Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Altena

Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAltena
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena
CiteertitelBeleidsregel bijtincidenten honden gemeente Altena
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 125 van de Gemeentewet
  4. artikel 172 van de Gemeentewet
  5. Algemene plaatselijke verordening Altena 2020
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2024-76655

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena

De burgemeester van Altena,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 125 Gemeentewet;

  • -

    artikel 172 Gemeentewet;

  • -

    artikel 2:59 Algemene plaatselijke verordening Altena 2020.

Overwegende

dat er in de gemeente Altena meermaals bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;

het daarom gewenst is om beleid vast te stellen met betrekking tot de bevoegdheid, die in artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020 aan de burgemeester is toebedeeld.

 

Besluit:

Vast te stellen de volgende “beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena”.

 

BESLUIT DE BURGEMEESTER:

Vast te stellen de volgende beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Altena.

Artikel 1 definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • -

      aanlijngebod: gebod als bedoeld in artikel 2:59, lid 2 Algemene plaatselijke verordening Altena 2020.

    • -

      bijtincident: hiervan is sprake wanneer een hond een persoon of ander dier bijt. Bijtincidenten kunnen op verschillende manieren worden gekwalificeerd. De bijtincidenten kunnen als licht en ernstig worden aangemerkt.

    • -

      ernstig bijtincident: als het bijtincident ernstig letsel heeft veroorzaakt en/of in een geval dat de burgemeester het bijtincident als ernstig aanmerkt. Dat gelet op de omstandigheden van het geval.

    • -

      ernstig letsel: als een beet of de tanden van de bijtende hond tot in de huid komen of sprake is van bloedverlies, letsel aan de huid/weefsel, lederhuid, weefselverplaatsing, functieverplaatsing of dat de benadeelde/ slachtoffer nog ernstig is getroffen door de beet of beten.

    • -

      gevaarlijke hond: een hond die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt of door de burgemeester is aangemerkt als een gevaarlijke hond.

    • -

      hinderlijke hond: een hond die door de burgemeester als hinderlijk is aangemerkt.

    • -

      lederhuid: de middelste huidlaag die bestaat uit bindweefsel waarin zich kunnen bevinden: zweetklieren, haarwortels, talgklieren, bloed, lymfevaten, zintuigcellen en zenuwuiteinden enz.

    • -

      licht bijtincident: een bijtincident dat niet wordt aangemerkt als ernstig.

      Van een licht bijtincident is bijvoorbeeld sprake wanneer een hond of een ander dier bijt of in plaats daarvan een voorwerp bijt, maar er geen sprake is van een ernstig letsel.

    • -

      muilkorfgebod: gebod als bedoeld in artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020.

Artikel 2 Hinderlijke honden

  • 1.

    Indien de burgemeester een hond hinderlijk acht, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond een sanctie opleggen. Indien deze kwalificatie aan de hond wordt gegeven op basis van lichte bijtincidenten, kan de burgemeester een sanctie opleggen conform de in artikel 2 opgenomen tabel I.

  • 2.

    Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als hinderlijk, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond de sanctie opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht de in artikel 2 opgenomen tabel I.

  • Tabel I

    Incident met een persoon

    Incident met een ander dier

    1ste incident

    Waarschuwing

    Registratie

    2de incident

    Aanlijn-, muilkorf of aanlijn- en muilkorfgebod

    Waarschuwing

    3de incident

    Zie artikel 6 leden 2 t/m 4 (last onder dwangsom)

    Aanlijn-, muilkorf of aanlijn- en muilkorfgebod

    4de incident

    Zie artikel 6 leden 5 t/m 10 (last onder bestuursdwang)

    Zie artikel 6 leden 2 t/m 4 (last onder dwangsom)

    5de incident

    Zie artikel 6 leden 5 t/m 10 (last onder bestuursdwang)

Artikel 2a. Meerdere honden betrokken bij een bijtincident

Indien bij een bijtincident niet vastgesteld kan worden, wie de daadwerkelijk bijtende hond is kan de burgemeester bevelen dat alle eigenaren en/of houders van de betrokken honden en alle betrokken honden een gedragscursus dienen te volgen. Dit geldt uiteraard niet voor de aangevallen hond.

Althans als aannemelijk is dat de aangevallen hond slechts slachtoffer is.

Artikel 3. Gevaarlijke honden

  • 1.

    Indien de burgemeester een hond gevaarlijk acht, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond een sanctie opleggen. Indien deze kwalificatie aan de hond wordt gegeven op basis van ernstige bijtincidenten, kan de burgemeester een sanctie opleggen conform tabel II.

  • 2.

    Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als gevaarlijk, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond de sanctie opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij tabel II.

  • 3.

