Paragraaf 1 Algemeen deel
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
achterstandsscore: achterstandsscore als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022;
- -
Ad PEP: Associate degree Pedagogisch Educatief Professional;
- -
Children’s Zone: wijken Afrikaanderwijk, Bloemhof, Carnisse, Hillesluis, Feijenoord, Oud-Charlois en Tarwewijk;
- -
evidence based: de aanpak en methodologie van de interventies zijn onderbouwd door beschikbare wetenschappelijke literatuur;
- -
evidence informed: de aanpak en methodologie van de interventies zijn onderbouwd op basis van de best beschikbare kennis en expertise, met inbegrip van praktijkervaringen en deskundig advies;
- -
- -
ko: houders als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang, die kinderopvang aanbieden en geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang, met uitzondering van gastouderopvang en gastouderbureaus;
- -
leerlingenaantal: aantal leerlingen of deelnemers dat in de administratie van de Dienst Uitvoering Onderwijs staat ingeschreven op een school op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het te subsidiëren schooljaar;
- -
lwoo: leerwegondersteunend onderwijs;
- -
mbo: middelbaar beroepsonderwijs;
- -
NPRZ: Nationaal Programma Rotterdam Zuid;
- -
NROB: Nieuw Rotterdams Onderwijsbeleid, het beleidsplan van de gemeente Rotterdam voor onderwijs voor de periode 2024 tot en met 2027 zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 30 november 2023;
- -
- -
school: alle op grond van de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en de Wet voortgezet onderwijs 2020 erkende scholen en de instellingen op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
- -
schoolbestuur: het bevoegd gezag binnen de onderwijsorganisatie dat die organisatie bestuurt, waarbij het besturen de hoofdtaak is en het gezag zich bevindt in een eindverantwoordelijke positie;
- -
schooljaar: periode van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar;
- -
schoolleider: een directeur, adjunct-directeur, locatiedirecteur in dienst van een schoolbestuur in het po, so of vso of een rector, directeur, adjunct-directeur, locatie directeur of teamleider in dienst van een schoolbestuur in het vo;
- -
sectorkamer: het overlegorgaan voor lokaal onderwijsbeleid zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Procedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam;
- -
ve: voorschoolse educatie, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang;
- -
vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs;
- -
vo: voortgezet onderwijs;
- -
(v)so: (voortgezet) speciaal onderwijs.
Artikel 2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor het schooljaar 2024-2025 voor de in artikel 3 bedoelde interventies.
Artikel 3 Interventies en doelgroepen
- 1.
Subsidies kunnen uitsluitend worden verstrekt voor interventies in het kader van de volgende onderdelen:
- a.
- b.
- c.
Zij-instroom en opscholing onderwijsassistenten;
- d.
Werkdruk, ontzorgen, starters en stagiairs;
- e.
Anders organiseren, innoveren en ruimte directies;
- f.
Rotterdamse lerarenbeurs;
- g.
Rotterdamse schoolleidersbeurs;
- h.
Aansluiting onderwijs naar arbeidsmarkt;
- i.
Schakelklassen primair onderwijs;
- j.
Dagprogrammering primair onderwijs;
- k.
Dagprogrammering voortgezet onderwijs;
- l.
- 2.
In bijlage 1 is bepaald welke doelgroep voor welk onderdeel subsidie kan aanvragen.
Artikel 4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
Voor subsidie komen in aanmerking de redelijk gemaakte kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van interventies als bedoeld in artikel 3 en de gemaakte accountantskosten ten behoeve van de verantwoording van op grond van deze regeling ontvangen subsidie.
- 2.
Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten met betrekking tot reguliere activiteiten waarvoor uit andere bronnen financiële middelen ter beschikking gesteld kunnen worden, reguliere loonkosten en overhead.
Artikel 5 Berekening van uurtarieven
Bij het hanteren van uurtarieven in de subsidieaanvraag kunnen de volgende standaardberekeningswijzen worden toegepast:
- a.
berekening op basis van werkelijke kosten, inclusief werkgeverslasten;
- b.
berekening op basis van de laatst vastgestelde genormeerde gemiddelde personeelslast voor het po, vo, (v)so; of
- c.
een berekening die vooraf door het college is goedgekeurd.
Artikel 6 Subsidieplafond
Voor de toepassing van deze subsidieregeling geldt voor de hieronder genoemde subsidies voor de periode van 1 augustus 2024 tot en met 31 juli 2025 een subsidieplafond van in totaal € 47.850.000. Dit bedrag is onder voorbehoud van de jaarlijkse goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad van Rotterdam en onder voorbehoud van verkrijging van middelen van het Rijk. Het subsidieplafond bestaat uit de volgende deelplafonds:
- a.
- b.
educatief partnerschap € 6.000.000
- c.
zij-instroom en opscholing onderwijsassistenten € 1.300.000
- d.
werkdruk, ontzorgen, starters en stagiairs € 2.000.000
- e.
anders organiseren, innoveren en ruimte directies € 1.500.000
- f.
