Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorst

Beleidsregels monumentensubsidies 2024 gemeente Voorst

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels monumentensubsidies 2024 gemeente Voorst
CiteertitelBeleidsregels monumentensubsidies 2024 gemeente Voorst
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpBeleidsregels monumentensubsidies 2024 gemeente Voorst

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene subsidieverordening 2004 gemeente Voorst
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-202401-01-2024nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2024-79049

406145

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels monumentensubsidies 2024 gemeente Voorst

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VOORST;

overwegende dat het gewenst is beleidsregels voor een duurzame instandhouding van monumenten vast te stellen;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening 2004 gemeente Voorst;

B E S L U I T E N:

vast te stellen de Beleidsregels monumentensubsidies 2024 gemeente Voorst.

1. Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gemeentelijk monument: onroerende zaak of aanleg die deel uitmaakt van cultureel erfgoed en is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening gemeente voorst.

  • 2.

    eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar, dan wel als erfpachter of opstalhouder van een monument is ingeschreven;

  • 3.

    subsidiabele kosten: kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de instandhouding van een monument. Hieronder zijn niet begrepen de kosten die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort.

  • 4.

    bouwhistorisch onderzoek: door een ter zake deskundige opgesteld en in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en bouwhistorische waarden van een monument;

  • 5.

    dendrochronologisch onderzoek: een door een ter zake deskundige verricht onderzoek naar de ouderdom en herkomst van houten voorwerpen en constructies aan de hand van groeiringen in het hout;

  • 6.

    kleurhistorisch onderzoek: een onderzoek waarbij aanwezige historische kleurlagen van schilderwerk worden blootgelegd;

  • 7.

    haalbaarheidsonderzoek: onderzoek naar de haalbaarheid van een investering in brede zin gericht op de duurzame instandhouding van een monument;

  • 8.

    onderhoudsplan: een (meerjaren)plan waarin de planning voor noodzakelijk onderhoud is uitgewerkt en geprioriteerd met als uitgangspunt het behoud van cultuurhistorische waarden, waaraan verplichtingen voor de eigenaar zijn gekoppeld;

  • 9.

    instandhouding: werkzaamheden die gericht zijn op onderhoud en restauratie van een monument;

  • 10.

    zelfwerkzaamheid: wanneer een eigenaar, bewoner of aanvrager zelf en voor zichzelf (onderhouds)werkzaamheden uitvoert aan het gemeentelijk monument;

  • 11

    molensubsidie: subsidie voor instandhouding die specifiek is bedoeld voor de vijf monumentale molens in de gemeente Voorst.

2. Beleidsdoel

Het bevorderen van een duurzame instandhouding van monumenten door het verstrekken van financiële middelen aan de eigenaren daarvan. Op deze manier draagt het college bij aan het behoud van erfgoed voor de toekomst.

3. Aanvraag

  • 1.

    Wanneer de eigenaar krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvullende informatie is ontvangen met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst.

  • 2.

    De aanvragen worden in volgorde van ontvangst behandeld totdat het vastgestelde subsidieplafond voor dat jaar is bereikt.

4. Subsidievoorwaarden

  • 1.

    Subsidie voor instandhouding kan alleen aangevraagd worden voor gemeentelijke monumenten en voor de rijksmonumentale molens.

  • 2.

    Een eigenaar kan slechts één keer per jaar een aanvraag doen.

  • 3.

    Subsidie wordt slechts verleend voor zover deze noodzakelijk is voor de instandhouding van het monument en voor zover de werkzaamheden naar het oordeel van het college sober en doelmatig zijn.

  • 4.

    Bij subsidieverlening door toewijzing van een lening via de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (hierna te noemen: SVn) wordt tevens een uitvoeringsovereenkomst gesloten met de SVn.

  • 5.

    De eigenaar is verplicht na afloop van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, het monument te bewaren en te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, is gebracht.

  • 6.

    De werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag, tenzij het college tussentijds toestemming heeft verleend om van de aanvraag af te wijken, mits nog niet met de afwijkende werkzaamheden is begonnen.

  • 7.

