Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barendrecht

Groenbeheerplan 2024 – 2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGroenbeheerplan 2024 – 2028
CiteertitelGroenbeheerplan 2024-2028 gemeente Barendrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-02-2024nieuwe regeling

30-01-2024

gmb-2024-76915

905786

Tekst van de regeling

Intitulé

Groenbeheerplan 2024 – 2028

 

1 Samenvatting

 

Dit groenbeheerplan biedt inzicht in de (wettelijke) beleidskaders, beheerambities en benodigde middelen voor een efficiënt en effectief groenbeheer binnen de gemeente Barendrecht. Het plan richt zich op al het gemeentelijk openbaar groen exclusief de beplanting/het gras op de begraafplaatsen, de sportgrasvelden op de sportparken en het openbaar groen van andere beheerders als het waterschap, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer.

 

Er is geen overkoepelend wettelijk kader met rechten en plichten voor het beheer van de groene buitenruimte. Uiteraard zijn we als gemeente gebonden aan verschillende wetten en regels, maar we hebben veel lokale keuzevrijheid bij het beheer en onderhoud van de groene leefomgeving.

 

Barendrecht is een middelgrote gemeente op het eiland IJsselmonde. Het landschap –dat altijd bepalend is geweest voor de (groen)structuur van Barendrecht– is ontstaan door abiotische factoren (bodem, water en klimaat) en door menselijk handelen (inpoldering, agrarisch gebruik, bewoning etc.)

Groen in de leefomgeving is belangrijk voor de leefbaarheid, de volksgezondheid en draagt bij aan de economie. Groen is ook natuur. Door oprukkende verstedelijking en klimaatverandering neemt de druk op het gemeentelijk openbaar groen toe. Het vergroten van de biodiversiteit en het ontwikkelen van vitaal openbaar groen is essentieel om dit tegen te gaan. Speerpunten daarbij zijn: aanplant van inheemse bomen- en plantensoorten die goed bestand zijn tegen droogte, hitte en extreme weersomstandigheden, grijs omvormen naar groen, vergroten boomspiegels en aanpassen maairegime. Ook het integreren van de groene infrastructuur in het stedelijk gebied is een must. Groende daken/gevels, verminderen waterafvoer en waterberging helpt bij het verminderen van hitte-eilandeffecten en het vergroten van de leefbaarheid.

 

De gemeente Barendrecht beheert zo’n 23.500 bomen, bijna 59 hectare beplanting en ruim 200 hectare gras. Dit betekent gemiddeld 134 m² groen per huishouden (is meer in vergelijking met Ridderkerk of Hendrik-Ido-Ambacht en hoger dan het richtgetal in de Nota Ruimte).

Conform bestaand beleid staat het kwaliteitsniveau voor het groen in het centrum op ‘hoog’ (A-kwaliteit) en voor de overige structuurgebieden op ‘basis’ (B-kwaliteit). Uit de kwaliteitsmeting blijkt dat we gemiddeld aan deze kwaliteitsambitie voldoen. Echter bij het inzoomen op individuele beheergroepen of plantvakken blijkt dat soms ook ‘matig’ (C-kwaliteit) of zelfs ‘slecht’ (D-kwaliteit) wordt gescoord. Oorzaak is onvoldoende financiële middelen voor het vervangen van het groen bij einde levensduur.

 

Vakkundig, efficiënt en duurzaam groenbeheer bestaat uit twee pijlers: dagelijks en planmatig onderhoud. Dagelijks groenonderhoud zijn alle activiteiten die gericht zijn op het behoud van het groen en het handhaven van de gewenste beeldkwaliteit (bijv. inspecteren/snoeien van bomen, onkruid verwijderen uit beplanting, knippen van hagen, maaien van gras etc.)

Planmatig onderhoud is gericht op het duurzaam in stand houden van het groen. Daarvoor is het nodig om open plekken in plantvakken en bomenrijen op te vullen (inboet). Maar dit betekent ook groen vervangen als het niet meer goed is te onderhouden of wanneer het einde van de levensduur is bereikt.

 

  • Voor dagelijks groenonderhoud (voldoen aan zorgplicht, A-kwaliteit in de centra en B-kwaliteit in de andere structuurgebieden) is voldoende budget.

  • Voor planmatig groenonderhoud is het huidige budget niet toereikend. Oorzaak hiervan is de areaaluitbreiding groen in Barendrecht-Carnisselande. Het vervangen van dit groen is na aanleg niet structureel verwerkt in het budget planmatig onderhoud. Dit begint zich nu te wreken omdat de oudste beplanting in Carnisselande tegen het eind van haar theoretische levensduur aanloopt. Dit budgettekort is binnen de huidige begroting op te lossen door €470.000 over te hevelen van het budget dagelijks onderhoud groen naar het budget planmatig onderhoud groen zodat voor inboet/vervanging de komende jaren €782.100 beschikbaar is.

  • De kosten om het groen van C-/D-kwaliteit op gewenst niveau te krijgen, zijn gemiddeld €317.500 per jaar (voor de jaren 2024 t/m 2027 – de looptijd van dit groenbeheerplan). Het uitvoeren van deze werkzaamheden is onderdeel van het planmatig groenonderhoud zodat hiervoor geen extra budget nodig is.

De belangrijkste ontwikkelpunten voor het groenbeheer hebben betrekking op het structureel uitvoeren van het planmatig onderhoud, het wegwerken van achterstallig onderhoud en het borgen van de beheerconsequenties bij nieuwe ontwikkelingen.

2 Inleiding

 

Het beheer van het openbaar groen is een kerntaak van de gemeente. In dit groenbeheerplan beschrijven we op welke wijze we het groen beheren en hoe de groenstructuur behouden en versterkt kan worden. Een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur draagt namelijk bij aan het welzijn en de veiligheid van de bevolking. Daarnaast speelt groen een belangrijke rol bij het tegengaan of opvangen van de effecten van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit. Een meerjarig groenbeheerplan geeft inzicht in de ambities en biedt richting bij het maken van keuzes in het beheer.

 

2.1 Aanleiding

Een belangrijke ambitie uit het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 is het realiseren van een fraaie en goed onderhouden openbare ruimte. Het college streeft ernaar om de naam "Het groene hart van IJsselmonde" in ere te herstellen. Er is budget gereserveerd om de kwaliteit en het onderhoudsniveau van de openbare ruimte te verbeteren.

Dit groenbeheerplan geeft richting hoe we het openbaar groen op een vakbekwame, planmatige en kostenefficiënte wijze duurzaam in stand kunnen houden, inclusief de benodigde budgetten.

 

2.2 Doel

Het doel van dit beheerplan is meerledig. Het plan geeft inzicht in het areaal –zowel in kwantiteit als kwaliteit– en gaat in op de (beleids)kaders & verplichtingen. Dit resulteert in een overzicht van benodigde middelen van zowel regulier onderhoud als vervanging van het groen. Dit beheerplan biedt daarmee een opzet voor helder, gestructureerd en effectief groenbeheer binnen de gemeente Baren-drecht.

 

2.3 Afbakening

Het groenbeheerplan heeft betrekking op het gemeentelijke openbaar groen zoals bomen, bosplantsoen, heesters, hagen, gazons en bermen. De beplanting en het gras op de begraafplaatsen, de grasvelden voor sportdoeleinden op de sportparken, de hondenuitlaatplaatsen en het groen in beheer van particulieren, bedrijven, terreinbeherende organisaties en andere overheden vallen buiten de scope van dit beheerplan.

 

2.4 Leeswijzer

Dit beheerplan is opgebouwd rondom een aantal kernvragen. Achtereenvolgens krijgt u antwoord op de volgende vragen:

 

  • 1.

    Wat zijn de uitgangspunten en kaders? Hier geven we inzicht in de wettelijke kaders, regelgeving en het gemeentelijk beleid (Hoofdstuk 3)

  • 2.

    Wat zijn de kenmerken van het te beheren gebied? (Hoofdstuk 4)

  • 3.

    Wat beheren we? Hier beschrijven we de omvang en typering van ons groenareaal. Wat maakt er deel van uit? Wat is de kwaliteit ervan? Zijn er achterstanden? (Hoofdstuk 5)

  • 4.

    Hoe pakken we het beheer en onderhoud van ons groen aan? Welke beheerkeuzes zijn er gemaakt? Wat zijn de uitdagingen? (Hoofdstuk 6)

  • 5.

    Hoe is het werk georganiseerd? (Hoofdstuk 7)

  • 6.

    Hoe verhouden de beschikbare en benodigde budgetten zich tot elkaar? (Hoofdstuk 8)

  • 7.

    Welke conclusies trekken we en wat zijn daarbij essentiële aanbevelingen? (Hoofdstuk 9)

3 Kaders en (beleids)uitgangspunten

 

In dit hoofdstuk benoemen we de wettelijke kaders en het vastgestelde beleid met betrekking tot het openbaar groen in Barendrecht (zie bijlage 1 voor een gedetailleerde toelichting).

 

3.1 Wettelijke kaders

Er is geen overkoepelend wettelijk kader waarin alle rechten en plichten voor het beheer van de leefomgeving zijn vastgelegd. Gemeenten hebben veel lokale keuzevrijheid, maar zijn wel gebonden aan verschillende wetten en regels. Een korte opsomming van regelgeving die van invloed is op het beheer en onderhoud van de groene leefomgeving:

  • Omgevingswet voor integrale ambities (treedt in werking op 1 januari 2024);

  • Kapitaalgoederen in de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording (BBV);

  • Zorgplicht voor een veilige openbare ruimte vanuit het Nieuw Burgerlijk Wetboek;

  • Wet natuurbescherming voor bescherming van natuurgebieden, planten- en diersoorten en houtopstanden buiten de bebouwde kom;

  • Omgevingsvergunning op basis van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht voor het kappen van bomen;

  • De Wet publieke gezondheid voor gezondheidsaspecten (bijv. overlast veroorzaakt door eikenprocessierupsen);

  • Bestrijding van invasieve exoten (maatregelen voor het elimineren en beheersen van invasieve exoten zoals reuzenberenklauw en Japanse duizendknoop).

Naast bovengenoemde regelgeving zijn ook de volgende wetten relevant:

  • Bouwstoffenbesluit;

  • Wet geluidhinder;

  • Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netwerken (WIBON);

  • Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT);

  • Participatiewet;

  • Aanbestedingswet.

Diverse normen, richtlijnen en standaarden (zoals die van NEN of CROW) hebben geen wettelijke status, maar geven wel kaders voor een professionele invulling van beheer en onderhoud.

 

Ook de provincie Zuid-Holland heeft plannen vastgesteld die van belang zijn voor de aanleg en het beheer van groen. Dit zijn onder andere de Omgevingsvisie, het Omgevingsprogramma en de Omgevingsverordening (aangenomen in augustus 2021), Gebiedsprofielen, Groene Motor en de visie op een Rijke Groenblauwe Leefomgeving. Meer informatie is te vinden op de website https://www.ruimtelijkeplannenzuidholland.nl/.

 

3.2 Gemeentelijke kaders

Elke gemeente stelt haar eigen beleid vast. Onderstaande plannen en beleidskaders zijn van belang voor dit groenbeheerplan.

 

3.2.1Omgevingsvisie

Een nieuwe Omgevingsvisie wordt gemaakt naar aanleiding van de nieuwe Omgevingswet. Deze wet geeft bewoners en ondernemers meer ruimte om mee te denken, bijvoorbeeld bij het indienen van ideeën voor nieuwe woningen, fietspaden, bedrijventerreinen, horecagelegenheden of andere ontwikkelingen. De Omgevingsvisie beschrijft de maatschappelijke opgave en de kernkwaliteiten die beschermd moeten worden in onze gemeente. Het is een integrale langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving en het grondgebied van de gemeente. De gemeenteraad is verplicht om binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een Omgevingsvisie vast te stellen.

 

3.2.2Bomenverordening (2013)

De gemeente streeft ernaar om de kwaliteit van het bomenbestand te behouden en waar mogelijk te verbeteren. In de Bomenverordening (2013) is de volgende herplantnorm opgenomen:

‘Aan een omgevingsvergunning voor het vellen van een beschermde publieke houtopstand wordt een verplichting tot herplant gekoppeld voor een zo gelijkwaardig mogelijk exemplaar, dus in beginsel dezelfde soort bomen, dezelfde grootte, dezelfde kwaliteit en op dezelfde plaats. Aangezien dit lang niet altijd mogelijk of zelfs gewenst is, kan naar een alternatief worden gezocht. Bijvoorbeeld voor het kappen van 1 oude eik het terugplanten van een drietal kleinere exemplaren. De herplant dient dus in eerste instantie op dezelfde locatie plaats te vinden. Mocht dit vanwege groei of het functioneren van de openbare ruimte en/of door het ontbreken van bovengrondse/ondergrondse groeiplaatsomstandigheden niet mogelijk zijn, dan vindt herplant bij voorkeur in de omgeving van de te kappen houtopstand plaats.’

De Bomenverordening biedt daarnaast handvatten voor het omgaan met klachten en meldingen van bewoners.

 

3.2.3Bomen en zonnepanelen (2016)

De gemeente hecht grote waarde aan het verduurzamen van woningen middels zonnepanelen. Tegelijkertijd vinden we onze groen- en bomenstructuren ook belangrijk. Om duidelijkheid te scheppen in situaties waarin deze belangen tegenstrijdig kunnen zijn, zijn de volgende beleidsuitgangspunten geformuleerd:

  • Op locaties waar reeds een ingerichte openbare ruimte inclusief een bestaand bomenbestand aanwezig is, krijgen bomen voorrang;

  • Bij nieuwbouwsituaties wordt bij de inrichting van de openbare ruimte altijd een zorgvuldige afweging gemaakt tussen het aantal, de locaties en de soorten bomen die worden geplant, rekening houdend met de aanwezigheid en/of komst van zonnepanelen (maatwerk);

  • In geval van herinrichting van de openbare ruimte waarbij bestaande bomen niet op dezelfde locatie kunnen worden gehandhaafd, geldt het uitgangspunt zoals genoemd bij 'nieuwbouwsituaties'. Het behoud van de bestaande groen- en boomstructuren (Groene Kaart) is een voorwaarde. Indien het bestaande bomenbestand behouden blijft bij herinrichting, geldt het uitgangspunt zoals genoemd bij 'bestaande situaties'.

3.2.4Handboek Bomen (2022)

Bij plannen voor aanleg of wijziging van de openbare ruimte houdt de gemeente Barendrecht zich aan de regels uit het Handboek Bomen 2022. Dit handboek bevat onder meer:

  • Relevante en actuele vakinformatie;

  • Kwaliteitsborging beheer;

  • Boomveiligheidscontrole;

  • Onderzoek, taxatie, dataregistratie;

  • Verschillende ontwerp- en technische eisen om nieuwe en bestaande bomen voldoende bescherming te bieden bij aanleg en herinrichting.

3.2.5Groene kaart (2019)

De Groene Kaart van Barendrecht (zie figuur 1) bevat een samenhangend geheel van solitaire monumentale bomen, bomen in groengebieden en lijnvormige boomstructuren langs wegen in de gemeente. Om de groene kwaliteit van Barendrecht in de toekomst te borgen en te voorkomen dat beeldbepalende en monumentale bomen uit het straatbeeld verdwijnen, is de Groene Kaart een belangrijk instrument bij de beoordeling van omgevingsvergunningsaanvragen voor het kappen van bomen. Het kappen van bomen die niet op de Groene Kaart 2019 staan, is vergunningsvrij.