    Indien op grond van tabel II een aanlijn- en muilkorfgebod dient te worden opgelegd, de burgemeester van oordeel is dat het opleggen van dit gebod niet toereikend is en door de aanwezigheid van de hond sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan de burgemeester gebruikmaken van zijn lichte bevelsbevoegdheid op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet en de hond tijdelijk in beslag nemen.

  • 4.

    In het geval sprake is van een situatie als bedoeld in het derde lid, legt de burgemeester bij de terugkeer van de hond aan de eigenaar of houder hiervan alsnog een aanlijn- en muilkorfgebod op.

    Tabel II

    Incident met een persoon

    Incident met een ander dier

    1ste incident

    Aanlijn- en/of muilkorfgebod

    Waarschuwing

    2de incident

    Zie artikel 6 leden 5 t/m 10 (last onder bestuursdwang)

    Aanlijn- en/of muilkorfgebod

    3de incident

    Zie artikel 6 leden 5 t/m 10 (last onder bestuursdwang)

Artikel 4. Duur opgelegde sanctie

  • 1.

    De opgelegde sanctie geldt in beginsel voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond kan de opgelegde sanctie worden opgeheven, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van een gedragstest als bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregels aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 3.

    De burgemeester kan besluiten dat de opgelegde sanctie alleen wordt opgeheven wanneer uit een risico-assessment als bedoeld in artikel 6, achtste lid zoals bedoeld in deze beleidsregels blijkt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 4.

    De burgemeester gaat in verband met het herstel van de openbare orde in beginsel niet eerder tot opheffing van de sanctie over dan nadat 6 maanden zijn verstreken sinds het opleggen van de sanctie.

Artikel 5. Gedragstest

  • 1.

    In opdracht van de eigenaar of houder van de hond kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De burgemeester gaat alleen tot heroverweging van zijn (voornemen tot het opleggen van een) sanctie over, indien deze gedragstest is afgenomen door een gedragstherapeut die is aangesloten bij het Dierbaar Keurmerk, het Martin Gaus keurmerk, de Nederlandse Vereniging van Gedragstherapeuten voor Honden of de Stichting Platform Professionele Diergedragsdeskundigen of een met voorstaande gelijk te stellen deskundige.

  • 2.

    De kosten voor het laten uitvoeren van een gedragstest komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

Artikel 6. Overtreding opgelegde sanctie

  • 1.

    Overtreding van de opgelegde sanctie is strafbaar en kan op grond van artikel 2:59 juncto 6:1 van de Algemene plaatselijke verordening Altena gestraft worden met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Indien de eigenaar of houder van de hond de opgelegde sanctie overtreedt, kan de burgemeester besluiten om aan de opgelegde sanctie een last onder dwangsom te verbinden zoals omschreven in titel 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Indien de burgemeester besluit om aan de opgelegde sanctie een last onder dwangsom te verbinden, bedraagt de dwangsom € 1.000,- per geconstateerde overtreding met een maximum van € 5.000,-.

  • 4.

    Indien de eigenaar of houder van de hond het maximumbedrag aan dwangsommen heeft verbeurd, kan de burgemeester besluiten om de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.

  • 5.

    Indien de eigenaar of houder van de hond de opgelegde sanctie overtreedt en de hond als gevolg hiervan een nieuw bijtincident veroorzaakt, kan de burgemeester ook besluiten om, in plaats van aan de opgelegde sanctie een dwangsom te verbinden, de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.

  • 6.

    Indien de burgemeester de eigenaar of houder van de hond heeft gevraagd om vrijwillig afstand te doen van de hond en de eigenaar of houder te kennen heeft gegeven dit niet te willen, kan de burgemeester besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van de hond door middel van toepassing van bestuursdwang zoals omschreven in titel 5.3.1. van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 7.

    Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het zesde lid, zoals bedoeld in deze beleidsregels en-of de situatie hiertoe aanleiding geeft, kan de burgemeester ook besluiten tot onvrijwillige inbeslagname door middel van (zeer) spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 8.

    Indien de burgemeester over gaat tot onvrijwillige inbeslagname van de hond als bedoeld in het zesde of zevende lid van deze beleidsregels, wordt de hond onderworpen aan een risico-assessment uitgevoerd door de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

  • 9.

    Indien uit het risico-assessment blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten niet kan worden voorkomen, wordt besloten de hond te laten euthanaseren door een daartoe bevoegde dierenarts.

  • 10.

    De kosten die in het kader van bestuursdwang zijn gemaakt, komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag volgende op die van publicatie.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Altena”.

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Altena in de vergadering van 19 december 2023.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Altena,

Gemeentesecretaris,

R.J.M. van Wuijtswinkel

Burgemeester,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM