Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neder-Betuwe

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeder-Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2024
CiteertitelLegesverordening Neder-Betuwe 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2024.

De datum van ingang van de heffing is 1 maart 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  4. artikel 13.1a van de Omgevingswet
  5. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  6. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-02-2024nieuwe regeling

08-02-2024

gmb-2024-75222

Z/23/096127/RAAD/3396

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Neder-Betuwe

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

gelet op het bepaalde in artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b)

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c)

    maand: het tijdvak dat loopt van n(e) dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de n(e) dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d)

    jaar: het tijdvak dat loopt van de n(e) dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e)

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

  • a)

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b)

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c)

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1)

    aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag ten behoeve van de opvang van kinderen in een gastgezin georganiseerd door Europa Kinderhulp;

  • 2)

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor het organiseren van activiteiten als hierna genoemd, als de aanvraag wordt ingediend door een non-profit organisatie die blijkens haar statuten, alsmede gelet op de ingediende aanvraag, geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft, waarbij de doelstellingen van de non-profitorganisatie van maatschappelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve en/of culturele aard zijn en de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers. Deze vrijstelling geldt voor aanvragen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening artikelen: 2:10, 2:25, 2:34f, 4:6, 5:18 en artikel 3 Wet op de Kansspelen;

  • 3)

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • 4)

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • 5)

    aanvragen in het kader van de Omgevingswet, voor het plaatsen van zonnepanelen, indien:

    • a.

      de aanvraag de plaatsing van maximaal 30 m² zonnepanelen betreft, en:

    • b.

      de zonnepanelen uitsluitend ten behoeve van particulier gebruik zijn, en:

    • c.

      de kosten voor de installatie (aanschaf installatie en plaatsing) maximaal € 5000,- bedragen, en:

    • d.

      er aantoonbaar geen sprake is van een geschikt dak om de zonnepanelen te plaatsen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1)

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2)

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1)

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

  • 2)

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

 

  • a)

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b)

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1)

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2)

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3)

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);;

    • 4)

      paragraaf 1.7, artikel 1.25, lid a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5)

      paragraaf 1.9, artikel 1.31 ( Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1)

    De ‘Legesverordening 2024’ van 7 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2)

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1)

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2)

    De datum van ingang van de heffing is 1 maart 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Neder-Betuwe 2024”.

Aldus vastgesteld in de raadvergadering van 8 februari 2024

de griffier,

Erwin van der Neut

de voorzitter,

Jan Kottelenberg

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024’

 

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap en de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

a.

het gemeentehuis op maandag tot en met vrijdag tijdens de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde kantooruren

€ 405,05

b.

het gemeentehuis buiten de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde kantooruren van de secretarie, alsmede op zaterdag en op bij of krachtens de Algemene Termijnenwet met algemeen erkende feestdagen gelijkgestelde dagen

€ 745,69

c.

het gemeentehuis op maandag en woensdag om 9.00 uur

d.

het kasteel Wijenburg, Restaurant de Engel Dodewaard, Ons Dorpshuis Kesteren, Hotel restaurant Bal Echteld, Het Veerhuis Opheusden, Molen de Zwaluw Kesteren, De Duikenburg Echteld en St. Nationaal Fruitpark Ochten of een eenmalige huwelijkslocatie op maandag tot en met zaterdag, tussen 8.30 en 20.00 uur

€ 634,07

e.

het Kasteel Wijenburg, Restaurant de Engel Dodewaard, Ons Dorpshuis Kesteren, Hotel restaurant Bal Echteld, Het Veerhuis Opheusden, Molen de Zwaluw Kesteren, De Duikenburg Echteld en St. Nationaal Fruitpark Ochten een eenmalige huwelijkslocatie op algemeen erkende feestdagen en daarmee bij of krachtens de Algemene Termijnenwet gelijkgestelde dagen, tussen 12.00 en 17.00 uur, met uitzondering van Goede Vrijdag, de vrijdag na Hemelvaartsdag en Bevrijdingsdag

€ 1.195,69

Artikel 1.2

Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Artikel 1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 330,36