Figuur 1. Groene kaart Gemeente Barendrecht 2019

 

3.2.6Groenbeleidsplan Barendrecht (2008)

Dit plan formuleert het beleidsmatig kader om te komen tot een gestructureerd groenbeleid. Naast de landschappelijke en stedelijke structuur worden een hoofd- en secundaire groenstructuur aangegeven, die zijn uitgewerkt in wijk- en buurtkenmerken naast natuurontwikkelingen. Het gemeentelijk groenbeleid richt zich op de volgende doelen:

  • Een samenhangende groenstructuur;

  • Versterking van de ruimtelijke differentiatie d.m.v. groenkarakters;

  • Versterking van natuuraspecten in de woonomgeving;

  • Een duurzame balans tussen groenbeheer en woonkwaliteit;

  • Een afgewogen beheerbeleid;

  • Balans tussen kwaliteit en financiële middelen.

3.2.7Strategie klimaatadaptatie gemeente Barendrecht (2022)

In de Strategie Klimaatadaptatie Barendrecht staan de volgende kerndoelen voor klimaatadaptatie:

  • We zijn waterrobuust en klimaatbestendig;

  • We hebben een leefbare en gezonde leefomgeving.

3.2.8Leidraad inrichting openbare ruimte (LIOR)

In deze leidraad staan de belangrijkste kaders voor de inrichting van de openbare ruimte. Bij het schrijven van dit groenbeheerplan was de LIOR nog niet vastgesteld.

 

3.2.9Beleid in ontwikkeling

De gemeente zet de komende jaren in op het ontwikkelen van een aanpak van duurzame gebiedsontwikkeling, waarbij de duurzaamheidsdoelen integraal in de opdrachtformulering van ruimtelijke plannen worden geborgd. De regelgeving op dit gebied is tevens in ontwikkeling. Op dit moment wordt er een nationale meetlat opgezet waarbij de minimale normen voor hitte, droogte, wateroverlast, overstromingen, bodem en biodiversiteit worden vastgesteld. Bovenop deze minimumeisen krijgen de lokale ambities nog vorm. De lokale ambities zijn op dit moment nog niet vastgesteld.

 

3.3 Visies en ambities

3.3.1Meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp (2022-2026).

Het Barendrechtse college presenteerde november 2022 het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 met daarin een hoge ambitie voor de openbare ruimte.

‘Om onze buitenruimte nog aantrekkelijker te maken, willen we een ambitieus groenbeleid en goed waterbeheer. We investeren in onze basiskwaliteit: wonen, recreëren en sporten in het groen. Onze visie op meer groen draagt bij aan CO2-reductie en biedt onze inwoners (en dieren) meer schaduwplekken, meer recreatie in het groen en een omgeving die beter bestand is tegen wateroverlast en hittegolven. Barendrecht als groene hart van IJsselmonde.’

De gemeente vindt het belangrijk dat Barendrecht schoon, veilig en aantrekkelijk is om in te verblijven. Inwoners, bedrijven en gemeente leveren daaraan elk een bijdrage. In het meerjarenprogramma staan de volgende ambities:

  • Het ontwikkelen van een groenvisie;

  • Het verbeteren van de kwaliteit en het onderhoudsniveau van de buitenruimte;

  • Het realiseren van meer bomen;

  • Het bevorderen van biodiversiteit en de aanstelling van een dorpsecoloog;

  • Het vervangen van steen door groen;

  • Het kappen van bomen alleen wanneer dit noodzakelijk is;

  • Het verbeteren van wijkonderhoud (groen);

  • Het verkrijgen van draagvlak voor aanpassingen in de buitenruimte.

In het programma zijn sommige ambities op onderdelen al verder uitgewerkt. Waar mogelijk nemen we de ambities en consequenties mee in dit groenbeheerplan.

4 Gebiedsbeschrijving

4.1 Ontstaansgeschiedenis

De gemeente Barendrecht ligt op het eiland IJsselmonde in de metropoolregio Rotterdam, aan de oevers van de Oude Maas. Het landschap van IJsselmonde was vroeger voornamelijk agrarisch gebied met kleinschalige landbouw. De oorspronkelijke en bestaande waterlopen zijn nog steeds goed zichtbaar in het patroon van dijken.

 

Barendrecht heeft één kern en is ontstaan uit de voormalige buurtschappen Carnisse, Smitshoek, Middeldijk, Koedood en Barendrechtse Veer. Deze kern wordt doorkruist door de A29, waardoor ze is opgesplitst in Barendrecht-Centrum en Barendrecht-Carnisselande. In 1997 werd ten westen van de A29 de Vinex-wijk Carnisselande aangelegd. Met de bouw van 7.600 woningen werd een aanzienlijke bevolkingsgroei gerealiseerd. Het aantal inwoners groeide van ruim 23.000 in 1996 naar meer dan 48.000 in 2023. Hierdoor is Barendrecht demografisch gezien een middelgrote gemeente geworden.

 

Figuur 2. Plattegrond van Barendrecht in 1975

 

Figuur 3. Plattegrond van Barendrecht in 2022

 

4.2 Bouwopgave

In het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 staat dat het noodzakelijk is om de bouwopgave te versnellen vanwege de ontoereikende doorstroming. Als gevolg hiervan zal het te beheren areaal openbaar groen in omvang toenemen. In dit beheerplan houden we geen rekening met deze areaaluitbreiding. De financiële gevolgen van toekomstige areaalmutaties (bijv. Vrouwenpolder en Stationstuinen) landen via het ‘proces areaalwijziging en begroting’ (bijlage 8) in de begroting. Bij kleinschalige nieuwbouwprojecten gaat het vaak om inbreiding op bestaande locaties waar al groen aanwezig is.

 

4.3 Bodem

De bodem in de gemeente Barendrecht bestaat voornamelijk uit klei en veen (in de eerste twaalf meter). Over het algemeen is de bovengrond schoon tot licht verontreinigd. Dit geldt ook voor de nieuwere woonwijken omdat deze gebouwd zijn op voormalige landbouwgronden. De lintbebouwing en oude kernen zijn historisch gezien concentratiepunten geweest van bedrijvigheid en bebouwing waardoor er sprake kan zijn van matige tot sterke bodemverontreiniging door activiteiten van kleinschalige ambachtelijke bedrijven (Bron: Regionale Nota Bodembeheer).

 

De gemeente Barendrecht kampt met zakkingsproblematiek omdat de bovenste veenhoudende bodemlaag daalt als gevolg van verlaging van het grondwaterpeil. Dit effect wordt versterkt door de warme en droge zomers van de afgelopen jaren. De straten en tuinen zakken maar de huizen zelf niet. Barendrecht staat op de achtste plaats in de ranglijst van gemeenten met de meeste verzakkingen (Bron: Nederlandse gemeentes met de meeste verzakking - SkyGeo). De meest kwetsbare locaties zijn opgenomen op de kwetsbaarhedenkaart. Wat betreft groenbeheer heeft verzakking impact op bomen die niet goed gedijen bij grondophogingen. Verzakkingen zijn ook een issue bij het maaibeheer van de gazons.

 

4.4 Kwetsbaarhedenkaart

De gemeente Barendrecht voert klimaatstresstesten uit en documenteert die in een klimaateffectatlas (www.bar.klimaatatlas.net). Deze atlas toont de gevolgen van het veranderende klimaat en brengt de kwetsbaarheden in kaart op het gebied van overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte in de gemeente. Het streven is om deze kwetsbaarheden integraal aan te pakken. Water, wegen en groenvoorzieningen zullen gelijktijdig worden aangepast om de kwetsbaarheden te verminderen.

5 Huidige situatie groen

 

Dit hoofdstuk biedt een overzicht van het groenareaal dat eigendom en/of in beheer is van de gemeente Barendrecht. Het begint met een algemeen overzicht en geeft vervolgens gedetailleerdere informatie over de verschillende beheergroepen en kwaliteit (zie bijlage 2 voor de overzichtskaart van het groenareaal dat in beheer is bij gemeente Barendrecht).

 

Voor een planmatig, effectief en structureel beheer en onderhoud van het openbaar groen is inzicht nodig in het te beheren areaal. Wettelijk gezien is de gemeente verplicht om de essentiële areaalgegevens via de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) actueel te houden en via een landelijke voorziening te ontsluiten. Deze beheergegevens staan in het gemeentelijke beheersysteem GeoVisia. Een Actueel, Betrouwbaar en Compleet (ABC) inzicht in het beheerareaal is de basis om het openbaar groen datagedreven te beheren.

 

5.1 Groenareaal op hoofdlijnen

De gemeente Barendrecht beslaat in totaal een oppervlakte van 2.173 hectare, waarvan 1.958 hectare land en 215 hectare water (bron: allecijfers.nl – gegevens van 14 juni 2023). Binnen dit gebied beheert de gemeente meer dan 23.500 bomen, ruim 200 hectare gras- en kruidenvegetatie en 58,5 hectare beplanting. Deze gegevens zijn gebaseerd op data uit het beheersysteem GeoVisia van juni 2023. Het aantal bomen is inclusief die op begraafplaatsen terwijl de arealen voor beplanting en gras exclusief beide begraafplaatsen zijn.

 

Groentype

Areaal

Bomen

23.731

stuks

Solitairen

1.620

stuks

Bosplantsoen

216.939

Heesters

299.683

Vaste planten

15.299

Hagen

52.718

Gras

2.019.818

Totaal groenareaal

2.604.457

Tabel 1. Gegevens groenareaal (GeoVisia juni 2023)

 

Figuur 4. Overzicht areaal openbaar groen gemeente Barendrecht

 

Barendrecht heeft in totaal 19.479 huishoudens (bron: allecijfers.nl – gegevens van 14 juni 2023). Dat betekent dat er gemiddeld zo’n 134 m² gemeentelijk openbaar groen beschikbaar is per huishouden. Dit is meer in vergelijking met naburige gemeenten zoals Ridderkerk (97 m² per huishouden) en Hendrik-Ido-Ambacht (83 m² per huishouden). Het richtgetal in de Nota Ruimte (Ministerie VROM 2006) is 75 m² groen per woning. Hierbij wordt doorgaans gedoeld op openbaar groen binnen de woonwijken en niet op het groen in de buitengebieden dat vaak wordt beheerd door andere terreinbeherende organisaties.

 

Een deel van het groenareaal in Barendrecht bevindt zich in verschillende parken waaronder park Buitenoord, park Nieuweland, Geluidswal A29, park Lagewei, Riederpark, Carnisserpark en het dakpark op de stationsoverkapping.

 

Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud van openbaar groen op bedrijventerreinen. Deze terreinen verschillen sterk in karakter vanwege verschillende aanlegperiodes en functies. Op oudere bedrijventerreinen zoals Dierenstein en Reijerwaard bestaat het groen voornamelijk uit heesterbeplanting met kenmerkende boomstructuren langs de hoofdontsluitingen. Nieuwere bedrijventerreinen zoals Vaanpark hebben een ruimere opzet waarbij het groen voornamelijk bestaat uit gras en bomen. Op alle bedrijventerreinen staat het groen onder druk vanwege de behoefte aan extra parkeerruimte en/of inritten. Dit heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van het openbaar groen.

 

De Zuidpolder en de Ziedewijdsepolder zijn de laatste overgebleven buitengebieden van Baren¬d-recht. De Ziedewijdsepolder behoudt zijn agrarische functie terwijl de Zuidpolder wordt omgevormd tot een extensief recreatiegebied met volop ruimte voor natuurontwikkeling.

 

5.2 Kwaliteit van het groen

5.2.1Ambitie

In het beleidsplan 'Barendrecht ziet groen' uit 2008 staat de ambitie voor het groen in het centrum en de groengebieden op ‘hoog’ en voor de overige structuurgebieden op ‘basis’. Deze ambitie voldeed sterk aan de wensen van de burgers.

Na bezuinigingen en heroriëntatie in 2010 zijn de ambities aangepast. Alles is teruggebracht naar kwaliteitsniveau ‘basis’ (B-kwaliteit) met uitzondering van de “centra- en accentgebieden” (A-kwaliteit). Over het algemeen sluit dit aan op het landelijk gemiddelde en is het onderhoudsbeeld van de openbare ruimte redelijk tot goed.

Figuur 5. Structuurgebiedenkaart (bron: Integrale visie openbare ruimte gemeente Barendrecht – december 2007)

 

5.2.2Monitoring van de kwaliteit

Beplanting

In 2022 liet de gemeente bureau Cyber elk kwartaal het groen schouwen. Ook voerde DG Groep in oktober 2022 een quickscan uit met als doel een algemeen beeld te krijgen van de technische staat van het groen in Barendrecht (346 waarnemingen op 8 beeldmeetlatten). Niet alle beheergroepen waren onderdeel van de inspectie. Voor die groepen is alleen het oordeel van de toezichthouders opgenomen. Voor meer info over deze inspecties verwijzen we naar bijlage 3.

Cyber en DG Groep gebruikten voor de schouw de CROW-systematiek. CROW is een Nederlands kennisinstituut voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer, werk en veiligheid. Een kenmerk van deze systematiek is het gebruik van beelden/foto's met normen om de kwaliteit van de openbare ruimte te meten en te beschrijven. Hierbij kan zowel de technische kwaliteit als de verzorgingskwaliteit worden beoordeeld. Er is gecontroleerd aan de hand van een selectie van beeldmeetlatten van het CROW (zie figuur 6). De landelijke standaard voor beeldkwaliteitsniveaus is opgenomen in de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2018. Hierin wordt een algemene beschrijving gegeven van de kwaliteitsniveaus (A+ tot en met D) en een voorbeeld van een beeldmeetlat (zie tabel 2).

 

Figuur 6. Voorbeeld beeldmeetlat volgens kwaliteitscatalogus openbare ruimte (CROW)

 

Tabel 2. Kwaliteitsniveaus volgens de kwaliteitscatalogus openbare ruimte (CROW)

 

Volgens de inspectiegegevens en CROW-normen voldoet de gemiddelde beeldkwaliteit van de geïnspecteerde beplanting in Barendrecht aan de ambitie van B-kwaliteit. Om deze ambitie te bereiken, moet minimaal 90% van de beplanting op dat niveau zijn. Belangrijke kanttekening is dat een gemiddelde beeldkwaliteit een vertekend beeld kan geven. De kwaliteit kan variëren, afhankelijk van specifieke locaties of beheergroepen. In sommige gebieden kan de kwaliteit hoog zijn, terwijl deze in andere gebieden laag is.

 

Bomen

Jaarlijks laat de gemeente minimaal een derde van haar bomenbestand controleren op veiligheid en conditie. Deze boomveiligheidscontrole is een visuele inspectie gericht op het opsporen en registreren van boomgebreken die binnen een bepaalde tijdsperiode –met het oog op veiligheid– potentiële schade kunnen veroorzaken. Deze inspectie volgt de landelijke richtlijn BoomVeiligheidsRegistratie (BVR). Het uitgangspunt is dat de boomveiligheidscontrole wordt uitgevoerd vanaf de grond, zonder gebruik te maken van aanvullende hulpmiddelen zoals ladders en spades.

 

5.3 Omvang en kwaliteit per type groen

Uit een analyse van de inspectiegegevens van Cyber, de quickscan van DG Groep en het oordeel van de groenbeheerder/toezichthouders blijkt dat de gemiddelde kwaliteit van de geïnspecteerde beheergroepen als voldoende wordt beoordeeld (B-niveau). Dit komt overeen met onze doelstelling uit 2010 (zie 5.2.1). Bij het nader bekijken van individuele beheergroepen blijkt echter dat niet alle groepen het afgesproken niveau bereiken.

