Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2014 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | In verband met het aantreden van een nieuwe gemeenteraad in de nieuwe gemeente Heerenveen, moet deze verordening opnieuw worden vastgesteld. |
In verband met het aantreden van een nieuwe gemeenteraad in de nieuwe gemeente Heerenveen, moet deze verordening opnieuw worden vastgesteld.
Gemeentewet, art. 16
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2014 | gewijzigde regeling | 02-01-2014 Digitaal gemeenteblad Heerenveen, 20-01-2014 | GF13.20095 | ||
08-12-2011 | 21-01-2014 | gewijzigde regeling | 08-12-2011 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 15-12-2011 | GF11.20105 | |
01-08-2005 | 15-12-2011 | nieuwe regeling | 14-07-2005 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 20-07-2005 | GF05.20028 |
REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAAD VAN HEERENVEEN
De raad van de gemeente Heerenveen;
gelezen het advies van het presidium;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende regeling:
REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAAD
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK 2. TOELATING VAN NIEUWE LEDEN; BENOEMING WETHOUDERS; FRACTIES
Artikel 6. Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders
Bij het begin van de zittingsperiode stelt de raad een commissie in, bestaande uit drie leden van de raad en hun plaatsvervangers. De benoeming geldt voor de gehele raadsperiode. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en het proces-verbaal van het centraal stembureau.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Als één of meer leden van een of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden, of als twee of meer fracties als één fractie gaan optreden of als één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Voor het splitsen dan wel het vormen van nieuwe fracties is geen toestemming vereist van de raad.
PARAGRAAF 1. TIJDSTIP VAN VERGADEREN; VOORBEREIDINGEN
Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken
De vergaderstukken worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Voor de raad liggen de stukken die ter toelichting dienen van onderwerpen op de agenda ook ter inzage in de leeskamer. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
PARAGRAAF 2. ORDE VAN DE VERGADERING
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 16. Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 17. Verslag en besluitenlijst
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien het conceptverslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Artikel 21. Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 22. Beraadslaging hamer- en bespreekstukken
Raadsfracties geven voorafgaand aan de raadsvergadering, doch uiterlijk tot donderdagochtend 9 uur aan over welke onderwerpen op de agenda ze in de raadsvergadering het woord willen voeren.
Onderwerpen die niet voor beraadslaging worden opgegeven, worden als hamerstuk aangemerkt.
De voorzitter stelt de agenda in zijn geheel aan de orde en meldt mondeling de hamerstukken en bespreekpunten.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
PARAGRAAF 3. PROCEDURES BIJ STEMMINGEN
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag kort te motiveren.
Artikel 26. Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 28. Stemming over personen en commissie van stemopneming
De commissie van stemopneming onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Er hebben, tenzij anders beslist, zoveel stemmingen plaats als er personen gekozen, voorgedragen of aanbevolen worden.
Artikel 32. Vernietiging stembriefjes
Na vaststelling van de uitslag van een schriftelijke stemming worden de stembriefjes onmiddellijk door de griffier vernietigd.
HOOFDSTUK 4. RECHTEN VAN LEDEN
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een raadsbesluit in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 38. Initiatiefvoorstel
De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor al verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. Bij vaststelling van de agenda wordt het initiatiefvoorstel in stemming gebracht.
Een raadslid kan een verzoek indienen om tijdens de eerstvolgende raadsvergadering aan het college vragen te stellen over een niet geagendeerd onderwerp. Het onderwerp vereist actualiteit en heeft voldoende politieke relevantie.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
Artikel 42. Het mondelinge vragenuur en normen voor het Heerenveens debat
Direct na de opening van een raadsvergadering vindt het mondelinge vragenuur plaats. In bijzondere gevallen kan de voorzitter in overleg met de vergadering bepalen dat het vragenuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt per vergadering het tijdstip van het einde van het vragenuur.
Het lid dat tijdens het vragenuur de vragen wil stellen, meldt dit, onder aanduiding van het onderwerp en toevoeging van de vragen uiterlijk op de dag van de vergadering ’s ochtends voor 09.00 uur. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering van die dag aan de orde komt.
Artikel 42a. Normen voor het Heerenveens debat
Het presidium evalueert elke maand de kwaliteit van de raadsvergaderingen op deze normen en maakt de bevindingen hiervan openbaar in het verslag. Elk raadslid heeft de mogelijkheid om aan het einde van de raadsvergadering de voorzitter te verzoeken het woord te voeren over de kwaliteit van de vergadering in relatie tot deze normen.
Artikel 45. Voorbereidend onderzoek
Is het voorstel afkomstig van een raadscommissie, dan komt het zonder voorbereidend onderzoek in openbare behandeling. Het voorstel van een raadscommissie dient vergezeld te zijn van een verslag. Dat verslag bevat alle door een of meer leden aan de commissie toegezonden schriftelijke vragen en opmerkingen, alsmede de antwoorden daarop van de commissie.
De gemeenteraad bepaalt bij het besluit tot het instellen van een onderzoek de termijn waarbinnen het onderzoek zal zijn afgelopen. De termijn kan op voorstel van de commissie die het onderzoek verricht door de gemeenteraad worden verlengd.
Artikel 49. Valse verklaringen
Wanneer de commissie een getuige ervan verdenkt, opzettelijk een valse verklaring onder ede of onder belofte te hebben afgelegd, wordt daarvan een afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt, bevattende de afgelegde verklaring van de getuige en de aanduiding van de gronden, waarop het vermoeden van valsheid berust.
De processen-verbaal van verhoor van getuigen of deskundigen alsmede het afzonderlijk proces-verbaal bedoeld in artikel 51 worden door de aanwezige leden van de commissie en door de griffier ondertekend. Alle andere van de commissie uitgaande stukken worden door haar voorzitter en de griffier ondertekend.
HOOFDSTUK 6. BEGROTING EN REKENING
Artikel 52. Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een door de raad vast te stellen procedure. Het presidium doet, op voorstel van de auditcommissie, hiertoe een voorstel aan de raad.
Artikel 53. Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een door de raad vast te stellen procedure. Het presidium doet, op voorstel van de auditcommissie, hiertoe een voorstel aan de raad.
HOOFDSTUK 7. LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES
Artikel 54. Verslag en verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen zoals vastgelegd in artikel 41, zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 8. BESLOTEN VERGADERING
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
De besluitenlijst, dan wel het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. De vastgestelde besluitenlijst, danwel het verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 58. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 9. TOEHOORDERS EN PERS
Artikel 60. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.