Artikel 1.4

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in en bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 330,36

Artikel 1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor het éénmalig voltrekken van een huwelijk of het éénmalig registreren van een partnerschap 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een externe buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor het éénmalig voltrekken van een huwelijk of het éénmalig registreren van een partnerschap

€ 270,85

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een externe buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor het éénmalig voltrekken van een huwelijk of het éénmalig registreren van een partnerschap op feestdagen of met de Algemene Termijnenwet vastgestelde dagen

€ 280,91

Artikel 1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 38,95

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren indien:

a.

het verzoek in de periode na ontvangst van de melding tot vier weken voor de huwelijksvoltrekking is ontvangen

€ 116,85

b.

het verzoek binnen vier weken voor de huwelijksvoltrekking is ontvangen

€ 234,89

c.

het verzoek in de periode na ontvangst van de melding tot de datum van de huwelijksvoltrekking is ontvangen op een gratis tijdstip ingevolge artikel 1.1 sub c

€ 113,54

2.

De leges uit lid 1 worden met 100% verlaagd indien de annulering van het huwelijk het gevolg is van een door overheidswege opgelegde maatregel die het huwelijk buitensporig beperkt of verbiedt.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de vastgelegde huwelijks-, datum-, tijdstip-, locatie, getuigen of trouwambtenaar, zoals bedoeld in artikel 12 van het Reglement Burgerlijke Stand Neder-Betuwe 2019

€ 47,83

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 34,55

b.

een duplicaat van trouwboekje of partnerschap boekje

€ 34,55

Artikel 1.8a

Kosten tolk

1.

Het tarief bedraagt voor de gebruikmaking van de diensten van een tolk of de tolkentelefoon: de werkelijke kosten die het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland berekent aan de gemeente Neder-Betuwe.

2.

Het tarief bedraagt bij annulering voor de datum voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap: de werkelijke kosten die het Tolk – en Vertaalcentrum Nederland berekent aan de gemeente Neder-Betuwe.

Artikel 1.8b

Aanwijzing éénmalige huwelijkslocatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijzing van een éénmalige huwelijkslocatie zoals bedoeld in:

2.

artikel 3 onder A en B van reglement aanwijzing huwelijkslocaties Neder-Betuwe (geen woningen) 2019

€ 145,42

2.

artikel 3 onder C van reglement aanwijzing huwelijkslocaties Neder-Betuwe (woningen) 2019

€ 557,23

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

b.

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Artikel 1.11

Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document: de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een tarief dat gelijk is aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

Artikel 1.12

Rijbewijzen

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

b.

tot het afgeven van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief (staat vermeld op de gezondheidsverklaring)

c.

tot het afgeven van een rijbewijs onder inlevering van een geldig certificaat Alcohol en Verkeerscursus (AVC) die op naam is gesteld van een aanvrager

Artikel 1.13

Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met: het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling.

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14

Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 8,05

b.

tot het verstrekken van gegevens, indien de aanvraag en betaling via digitale balie geschiedt, per verstrekking

€ 4,83

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 8,05

Artikel 1.16

Gereserveerd: Verstrekking van aangehaakte gegevens

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 7,79

Paragraaf 1.5

Gereserveerd: Bestuursstukken

Artikel 1.19

Gereserveerd: Afschriften van bestuursstukken

Artikel 1.20

Gereserveerd: Abonnement op bestuursstukken

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

Artikel 1.21

Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verstrekken van een fotokopie van een luchtfoto

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 13,14

2.

in formaat A3

€ 19,68

b

voor een locatieonderzoek ten behoeve van een voorgenomen verkoop van een perceel of onroerend goed tot het verstrekken van omgevingsplan-, bodem-, WKPB gegevens alsmede milieu en stankcirkels

€ 104,33

c.

tot het verkrijgen van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie of omgevingsplan, exclusief kopieën conform paragraaf 1.10

€ 42,16

Artikel 1.22

Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale dan wel plaatselijke aanduiding (onroerende zaken en personen) per inlichting, per post/fax/balie

€ 18,49

Artikel 1.23

Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

Artikel 1.24

Gemeentegarantie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

€ 40,66

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 11,42

c.

tot naturalisatie dan wel een optie op verkrijging van het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Optie- en Naturalisatiegelden 2002 of zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd:

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief (wordt uitgevoerd door het Regionaal archief Rivierenland)

Artikel 1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 21,00

Artikel 1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een (op papier of digitaal beschikbaar gesteld) afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,60

b.