 

Figuur 7. Kwaliteit algemeen (bron: gecombineerde resultaten van schouw Cyber en quickscan DG groep)

 

5.3.1Bomen

Omschrijving

Een boom is een houtig gewas met een wortelgestel en een enkele, stevige houtige stam, die zich boven de grond vertakt. Bomen worden ingedeeld in vrij uitgroeiende en niet vrij uitgroeiende bomen (bomen langs wegen/straten en fietspaden). Hiernaast bestaan er ook speciale boomvormen zoals lei- en vormbomen. Lei­bomen worden doelbewust gesnoeid of gebonden om unieke vormen zoals schermen te creëren (zoals lei-lindes). Vormbomen worden gesnoeid om specifieke en vaak opvallende vormen te krijgen (bijvoorbeeld dak-platanen). Ook knotbomen is een aparte beheervorm. Deze bomen worden regelmatig teruggesnoeid om de groei te bevorderen, vaak vanuit landschappelijke of cultuurhistorische overwegingen (de overbekende knotwilgen). Kandelaberen is een extreme knottechniek waarbij de takken van de boom sterk worden ingekort. Hierdoor krijgt de boom de vorm van een kandelaar. Dit is eigenlijk geen reguliere snoeimethode en wordt soms toegepast wanneer een boom te groot is voor zijn huidige standplaats.

 

Hoeveelheid

Het totale bomenbestand van Barendrecht omvat meer dan 23.500 bomen en bestaat uit ongeveer 350 verschillende boomsoorten. De meest voorkomende boomsoort is de Fraxinus excelsior (gewone es) die ruim 11% van het bomenbestand vertegenwoordigt. Tabel 3 geeft een overzicht van de top zes van meest voorkomende boomsoorten in Barendrecht.

Wetenschappelijke naam

Nederlandse naam

Aantal

Fraxinus excelsior

Gewone es

2.672

stuks

Gleditsia triacanthos

Valse Christusdoorn

1.332

stuks

Salix alba

Schietwilg

1.188

stuks

Acer pseudoplatanus

Gewone esdoorn

1.060

stuks

Alnus glutinosa

Zwarte els

801

stuks

Platanus x hispanica

Gewone plataan

782

stuks

Tabel 3. Top zes meest voorkomende boomsoorten gemeente Barendrecht

 

De bomen in Barendrecht staan in gras (43%), beplanting (40%) of verharding (17%). Het merendeel van de bomen betreft niet vrij uitgroeiende laan- of straatbomen (86%). Knot- en vormbomen (8%) en vrij uit groeiende bomen (6%) komen op veel kleinere schaal voor.

 

In het beheersysteem staan 211 bomen met een monumentale waarde. Hiervan staan er dertien in openbaar gebied en zijn eigendom van de gemeente. Daarnaast staan nog vijftien andere monumentale bomen in openbaar gebied, maar daarvan is de gemeente geen eigenaar. Deze bomen zijn eigendom van projectontwikkelaars, kerken, scholen, woningcorporaties of het waterschap. De overige 183 monumentale bomen zijn privé-eigendom.

 

Om te voldoen aan de randvoorwaarden voor een individuele monumentale boom moet de boom aan de volgende criteria voldoen (Bomenverordening van de gemeente Barendrecht):

  • Minstens 50 jaar oud;

  • Mag geen gevaar vormen voor de woon- en leefomgeving;

  • Moet in een conditie verkeren waarbij volledig verval niet binnen 10 jaar te verwachten is;

  • Moet een extra waarde hebben (beeldbepalend, cultuurhistorisch, ecologisch en/of dendrologisch).

Kwaliteit

In de afgelopen jaren zijn al onze bomen weliswaar gesnoeid, maar niet allemaal binnen de gestelde veiligheidstermijn van zes maanden. Op dit moment is er een achterstand van ongeveer een derde van het totaal aantal bomen. Deze achterstand ontstond door krapte op de arbeidsmarkt voor dit specialistische werk. Om de achterstand weg te werken, is in 2023 al een groenaannemer ingeschakeld. Het is immers belangrijk om snoeiachterstanden te voorkomen, aangezien het te laat snoeien leidt tot grotere snoeiwonden, een slechtere conditie van de bomen en daardoor een grotere kans op ziekten, plagen en takbreuk. Figuur 8 geeft een overzicht van de veiligheidscategorieën. Dit is een momentopname en geeft na nieuwe inspecties en uitgevoerde werkzaamheden een ander beeld. Attentiebomen laten we ieder jaar inspecteren. Bij risicobomen moet een veiligheidsmaatregel worden uitgevoerd. Dit is hoofdzakelijk (grof) dood hout verwijderen of takken innemen. Soms adviseert de inspecteur de boom te vellen. Dit advies volgen we altijd op omdat we risico op (letsel)schade te allen tijde willen voorkomen.

 

Figuur 8. Overzicht boomveiligheidsklassen

 

Figuur 9. Overzicht boomconditie

 

Figuur 9 geeft een overzicht van de conditie van de bomen (GeoVisia 15 juni 2023). Twee derde van de bomen die we beheren heeft een goede/voldoende conditie, terwijl van een derde de conditie als onvoldoende/slecht is beoordeeld. Dit is een normaal beeld omdat bomen van oorsprong niet thuishoren in een stedelijke omgeving en door de vaak beperkte groeiruimte moeite hebben zich goed te ontwikkelen.

 

5.3.2Solitairen

Omschrijving

Een solitair is een hoog opgaande struik die alleen of in groepen is aangeplant (in beplanting of gras). De snoei is gericht op het behoud van de (specifieke) vorm van de solitair. Zo worden de solitaire elzen langs de Carnisser Baan regelmatig onderaan de stam afgezet waarna ze weer uitlopen tot dichte meerstammige groene schermen. Solitaire sneeuwbalstruiken (Viburnum) vragen daarentegen meer specifieke snoei door gericht dode takken weg te knippen of oud hout weg te snoeien.

 

Hoeveelheid

Ongeveer de helft van de ruim 1.600 solitairen staat langs de Carnisser Baan. Top drie van de meest voorkomende soorten is Amelanchier lamarckii (Amerikaans krentenboompje), Alnus glutinosa (gewone els) en Physocarpus opulifolius (blaasspirea).

 

Kwaliteit

De kwaliteit van solitairen schouwen we niet apart, maar over het algemeen hebben onze solitairen een voldoende tot goede conditie.

 

5.3.3Bosplantsoen

Omschrijving

Bosplantsoen is opgaande beplanting van inheemse houtige gewassen, bestaande uit zowel struik- als boomvormers. Deze beplanting beheren we extensief wat betekent dat we een natuurlijke groeiwijze nastreven en deze beplanting daarmee bijdraagt aan het vergroten van de biodiversiteit in de openbare ruimte. Het sortiment bosplantsoen is heel divers en bevat onder andere de bekende soorten als Acer campestre (veldesdoorn), Corylus avellana (hazelaar) en Sambucus nigra (gewone vlier)

 

Hoeveelheid

Wij beheren meer dan 21,5 hectare bosplantsoen. Deze beheergroep beslaat ruim 8% van ons totale groenareaal. 60% van het areaal bosplantsoen is te vinden in onze parken, bijna 20% in woonwijken.

 

Kwaliteit

Door capaciteitsgebrek is achterstand ontstaan in het onderhoud van bosplantsoen. Hierdoor hebben zich bomen gevormd en is de ontwikkeling van de struiklaag achter gebleven. Naar schatting is 30-40% van het bosplantsoenareaal aan te merken als achterstallig onderhoud.

 

 

5.3.4Heesters

Omschrijving

Heesters zijn houtige gewassen die zich onder of vanaf de grond vertakken, struikvormend zijn en een opgaand karakter hebben. Vanwege hun bloei, bladkleur, vruchten etc. dragen ze bij aan de sierwaarde van en biodiversiteit in de openbare ruimte. Dwergmispel (Cotoneaster), struikkamperfoelie (Lonicera), ganzerik (Potentilla) en spierstruik (Spiraea) zijn bekende sierheesters in Barendrecht. Ook de heesterrozen vallen onder deze beheergroep.

 

 

Hoeveelheid

In Barendrecht beheren we 30 hectare heesters (=11,5% van ons beheerareaal). Het overgrote deel van deze beplanting staat in de woonwijken.

 

Kwaliteit

Tijdens de inspecties zijn achterstanden waargenomen in het onderhoud van de heestervakken. De beplanting in het centrum is op A-kwaliteit, maar in de woonwijken is de kwaliteit lager (vooral in de oudere woonwijken). Op de beeldmeetlat kaal oppervlak bodembedekkers scoort de heesterbeplanting een C-kwaliteit. 22% van de vakken scoort onder het gewenste ambitieniveau. Bij 7% van de vakken is een D-kwaliteit geconstateerd wat duidt op een ernstige achterstand (zie bijlage 3 voor uitleg over de inspectie huidige kwaliteit).

 

Figuur 10. Kwaliteit bodembedekkers (bron: gecombineerde resultaten van schouw Cyber en quickscan DG groep)

 

In het beheersysteem staat bij de plantvakken het jaar van aanplant. Volgens de theoretische vervangingscyclus moeten heesters en hagen na 25 jaar vervangen worden (zie 6.2.3). In Barendrecht is gemiddeld 43% van de plantvakken vóór 2000 aangelegd, wat betekent dat ze ouder zijn dan 23 jaar.

 

Figuur 11: D-kwaliteit op beeldmeetlat heesters – kaal oppervlak.

 

Er is momenteel te weinig budget om heesters te vervangen en daarom is er ook geen renovatieplanning. Dit is de oorzaak van de scores op C- en D-kwaliteit.

 

5.3.5Vaste planten

Omschrijving

Dit betreft een kruidachtige (niet houtige) bloeiende beplanting. Ze groeit uit in het voorjaar, bloeit meestal in de zomer en sterft af in de herfst waarbij de wortels overblijven om in het volgende voorjaar opnieuw uit te lopen. Soorten als ooievaarsbek (Geranium), kattekruid (Nepeta) of vrouwenmantel (Alchemilla) vallen onder deze beheergroep.

 

Hoeveelheid

Vaste planten vragen veel onderhoud en zijn daardoor een van de duurdere beheergroepen. Om die reden hebben we maar 1,5 hectare vaste planten in ons beheer (0,6% van ons groenareaal). Vaste planten staan voornamelijk in de centra, parken (stationsoverkapping) en woonwijken.

 

Kwaliteit

Uit de inspectiegegevens blijkt dat 67% van de vaste planten een beeldkwaliteit A heeft. Daartegenover staat dat de inspectie ook aantoont dat 20% van de vaste planten in slechte conditie verkeert. Verklaring hiervoor is de slechte staat van het Rosarium in het Riederpark. Daarvan is niet veel meer over en staat op de nominatie voor vervanging.

 

 

5.3.6Hagen

Omschrijving

Hagen zijn heesterbeplantingen die aan de bovenkant en zijkanten worden geknipt in de vorm van een blok of lijn. Hagen zorgen daarmee voor een strakke lijn en structuur in de openbare ruimte. Meer dan de helft van de hagen bestaat uit bekende ‘haagsoorten’ als Acer campestre (veldesdoorn), Carpinus betulus (haagbeuk) en Ligustrum vulgare (gewone liguster).

 

Hoeveelheid

We beheren zo’n 5,2 hectare aan hagen (is net 2% van ons groenareaal). Ze staan voornamelijk in de woonwijken (54%), op de bedrijventerreinen (25%) en langs de hoofdwegen (11%).

 

Kwaliteit

Volgens de inspectieresultaten is de technische kwaliteit van de hagen voldoende. Op de beeldmeetlat gaten in haag is gemiddeld een B-kwaliteit waargenomen, maar een groot deel van de hagen is op A-kwaliteit.

 

 

5.3.7Gras

Omschrijving

De beheergroep gras delen we op in drie categorieën, te weten gazon, kruidenrijk gras en ruw gras. Gazon is kort gemaaid gras met beperkte kruidengroei (bijv. madeliefje en paardenbloem) bedoeld voor verfraaiing en recreatief gebruik als spelen en picknicken. Kruidenrijk gras bestaat uit grassen en kruidachtigen waarbij het beheer gericht is op vergroten van de biodiversiteit (maaien en afvoeren). Ruw gras is gras met een ruig karakter dat na klepelen (fijnhakselen) blijft liggen.

 

Hoeveelheid

Meer dan driekwart van ons groenareaal bestaat uit gras. Het grootste grasareaal bestaat uit gazon en ligt voornamelijk in de woonwijken. In 2023 is in het kader van ‘biovriendelijk maaien’ het beheer van een aanzienlijk areaal ruw gras gewijzigd naar kruidenrijk gras. Hierdoor beheren we nu meer kruidenrijk gras dan ruw gras. Het areaal kruidenrijk gras en ruw gras ligt voornamelijk langs de hoofdwegen, op de dijken en in de buitengebieden.

 

Grote delen van de geluidswal tussen de Carnisser Baan en de A15 en het talud van de Stationsoverkapping worden begraasd door schapen (in totaal bijna 13 hectare). Naast de esthetische waarde, vergroot begrazing ook enigszins de biodiversiteit. Gevarieerd en extensief zijn hierbij overigens wel belangrijke aandachtspunten.

 

Kwaliteit

Tijdens de huidige inspecties is alleen de beeldkwaliteit grashoogte en overgroei van het gazon geïnspecteerd. Om een goed beeld te krijgen van de technische kwaliteit van de grasvelden, zijn echter ook gegevens nodig over kale plekken en oneffenheden in het maaiveld. Deze ontbreken op dit moment. Wel zijn er meldingen dat op verschillende locaties kuilen in het gazon aanwezig zijn wat het maaien bemoeilijkt.

6 Beheer en onderhoud van het groen

 

Dit hoofdstuk beschrijft hoe we het onderhoud van het openbaar groen aanpakken. De ambities vertalen we naar concrete fysieke maatregelen en voor elk beheerelement formuleren we passende maatregelen om het gewenste streef- of eindbeeld te realiseren. Daarnaast leggen we uit hoe we omgaan met wijzigingen in groenareaal en hoe inspectie en monitoring is opgezet.

 

6.1 Uitgangspunten groenbeheer

Bomen, heesters, hagen, vaste planten, kruiden en grassen komen gevarieerd voor in alle wijken. Het groen zorgt voor sfeer, kleur en geur gedurende alle seizoenen en draagt bij aan het gevoel van veiligheid en geluk in de woonomgeving. Naast het positieve effect op bewoners, dient het groen ook als een veilige leef- en doortrekplek voor dieren.

 

In elke wijk moeten dieren voldoende vocht, voedsel, nest- en slaapgelegenheid kunnen vinden en ze moeten zich gemakkelijk kunnen verplaatsen tussen verschillende groenstructuren. Om dit te realiseren is het cruciaal om diversiteit te waarborgen in de omvang van groengebieden, de aanwezigheid van boomkronen, struiklagen, kruiden en gras, evenals de variatie in boom- en plantsoorten.

 

Kortom: hoe zorgen we ervoor dat ons openbaar groen op een vakkundige, planmatige en kostenefficiënte wijze duurzaam wordt onderhouden?

 

6.2 Dagelijks onderhoud

Dagelijks onderhoud omvat verschillende activiteiten die gericht zijn op het behoud van het groen en het handhaven van de gewenste beeldkwaliteit in de openbare ruimte. Inspecteren en snoeien van bomen borgen een veilige woon- en leefomgeving en duurzame instandhouding. Schoffelen en snoeien van beplanting zorgen ervoor dat onkruid wordt verwijderd en beplanting goed kan groeien. Het maaien van het gras draagt bij aan een verzorgde uitstraling, maar ook aan het in stand houden van biovriendelijke bermen. Daarnaast is het knippen van hagen belangrijk om deze in vorm te houden. Het dagelijks onderhoud speelt dus een cruciale rol bij het waarborgen van de groenkwaliteit en het bevorderen van een aantrekkelijke en verzorgde openbare ruimte.

 

6.2.1Boomonderhoud

De boominspectie laten we uitvoeren door een boomtechnisch adviesbureau. Dit om te voorkomen dat ‘de slager zijn eigen vlees keurt’. Voor het dagelijks beheer van bomen maken we gebruik van een raamovereenkomst. Deze overeenkomst biedt een kader voor het uitvoeren van diverse snoeimaatregelen. Door middel van de raamovereenkomst kan de gemeente efficiënt en effectief het boombeheer organiseren en waarborgen dat het voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen en veiligheidseisen. Daarnaast snoeit de BAR-bomenploeg een deel van de bomen. In de nieuwe organisatie per 1 januari 2024 heeft de gemeente Barendrecht geen eigen bomenploeg (zie ook hoofdstuk 7).

