestatieafspraken ten tijde van het vaststellen van deze Subsidieregeling. Het aandeel dat een feitelijk binnen de gemeente werkzame woningcorporatie heeft in het relevante woningbezit met energielabel E, F of G, vormt het gedeelte van de deelplafonds dat voor de aanvragen van die woningcorporatie maximaal beschikbaar is.
Bij de toepassing van het tweede en derde lid geldt als de datum en het tijdstip van ontvangst de datum en het tijdstip waarop de aanvraag volledig is ingediend. Een aanvraag is volledig indien de aanvraag voldoet aan alle van toepassing zijnde indieningsvereisten uit de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening en deze Subsidieregeling.
In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en in de Algemene subsidieverordening weigert het college de subsidie wanneer:
Artikel 12. Aanvullende verplichtingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening is de ontvanger van een subsidie verplicht de woningen te isoleren of de maatregelen te treffen, inclusief het realiseren van de extra labelstap of extra labelstappen waarop de subsidie betrekking heeft, binnen twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop op grond van deze Subsidieregeling subsidie is verleend, maar uiterlijk op 31 december 2028.
Artikel 14. Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Op verzoek van het college verstrekt de subsidieontvanger bewijsmiddelen, waaronder begrepen facturen en betaalbewijzen van de maatregelen en werkzaamheden die met betrekking tot de woningen en monumentale woningen waarvoor subsidie is verleend zijn verricht en stukken ter onderbouwing van de energieprestatie van de woningen voorafgaand aan en nadat de isolatiewerkzaamheden zijn uitgevoerd uitgedrukt in primair fossiel energiegebruik in kWh/m2.jr.
Artikel 15. Bevoegdheid college
Het college is bevoegd om van een of meer van de bepalingen uit deze Subsidieregeling af te wijken indien onverkorte toepassing van die bepalingen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Als onbillijkheid van overwegende aard kan in ieder geval worden aangemerkt de situatie waarin een onverkorte toepassing van de Subsidieregeling tot gevolg heeft dat een woningcorporatie niet voor subsidie in aanmerking kan komen wegens omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de betreffende woningcorporatie vallen.