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 27,50

Artikel 1.28

Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

Artikel 1.29

Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

€ 0,00

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 0,00

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 0,00

Artikel 1.30

Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 40,66

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b en 30c van de Wet op de kansspelen, conform artikel 3 van het Speelautomatenbesluit:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten

€ 90,50

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 23,32

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

a.

een melding (klein werk, tracé tot 25 m1) conform hoofdstuk 2 van de AOVI

€ 202,30

b.

een instemmingsbesluit tracé boven de 25m1 conform hoofdstuk 2 van de AOVI

€ 425,00

en wordt verhoogd met elk strekkende meter boven 25m1 met een bedrag van:

€ 1,05

c.

Het tarief bedraagt per overleg met netbeheerder of per overleg met netbeheerder en overige belanghebbenden conform AOVI hoofdstuk 3 artikel 11

€ 426,00

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

€ 42,04

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 87,21

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 41,41

d.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 156,77

d.

het verlengen, vernieuwen, wijzigen of verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 100,37

e.

een ontheffing als bedoeld in art. 148 van de wegenverkeerswet 1994

€ 89,31

f.

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 234,79

Paragraaf 1.10

Diversen

Artikel 1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 5,02

b.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,31

2.

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,41

3.

voor verstrekking van deze informatie per digitale informatiedrager wordt het bedrag vermeerderd met

€ 5,45

c.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 23,54

d.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 11,44

Artikel 1.35

Gereserveerd: Diverse vergunningen of beschikkingen

Paragraaf 1.11

Kinderopvang

Artikel 1.36

Wet kinderopvang

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang

€ 793,74

b.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in art. 1.45 tweede lid van de Wet kinderopvang, indien opvang plaatsvindt op woonadres van een vraagouder

€ 421,85

c.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in art. 1.45 tweede lid van de Wet kinderopvang, indien opvang plaatsvindt op woonadres van een gastouder

€ 421,85

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

Artikel 2.1

Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

Omgevingsoverleg: het omgevingsoverleg is een proces waarin initiatiefnemers hun plan aan de gemeente kunnen voorleggen voordat de daadwerkelijke aanvraag wordt ingediend om van de gemeente te vernemen of het plan wenselijk en haalbaar is.

Vooroverleg: overleg met de initiatiefnemer om te beoordelen of het vragen om een intake en/of vergunningaanvraag zinvol is

Principeverzoek: een integrale beoordeling of een initiatief wenselijk en haalbaar is en waarvoor het niet nodig is om een intentieovereenkomst te sluiten.

Intaketafel: een integrale toets of een initiatief wenselijk is en oordeel of met een initiatiefnemer een intentieovereenkomst wordt gesloten om in een vervolgfase de wenselijkheid en haalbaarheid verder te onderzoeken

Omgevingstafel: overlegplatform met belanghebbenden om de haalbaarheid van initiatieven verder te toetsen vanuit het “ja-mits” principe en waar randvoorwaarden worden gedefinieerd

TAM-Omgevingsplan: een TAM-omgevingsplan staat gelijk aan een omgevingsplan.

In behandeling nemen en buiten behandeling stellen: Als een aanvraag in behandeling wordt genomen is één van de eerste uitvoeringshandelingen een toets op volledigheid van het dossier. Voor de legesheffing is de aanvraag op dat moment in behandeling genomen en worden leges geheven. Als uit de volledigheidstoets blijkt dat een dossier niet volledig is, krijgt de aanvrager 1 x de gelegenheid zijn aanvraag aan te vullen. Gebeurt dit niet, of niet volledig, wordt de verdere behandeling gestaakt. Dit heet het buiten behandeling stellen. Voor een deel van de verschuldigde leges wordt dan teruggaaf verleend.