 

6.2.2Integrale onderhoudsbestekken

Het dagelijks groenonderhoud in Barendrecht is geregeld via integrale onderhoudsbestekken. De gemeente is opgedeeld in vier percelen, elk met een specifiek onderhoudsbestek en bijbehorende aannemer. In deze bestekken zijn alle benodigde werkzaamheden opgenomen en vertaald naar frequentiemaatregelen. In tegenstelling tot het beoordelen van het onderhoud op basis van beeldkwaliteit –waarbij het zichtbare resultaat centraal staat– richt een frequentiebestek zich op de regelmatige uitvoering van onderhoudswerkzaamheden. Dit betekent dat het onderhoud volgens een vooraf bepaalde frequentie wordt uitgevoerd, die aansluit bij het gewenste resultaat van de beeldsystematiek conform de CROW-kwaliteitscatalogus voor de openbare ruimte. Het gebruik van het frequentiebestek streeft naar een consistente en planmatige aanpak van het onderhoud, waarbij de kwaliteit en verzorging van de openbare ruimte op een beheerste en effectieve manier worden gewaarborgd.

Bloembakken onderhoudt team Wijkbeheer. Daarnaast wordt dit team ingezet om de kwaliteit van het groen op specifieke hotspots naar een hoger niveau te tillen.

 

6.2.3Onderhoudskwaliteit

Naast de benadering van het onderhoud op basis van frequentie gebruiken we in Barendrecht ook de standaardmethoden van beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit legt de nadruk op het zichtbare resultaat van het onderhoud. Hierbij kijken we naar het gewenste (eind)beeld van een beheergroep en welke onderhoudsmaatregelen nodig zijn om dit beeld te realiseren. In bijlage 5 vindt u de streefbeelden van de belangrijkste beheergroepen waarbij het gewenste beeld en de benodigde maatregelen zijn beschreven.

 

Vanuit het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 is het de ambitie om de onderhoudskwaliteit op bepaalde plekken in de openbare ruimte te verhogen naar een A-kwaliteit. Deze zonering wordt bepaald bij de uitwerking van de Groenvisie (2024). Doel is om op specifieke locaties een nog hogere kwaliteit en verzorging van het groen te realiseren bovenop de gemiddelde B-kwaliteit die we nastreven in het overgrote deel van de gemeente.

 

6.2.4Participatie en communicatie

Bewoners dragen soms bij aan het groenbeheer in Barendrecht. Dit betreft dan het onderhoud van kleine groenperken, boomspiegels en incidentele opruimacties. Wanneer bewoners aangeven dat ze een stuk groen willen onderhouden, faciliteert de gemeente dit. Voor deze zelfbeheervakken stellen we contracten op om ervoor te zorgen dat de plantvakken aan bepaalde (kwaliteits)eisen voldoen.

Regelmatig communiceren we over de uitvoering van algemene groenwerkzaamheden zoals onkruidbestrijding of snoeien. Bij vervanging van groen communiceren we doorgaans gericht per brief aan de direct omwonenden. Bij het vervangen van bomen hangen we qr-codebordjes op om zo belangstellenden door te geleiden naar specifieke informatie op onze website.

 

6.3 Planmatig onderhoud

Planmatig onderhoud richt zich op het compleet houden en renoveren of reconstrueren van plantvakken. Ook het vervangen van bomen valt hieronder. Planmatig onderhoud heeft als doel de functionaliteit, esthetiek en duurzaamheid van de groenvoorzieningen in stand te houden. Zorgvuldige analyse van bodemconditie en rekening houden met beplantingskeuze en beeldkwaliteit zijn essentieel onderdeel van het planmatig onderhoud.

 

6.3.1Inboet

Inboeten is het opnieuw aanplanten van bomen en planten die na aanplant niet zijn aangeslagen of om wat voor reden zijn doodgegaan. Dit om open plekken in plantvakken en bomenrijen op te vullen.

 

6.3.2Vervanging

Groen vervangen we wanneer het niet meer goed is te onderhouden of wanneer het technisch versleten is en het einde van de levensduur heeft bereikt. De vervangingsbehoefte berekenen we op basis van de gemiddelde theoretische levensduur. In dit beheerplan hanteren we voor de verschillende beheergroepen de theoretische levensduren uit tabel 4.

Vervanging van groen is afhankelijk van meerdere factoren. Denk aan de bodemgesteldheid, beperkingen van de groeiplaats, blootstelling aan strooizout, aanrijdingen, nat/droog, ziekten & plagen en nog vele andere omgevingsfactoren. De daadwerkelijke levensduur/vervanging van het groen bepalen we op basis van de werkelijke kwaliteit en vitaliteit ervan.

 

Groentype

Theoretische levensduur

% vervanging per jaar

Bomen

50 – 75 jaar

2% bomen in verharding

1,3% bomen in gras/beplanting

Bosplantsoen

50 jaar

2%

Heesters

25 jaar

4%

Vaste planten

10 jaar

10%

Hagen

25 jaar

4%

Gazon

25 jaar

4%

Kruidenrijk/ruw gras

50 jaar

2%

Tabel 4. Theoretische levensduur Barendrechtse beheergroepen

 

6.3.3Integrale aanpak groenvervanging

Bij integrale herinrichtingsprojecten buitenruimte beoordelen we vooraf of het opportuun is om gelijktijdig de bomen en beplanting aan te pakken. Deze afweging maakt de groenbeheerder. De praktijk leert dat bij vervangingsprojecten op het gebied van riolering, verharding en/of speelvoorzieningen het groen ook gelijktijdig vervangen wordt. Hiermee pakken we meerdere onderhoudsaspecten in één keer aan, wat leidt tot een optimale inrichting en kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte.

 

6.4 Onderhoud per beheertype

De beheerstrategie bevat de beheeruitgangspunten en beeldbepalende beheermaatregelen vastgelegd voor elk type beheer. De streefbeelden voor het groenbeheer zijn verder uitgewerkt in bijlage 5. Hierin staat gedetailleerd beschreven welke beheermaatregelen nodig zijn om het gewenste beeld te realiseren.

 

6.4.1Bomen

Doelstelling

Doel is een vitaal en duurzaam bomenbestand te realiseren dat de kwaliteit van onze groene leefomgeving versterkt. We streven naar een bomenbestand van hoge kwaliteit, wat betekent dat de bomen in goede conditie verkeren en er geen snoeiachterstanden zijn. Bomen dragen zo bij aan een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving voor onze inwoners.

Om dit te bereiken, is ons deskundig onderhoud gericht op het bevorderen van sterke, gezonde bomen en duurzame instandhouding. We zetten in op regelmatige inspecties, gepaste snoei en zorgvuldige verzorging. Door vroegtijdige detectie en aanpak van ziekten, plagen en gebreken borgen we de vitaliteit van onze bomen en minimaliseren daarmee potentiële risico's.

 

Dagelijks onderhoud

De gemeente inspecteert en onderhoudt haar bomen in een cyclus van 3 jaar. Alle attentiebomen en bomen met een verhoogde gevaarzetting (essen, populieren en wilgen ouder dan 40 jaar) laten we ieder jaar inspecteren. Conform het Handboek Bomen 2022 worden de bomen tijdens de inspectie beoordeeld op veiligheid en snoeibeeld. Met deze driejaarlijkse controle- en snoeicyclus voldoen we aan de landelijke richtlijn. Jonge bomen worden begeleid in hun ontwikkeling en meestal opgekroond (verwijderen onderste takken) om de wettelijke vrije doorgang te bereiken. Onderhoudssnoei vindt plaats bij de oudere bomen waarbij alleen dode, onveilige of verkeerd gegroeide takken worden verwijderd.

De huidige achterstand in het snoeibeeld (ongeveer een derde van het totale aantal) is ongewenst. Als een boom vanuit de inspectie het advies ‘vellen’ krijgt, kappen we deze boom binnen de gestelde termijn en streven we naar herplant op dezelfde locatie (of in de nabije omgeving).

 

Planmatig onderhoud

Op basis van de inspectie en meldingen vervangen we dode en ernstig zieke bomen. Aftakelende bomenrijen en boomgroepen met een slechte vitaliteit vervangen we planmatig. Hierbij beoordelen we of het haalbaar is om een nieuwe boom te planten, welke boomsoort geschikt is en op welke duurzame wijze dit kan worden gedaan. Het maken van een passende groeiplaats is essentieel voor de langdurige gezondheid en groei van bomen. Groeiplaatsverbeteringen nemen we mee bij weg- en herinrichtingsprojecten.

Daarbij kijken we naar mogelijkheden om de groeiplaatsen van bestaande bomen te vergroten, zodat de levensverwachting van de bomen kan worden verlengd.

Watergeven in de eerste twee jaar na aanplant behoort ook tot het planmatig onderhoud.

 

Veel van onze bomen zijn in de bloei van hun leven en komen pas binnen enkele tientallen jaren aan het einde van hun (theoretische) levenscyclus. De figuren 12 en 13 geven inzicht in het plantjaar en de leeftijdsopbouw van ons gemeentelijk bomenbestand.

Figuur 12 en 13. Plantjaar en leeftijd bomen in beheer bij de gemeente Barendrecht

 

Van ons bomenbestand is ruim 17% ouder dan 40 jaar. Dit betekent dat we ruim 4.000 bomen moeten vervangen binnen 25 jaar omdat ze aan het einde van hun theoretische levensduur zullen zijn. Om vervangingspieken in de toekomst te voorkomen, is het belangrijk om structureel jaarlijks een deel van het totale bomenbestand te vervangen. Op dit moment vervangen we alleen bomen die daadwerkelijk aan vervanging toe zijn. Het kan voorkomen dat een boom langer leeft dan zijn theoretische levensduur, maar vaak wordt deze leeftijd niet bereikt vanwege reconstructies, ophogingen, graafwerkzaamheden kabels & leidingen en andere factoren. Gezonde oude bomen proberen we zo lang mogelijk te behouden.

 

6.4.2Solitairen

Doelstelling

Ook het beheer van onze solitairen is gericht op duurzame instandhouding. Anders dan bij bomen worden solitairen niet geïnspecteerd uit oogpunt van veiligheid. Dit omdat ze qua grootte geen gevaar vormen voor de veiligheid van de woon- en leefomgeving.

 

Dagelijks onderhoud

Het dagelijks onderhoud aan solitairen is minimaal en bestaat uit het bijmaaien van gras en het om de zoveel jaar snoeien.

 

Planmatig onderhoud

Dode en zieke solitairen vervangen we tijdens het plantseizoen (grofweg november–maart).

 

6.4.3Bosplantsoen

Doelstelling

Doel is het bevorderen van natuurlijke (inheemse) en gemengde vegetatie met een zoom–mantel–kern opbouw. Hiermee creëren we een geleidelijke overgang van kruiden (zoom) via struiken (mantel) naar opgaand bos (kern). Gefaseerd maaien en kruidengroei stimuleert de biodiversiteit. Bij het beheer van bosplantsoen kunnen verschillende eindbeelden worden gerealiseerd zoals struweel, bossingel, hakhout of bos (zie bijlage 5 voor meer toelichting).

 

We bepalen de komende jaren per bosplantsoenvak het gewenste eindbeeld. Bij het wegwerken van de achterstanden in het bosplantsoen zetten we een eerste stap naar dat gewenste eindbeeld.

 

Dagelijks onderhoud

De randen van bosplantsoenvakken snoeien we 1x per jaar en maaien we 2x per jaar. Jonge aanplant (<3 jaar) wordt geschoffeld. Daarnaast dunnen we –in een cyclus van 8 jaar– het bosplantsoen om boomvormers te verwijderen en de diversiteit aan soorten te behouden.

 

Planmatig onderhoud

Bosplantsoen heeft een theoretische levensduur van 50 jaar. Hierna kijken we of de vegetatie nog vitaal en functioneel is of moet worden vervangen. Uitgevallen jong bosplantsoen boeten we meestal in. Maar soms kiezen we om niet in te boeten om daarmee kruidengroei te bevorderen.

 

6.4.4Heesters

Doelstelling

Heesters hebben een decoratieve functie en voegen visuele en ecologische waarde toe aan de omgeving. We streven naar gesloten plantvakken met een verzorgd uiterlijk en een kwaliteitsniveau B. Een beperkte mate van snoeiachterstand beschouwen we als acceptabel. Langs verharding en gras zijn de randen van de beplantingsvakken redelijk zichtbaar en zijn er weinig storende of overhangende takken. Kaal oppervlak is slechts in beperkte mate toegestaan en ook zwerfafval is beperkt aanwezig.

 

Dagelijks onderhoud

Onkruid houden we onder controle door regelmatig te schoffelen (minimaal 10x per jaar) en enkele keren de onkruidresten uit te ruimen. Zwerfafval wordt opgeruimd tijdens periodieke rondes waarbij indien nodig ook grofvuil wordt verwijderd. In het najaar ruimen we het gevallen blad op. Daarnaast snoeien we de randen van onze heesters om te voorkomen dat het groen te ver buiten de plantvakken groeit. De soort en type heester bepalen de snoeiwijze (specifieke verjongingssnoei of heel het plantvak kortzetten).

 

Planmatig onderhoud

Bij planmatig onderhoud van heestervakken streven we naar het behoud van een gezonde en verzorgde beplanting. Inboet en vervanging van oude of zieke heesters is gericht op het verbeteren van de beeldkwaliteit van de groene openbare ruimte. Hierbij kijken we zorgvuldig naar de juiste plantkeuze en houden we rekening met factoren als groeiomstandigheden, gewenste beplantingsstructuur en sier- en ecologische waarde.

 

6.4.5Vaste planten

Doelstelling

Vaste planten spelen een prominente rol in het creëren van een aantrekkelijke en biodiverse openbare ruimte. We concentreren ons voornamelijk op zichtlocaties en prominente plekken in de openbare ruimte waar vaste planten optimaal kunnen bijdragen aan de esthetische beleving en het creëren van een levendige sfeer. We streven naar een beheer dat ecologisch verantwoord is en bijdraagt aan het behoud en bevordering van de biodiversiteit. De planten zien er verzorgd uit, zijn compact geplant en onkruiden zijn nauwelijks aanwezig.

 

Dagelijks onderhoud

Vaste planten houden we onkruid- en zwerfafvalvrij. Eenmaal per jaar worden de vaste planten afgeknipt of gemulcht (bovengrondse delen worden versnipperd en over het plantvak verspreid) om hergroei te bevorderen. Mulchen heeft als voordeel dat het natuurlijke materiaal wordt gerecycleerd en dient als een natuurlijke bemesting voor de planten. Dit bevordert de gezonde groei en bloei van de vaste planten en draagt bij aan een duurzaam onderhoudsbeleid.

 

Planmatig onderhoud

Vaste planten hebben een theoretische levensduur van 10 jaar. Bemesten en regelmatig vervangen zijn de belangrijkste planmatig onderhoudswerkzaamheden. Bij de aanplant van vaste planten streven we naar een evenwichtige en diverse samenstelling en houden we rekening met kleur, bloeiperiode, groeivorm en bijdrage aan biodiversiteit.

 

6.4.6Hagen

Doelstelling

Het beheer van hagen is gericht op het in stand houden van een gesloten lijnvormige beplanting, die zorgt voor verkeersbegeleiding, bijdraagt aan de aankleding van de openbare ruimte en de biodiversiteit verhoogt. We streven naar een minimale beeldkwaliteit B en naar minimale aanwezigheid van gaten in de haag, zodat de strakke lijnen van de haag goed zichtbaar blijven.

