Verordening Burgerinitiatief Gemeente Haaren + bijlage

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  Raad De gemeenteraad van de gemeente Haaren

• b.

  Commissie Een raadscommissie van de gemeenteraad van de gemeente Haaren

• c.

  College Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren

• d.

  Burgerinitiatiefvoorstel Een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een concreet omschreven onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

• 1.

  De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

• 2.

  Ongeldig is het verzoek dat:

  • a.

    niet door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

  • b.

    een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

  • c.

    niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

• 1.

  Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van de gemeente Haaren alsmede ingezetenen van de gemeente Haaren van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

• 2.

  Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

• a.

  een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

• b.

  een vraag over het gemeentelijk beleid;

• c.

  een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

• d.

  een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

• e.

  een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het burgerinitiatiefvoorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen;

• f.

  een onderwerp louter betrekking hebbende op privé-belangen, of

• g.

  een onderwerp dat indruist tegen hogere wet- en regelgeving.

• 1.

  Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

• 2.

  Het verzoek bevat ten minste:

  • a.

    een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

  • b.

    een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

  • c.

    de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

  • d.

    een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen;

  • e.

    een opgave van maximaal drie personen waaronder de verzoeker, die het burgerinitiatief, indien dit op de agenda van de raad wordt geplaatst, in de raad of de commissie kunnen toelichten.

• 3.

  Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

• 1.

  De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het verzoek voldoet aan de geldigheidsvereisten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

• 2.

  Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijdig met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders. 

• 3.

  Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

• 4.

  De raad kan een burgerinitiatiefvoorstel ter advies voorleggen aan het college. Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

• 5.

  De raad kan een burgerinitiatiefvoorstel ter advies voorleggen aan een commissie. Het vierde lid, tweede volzin, van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.

• 6.

  De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De personen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder e hebben tijdens deze vergadering de gelegenheid om het burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

• 7.

  Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt van dit besluit mededeling gedaan aan de verzoeker.

• 8.

  Tegelijkertijd wordt dit besluit bekend gemaakt door kennisgeving van het besluit of de zakelijke inhoud ervan in een huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

De burgemeester brengt elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

• 1.

  Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening Burgerinitiatief gemeente Haaren 2006".

• 2.

  Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.