4.

in afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan:

 

de normkosten, zoals die staan vermeld in het overzicht (ROEB

-lijst. Deze wordt na bekendmaking ter inzage gelegd in het gemeentehuis en is opgenomen als bijlage 3 bij deze tarieventabel). Indien de bouwkosten niet kunnen worden bepaald aan de hand van het hiervoor genoemde overzicht, worden de bouwkosten vastgesteld op basis van het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

5.

Ruimtelijke initiatieven zijn in klassen ingedeeld. Deze indeling is als volgt: een klein initiatief, een middelgroot initiatief en een groot initiatief. Zie hiervoor de bijlage "Overzicht categorieën van initiatieven Ruimtelijke Ordening". Deze indeling is voorbehouden aan het bevoegd gezag.

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3

Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

7.

De tarieven in dit hoofdstuk worden niet in rekening gebracht als op andere wijze kostenverhaal is overeengekomen.

Paragraaf 2.2

Voorfase

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief

1.

voor de beoordeling of een omgevingsoverleg nodig is:

€ 0,00

2.

voor het beoordelen van een vooroverleg:

€ 268,39

3.

voor de beoordeling van een principeverzoek:

€ 1.002,20

4.

voor een beoordeling aan de intaketafel:

€ 1.979,81

Het onder het vierde lid genoemde bedrag wordt per in te schakelen externe adviseur, per half uur, vermeerderd met

€ 54,00

waarbij een gedeelte van een half uur als een volledig half uur wordt beschouwd

5.

voor een overleg aan de omgevingstafel:

het bedrag van de voorafgaand aan een overleg aan de omgevingstafel aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, waarbij de aanvraag in behandeling wordt genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop deze begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

6.

Indien in het kader van een omgevingsoverleg een bestuurlijk standpunt ten aanzien van het initiatief moet worden gevraagd, is onverminderd de overige onderdelen van deze paragraaf een aanvullend tarief verschuldigd van:

€ 375,00

7.

Indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere handeling moet worden verricht waarvoor in deze tarieventabel een tarief is opgenomen, wordt, onverminderd de overige onderdelen in deze paragraaf, dat tarief voor die andere handelingen in rekening gebracht.

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 25.000,-

1,150%

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 145,00

b.

Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen

0,795%

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 288,00

c.

Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen

0,775%

van de bouwkosten met een minimum van

€ 398,00

d.

Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen

1,370%

van de bouwkosten met een minimum van

€ 1.550,00

e.

Indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

0,775%

van de bouwkosten met een minimum van

€ 34.250,00

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit:

a.

Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 25.000,-

1,825%

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 450,00

b.

Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen

2,950%

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 457,00

c.

Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen

2,300%

van de bouwkosten met een minimum van

€ 1.475,00

d.

Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen

0,650%

van de bouwkosten met een minimum van

€ 4.600,00

e.

Indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

1,050%

van de bouwkosten met een minimum van

€ 16.250,00

2.

De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:

a.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 421,04

b.

als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:

€ 421,04

3.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 410,67

4.

Onverminderd de overige onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:

a.

indien de aanvraag valt onder de categorie 'klein initiatief', zoals bedoeld in de bijlage "Overzicht categorieën van initiatieven Ruimtelijke Ordening":

€ 712,81

b.

indien de aanvraag valt onder de categorie 'middelgroot initiatief', zoals bedoeld in de bijlage "Overzicht categorieën van initiatieven Ruimtelijke Ordening":

€ 2.000,00

c.

indien de aanvraag valt onder de categorie 'groot initiatief', zoals bedoeld in de bijlage "Overzicht categorieën van initiatieven Ruimtelijke Ordening":

€ 7.791,00

d.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a, b of c:

€ 9.442,50

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 627,97

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 627,97

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 627,97

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8

Monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

i.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 627,97

ii.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 627,97

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

i.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 627,97

ii.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 627,97

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

i.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 627,97

ii.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 627,97

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€375,00

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de [citeertitel gemeentelijke Erfgoedverordening] is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 627,97

