Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Aa en Maas

Beleidsregel voor het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen waterschap Aa en Maas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Aa en Maas
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsregel voor het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen waterschap Aa en Maas
CiteertitelBeleidsregel voor het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen waterschap Aa en Maas
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Omgevingswet
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Waterschapsverordening waterschap Aa en Maas 2024
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-2024nieuwe regeling

30-01-2024

wsb-2024-2712

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel voor het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen waterschap Aa en Maas

Het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas;

 

overwegende dat het dagelijks bestuur op 9 mei 2023 bij de partiële herziening van de leggernota het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen heeft vastgesteld;

 

overwegende dat vanaf 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking is getreden en dat de regelgeving van het waterschap hierop aangepast dient te worden;

 

overwegende dat het dagelijks bestuur op 11 juli 2023 de ten behoeve van de Omgevingswet aangepaste leggernota heeft vastgesteld waarbij het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen niet langer is opgenomen.

 

Overwegende dat het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen louter redactioneel aangepast moet worden ten behoeve van de Omgevingswet en de Waterschapsverordening en er geen inhoudelijke wijzigingen noodzakelijk zijn;

 

gelet op onder andere de Omgevingswet, de Algemene wet bestuursrecht, en de Waterschapsverordening waterschap Aa en Maas 2024:

 

 

B E S L U I T :

 

  • 1.

    De ‘Beleidsregel voor het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen waterschap Aa en Maas’ vast te stellen

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Dit besluit wordt aangehaald als “Beleidsregel voor het bepalen en wijzigen van de status van waterlopen waterschap Aa en Maas”.

 

Contact

Voor vragen over deze bekendmaking kunt u contact opnemen met de afdeling Planadvies en Vergunningen via een e-mail: info@aaenmaas.nl

1. Inleiding

Hoe groter de maatgevende afvoer van een waterloop hoe groter het belang van deze waterloop voor het waterbeheer. Op basis van de maatgevende afvoer maakt het waterschap onderscheid in A-, B- en C-waterlopen (zie tabel 1). De status van de waterloop bepaalt tevens wie onderhoudsplichtig is. Daarnaast bepaalt de status van de waterloop ook welke regels er gelden voor het uitvoeren van werkzaamheden in en langs de waterloop. Bij A-waterlopen is er op basis van de relevante regels minder toegestaan dan bij B- en C-waterlopen. Voor A-waterlopen (die door het waterschap worden onderhouden) gelden er bijvoorbeeld beperkingen voor het grondgebruik langs de waterloop zodat het onderhoud aan de waterloop vanaf de oever doelmatig kan plaatsvinden. Bij B- en C-waterlopen gelden deze beperkingen niet.

 

Tabel 1: Indeling waterlopen naar belang voor het waterbeheer

 

Maatgevende afvoer

Onderhoudsplicht

A-waterlopen

groter dan 30 l/s

waterschap

B-waterlopen

tussen de 10 en 30 l/s

aanliggende eigenaar

C-waterlopen

kleiner dan 10 l/s

geen

2. Wijze bepalen maatgevende afvoer

De maatgevende afvoer is bepalend of een waterloop als A-, B- of C-waterloop dient te worden aangemerkt. De maatgevende afvoer wordt theoretisch bepaald op basis van het oppervlak dat op deze waterloop afwatert, vermenigvuldigd met een afvoercoëfficiënt. De afvoercoëfficiënt is in belangrijke mate afhankelijk van de grondwaterstanden ter plekke.

De aldus bepaalde maatgevende afvoer heeft betrekking op het meest benedenstrooms gelegen deel van de waterloop waarvoor deze bepaald is. Dat betekent dat bij een berekende maatgevende afvoer van 30 l/s, het bovenstroomse gedeelte een maatgevende afvoer heeft die lager is. Als gevolg van herinrichting van het gebied of veranderende hydrologische omstandigheden kan een waterloop van status wijzigen.

3. Wijzigen status waterloop

De maatgevende afvoer van een waterloop kan als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen of aanpassingen aan het watersysteem wijzigen. Hierdoor kan het nodig zijn om de status van een waterloop aan te passen in de legger. Indien een A-waterloop op basis van de berekende maatgevende afvoer in aanmerking komt om afgewaardeerd te worden, kan het waterschap besluiten dat geen afwaardering plaatsvindt indien:

 

  • a)

    Het waterschap de betreffende waterloop en/of langs de waterloop een werkstrook in eigendom heeft en deze niet in eigendom overgedragen kan worden aan de aanliggende eigenaar/derden.