    De 'Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van de duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden' zoals deze op grond van de 'Regels Ruimte voor Gelderland' zijn vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland worden op overeenkomstige wijze toegepast, met de mogelijkheid van aanvullende gemeentelijke uitvoeringsvoorschriften. Ook kan aanvullend bepaald worden dat de uitvoeringsrichtlijnen van de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) als voorschrift gelden.

  • 8.

    Wanneer een eigenaar, bewoner of aanvrager een subsidie aanvraagt voor buitenschilderwerk onder zelfwerkzaamheid en dit zelf uitvoert, dient diegene voldoende kundig te zijn en het werk uit te voeren volgens professionele standaarden.

Specifieke voorwaarden voor molensubsidie

  • 9.

    Molensubsidie wordt slechts verleend als de molens een uitgebreide opstalverzekering hebben afgesloten (inclusief verzekering tegen water-, brand-, storm- en bliksemschade) gebaseerd op de waarde van het monument.

  • 10.

    Subsidie voor de rijksmonumentale molens De Hoop, Wilpermolen, Havekes Mölle en De Zwaan wordt slechts verleend als er ook een aanvraag is gedaan voor de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (SIM) van de Rijksoverheid en daarvoor een periodiek onderhoudsplan is opgesteld.

  • 11.

    In aanvulling op lid negen kan een overbruggingsperiode van maximaal drie jaar worden gehanteerd tussen twee SIM-aanvragen in, zonder dat hierdoor de mogelijkheid voor een aanvraag voor de gemeentelijke molensubsidie vervalt, mits dit wordt overlegd met de verantwoordelijk ambtenaar en hiervoor duidelijke redenen zijn.

  • 12.

    Subsidie voor de gemeentelijk beschermde molen De Ooievaar in Terwolde wordt slechts verleend als een meerjaren onderhoudsplan met de verantwoordelijk ambtenaar is overlegd.

5. Subsidievormen en voorrangsregels

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een bijdrage ineens en wordt uitbetaald na afronding van de werkzaamheden waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kan in bijzondere gevallen de subsidie (deels) voorafgaand aan de werkzaamheden worden uitbetaald.

  • 3.

    Indien geen lening vanuit her Revolving fund via de SVn beschikbaar is of de ondergrens van een uit te geven lening niet gehaald wordt, wordt ook bij subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding de subsidie in de vorm van een bijdrage ineens verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid, kan voor molens een jaarlijks vaststaand subsidiebedrag worden verstrekt voor instandhoudingswerkzaamheden, onafhankelijk van het moment waarop werkzaamheden worden uitgevoerd.

6. Subsidiehoogte

Subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding

  • 1.

    Subsidie voor instandhouding wordt uitsluitend verstrekt als de subsidiabele kosten per aanvraag het bedrag van € 1.000 te boven gaan.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dit minimumbedrag niet als het gaat over een aanvraag voor subsidie voor materiaalkosten voor schilderwerk in het geval van zelfwerkzaamheid.

  • 3.

    Subsidie voor instandhouding bedraagt 20% van de subsidiabele kosten tot een maximumsubsidie van € 8.000 per aanvraag.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid bedraagt de subsidie voor instandhouding 30% van de materiaalkosten voor schilderwerk in het geval van zelfwerkzaamheid, met een maximumsubsidie van € 2.000 per aanvraag.

  • 5.

    Voor de berekening van de subsidiabele kosten geldt de 'Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten' van de subsidieregeling instandhouding monumenten van de Rijksoverheid.

  • 6.

    Voor de berekening van de subsidiabele materiaalkosten voor schilderwerk in het geval van zelfwerkzaamheid gelden enkel de materiaalkosten voor schilderwerk zoals verf en kwasten en de eventuele kosten van de huur van ondersteunende middelen aan het schilderwerk.

Leningen

  • 7.

    De ondergrens van een uit te geven lening is € 25.000, de bovengrens van een uit te geven lening is € 250.000.

  • 8.

    Voor een uit te geven lening is een positief advies van het NV Bemiddelend Orgaan in Hoevelaken vereist.

  • 9.