 

Dagelijks onderhoud

Voor een verzorgd uiterlijk, schoffelen we minstens 10x per jaar het onkruid en we verwijderen het zwerfvuil uit de haagvoet. Daarnaast snoeien we de hagen een aantal keer per jaar om uitstekende takken of scheuten weg te nemen en rechte lijnen te creëren. Ook borgen we hierbij het uitzicht bij oversteekplaatsen en kruisingen.

 

Planmatig onderhoud

Bij het ontstaan van kale plekken en grootschalige uitval kijken we of herplant op duurzame wijze mogelijk is. Indien nodig verbeteren we de kwaliteit van de groeiplaats door de bodemstructuur te verbeteren of voedingsstoffen aan te vullen. Een goede groeiplaats draagt immers bij aan de vitaliteit en het duurzaam in stand houden van de hagen.

 

6.4.7Gazon

Doelstelling

Onze gazons zien er verzorgd uit en zijn functioneel, toegankelijk en aantrekkelijk voor recreatie en gebruik. De grasmat is gezond en heeft een nette uitstraling conform B-kwaliteit.

 

Dagelijks onderhoud

Onze gazons maaien we minimaal 22x per jaar. De obstakels (lichtmasten, paaltjes etc.) worden minder frequent bijgemaaid. Daarnaast ontdoen we het gazon regelmatig van zwerfafval en verwijderen we in het najaar het afgevallen blad om verstikking te voorkomen. De randen van de gazons langs verharding en beplanting steken we en maaien we 2x per jaar.

 

Planmatig onderhoud

Als gazons niet meer voldoen aan de technische kwaliteit vanwege kale plekken of ongelijkheid, frezen we de grasmat. Vervolgens egaliseren en profileren we het terrein en zaaien het in met een geschikt gazonmengsel.

 

6.4.8Kruidenrijk en ruw gras

Doelstelling

Doel is het ontwikkelen en behouden van een divers en ecologisch waardevol grasland dat bijdraagt aan de biodiversiteit en natuurlijke processen. We streven naar een gezonde grasvegetatie met een rijke variatie aan grassen, kruiden en bloeiende planten. Door het beperken van bemesting en het maaien/afvoeren op specifieke momenten, bevorderen we de ontwikkeling van een robuuste grasvegetatie dat zorgt voor een aantrekkelijke leefomgeving voor planten, insecten en andere dieren.

 

Kruidenrijk gras is waardevoller, maar niet overal mogelijk. Praktische zaken als in te zetten materieel, kleine oppervlakken en uitzichthoeken dwingen ons soms tot frequent maaien en niet opruimen.

 

Dagelijks onderhoud

Maaien vindt plaats in periodieke rondes. Frequentie varieert van 1x tot 5x per jaar. Bij kruidenrijk gras voeren we het maaisel af, ruw gras blijft liggen nadat het is geklepeld. Daarnaast ruimen we regelmatig zwerfafval en wordt een meterstrook langs verharding frequenter gemaaid. Dit in het kader van de toegankelijkheid en verkeersveiligheid.

 

Planmatig onderhoud

Niet van toepassing.

 

6.5 Kabels en leidingen

In de begroting staat een aparte post voor 'degeneratie groen'. Hierop ontvangen we inkomsten van nutsbedrijven voor graafwerkzaamheden in het gemeentelijk groen. Nutsbedrijven betalen een landelijk vastgestelde prijs per vierkante meter voor de schade die zij veroorzaken. Deze inkomsten zijn echter niet voldoende om alle herstelwerkzaamheden te bekostigen.

Daarom is een nieuwe werkwijze afgesproken met de nutsbedrijven. De huisaannemer van de gemeente herstelt het groen bij grootschalige kabels- & leidingenprojecten. De factuur van deze groenherstelwerkzaamheden wordt vervolgens rechtstreeks naar de nutsbedrijven gestuurd. Op deze manier dragen zij de kosten voor het herstellen van grote schades en worden de herstelwerkzaamheden goed uitgevoerd.

 

6.6 Ziekte en plagenbestrijding

Veel boomstructuren bestaan uit dezelfde boomsoort, wat kan leiden tot snelle verspreiding van ziekten & plagen en grootschalige uitval. Verschillende boomsoorten worden bedreigd door ongeneeslijke ziekten, wat resulteert in verzwakte bomen die meer zorg en inspectie vereisen. In sommige gevallen is vervanging van de bomen de enige oplossing. Verwacht wordt dat door klimaatverandering de aanwezigheid en impact van boomziekten en invasieve exoten (plant/dier dat van nature niet in Nederland voorkomt en schadelijk is voor onder natuur) de komende jaren verder zullen toenemen. Daarom is het essentieel om effectieve en adequate bestrijdings- en monitoringmaatregelen te nemen.

 

6.6.1Boomziekten

Als gemeente lopen we risico's met bomen die zijn aangetast door ziekten. In sommige gevallen is het noodzakelijk om zo snel mogelijk over te gaan tot het kappen van de bomen en de vervanging ervan. Op andere locaties waar het risico minder hoog is, kunnen we volstaan met regelmatige monitoring.

Veel boomstructuren zijn aangeplant als monocultuur (bestaan uit een soort). Daardoor kunnen ziekten en aantastingen snel om zich heen grijpen.

Elke boomziekte is anders en heeft zijn eigen kenmerken, gevolgen en dus ook wijze van aanpak.

 

Essentaksterfte

Ruim 15% van ons bomenbestand bestaat uit essen. Met name de Fraxinus excelsior (gewone es) is gevoelig voor de schimmel die essentaksterfte veroorzaakt. Dit betreft ongeveer 2.675 bomen waarvan meer dan 200 een slechte conditie hebben. Essentaksterfte heeft ernstige gevolgen omdat delen van de es langzaam afsterven. In gebieden waar essen langs de weg staan, kan dit een gevaar vormen doordat takken kunnen afbreken. Sinds 2019 monitoren we de ontwikkeling van essentaksterfte op 18 locaties. Hoewel de aangetaste essen zich op deze locaties lijken te herstellen, zien we bij veiligheidsinspecties een toename van het aantal aangetaste essen. Regelmatig moeten we essen kappen/vervangen om de veiligheid van de woon- en leefomgeving te borgen.

 

Kastanjebloedingsziekte

Op de bast van aangetaste Aesculus hippocastanum (paardenkastanjes) ontstaan bruine vochtige plekken die gaan bloeden waarbij een stroperige vloeistof vrijkomt. Bij ernstige aantasting neemt de conditie van de boom af en neemt het risico op takbreuk toe. Verzwakte exemplaren worden vaak ook aangetast door zogenaamde 'secundaire' plagen zoals honingzwam, fluweelpootje of oesterzwam. In ons bomenbestand zitten 245 paardenkastanjes waarvan meer dan de helft (139 stuks) met tekenen van aantasting door kastanjebloedingsziekte; 60 daarvan verkeren in een slechte conditie. Alle aangetaste paardenkastanjes zitten in de jaarlijkse boominspectie waarna we de geadviseerde maatregelen uitvoeren.

 

Iepziekte

Om de verspreiding van de iepziekte tegen te gaan, passen we preventieve maatregelen toe. Bijna al onze Hollandse iepen (Ulmus x hollandica) laten we ieder jaar injecteren om iepziekte te voorkomen. Zieke iepen verwijderen we zo spoedig mogelijk om verspreiding tegen te gaan. Hiermee streven we naar een gezond iepenbestand en minimaliseren we de impact van deze besmettelijke ziekte.

 

Andere boomziekten als watermerkziekte en roetschorsziekte komen in mindere mate voor. Wel is de verwachting dat als gevolg van klimaatverandering het aantal boomziekten en plagen toeneemt. Dit resulteert in een hoger sterftecijfer en meer boomvervangingen (en kosten).

 

6.6.2Plagen

Invasieve exoten

Exoten zoals Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw komen maar op enkele plaatsen voor in Barendrecht. Reuzenberenklauw bestrijden we actief door extra maaien of uitsteken. Bij de bestrijding van Japanse duizendknoop zetten we naast maaien/afruimen ook chemische middelen in.

 

Eikenprocessierups

De eikenprocessierups gebruikt voornamelijk bladeren van de zomereik als voedsel. Bij een ernstige plaag wordt zelfs een hele boom kaalgevreten. De brandharen van de rups vormen een gevaar voor de volksgezondheid. Eikenprocessierups bestrijden wij preventief en curatief. De bekende nestplaatsen behandelen we jaarlijks met nematoden. Deze microscopisch kleine aaltjes zijn een vijand van de eikenprocessierups. Op basis van eigen waarneming en meldingen van bewoners laten we nesten van eikenprocessierups wegzuigen.

Met het vergroten van de biodiversiteit streven we naar een natuurlijke bestrijding van de eikenprocessierups. In het beste geval nemen natuurlijke vijanden als gaasvliegen en koolmezen de bestrijding van eikenprocessierups van ons over.

 

Luizen (honingdauw)

De plaag van luizen beperkt zich tot els (Alnus) en linde (Tilia). De mate van kwetsbaarheid hangt af van de locatie. Een boom met luizen in een gazon of bosplantsoen is geen probleem, maar staat deze op een parkeerplaats dan is er vaak overlast van honingdauw. Bij zo’n 180 bomen bestrijden we ieder jaar de luizen door zakjes met larven van lieveheersbeestjes in de bomen te hangen. Lieveheersbeestjes en bladluizen zijn immers vijanden van elkaar.

 

6.7 Klimaatadaptatie en ecologie

Het is van belang om veerkrachtig openbaar groen te ontwikkelen dat in staat is de impact van klimaatverandering te weerstaan. Het bevorderen van de biodiversiteit is daarom een belangrijk aspect van ‘groene klimaatadaptatie’. Veel verschillende soorten planten, dieren, micro- en andere organismen zijn namelijk onderling afhankelijk van elkaar en vormen complexe voedselketens. Daarnaast levert biodiversiteit ons een breed scala aan ecosysteemdiensten die essentieel zijn voor ons welzijn en economie. Denk aan bestuiving van gewassen en opname van koolstofdioxide. Verder is genetische variatie belangrijk omdat dit organismen in staat stelt zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Hoe groter de genetische diversiteit, hoe groter de kans dat een soort klimaatverandering en ziekten kan overleven en kan evolueren.

Biodiversiteit vergroten we door inheemse bomen- en plantensoorten aan te planten die goed bestand zijn tegen droogte, hitte en extreme weersomstandigheden. Dit is wel een grote uitdaging omdat er niet veel soorten bomen en planten zijn die én goed bestand zijn tegen droogte/hitte én tijdelijk tegen natte voeten kunnen. Grijs omvormen naar groen is ook een speerpunt. Net als het vergroten van boomspiegels tot groenvakken. Medio 2023 is ter bevordering van de biodiversiteit het maairegime op ruim 55 hectare gras veranderd van klepelen/laten liggen naar maaien/afvoeren. Verder houden we pilots met minder frequent gazon maaien en het niet meer schoffelen van boomspiegels.

 

We hebben geen apart ecologisch beleid. Een van de speerpunten in het meerjarenprogramma Baren-drecht Werelddorp 2022-2026 is het aanstellen van een dorpsecoloog waarbij ook structureel een ‘ecologisch uitvoeringsbudget’ is vrijgemaakt.

 

Hiernaast is het ook belangrijk om de groene infrastructuur te integreren in het stedelijk gebied. Groene daken, groene gevels, waterberging/verminderen van waterafvoer helpen bij het verminderen van hitte-eilandeffecten en het vergroten van de leefbaarheid.

 

In de begroting staat nog geen budget voor het invoeren van klimaatadaptieve maatregelen en de daaruit voortvloeiende beheerkosten. Aanpassingen die nodig zijn in de openbare ruimte om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen, pakken we integraal aan vanuit het uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie. Dit is nog in ontwikkeling.

 

6.8 Uitbreiding groenbeheerareaal

Het bouwen van nieuwe woningen vergroot doorgaans ook het door de gemeente te beheren groenareaal. Het eerste jaar na aanleg zijn de kosten voor inboet voor de ontwikkelaar, maar na overdracht ligt het dagelijks onderhoud bij de gemeente. Grote Barendrechtse woningbouwprojecten als de Stationstuinen en in Lagewei & Vrouwenpolder staan de komende jaren nog op de planning. Uit oogpunt van duurzaam groenbeheer is het van cruciaal belang om voldoende financiële middelen op te nemen in de beheerbegroting. Bijlage 8 bevat de routekaart voor het verwerken van areaalwijzigingen in de begroting.

 

6.9 Monitoring en inspectie

De kwaliteit van onze bomen en ons groen monitoren we op verschillende manieren:

  • Boomspecialisten van externe boomtechnisch advies- en ingenieursbureaus inspecteren minimaal 1x per 3 jaar onze bomen qua veiligheid en onderhoud (visuele inspectie);

  • Geadviseerde nader boomveiligheidsonderzoek wordt door een ander boomtechnisch adviesbureau uitgevoerd;

  • Boomziekten monitoren we in samenwerking met gespecialiseerde bureaus;

  • Onze toezichthouders controleren dagelijks of het onderhoud naar behoren wordt uitgevoerd. Daarnaast beoordelen zij 10x per jaar of de werkzaamheden van de aannemer voldoen aan de afgesproken kwaliteit;

  • Elk kwartaal inspecteert bureau Cyber onze openbare ruimte (technische staat en onderhoudstoestand van alle assets). Inspectieresultaten worden gerapporteerd via het platform Apptimize;

  • Meldingen van bewoners (meldingssysteem, telefoon, brief etc.) gebruiken we als input voor eventuele bijsturing op onderhoud en vervangingsplanning.

7 Gemeentelijke organisatie

 

De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen ligt binnen de huidige organisatie voornamelijk bij de afdelingen Beheer en Uitvoering. Hieronder een korte beschrijving van de functies en rollen van de medewerkers die werken met dit groenbeheerplan:

 

Groenbeheerder: overziet de kwaliteit en levensduur van het openbaar groen, toetst nieuwe ontwerpen aan de kaders van het groenbeheerplan, lost complexe beheerklachten/–meldingen op en beheert de budgetten planmatig groenonderhoud.

Beleidsadviseur groen: ontwikkelt, implementeert en evalueert duurzaam en effectief groenbeleid inclusief bestuurlijke afstemming en bereidt besluitvorming voor.

Databeheerder groen: optimaliseert & actualiseert het groenbeheersysteem en levert input voor het uitzetten van de boominspecties en het opstellen van de onderhoudsbestekken.

Werkvoorbereider civiel: maakt bestekken en verzorgt calculaties.

Directievoerder: coördineert het dagelijks toezicht op de uitvoering van het werk en controleert het naleven van de overeenkomst.

Toezichthouder groen/bomen: controleert de uitvoerende aannemer, verzorgt de besteksadministratie, beheert de budgetten dagelijks onderhoud, handelt klachten/meldingen van bewoners af en stemt werkzaamheden af met collega’s buitendienst.

Medewerker wijkploeg: onderhoudt de hotspots en inzet bij calamiteiten.

 

Daarnaast is er ook een belangrijk rol weggelegd voor de communicatiemedewerkers. Tijdig en zo zorgvuldig mogelijk informeren van inwoners is belangrijk om groenwerkzaamheden goed te kunnen uitvoeren en zorgt voor draagvlak en begrip.

 

Vanaf 1 januari 2024 heeft de gemeente Barendrecht weer een eigen ambtelijke organisatie voor beleid en uitvoering. Dit om slagvaardiger te kunnen zijn, meer maatwerk te kunnen bieden en een betere dienstverlening aan inwoners te kunnen leveren. In de nieuwe organisatie is een apart cluster Buitenruimte (zie afbeelding 13 uit het Organisatie- & Formatieplan van 23 mei 2023).

