Organisatie | Altena |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena |
Citeertitel | Beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Altena |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-02-2024 | nieuwe regeling | 19-12-2023 |
dat er in de gemeente Altena meermaals bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;
het daarom gewenst is om beleid vast te stellen met betrekking tot de bevoegdheid, die in artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020 aan de burgemeester is toebedeeld.
Vast te stellen de volgende “beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena”.
Vast te stellen de volgende beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena.
Indien de burgemeester een hond hinderlijk acht, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond een sanctie opleggen. Indien deze kwalificatie aan de hond wordt gegeven op basis van lichte bijtincidenten, kan de burgemeester een sanctie opleggen conform de in artikel 2 opgenomen tabel I.
Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als hinderlijk, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond de sanctie opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht de in artikel 2 opgenomen tabel I.
Artikel 2a. Meerdere honden betrokken bij een bijtincident
Indien bij een bijtincident niet vastgesteld kan worden, wie de daadwerkelijk bijtende hond is kan de burgemeester bevelen dat alle eigenaren en/of houders van de betrokken honden en alle betrokken honden een gedragscursus dienen te volgen. Dit geldt uiteraard niet voor de aangevallen hond.
Althans als aannemelijk is dat de aangevallen hond slechts slachtoffer is.
Indien op grond van tabel II een aanlijn- en muilkorfgebod dient te worden opgelegd, de burgemeester van oordeel is dat het opleggen van dit gebod niet toereikend is en door de aanwezigheid van de hond sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan de burgemeester gebruikmaken van zijn lichte bevelsbevoegdheid op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet en de hond tijdelijk in beslag nemen.
In opdracht van de eigenaar of houder van de hond kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De burgemeester gaat alleen tot heroverweging van zijn (voornemen tot het opleggen van een) sanctie over, indien deze gedragstest is afgenomen door een gedragstherapeut die is aangesloten bij het Dierbaar Keurmerk, het Martin Gaus keurmerk, de Nederlandse Vereniging van Gedragstherapeuten voor Honden of de Stichting Platform Professionele Diergedragsdeskundigen of een met voorstaande gelijk te stellen deskundige.
Artikel 6. Overtreding opgelegde sanctie
Indien de eigenaar of houder van de hond de opgelegde sanctie overtreedt en de hond als gevolg hiervan een nieuw bijtincident veroorzaakt, kan de burgemeester ook besluiten om, in plaats van aan de opgelegde sanctie een dwangsom te verbinden, de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.
Indien de burgemeester de eigenaar of houder van de hond heeft gevraagd om vrijwillig afstand te doen van de hond en de eigenaar of houder te kennen heeft gegeven dit niet te willen, kan de burgemeester besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van de hond door middel van toepassing van bestuursdwang zoals omschreven in titel 5.3.1. van de Algemene wet bestuursrecht.
Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het zesde lid, zoals bedoeld in deze beleidsregels en-of de situatie hiertoe aanleiding geeft, kan de burgemeester ook besluiten tot onvrijwillige inbeslagname door middel van (zeer) spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.