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 627,97

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 627,98

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€410,67

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 410,67

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 627,97

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor de activiteit verwerken polyesterhars:

€ 7.092,86

b.

voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem:

€ 7.092,86

c.

voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten:

€ 7.092,86

d.

voor de activiteit opslaan propaan of propeen:

€ 7.092,86

e.

voor de activiteit tanken met LPG:

€ 7.092,86

f.

voor de activiteit antihagelkanonnen:

€ 4.566,64

g.

voor de activiteit biologische agens:

€ 7.092,86

h.

voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen:

€ 7.092,86

i.

voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen:

€ 4.566,64

j.

voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning):

€ 7.092,86

k.

voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning):

€ 7.092,86

l.

voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k:

€ 7.092,86

Artikel 2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 7.092,86

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 4.566,64

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.987,18

Artikel 2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 7.092,86

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 4.566,64

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.987,18

Artikel 2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 7.092,86

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 4.566,64

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.987,18

Artikel 2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.566,64

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.238,75

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.565,69

Artikel 2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 7.092,86

Artikel 2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 7.092,86

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 4.566,64

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.987,18

Artikel 2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 7.092,86

Artikel 2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 388,65

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 388,65

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.295,50

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.295,50

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 87,75

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 87,75

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 376,69

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 37,55

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

a.

indien de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van verlichte handelsreclame:

€ 189,09

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 23,54

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 23,54

Artikel 2.34

Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 439,51

b.

behoort tot een in het omgevingsplan of een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen categorie vergunningplichtige activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

i.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.295,50

ii.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.295,50

iii.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 1.295,50

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 2.364,29

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 2.364,29

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.364,29

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 2.364,29

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 2.364,29

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:

€ 2.364,29

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 259,10

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 156,76

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 156,76

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief

als de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft op een milieubelastende activiteit in de agrarische sector:

€ 4.566,64

als de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft op een milieubelastende activiteit in overige sectoren:

€ 7.092,86

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 156,76

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 1.263,11

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.

het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 439,51

2.

het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning:

€ 82,71

3.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid 1 of lid 2 is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 421,04

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.57 van toepassing is:

€ 439,51

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b in behandeling is genomen:

€ 157,84

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.48 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 7.791,00

Artikel 2.46a

Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 610,42

Artikel 2.46b

Afvoeren en veranderen monument van de gemeentelijke monumentenlijst

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

om een monument af te voeren van de gemeentelijke monumentenlijst

€ 613,73

b.

om een monument van de gemeentelijke monumentenlijst te veranderen

€ 613,73

Artikel 26.46c

Gedoog verklaringen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag / verzoek voor:

a.

een (persoonsgebonden) gedoogverklaring voor het permanent bewonen van recreatiewoningen

€ 1.111,36

b.

voor overige (persoonsgebonden) gedoogverklaringen, tenzij er sprake is van een aanvraag voor een gedoogverklaring die direct het gevolg is dan wel aantoonbaar te relateren is aan COVID-19

€ 1.111,36

Artikel 2.46d

Geen omgevingsvergunning vereist

1.

Voor een aanvraag tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring dat voor een bepaalde (bouw)activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief:

€ 82,71

2.

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief in afwijking van de overige tarieven in dit hoofdstuk:

€ 740,80

3.

Indien de verschuldigde leges voor de activiteit of activiteiten waarvoor de aanvraag is gedaan minder bedragen dan het tarief genoemd in lid 2, worden in afwijking van lid 2 de leges in rekening gebracht voor die activiteit of activiteiten waarvoor de aanvraag om een omgevingsvergunning werd ingediend.