    Voor een eigenaar die recht op fiscale aftrek van kosten van instandhouding heeft, bedraag de lening maximaal 70% van de vastgestelde fiscaal aftrekbare kosten.

  • 10.

    Voor een eigenaar die geen recht heeft op fiscale aftrek van kosten van instandhouding, bedraagt de lening maximaal 100% van de (subsidiabele) kosten.

Haalbaarheidsonderzoeken, instandhoudingsplannen, bouwhistorische onderzoeken kleurhistorische onderzoeken en onderzoeken naar andere historische (interieur)onderdelen.

  • 11.

    Subsidie voor bouwhistorische onderzoeken, haalbaarheidsonderzoeken, instandhoudingsplannen, kleurhistorische onderzoeken, dendrochronologische onderzoeken en onderzoeken naar andere historische (interieur)onderdelen bedraagt 45% van de naar het oordeel van het college aanvaardbare kosten tot een maximumsubsidie van € 5.000.

  • 12.

    Subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek of onderhoudsplan wordt verstrekt, als uitvoering wordt gegeven aan duurzame instandhouding, tenzij mocht blijken dat uitvoering redelijkerwijs niet gevergd kan worden.

  • 13.

    Subsidie voor bouwhistorisch onderzoek kan ook verstrekt worden, als cultuurhistorische waarden worden vermoed bij objecten die (nog) niet beschermd zijn als gemeentelijk monument of aan rijksmonumenten wanneer daarvoor een bijzondere reden is.

Molensubsidie

  • 14.

    Voor de rijksmonumentale molens De Hoop in Klarenbeek, Wilpermolen in Wilp, Havekes Mölle in Twello en De Zwaan in Voorst kan jaarlijks een subsidie worden verstrekt van € 2.000.

  • 15.

    Voor de gemeentelijk beschermde molen De Ooievaar in Terwolde kan jaarlijks een subsidie worden verstrekt van € 3.500.

  • 16.

    De molens kunnen geen gebruik maken van de andere subsidie voor subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van instandhouding uit deze beleidsregels en de rijksmonumentale molens kunnen geen gebruik maken van de subsidie voor onderzoeken uit deze beleidsregels.

 

7. Afwijzingsgronden

In ieder geval wordt geen subsidie verstrekt:

  • 1.

    als al op ander wijze subsidie wordt verstrekt, tenzij op grond van die andere regeling een gemeentelijke subsidie een voorwaarde is;

  • 2.

    bij een gezamenlijk subsidiëren van eenzelfde project door verschillende instanties, als de gezamenlijk toe te kennen subsidie een percentage van 90% te boven gaat;

  • 3.

    als met de subsidiabele werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding is begonnen voordat de subsidie is verleend, tenzij het college hiermee vooraf heeft ingestemd;

  • 4.

    als de werkzaamheden niet binnen één jaar na aanvraag zijn uitgevoerd, tenzij dat redelijkerwijs niet mogelijk blijkt en na overleg met de verantwoordelijk ambtenaar schriftelijk een andere redelijke termijn is afgesproken.

  • 5.

    als het monument waarop de aanvraag betrekking heeft niet is verzekerd onder een zogenaamde uitgebreide opstalverzekering (inclusief verzekering tegen water-, brand-, storm- en bliksemschade) gebaseerd op de waarde van het monument;

  • 6.

    voor zover de te subsidiëren werkzaamheden op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

  • 7.

    voor zover de kosten verband houdende met de te subsidiëren werkzaamheden op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden;

  • 8.

    ten behoeve van monumenten die eigendom zijn van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;

  • 9.

    als de werkzaamheden niet volgens de uitvoeringsvoorschriften zijn uitgevoerd, tenzij daarover vooraf schriftelijk afspraken zijn gemaakt.

 

8. Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels monumentensubsidies 2024 gemeente Voorst en treden in werking de dag na bekendmaking, met terugwerkende kracht per 1 januari 2024. De beleidsregels monumentensubsidies uit 2017 worden ingetrokken.

Twello, 12 december 2023

Jan Willem Wiggers, burgemeester

Lisette Wolbers-Cents, secretaris