Figuur 14. Organogram cluster Buitenruimte gemeente Barendrecht (bron: Organisatie- & Formatieplan 23 mei 2023)

 

Al het dagelijks groenonderhoud (schoffelen, maaien, knippen etc.) is uitbesteed middels integrale onderhoudsbestekken. Social Return on Investment (SRoI) is hierin een standaard onderdeel.

Omdat de nieuwe organisatie niet voorziet in een eigen bomenploeg, brengen we het snoeien van bomen ook onder bij een aannemer. Dit geldt eveneens voor het inboeten van beplanting en het opruimen van zwerfvuil dat in de GR BAR-organisatie was belegd bij respectievelijk team Wijkbeheer en team Reiniging.

 

Aan dit groenbeheerplan zijn in de nieuwe organisatie zo’n 8 fte te koppelen (inschatting op basis van functie- en formatielijst cluster Buitenruimte en O&F-plan). Vanuit het team Beleid & Beheer Buitenruimte 2 fte (integrale beheerder, groenbeheerder en beleidsadviseur), uit team Projecten Buitenruimte 1 fte (projectleider, directievoerder, werkvoorbereider en tekenaar), vanuit team Wijkbeheer, Bomen, Borden & Spelen 3 fte (technisch medewerker openbare ruimte) en uit team Gemalen, Riolering, Reiniging & Toezicht 2 fte (toezichthouder).

In principe is hiermee in de organisatie voldoende groencapaciteit aanwezig met de kanttekening dat de groenbeheerder zijn handen vol heeft aan de groenvervangingen. Dit dwingt ons tot een realistische vervangingsopgave (zie ook paragraaf 8.2 en 9.1).

8 Financiën

 

Dit hoofdstuk gaat in op de financiële aspecten van het Barendrechtse groenbeheer in de periode 2024 tot en met 2027. Beschikbare budgetten vergelijken we met de (berekende) benodigde budgetten en geven inzicht in de (theoretische) vervangingsopgave met bijbehorende kosten. Ook brengen we de kosten in beeld voor het wegwerken van achterstanden/het op gewenst kwaliteitsniveau brengen.

 

8.1 Dagelijks onderhoud openbaar groen

In de Barendrechtse meerjarenbegroting zijn voor dagelijks groenonderhoud de volgende budgetten beschikbaar (zie ook bijlage 4).

Beschikbaar budget dagelijks onderhoud groen

2024

2025

2026

2027

Onderhoud openbaar groen1

€ 3.064.500

€ 3.064.500

€ 3.064.500

€ 3.064.500

Onderhoud bomen2

€ 233.600

€ 233.600

€ 233.600

€ 233.600

Onderzoek- en inspectiekosten

€ 17.200

€ 17.200

€ 17.200

€ 17.200

Opruimen zwerfafval3

€ 82.100

€ 82.100

€ 82.100

€ 82.100

Totaal

€ 3.397.400

€ 3.397.400

€ 3.397.400

€ 3.397.400

Tabel 5. Overzicht beschikbaar budget dagelijks onderhoud groen gemeente Barendrecht

 

1De bedragen zijn inclusief de budgetten vanuit het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 (€276.000 voor behoud B-niveau; €613.000 dagelijks groenonderhoud naar A-niveau, €75.000 biovriendelijk maaibeleid en €1.500 onderhoud veel meer bomen).

2Momenteel snoeit de BAR-bomenploeg nog een deel van de Barendrechtse bomen. De ontvlechting van de GR BAR-organisatie maakt het ingewikkeld te rekenen met formatiezaken waardoor in dit beheerplan de financiële formatie van de bomenploeg niet is meegenomen.

3In de BAR-begroting staat €205.200 voor het opruimen van zwerfafval in de drie gemeenten. Op basis van de ‘2-1-2 BAR-verdeelsleutel’ is de Barendrechtse bijdrage voor het opruimen van zwerfafval €82.100. Feitelijk kan dit budget na de ontvlechting worden overgeheveld naar het budget dagelijks onderhoud groen.

 

Naast deze exploitatiebudgetten bevat het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 een investeringsbudget van €1.550.000 (is inclusief €25.000 voorbereidingskosten) voor ‘Kwaliteitsimpuls groen’ & een investeringsbudget van €175.000 voor ‘Veel meer bomen’. De inzet van deze investeringen worden verder uitgewerkt in het nog op te stellen Uitvoeringsprogramma Groenvisie.

 

Bij het ramen van de kosten voor het dagelijks onderhoud van bomen, beplanting en gras is gebruik gemaakt van het normkostenmodel van DG Groep (gebaseerd op landelijke benchmark) aangepast naar de Barendrechtse werkpakketten (zie ook bijlage 6 en 7). Gerekend is met eenheidsprijzen 2023, toekomstige indexering is niet meegenomen en er is geen rekening gehouden met toekomstige areaaluitbreidingen en uitvoeringsprogramma’s Groenvisie en Klimaatadaptatie. Langs het ‘proces areaalwijziging en begroting’ (bijlage 8) landen de financiële consequenties van toekomstige areaalmutaties in de begroting.

Benodigd budget dagelijks onderhoud groen

2024

2025

2026

2027

Onderhoud bomen

€ 540.000

€ 540.000

€ 540.000

€ 540.000

Bestrijden ziekten en plagen

€ 25.000

€ 28.000

€ 31.000

€ 34.000

Onderhoud beplanting

€ 1.896.000

€ 1.896.000

€ 1.896.000

€ 1.896.000

Onderhoud gras

€ 823.000

€ 823.000

€ 823.000

€ 823.000

Subtotaal

€ 3.284.000

€ 3.287.000

€ 3.290.000

€ 3.293.000

Inboet*

€ -360.000

€ -360.000

€ -360.000

€ -360.000

Totaal

€ 2.924.000

€ 2.927.000

€ 2.930.000

€ 2.933.000

Tabel 6. Overzicht berekend benodigd budget dagelijks onderhoud groen gemeente Barendrecht

 

*Inboet wordt in de normkosten DG Groep gerekend tot dagelijks onderhoud. Barendrecht ziet inboet echter als onderdeel van planmatig onderhoud groen. Vandaar dat het inboetdeel in mindering wordt gebracht in de berekening totaal benodigd budget dagelijks onderhoud groen.

 

Verschil beschikbaar versus benodigd budget

2024

2025

2026

2027

Beschikbaar budget dagelijks onderhoud groen

€ 3.397.400

€ 3.397.400

€ 3.397.400

€ 3.397.400

Benodigd budget dagelijks onderhoud groen

€ 2.924.000

€ 2.927.000

€ 2.930.000

€ 2.933.000

Verschil (overschot)

€ 473.400

€ 470.400

€ 467.400

€ 464.400

Tabel 7. Overzicht beschikbaar versus berekend benodigd budget dagelijks onderhoud groen gemeente Barendrecht

 

Overall is dus voor 2024-2027 voldoende budget beschikbaar voor de uitvoering van het Barendrechtse dagelijks groenonderhoud.

 

8.2 Planmatig onderhoud openbaar groen

Voor planmatig groenonderhoud staan de volgende budgetten in de meerjarenbegroting:

Beschikbaar budget planmatig onderhoud groen

2024

2025

2026

2027

Onderhoud openbaar groen

€ 178.400

€ 178.400

€ 178.400

€ 178.400

Onderzoek- en inspectiekosten

€ 5.100

€ 5.100

€ 5.100

€ 5.100

Onderhoud bomen

€ 128.600

€ 128.600

€ 128.600

€ 128.600

Totaal

€ 312.100

€ 312.100

€ 312.100

€ 312.100

Tabel 8. Overzicht beschikbaar budget planmatig onderhoud groen gemeente Barendrecht

 

Zoals in paragraaf 6.3 beschreven, richt het planmatig onderhoud zich op het compleet houden en renoveren van plantvakken. Ook het inboeten en vervangen van bomen valt hieronder.

Inboet en vervanging komt voort uit de boomveiligheidscontrole, ziekten en plagen, meldingen, controle toezichthouders, herinrichting buitenruimte en beheerstrategie groenbeheerder.

 

Met behulp van een berekende vervangingswaarde gekoppeld aan de theoretische levensduur (uit tabel 4) is de jaarlijkse vervangingsopgave voor Barendrecht berekend (zie tabel 9).

 

Groentype

Areaal (aantal of m²)

Vervangings- waarde (€)

Theoretische levensduur (jaar)

Vervanging per jaar (%)

Vervanging per jaar (aantal/m²)

Vervangings- kosten per jaar (€)

Boom in gras/beplanting

19.614

€ 16.800.000

75

1,3%

255

€ 218.400

Boom in verharding

4.117

€ 15.100.000

50

2,0%

82

€ 302.000

Bosplantsoen

216.939

€ 4.100.000

50

2,0%

4.339

€ 82.000

Heesters

299.683

€ 8.900.000

25

4,0%

11.987

€ 356.000

Vaste planten

15.299

€ 500.000

10

10,0%

1.530

€ 50.000

Hagen

52.718

€ 1.600.000

25

4,0%

2.109

€ 64.000

Gazon

811.735

€ 700.000

25

4,0%

32.469

€ 28.000

Kruidenrijk/ruw gras

1.208.083

€ 900.000

50

2,0%

24.162

€ 18.000

Totaal

€ 48.600.000

€ 1.118.400

Tabel 9. Berekende (theoretische) kosten planmatig onderhoud groen gemeente Barendrecht

 

Tussen de berekende (theoretische) kosten voor het inboeten en vervangen van groen & bomen en het beschikbare budget zit een gat van ruim €800.000 (zie tabel 10).

 

Beschikbaar versus benodigd theoretisch budget

2024

2025

2026

2027

Beschikbaar budget planmatig onderhoud groen

€ 312.100

€ 312.100

€ 312.100

€ 312.100

Benodigd budget planmatig onderhoud groen

€ 1.118.400

€ 1.118.400

€ 1.118.400

€ 1.118.400

Verschil (tekort)

€ -806.300

€ -806.300

€ -806.300

€ -806.300

Tabel 10. Overzicht beschikbaar versus benodigd theoretisch budget planmatig onderhoud groen gemeente Barendrecht

 

In de praktijk blijkt echter dat de theoretische vervanging afwijkt van de realistische vervanging. Gezien de voorbereidingstijd (inventariseren vervangingsopgave, uitwerken plannen, communiceren bewoners etc.) is het voor één groenbeheerder praktisch niet mogelijk om ieder jaar 337 bomen te vervangen plus bijna 20.000 m² beplanting en ruim 56.000 m² gras te renoveren.

 

Daarbij leidt een lager vervangingsbudget tot het zoeken naar innovatieve en creatieve oplossingen voor planmatig onderhoud groen. Voorbeelden hiervan zijn de inzet van bodemvochtsensoren (alleen water geven wanneer nodig) of omvormen naar goedkopere beheergroepen (kruidenrijk gras voor beplanting). Verder stimuleert een realistisch vervangingsbudget te kijken naar alternatieve oplossingen voor behoud en verbetering van het openbaar groen (bijv. meer aandacht voor herstel/inboet in plaats van volledige vervanging).

 

Inschatting is dat de verhouding realistisch versus theoretisch vervangingsbudget ongeveer 70% is. De realistische vervangingskosten komen dan uit op €782.900 in plaats van €1.118.400.

Beschikbaar versus benodigd realistisch budget

2024

2025

2026

2027

Beschikbaar budget planmatig onderhoud groen

€ 312.100

€ 312.100

€ 312.100

€ 312.100

Benodigd budget planmatig onderhoud groen

€ 782.900

€ 782.900

€ 782.900

€ 782.900

Verschil (tekort)

€ -470.800

€ -470.800

€ -470.800

€ -470.800

Tabel 11. Overzicht beschikbaar versus benodigd realistisch budget planmatig onderhoud groen gemeente Barendrecht

 

Dit tekort is budgetneutraal op te lossen door €470.800 over te hevelen van het budget dagelijks groenonderhoud naar het budget planmatig groenonderhoud.

 

8.3 Gewenste kwaliteit/onderhoudsachterstand

Uit de quickscan DG Groep, inspectie Cyber en het oordeel van de toezichthouders/groenbeheerder blijkt dat het groen in Barendrecht niet overal de gewenste kwaliteit heeft. Enerzijds is er achterstand in het snoeien van bomen en bosplantsoen en anderzijds in het niet tijdig renoveren/inboeten van plantvakken en het vervangen van bosplantsoen. Ook is een inhaalslag te maken op de gazons (doorzaaien kale plekken en egaliseren/opnieuw inzaaien ongelijke grasvelden).

Op basis van de normkosten DG Groep zijn de financiële consequenties hiervan doorgerekend.

Uit te voeren maatregelen

Areaal per jaar (st. of m²)

2024

2025

2026

2027

Snoeien bomen

4.150

€ 95.000

€ 95.000

€ -

€ -

Snoeien bosplantsoen

14.250

€ 40.000

€ 40.000

€ 40.000

€ 40.000

Vervangen bosplantsoen

4.750

€ 90.000

€ 90.000

€ 90.000

€ 90.000

Vervangen/inboeten heesters

5.500

€ 130.000

€ 130.000

€ 130.000

€ 130.000

Doorzaaien/egaliseren gazon

10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Totaal

€ 365.000

€ 365.000

€ 270.000

€ 270.000

Tabel 12. Berekende kosten voor groen op gewenste kwaliteit brengen/wegwerken achterstanden gemeente Barendrecht

 

Het op gewenste kwaliteit brengen/wegwerken achterstand wordt in 2024-2028 meegenomen in de groenvervangingsplanning en is daardoor onderdeel van het planmatig groenonderhoud.

 

8.4 Kwaliteitsambitie meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp

Zonder de extra budgetten vanuit het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 was het benodigde budget voor het groenonderhoud niet toereikend geweest. Daar staat tegenover dat die extra budgetten eigenlijk niet gebruikt gaan worden waarvoor ze zijn bedoeld. Anders gezegd: het extra geld is nodig om het openbaar groen op B-kwaliteit te beheren (is inclusief vervangen). Bovendien is een deel van het budget ‘kwaliteit groen op A-niveau’ al ingezet om extra structurele lasten van het biovriendelijk maaivoorstel te dekken.

 

Het verhogen van onderhoudskwaliteit is daarbij niet alleen een kwestie van extra schoffelen of grasmaaien. Naast het wegwerken van de onderhoudsachterstand uit par. 8.3 moeten in principe ook alle ‘B-kwaliteitsvakken’ op A-niveau worden gebracht. Uit figuur 10 (paragraaf 5.3.4) blijkt dat daarvoor ruim een derde van het heesterareaal moet worden opgeknapt. Op basis van de berekende theoretische vervangingswaarde zijn die kosten dan zo’n €3 miljoen.

 

8.5 Verbeterplan Begroting 2024 – meerjarenraming 2025-2027

Om te voorkomen dat de gemeente onder preventief financieel toezicht komt van de provincie Zuid-Holland, stelde de gemeenteraad op 7 november 2023 het Verbeterplan Begroting 2024 – meerjarenraming 2025-2027 vast. Onderdeel van dit verbeterplan is een verlaging van het groenbudget met €375.000 in 2027.

De provincie stelt dat bij het versoberen van het onderhoudsniveau in de openbare ruimte geen situatie van achterstallig onderhoud mag ontstaan en dat deze wijziging in het beheerplan verwerkt moet worden.

 

Er zijn twee mogelijkheden om deze bezuiniging te effectueren:

  • 1.

    in 2027 een stapje terug doen in het dagelijks onderhoud (minder maaien, minder schoffelen, minder snoeien, minder zwerfvuil verwijderen etc.)

  • 2.

    in 2027 minder groen vervangen

Nadelen van optie 1 zijn dat een bezuiniging op dagelijks onderhoud direct merkbaar is (mindere kwaliteit van de openbare ruimte), dwingt tot het maken van gedetailleerde keuzes hoe de bezuiniging te realiseren (bijv. waar en hoeveel x minder grasmaaien) en zorgt voor aanzienlijke besteks-wijzigingen.