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

25%

met dien verstande dat de verhoging maximaal bedraagt:

€ 1.000,00

Artikel 2.47a

Publicatie

Als op grond van een wettelijk voorschrift in verband met een aanvraag publicatie middels advertentie moet plaatsvinden worden de op grond van de artikelen 2.45 en artikel 2.6, lid4, sub b en sub c verschuldigde leges per publicatie verhoogd met:

€ 500,40

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 421,04

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 421,04

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 421,04

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport, een programma van eisen, of een onderzoek moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 614,16

voor de beoordeling van een historisch bodemrapport

€ 441,86

b.

voor de beoordeling van een (verkennend) archeologisch (bodem)rapport:

€ 441,86

voor de beoordeling van een programma van eisen voor archeologisch veldonderzoek

€ 441,86

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 441,86

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 441,86

e.

voor de beoordeling van een rapport geur

€ 441,86

f.

voor de beoordeling van een rapport externe veiligheid

€ 441,86

g.

voor de beoordeling van een rapport flora en fauna en natuurbeschermingswet voortoets

€ 441,86

h.

voor de beoordeling van een agrarisch advies rapport

€ 441,86

i.

voor de beoordeling van de volkshuisvestelijke aspecten van een plan

€ 441,86

j.

voor de beoordeling van een distributie planologisch onderzoek

€ 441,86

k.

voor de beoordeling van een waterhuishoudingsplan

€ 441,86

l.

voor de beoordeling van een cultuurhistorisch onderzoek

€ 441,86

m.

voor de beoordeling van een rapport niet gesprongen explosieven

€ 441,86

n.

voor de beoordeling van een verkeersonderzoek

€ 441,86

o.

voor de beoordeling van een plan voor landschappelijke inpassing

€ 441,86

p.

voor de beoordeling van een onderzoek naar milieucirkel(s)

€ 441,86

q.

voor de beoordeling van een aeriusberekening

€ 277,92

r.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 441,86

s.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 441,86

t.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 441,86

Artikel 2.50

Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 3771,51

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

Bijlage 1

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

Bijlage 1

d.

voor een advies van de agrarische commissie wordt in rekening gebracht de kosten volgens de tariefregeling van de agrarische commissie.

e.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51

Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13

Vermindering

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de op grond van artikel 2.4, lid 2 geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het vooroverleg betrekking had;

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg; en

c. binnen 12 maanden na het laatste vooroverleg of, als het vooroverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: de kosten van de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

Artikel 2.54

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, paragraaf 2.4 en artikel 2.28 buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75,00%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, paragraaf 2.4 en artikel 2.28 verschuldigde leges.

Artikel 2.55

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten, milieubelastende activiteiten of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is en die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [vier] weken na de indiening van de aanvraag:

100,00%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges.

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf [vier] weken tot [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

50,00%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges.

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges.

d.

Indien binnen dertien weken na het verzoek tot intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor hetzelfde bouwplan, worden deze leges met de behandeling van de nieuwe aanvraag verrekend.

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten, milieubelastende activiteiten of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is en die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

100%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges.

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges.

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

30%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, artikel 2.28, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges.

d.

Indien binnen dertien weken na het verzoek tot intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor hetzelfde bouwplan, worden deze leges met de behandeling van de nieuwe aanvraag verrekend.

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten, of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, paragraaf 2.4 en artikel 2.28 of een verleende omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en artikel 2.28 verschuldigde leges.

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, paragraaf 2.4 en artikel 2.28 of een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25,00%

van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1, artikel 2.7, paragraaf 2.4, paragraaf 2.5 en artikel 2.28 verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.59

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.60

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 150 wordt niet teruggegeven.

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Paragraaf 3.1

Horeca

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 217,24

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 173,60

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 936,60

b.

een aanvraag als bedoeld in artikel 3.1 sub a die tegelijkertijd met een aanvraag artikel 3 van de Alcoholwet wordt ingediend

€ 174,54

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 328,32

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 293,53

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 228,79

Pararaaf 3.2

Seksbedrijven

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen, verlengen of wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor een seksinrichting of escortbureau, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.4

€ 1.276,92

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 1.180,28

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 23,64

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 23,64

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6

Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), met de duur van:

a.

1 dag

€ 196,47

b.