  • b)

    Een riooloverstort of grote hemelwateroverstort op de betreffende waterloop loost

  • c)

    Afwaarderen tot gevolg heeft dat een doorgaande onderhoudsroute niet langer gegarandeerd is.

  • d)

    De waterloop van betekenis is voor de wateraanvoer

  • e)

    Het gebied erg kwetsbaar is voor wateroverlast of watertekort

De andere mogelijke wijzigingen van de status van de waterloop (B ➜ A, B ➜ C, C ➜ B) vinden enkel plaats op basis van de berekende maatgevende afvoer, zoals hiervoor beschreven.

 

Ad a)

Het waterschap heeft het merendeel van de A-waterlopen in eigendom. Om na afwaarderen niet met smalle stroken eigendom te blijven zitten, wenst het waterschap dit eigendom over te dragen aan de aanliggende eigenaren.

Met name in district Boven- en Beneden Aa heeft het waterschap veelal aan weerszijden van de waterloop een smalle strook grond met een breedte van 1,5 m in eigendom. Destijds vanuit de gedachte dat deze ruimte voldoende zou zijn om het onderhoud aan de waterloop uit te kunnen voeren. Bij het afwaarderen van de waterloop blijft het waterschap als aanliggende eigenaar onderhoudsplichtig terwijl de beschermingszone van 5 m (de werkruimte die in de huidige situatie noodzakelijk wordt geacht om het onderhoud aan de waterlopen veilig en doelmatig uit te kunnen voeren) komen te vervallen. Dit is niet wenselijk. Daarom zal in deze gevallen de afwaardering niet plaatsvinden.

 

Ad b)

Bij het bepalen van de maatgevende afvoer wordt in eerste instantie geen rekening gehouden met de aanwezigheid van riooloverstorten of grote hemelwaterafvoeren. De berekende afvoeren worden hierop gecorrigeerd waarbij er van wordt uitgegaan dat bij het in werking treden van de overstort of grote hemelwaterafvoer de maatgevende afvoer van 30 l/s wordt overschreden. De ligging van deze overstorten heeft het waterschap vastgelegd. Indien in het betreffende afwateringsgebied vele kleine niet vastgelegde hemelwater-afvoeren aanwezig zijn, kan dit ook een reden zijn om de waterloop niet af te waarderen.

Bovendien voert het waterschap in het landelijk gebied om milieu hygiënische redenen over een lengte van 500 m achter een riooloverstort maaisel en baggerspecie dat vrijkomt bij onderhoudswerkzaamheden af. Bij afwaarderen van een waterloop met een riooloverstort zou de aanliggende eigenaar als onderhoudsplichtige opeens geconfronteerd worden met het ontvangen en verwerken van mogelijk besmette maaisel en baggerspecie.

 

Ad c)

Uit oogpunt van doelmatig onderhoud en het beperken van de overlast voor de omgeving, voert het waterschap het onderhoud zoveel mogelijk in een doorlopende onderhoudsroute van weg tot weg uit. Indien de overgang van A- naar B-waterloop ergens halverwege deze onderhoudsroute ligt, zou dit betekenen dat na afwaarderen van het bovenstroomse deel van de waterloop een doorlopende onderhoudsroute niet langer gegarandeerd is. Afhankelijk van de situatie ter plekke wordt in een dergelijke situatie het gehele traject van weg tot weg al dan niet afgewaardeerd.

 

Ad d)

De maatgevende afvoer geeft alleen de mate van belang van de waterloop voor de waterafvoer aan. Waterlopen met een beperkte maatgevende afvoer kunnen echter nog wel van een zodanige betekenis zijn voor de wateraanvoer dat het waterschap deze zelf wenst te onderhouden. Een waterloop is van betekenis voor de wateraanvoer indien het belang van de wateraanvoer zich verder strekt dan alleen de direct aanliggende eigenaren. Het betreft waterlopen die ten behoeve van het garanderen van de wateraanvoer minimaal 2x per jaar worden gemaaid.

 

Ad e)

Hiervan is sprake als het bovenstrooms gelegen gebied erg kwetsbaar is voor wateroverlast of watertekort in combinatie met kans op grote schade als de waterloop niet goed wordt onderhouden en beheerd. In een dergelijke situatie is het niet verantwoord om het onderhoud aan de waterloop over te laten aan de aanliggende eigenaren. De betreffende waterlopen worden minimaal 2x per jaar gemaaid. Ook kan het zijn dat in de waterloop een stuw is geplaatst die door het waterschap moet worden bediend.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 30 januari 2024,

De secretaris

Pieter Sennema

De dijkgraaf

Mario Jacobs