Optie 2 heeft als nadeel dat in 2027 de vervanging van het groen op een lager pitje komt te staan. Maar dit is buiten niet direct merkbaar en in het licht van het beschikbare budget niet problematisch (we hebben na vaststelling van dit groenbeheerplan in 2027 nog altijd een ton meer te besteden aan planmatig groenonderhoud dan voor vaststelling).

 

In 2027 actualiseren we het groenbeheerplan qua areaalgegeven/maatregelpakketten/ eenheidsprijzen en zetten we de onderhoudsstrategie/beheerkwaliteit opnieuw af tegen de beschikbare en benodigde budgetten voor het beheer van het Barendrechtse openbaar groen.

9 Conclusies en aanbevelingen

 

Groenbeheer is een kerntaak van de gemeente. Om deze taak goed uit te voeren, is het belangrijk dat –naast goed zicht op de kwantiteit en kwaliteit van het beheerareaal– voldoende middelen beschikbaar zijn om onze bomen en ons groenareaal op het vastgestelde kwaliteitsniveau te beheren. Wat betekent dit voor de gemeente Barendrecht? In het laatste hoofdstuk van dit plan trekken we conclusies en doen we aanbevelingen.

 

9.1 Conclusies

Het te beheren gemeentelijk groenareaal is groot en divers

De gemeente Barendrecht beheert meer dan 23.500 bomen verdeeld over zo’n 350 verschillende soorten. Variërend van de meest voorkomende Fraxinus excelsior (gewone es) tot een enkel exemplaar van de Morus alba (witte moerbei). Daarnaast beheert de gemeente ruim 58 hectare beplanting en bijna 202 hectare gras. Dit is exclusief de beplanting en het gras op de begraafplaatsen en de sportgrasvelden op de sportparken. Het grasareaal is onderverdeeld in frequent gemaaid gazon (40%) en extensief gemaaid kruidenrijk gras (34%). De rest is ruw gras dat 1x-5x per jaar wordt geklepeld.

 

Beheerdata is op orde

De afgelopen jaren nam de hoeveelheid data over de bomen en het groen enorm toe. Voor de groenbeheerdata maken we gebruik van het beheersysteem GeoVisia waarin we de bomen/het groen zowel grafisch (op kaart) als administratief (alle kenmerken) bijhouden. De grafische component is gekoppeld met de Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT). Het boombeheerbestand is de basis voor de boomveiligheidscontrole. Een extern adviesbureau inspecteert daarbij de bomen op veiligheid & beheer en controleert het bestand op correctheid (zowel administratief als grafisch). Die inspectiedata zijn vervolgens uitgangspunt voor goed en betrouwbaar boombeheer.

De gegevens uit het beheersysteem zijn ook van groot belang bij het maken van de onderhoudsbestekken/bestekstekeningen en het uitvoeren van de kwaliteitsschouwen in de openbare ruimte.

Afgelopen jaren zijn grote stappen gezet om de groenbeheerdatabase te vullen met actuele en betrouwbare data. Ook de komende jaren hebben we hiervoor blijvende aandacht.

 

Het Barendrechtse openbaar groen is gemiddeld van B-kwaliteit

Uit de quickscan en analyse van de schouwgegevens blijkt dat de gemiddelde kwaliteit van het openbaar groen een B scoort. Dit is conform bestaand beleid al geeft een gemiddelde B-kwaliteit soms een vertekend beeld. Immers scoort recent aangeplant/ingezaaid groen en de beplanting in het centrum vaak een A+/A terwijl in de Barendrechtse openbare ruimte ook groen van C- of zelfs D-kwaliteit staat.

 

Op gewenste kwaliteit brengen kost in de periode 2024-2028 gemiddeld zo’n €317.500 per jaar

Oorzaak van de C-/D-kwaliteit is een achterstand in het snoeien van bomen/bosplantsoen (door krapte op de arbeidsmarkt), het niet tijdig inboeten/vervangen van beplanting en het te laat doorzaaien/egaliseren van gazons (door areaaluitbreiding niet structureel is verwerkt in planmatig onderhoudsbudget). Het opstellen van een meerjarig uitvoeringsplan is nodig om het betreffende groen –binnen de looptijd van dit beheerplan– weer op gewenste kwaliteit te brengen.

 

Er is voldoende budget voor dagelijks groenonderhoud

Uit de overallraming blijkt dat er genoeg budget is om het Barendrechtse openbaar groen op B-kwaliteit te onderhouden. In de normkosten DG Groep is inboet onderdeel van dagelijks onderhoud, Barendrecht ziet inboet als planmatig onderhoud (zie ook onderstaande conclusie).

 

Er is niet voldoende budget voor planmatig groenonderhoud

Het huidige budget voor het inboeten van bomen/beplanting (het opvullen van lege plekken) en het vervangen van groen bij functieverlies, onbeheerbaarheid en einde levensduur is niet toereikend. Belangrijkste oorzaak hiervan is de areaaluitbreiding groen in Barendrecht-Carnisselande. Deze is niet structureel verwerkt in het planmatig onderhoudsbudget. Begrijpelijk omdat de kans op inboeten/vervangen van jong groen klein is. Maar de oudste beplanting in Barendrecht-Carnisselande loopt nu wel tegen het eind aan van haar theoretische levensduur zodat structureel meer budget nodig is om ook het groen in Barendrecht-Carnisselande te kunnen vervangen.

In principe geldt dit nog niet voor onze bomen. Maar om huidige beheerproblemen (bijv. wortelopdruk) en toekomstige vervangingspieken af te vlakken, is structureel meer budget nodig om bomen te vervangen. Wel beheren we resultaatgericht; we vervangen alleen wat daadwerkelijk nodig is!

Overheveling van het inboetbudget (€470.800) van budget dagelijks onderhoud naar budget planmatig onderhoud lost dit tekort structureel op. Het op gewenste kwaliteit brengen/wegwerken achterstand is in 2024-2028 onderdeel van het planmatig groenonderhoud.

 

Beschikbare ambtelijke formatie dwingt tot een realistische groenvervangingsopgave

Het inventariseren van de nodige groenvervanging, het maken van plannen en het communiceren daarover met bewoners vraagt veel tijd van de groenbeheerder. En dat naast het beantwoorden van bewonersvragen en ‘inbreng groenkennis’ bij bouw- en integrale herinrichtingsplannen. In de praktijk is het uitvoeren van de theoretische vervangingsopgave dan ook niet mogelijk. Inschatting is dat qua uitvoering 70% van de theoretische vervangingsopgave realistisch en behapbaar is.

 

9.2 Aanbevelingen

  • Houd blijvend aandacht voor het databeheer. Dit vormt namelijk een belangrijke basis voor het gemeentelijk boom- en groenbeheer.

  • Borg het proces voor overdracht groenbeheerareaal goed in de organisatie. Toename van groenareaal betekent immers meer beheerkosten en benodigd beheerbudget. Als dit niet gebeurt, leidt dit op termijn tot achteruitgang in de kwaliteit van het te beheren openbaar groen.

  • Inspecteer het openbaar groen op noodzaak van vervanging en stel vervolgens een meerjarig vervangingsplan op.

  • Groepeer de budgetten dagelijks onderhoud groen en dagelijks onderhoud bomen onder dezelfde kostensoort (FCL) om zo makkelijker middelen te herverdelen op basis van behoeften en prioriteiten (en om onnodige onder- en/of overschrijding op FCL-niveau te voorkomen). Deze aanbeveling geldt ook voor de budgetten planmatig onderhoud groen en planmatig onderhoud bomen.

  • Leg voor ieder bosplantsoenperceel het gewenste eindbeeld (struweel, hakhout, bossingel of bos) vast voor een gestructureerd ‘bosbeheer’ dat rekening houdt met ecologische, sociale en economische aspecten.

 

Bijlage 1: Wettelijk kader (uitgebreid)

 

Omgevingswet

De Omgevingswet bevat regels voor het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. Daaronder vallen onderwerpen als natuur en milieu, maar ook water, wonen, infrastructuur en de inrichting van de buitenruimte. Naast de wet zelf zijn ook een viertal Besluiten belangrijk, te weten het Omgevingsbesluit, het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). In de laatste twee besluiten staan regels voor bedrijven & burgers en staat beschreven hoe het zit met bijvoorbeeld vergunningen. Momenteel wordt binnen de gemeente gewerkt aan de Verordening fysieke leefomgeving (Vfl). Details met betrekking tot het groen zijn op het moment van schrijven van dit plan nog niet bekend.

 

De nieuwe Omgevingswet moet zorgen voor minder en duidelijkere regels en tegelijk voor meer samenhang in de benadering van de fysieke leefomgeving. Doordat er meerdere vergunningstelsels aan de omgevingsvergunning worden toegevoegd, kunnen initiatiefnemers voor alle relevante wetgeving terecht bij één loket. Lokaal gaat de wet voor meer afwegingsruimte en flexibiliteit zorgen. Zo mag een gemeente zelf ruimere of strengere regels stellen en dus individueel maatwerk bieden aan gebruikers van de leefomgeving. Als gemeente pas je deze regels zelf aan zodat ze aansluiten bij de lokale situatie.

De datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet is 1 januari 2024.

 

Omgevingsvisie

De Structuurvisie van de provincie Zuid-Holland is recent vervangen door de Omgevingsvisie (Omgevingsvisie Zuid-Holland (ruimtelijkeplannen.nl)). Hierin staat de visie op de ruimtelijke ordening met relevante trends & ontwikkelingen en de belangen van de provincie waaronder klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.

 

Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

Voor de opzet en inhoud van de begroting en jaarrekening gelden wettelijke eisen die zijn vastgesteld in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Uitgangspunt van het BBV is dat de begroting en jaarstukken allereerst voldoen aan de informatiebehoefte van de gemeenteraad. Dit is ook van toepassing op het groenbeheer. Groen is namelijk een van de genoemde kapitaalgoederen in artikel 12 BBV.

 

Wet natuurbescherming

Volgens de Wet natuurbescherming mag er geen schade worden toegebracht aan vogels en andere beschermde dieren of planten bij werkzaamheden in de buitenruimte. Het bevoegd gezag voor de Wnb is de provincie waar het project of de handeling plaatsvindt; ontheffingsaanvragen voor Zuid-Holland lopen via Omgevingsdienst Haaglanden. Om te voorkomen dat voor alle groenwerkzaamheden apart ontheffingen moeten worden aangevraagd, kan gewerkt worden conform vastgestelde gedragscodes (Gedragscodes natuurbescherming (rvo.nl)).

 

Burgerlijk wetboek

Naast de algemene zorgplicht vanuit de Wnb geldt ook een zorgplicht voor eigenaren van bomen. De oorsprong van deze zorgplicht ligt in artikel 6.162 Burgerlijk wetboek (onrechtmatige daad). Deze zorgplicht betekent dat de boomeigenaar zijn boom regelmatig moet (laten) inspecteren en onderhouden ten behoeve van de veiligheid.

 

Europese verordening ‘Invasieve Uitheemse soorten’ en Europese Unielijst invasieve exoten

Een exoot is een plant, dier of ander organisme dat van nature niet in Nederland voorkomt. Als een soort schadelijk is voor de natuur noemen we ze invasieve exoten. Voorbeelden zijn Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw. Per 2 augustus 2022 telt de Unielijst zo’n 90 soorten. De provincies zijn verantwoordelijk voor de aanpak van de invasieve exoten die op de Unielijst staan (bijlage 10 van de Regeling natuurbescherming). Uitgezonderd een aantal soorten waarvoor het ministerie van LNV verantwoordelijk is. Van belang voor gemeenten:

  • Als een soort op de Unielijst staat, is het verboden deze te verhandelen, kweken, vervoeren of importeren;

  • Verplicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. Als dat niet lukt, moet de populatie zodanig beheerd worden dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

 

Bijlage 2: Overzichtskaart groen in beheer bij gemeente Barendrecht

 

 

Bijlage 3: Inspectie huidige kwaliteit groen Barendrecht

Voor het opstellen van dit groenbeheerplan heeft DG Groep in oktober 2022 een quickscan gedaan op diverse beeldmeetlatten van de CROW. Ook de gemeente zelf doet inspecties van de openbare ruimte via bureau Cyber. Voor de technische staat van het groen zijn in september 2022 door Cyber enkele beeldmeetlatten meegenomen in hun inspectie. In totaal bepaalden we op basis van 346 waarnemingen op 8 beeldmeetlatten het huidige kwaliteitsbeeld. De gewenste kwaliteit in Barendrecht is B-niveau (betekent dat de scores A+, A en B samen hoger zijn dan 90%).

Bron: Gecombineerde resultaten schouw Cyber en quickscan DG Groep (de beheergroepen met een * zijn alleen door DG Groep beoordeeld).

 

Het volgende valt op:

  • Gemiddeld voldoet de technische staat van de geïnspecteerde Barendrechtse beplanting aan de gewenste ambitie (beeldkwaliteit B);

  • Beplanting is weinig beschadigd (beeldkwaliteit A);

  • De technische staat van heesters (kaal oppervlak) is lager dan de ambitie. 22% van de vakken is onder niveau waarvan circa 7% ernstig (beeldkwaliteit D);

  • De beeldkwaliteit van de vaste planten is lager dan de gewenste kwaliteit. Oorzaak is de slechte staat van het Rosarium in het Riederpark (staat inmiddels op de vervangingsplanning).

Inboeten of renoveren zijn maatregelen om de betreffende vakken op het gewenste niveau te krijgen. Het is duidelijk dat voor een deel van de heestervakken renovatie onvermijdelijk is. Omdat in deze inspecties niet alle plantvakken zijn bekeken, is in de kostenraming het renovatie-areaal geschat (afgestemd met de groenbeheerder en toezichthouders).

 

Bijlage 4: Toelichting beheer- & onderhoudsactiviteiten en begrotingsposten

Beheer betreft alle onderhoudsactiviteiten die nodig zijn om het bestaande groen in stand te houden, inclusief vervanging aan het einde van de levensduur. We maken daarbij onderscheid in:

 

Regulier (dagelijks onderhoud/hoogfrequent)

Onderhoudsmaatregelen die één of meerdere keren per jaar worden uitgevoerd om het groen gedurende de levensduur in goede staat te houden. Dit omvat zowel verzorgend onderhoud als zwerfafval verwijderen en onkruid beheersen (schoffelen). Maar ook technisch onderhoud zoals het maaien van gras, scheren van hagen, verwijderen van overhangende takken of stam¬opschot. Ook het serviceonderhoud en afhandelen van klachten en meldingen is een onderdeel van regulier onderhoud.

 

Cyclisch (groot onderhoud/laagfrequent)

Periodiek onderhoud dat met een cyclus van meerdere jaren wordt uitgevoerd om het groen te begeleiden in de ontwikkeling en duurzaam & vitaal in stand te houden. Bijvoorbeeld snoeien van bomen, snoeien/terugzetten van heesters, dunnen van bosplantsoen, herstel gazons, inboet, bestrijden ziekten en plagen etc.

 

Vervanging

Vervanging is het één op één vervangen van het groen aan het eind van de technische levensduur. Daarnaast worden bomen vervangen als gevolg van boomveiligheidscontroles en ziekten.

 

In de begroting staan de volgende beheer- en onderhoudsbudgetten (fcl/ecl):

Openbaar groen dagelijks (regulier en cyclisch) – budget 656005/343160

Dagelijks onderhoud bomen (regulier en cyclisch) – budget 656002/343100 en 656002/343402

Openbaar groen beplanting (vervanging) – budget 656000/343160 en 656000/343402

Planmatig onderhoud bomen (vervanging) – budget 656001/343100

 

Bijlage 5: Streefbeelden

Door gebruik te maken van de streefbeelden, maken we zichtbaar hoe we de inrichting van de groene buitenruimte voor ons zien. Voor verschillende groentypen hebben we streefbeelden ontwikkeld (beschrijving van het groentype en de benodigde maatregelen om het gewenste (eind)beeld te realiseren).