2 dagen

€ 232,86

c.

3 dagen

€ 280,91

Artikel 3.7

Gereserveerd: Organiseren markt

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

Artikel 3.8

Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

Artikel 3.9

Gereserveerd Overige administratieve dienstverlening markt

Artikel 3.10

Gereserveerd: Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening voor:

a.

één dagdeel

€ 18,49

b.

één maand, per dagdeel per week

€ 63,69

c.

één kwartaal, per dagdeel per week

€ 95,32

d.

een half jaar, per dagdeel per week

€ 138,60

e.

een jaar, per dagdeel per week

€ 196,47

Paragraaf 3.6

Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014

Artikel 3.11

Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte

Artikel 3.12

Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte

Artikel 3.13

Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Artikel 3.14

Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Artikel 3.15

Gereserveerd: Splitsvergunning

Artikel 3.16

Gereserveerd: Toeristische verhuur

Artikel 3.17

Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18

Stookontheffing

Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor een periode van 3 jaar voor het verbranden van (rest)hout ingevolge artikel 5.34 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 184,81

Artikel 3.19

Verkoopvergunning vuurwerk

Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag tot het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen ingevolge artikel 2.72 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 272,89

Artikel 3.20

Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg of een openbare plaats

Ingevolge art 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 184,81

Artikel 3.21

Ontheffing geluidshinder

Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing ingevolge artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 120,06

Artikel 3.21

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit / overige vergunningen en besluiten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 120,06

 

 

Bijlage 1: Tariefsregeling Gelders Genootschap

 

 

Bijlage 2: Overzicht categorieën van initiatieven Ruimtelijke Ordening

(Artikel 2.6 lid 4a, lid 4b en lid 4c)

 

A. Categorie klein initiatief

 

Initiatieven die behorende tot deze categorie:

 

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan binnen de bebouwde kom;

  • 2.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 4.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 5.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 6.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij het Besluit bouwwerken leefomgeving aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      er is naar het oordeel van B&W sprake van een goed woon- en leefklimaat in de recreatiewoning en de recreatiewoning beperkt de exploitatiemogelijkheden van (agrarische) bedrijven niet.

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 7.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 6, voor een termijn van ten hoogste tien jaar. Er moet dan wel aannemelijk zijn gemaakt dat er sprake is van een tijdelijke situatie;

B. Categorie middelgroot initiatief

 

Initiatieven die behorende tot deze categorie:

 

  • 1.

    Initiatieven die niet vallen onder de categorie ‘klein initiatief’

  • 2.

    Inactieven die niet vallen onder de categorie ‘groot initiatief’

C. Categorie groot initiatief

 

Initiatieven die behorende tot deze categorie:

 

  • 1.

    Initiatieven die niet passen binnen de kaders van door de gemeenteraad vastgestelde nota’s, beleid of visies.

  • 2.

    Initiatieven met betrekking tot windturbines en zonnevelden.

  • 3.

    Initiatieven ten behoeve van bedrijven, tenzij het betreft:

    • a.

      Bedrijven op een bedrijventerrein

    • b.

      Bestaande bedrijven buiten een bedrijventerrein

    • c.

      Bedrijven behorende tot milieucategorieën 1 en 2 (VNG bedrijvenzonering).

  • Initiatieven ten behoeve van uitbreidingen van intensieve veehouderij.

     

  • 4.

    Initiatieven ten behoeve van infrastructuur en voorzieningen, tenzij het betreft

    • a.

      Projecten / initiatieven ten behoeve van (de aanpassing van) bestaande infrastructuur.

    • b.

      Projecten ten behoeve van nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, geluidsschermen en –wallen, speelruimtevoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen of het openbaar vervoer. –

    • c.

      Projecten ten behoeve van nieuwe infrastructuur voor zover het fiets- en wandelpaden betreft

  • 5.

    Initiatieven op onbebouwde gronden, tenzij het betreft projecten voor het wijzigen van de functie van onbebouwde gronden en het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde en gebouwen tot 100 m2, anders dan bovengenoemde categorieën.

Bijlage 3 ROEB lijst