 

Bomen

Een boom is een houtig gewas met enkele, stevige, houtige en zich secundair verdikkende, overblijvende stam die zich op zekere hoogte boven de grond vertakt met een of meerdere stammen. Geplant in een boomspiegel of boomkrans omringd door verharding (asfalt-, elementen- of halfverharding), in beplanting, gazon of ruw/kruidenrijk gras.

 

 

Eindbeeld

Boom met aanvaard boombeeld waarbij de omgeving voorwaarden stelt aan het eindbeeld en waarbij een takvrije zone of een takvrije stam wordt voorgeschreven.

 

Snoeiwijze

Begeleidingssnoei -> snoei in de tijdelijke kroon totdat beoogde opkroonhoogte is bereikt (tijdig opkronen en voorkomen van te dikke takken)

Onderhoudssnoei -> gericht op het duurzaam behoud van de blijvende kroon zonder probleemtakken

 

Toepassing

Als laanbeplanting aan een of beide zijden van de weg (herkenbare linten), in groepen of als solitair.

 

Functie

Dragen (groen)structuur, verbeteren woonkwaliteit, bevorderen biodiversiteit, vergroten sierwaarde en bijdragen klimaatadaptatie.

 

Boomspiegel

Bedekking onkruid per boomspiegel: <20% (A-kwaliteit) en <30% (B-kwaliteit)

Hoogte gazon rondom boom: <75 mm (A-kwaliteit) en <120 mm (B-kwaliteit)

 

Bosplantsoen

Bosplantsoen is hoog opgaande beplanting van inheemse houtige gewassen met struik- en boomvormers die extensief wordt beheerd. Soms in smalle stroken, maar bij voldoende ruimte opgebouwd uit een zoom-mantel-kern. De onderbegroeiing bestaat voornamelijk uit schaduwminnende beplanting.

Afhankelijk van de gekozen beheermethode kan bosplantsoen zicht ontwikkelen tot verschillende eindbeelden waaronder struweel, hakhout, bomensingel of bos.

 

Eindbeeld

Inheemse struiken zonder bomen (struweel), meerstammige bomen (hakhout), bomen met onderbeplanting (bomensingel) of hoog opgaande bomen (bos)

 

Snoeiwijze

Snoei is gericht op begeleiden van bosplantsoen naar volle wasdom in gevarieerde samenstelling (snoeien voor de veiligheid en dunnen/verwijderen boomvormers is afhankelijk van het gewenste eindbeeld).

 

Toepassing

Verkeersbegeleiding langs wegen en/of fietspaden; natuurlijke overgang tussen open landschap en bebouwing; robuuste groenelementen in parken en buitengebieden.

 

Functie

Dragen (groen)structuur, verbeteren woonkwaliteit, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.

 

Beplantingen

Afzetbeplanting: voornamelijk monocultuur struikbeplanting en heesters met zowel een halfhoge en/of bodembedekkende groeiwijze (hoogte varieert van 25 – 125 cm.)

Sierplantsoen: sierheesters (monocultuur of gemengd) met zowel een halfhoge als opgaande groeiwijze (hoogte varieert van 50 – 250 cm.)

Heesterrozen: monocultuur van rozenbeplanting met zowel een kruipende als opgaande groeiwijze (hoogte varieert van 25 – 100 cm.)

Vaste planten: planten die langer dan twee jaar leven, in het voorjaar uitlopen, in de zomer bloeien, in de herfst afsterven terwijl wortels overblijven om weer in het voorjaar uit te lopen.

 

 

Snoeiwijze

De snoei is gericht op het verkrijgen van een gesloten en/ of bodembedekkende beplanting (afzetbeplanting), op het verkrijgen van een continu beeld, bloei en/ of vruchtdracht (verjongingssnoei sierplantsoen) of op het bevorderen van de bloei (heesterrozen). Vaste planten worden 1x per jaar afgeknipt of gemulcht om hergroei te bevorderen.

 

Toepassing

Verkeersbegeleiding langs wegen en/of fietspaden; natuurlijke overgang tussen open landschap en bebouwing; robuuste groenelementen in woonwijken, parken, bedrijventerreinen en buitengebieden.

 

Functie

Zorgen voor afscheiding, aankleden openbare ruimte, verbeteren woonkwaliteit, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.

 

Beeldkwaliteit

Kaal oppervlak: <5% per 100 m² (A-kwaliteit) en <10% per 100 m² (B-kwaliteit)

Bedekking onkruid beplantingsvak: <20% (A-kwaliteit) en <30% (B-kwaliteit)

 

Hagen

Lijnvormige beplanting die aan de bovenkant en zijkant(en) wordt geknipt/geschoren in de diverse breedtes (haag tot 1,20 meter – blokhaag van 1,20 tot 2,50 meter) en hoogtes (tot 3,00 meter).

 

Eindbeeld

Een strakke lijn van beplanting.

 

Snoeiwijze

De snoei is gericht op het verkrijgen van een strakke en gesloten lijnvormige beplanting (knipfrequentie is afhankelijk van locatie en structuurgebied).

 

Toepassing

Verkeersbegeleiding langs wegen en/of fietspaden; harde overgang tussen open landschap en bebouwing; lijnvormige groenelementen in woonwijken en op bedrijventerreinen.

 

Functie

Zorgen voor afscheiding, bijdragen aan structuur in de openbare ruimte, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.

 

Beeldkwaliteit

Gaten in de haag: weinig (A-kwaliteit) en beperkte mate (B-kwaliteit)

Bedekking onkruid haagvoet: <20% (A-kwaliteit) en <30% (B-kwaliteit)

 

 

Klimplanten

Wintergroene of bladverliezende planten die ondersteuning nodig hebben om omhoog te groeien. Zelfhechtende soorten klimmen door middel van hechtworteltjes aan de nieuwe uitlopers. Rankende klimplanten draaien ergens omheen en hebben ondersteuning nodig van een rek of voorgespannen staaldraden (wanneer ze niet worden ondersteund, nemen ze een kruipende groeivorm aan.

 

Eindbeeld

Afhankelijk van plantsoort, groeiplaats en ondersteuningsconstructie.

 

Snoeiwijze

Knippen/scheren/leiden/vlechten (afhankelijk van eindbeeld).

 

Toepassing

Meestal ingezet om gevels te vergroenen of elementen aan het zicht te onttrekken.

 

Functie

Zorgen voor afscherming, vergroenen van gevels, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.

 

 

Gras

Een kruidachtige begroeiing op zowel vlak als talud die –afhankelijk van de functie– intensief of extensief wordt gemaaid.

 

Eindbeeld

Is afhankelijk van functie, maaiwijze en –frequentie. Gazon wordt intensief gemaaid, ruw gras 1x-5x per jaar geklepeld (maaisel blijft liggen) en kruidenrijk gras maximaal 2x per jaar gemaaid (maaisel wordt afgevoerd).

 

 

Toepassing

Ruimte en openheid in de woonwijken en het landschap, langs wegen/fietspaden en op bedrijventerreinen.

 

Functie

Mogelijkheden voor verblijven, recreëren en spelen, creëren van ruimte en openheid, bevorderen biodiversiteit, versterken ecologische waarde en bijdragen klimaatadaptatie.

 

Beeldkwaliteit

Maaifrequentie gazon: 30x per jaar (A-kwaliteit) en 22x per jaar (B-kwaliteit)

Kaal oppervlak gazon: <2% per 100 m² (A-kwaliteit) en <5% per 100 m² (B-kwaliteit)

 

Bijlage 6: Toelichting normkosten

Normkosten worden opgesteld om een indicatie te kunnen geven van de beheerkosten van het gemeentelijke groen. Bij het opstellen van normkosten gaat men uit van werkpakketten met de meest voorkomende werkzaamheden. Er worden IMAG-normen (Instituut voor Milieu en AGritechniek) gebruikt om tot een tijdsindicatie van de werkzaamheden te komen. Met marktconforme uurtarieven (GWW/Archidat) worden dan de normprijzen berekend.

 

Er wordt gewerkt met gemiddelden om een totaalbeeld van een beheergroep te geven.

Voorbeeld: de kosten van het snoeien van bomen zijn afhankelijk van de boomhoogte/boomsoort. Dit is terug te zien in de inschrijfstaten van de aannemer die per type boom en snoeiwerk een prijs afgeeft. Zo gedetailleerd zijn normprijzen meestal niet. Wel wordt vaak onderscheid gemaakt in de locatie van een boom. Een boom in verharding heeft een ander werkpakket dan een boom in gras.

 

Ter illustratie twee werkpakketten:

Boom in verharding – dagelijks onderhoud

Boom in gras – dagelijks onderhoud

Controles (algemeen, boomveiligheid e.d.)

NTO en trekproef

NEN Inspectie

Waterlot/opschot verwijderen

Snoeien (met hoogwerker)

Kanten boomspiegel steken

Boomspiegel onkruidvrij maken

Klachtafhandeling

Stormschade ruimen

Controles (algemeen, boomveiligheid e.d.)

NTO en trekproef

NEN Inspectie

Waterlot/opschot verwijderen

Snoeien (met hoogwerker)

Maaien gras rondom bomen

Klachtafhandeling

Stormschade ruimen

 

Met normprijzen wordt een beeld verkregen van de totale beheerkosten van het groenonderhoud. De normprijzen zijn niet zomaar vergelijkbaar met inschrijfprijzen van een aannemer. De normprijzen zijn immers theoretische prijzen gebaseerd op het daadwerkelijke werk. Een vergelijking van prijzen kan alleen plaatsvinden als de onderliggende werkpakketten per beheergroep in detail worden vergeleken. Het kan zijn dat de aannemer zijn tarieven op activiteiten aanpast om met een goede prijs te kunnen komen, dat kan een vertekend beeld geven.

 

Voor dit beheerplan is het normkostenmodel van DG Groep gebruikt om tot een aangepast ‘eigen’ kostenmodel te komen. De werkpakketten zijn op onderdelen aangepast voor de Barendrechtse situatie en in meer detail uitgewerkt om ze te laten aansluiten op het onderhoudsbestek.

 

Bijlage 7: Werkpakketten

Werkpakketten bomen

Boom in gazon – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

Boomveiligheidscontrole

40

1

Controle boomvoorzieningen

5

1

NEN inspectie

33

1

NTO en trekproef

0,1

1

Schoffelen boomspiegel

25

5

Opschot verwijderen

30

1

Kanten steken boomspiegel

100

2

Snoeien met hoogwerker

75

0,2

Waterlot verwijderen

50

1

 

Boom in ruw gras/kruidenrijk gras – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

Boomveiligheidscontrole

40

1

Controle boomvoorzieningen

5

1

NEN inspectie

33

1

NTO en trekproef

0,1

1

Maaien gras rondom boom

100

9

Opschot verwijderen

30

1

Snoeien met hoogwerker

75

0,2

Waterlot verwijderen

50

1

 

Boom in beplanting – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

Boomveiligheidscontrole

40

1

Controle boomvoorzieningen

5

1

NEN inspectie

33

1

NTO en trekproef

0,1

1

Opschot verwijderen

30

1

Snoeien met hoogwerker

75

0,2

Waterlot verwijderen

50

1

 

Boom in verharding – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

Boomveiligheidscontrole

40

1

Controle boomvoorzieningen

5

1

NEN inspectie

33

1

NTO en trekproef

0,1

1

Schoffelen boomspiegel

70

10

Opschot verwijderen

30

1

Snoeien met hoogwerker

75

0,2

Waterlot verwijderen

50

1

 

Werkpakketten heesters

Afzetbeplanting – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

NEN inspectie

33

1

Schoffelen beplantingsvak

60

10

Uitharken/verzamelen onkruidresten

60

3

Inboet opnemen

100

1

Inboeten beplanting

2

1

Zwerfvuil ruimen

15

1

Terugzetten beplanting

100

1

Verzamelen en afvoeren snoeihout

10

1

 

Sierheesters – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

NEN inspectie

33

1

Schoffelen beplantingsvak

60

10

Uitharken/verzamelen onkruidresten

60

3

Inboet opnemen

100

1

Inboeten beplanting

2

1

Zwerfvuil ruimen

15

1

Terugzetten beplanting handmatig

75

0,33

Terugzetten beplanting machinaal

25

0,33

Verzamelen en afvoeren snoeihout

10

0,33

 

Heesterrozen – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

NEN inspectie

33

1

Schoffelen beplantingsvak

60

10

Uitharken/verzamelen onkruidresten

60

3

Inboet opnemen

100

1

Inboeten beplanting

2

1

Zwerfvuil ruimen

15

1

Terugzetten beplanting machinaal

100

0,33

Verzamelen en afvoeren snoeihout

10

0,33

 

Werkpakketten gras

Gazon – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

NEN inspectie

33

1

Slepen

60

1

Maaien met gazonmaaier

100

22

Afzoeken

100

1

Bijmaaien obstakels

100

8

Zwerfvuil ruimen

5

22

 

Ruw gras – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

NEN inspectie

33

1

Schouw flora en fauna

50

1

Maaien met klepelmaaier

100

6

Bijmaaien obstakels

5

6

Zwerfvuil ruimen

15

6

 

Kruidenrijk gras – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

NEN inspectie

33

1

Schouw flora en fauna

50

1

Maaien met maaibalk

100

1

Bijmaaien obstakels

5

1

Zwerfvuil ruimen

15

1

 

Bloemrijk gras – kwaliteitsniveau B

Maatregel

Bewerkingspercentage (%)

Frequentie (per jaar)

NEN inspectie

33

1

Schouw flora en fauna

50

1

Maaien met maaibalk

100

2

Wiersen

100

2

Afruimen

65

2

Bijmaaien obstakels

1

2

Zwerfvuil ruimen

15

1

 

Bijlage 8: Proces areaalwijzigingen en begroting

In zijn algemeenheid gaat het om verandering in areaal van de zogenaamde kapitaalgoederen zoals wegen, civiele kunstwerken, groen, speelvoorzieningen, riolering, oppervlaktewater etc. Het beheerareaal wijzigt door onderhoudswerk, herinrichting, nieuwbouw, bestemmingsplanwijzigingen, verkoop ed. Verandering kan zijn in aantal/areaal, toegepaste materialen en/of constructie.

Deze veranderingen zijn direct van invloed op de beheer- en onderhoudsbudgetten van de openbare ruimte. Als deze areaalwijzigingen niet worden verwerkt in de begroting, komen de beheer- en onderhoudsbudgetten niet meer overeen met het te beheren areaal. Dit leidt op termijn tot achteruitgang in kwaliteit en/of kapitaalsvernietiging.

Met behulp van onderstaande routekaart zorgen we ervoor dat de areaalwijzigingen in de begroting en het beheersysteem worden verwerkt.

Stappen

Activiteit

Actienemer

Instructie

1

Vaststellen

Toezichthouder/ directievoerder/ projectleider

  • Vaststellen areaalwijziging bij oplevering

  • Onderhoud eerste jaar na oplevering

2

Verwerken

Groenbeheerder/ kredietbeheerder

  • Overdragen nieuw areaal aan beheerder na oplevering en onderhoudsjaar

3

Doorrekenen

Groenbeheerder/ kredietbeheerder

  • Doorrekenen areaalwijziging (februari)

  • Bepalen gewenste indexering

  • Actualiseren benodigde beheer- en onderhoudsbudgetten

  • Aanleveren gegevens Kadernota/Voorjaarsnota

4

Wijzigen begroting

Beleidsadviseur

  • Aanleveren begrotingswijziging via P&C-cyclus

5

Areaalwijziging beheer en onderhoud

Groenbeheerder/ kredietbeheerder

  • Verwerken areaalwijziging in het beheersysteem en beheerplan