Rotterdamse lerarenbeurs € 850.000
- g.
Rotterdamse schoolleidersbeurs € 250.000
- h.
aansluiting onderwijs naar arbeidsmarkt € 1.000.000
- i.
dagprogrammering primair onderwijs € 17.000.000
- j.
dagprogrammering voortgezet onderwijs € 1.850.000
Artikel 7 Wijze van verdeling en hoogte van de subsidie
De subsidies worden verdeeld overeenkomstig bijlage 2. Aanvullend is voor de subsidie Kwaliteit de verdeling nader toegelicht in bijlage 3.
Artikel 8 Aanvraag subsidie
- 1.
De subsidieaanvraag wordt ingediend met behulp van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren.
- 2.
De subsidieaanvraagformulieren worden online ingevuld in de webapplicatie voor de subsidies. De subsidieaanvraag wordt vervolgens ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies.
- 3.
Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen.
Een aanvraag is volledig indien:
- a.
de aanvrager gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde aanvraagformulieren;
- b.
de aanvraagformulieren door de aanvrager volledig en naar waarheid zijn ingevuld;
- c.
alle gevraagde gegevens en bescheiden zijn bijgevoegd.
Artikel 9 Aanvang beslistermijn aanvraag subsidie
- 1.
De subsidieaanvraag wordt uiterlijk op 1 mei 2024 ingediend.
- 2.
Het college beslist binnen acht weken na de datum genoemd in het eerste lid, welke termijn met ten hoogste twaalf weken kan worden verlengd.
Artikel 10 Subsidieverantwoording
- 1.
Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend met behulp van de door het college vastgestelde subsidieverantwoordings-formulieren.
- 2.
De subsidieverantwoordingsformulieren worden online ingevuld in de webapplicatie voor NROB-subsidies. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt vervolgens uiterlijk op 1 december na afloop van het schooljaar ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies.
- 3.
Voor het subsidieonderdeel Veiligheid op school wordt bij de aanvraag tot subsidievaststelling tevens het audit-rapport overgelegd, wat volgt uit een (re-)audit als bedoeld in artikel 21, eerste lid.
Artikel 11 Algemene verplichtingen
Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:
- a.
de subsidieontvanger werkt mee aan een door of namens het college uitgevoerd onderzoek en evaluatie van de interventies en verstrekt de daarvoor relevante gegevens of informatie;
- b.
de subsidieontvanger geeft in de sectorkamer jaarlijks duiding aan de voortgang van de speerpunten van het NROB.
Paragraaf 2 Specifieke subsidies
Artikel 12 Kwaliteit
- 1.
De subsidie Kwaliteit kan uitsluitend worden verstrekt voor effectief bewezen of innovatieve interventies die bijdragen aan het verbeteren van onderwijsresultaten op het gebied van taal, lezen of rekenen.
- 2.
Een effectief bewezen interventie is evidence based of evidence informed.
- 3.
Bij een subsidieaanvraag voor een innovatieve interventie wordt een onderbouwing overgelegd waaruit blijkt op welke wijze de innovatieve interventie een verwachte bijdrage levert aan het verbeteren van de onderwijsresultaten op het gebied van taal, lezen of rekenen.
- 4.
De subsidie wordt door het schoolbestuur besteed op de school of scholen naar keuze conform de ingediende subsidieaanvraag.
- 5.
De subsidies berekend ten behoeve van een bepaalde sector in po, vo, (v)so worden uitsluitend in die sector ingezet.
Artikel 13 Educatief Partnerschap
- 1.
De subsidie Educatief Partnerschap kan uitsluitend worden verstrekt om de samenwerking tussen ouders en scholen te stimuleren, ter bevordering van de ontwikkeling van leerlingen.
- 2.
De subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor interventies die bijdragen aan ten minste één van de volgende doelstellingen;
- a.
het kennen van de thuisomgeving van leerlingen;
- b.
het op orde hebben van de organisatie van het contact tussen school en ouders;
- c.
het realiseren van een wederkerige relatie tussen school en ouders;
- d.
het realiseren van pedagogische samenwerking rond de ontwikkeling van leerlingen;
- e.
het op maat faciliteren van ouders in een situatie die risicovol is voor de ontwikkeling van de leerling.
- 3.
De subsidie kan ook ingezet worden om de betrokkenheid van ouders in de ve te ondersteunen bij het uitvoeren van de oudercomponent van het programma van de ve.
Artikel 14 Zij-instroom en opscholing onderwijsassistenten
- 1.
De subsidie Zij-instroom en opscholing onderwijsassistenten kan uitsluitend worden verstrekt voor het stimuleren van zij-instroom en opscholen van onderwijsassistenten om de druk op de Rotterdamse arbeidsmarkt te verlichten en de diversiteit binnen teams te vergroten.
- 2.
De subsidie kan worden aangevraagd voor:
- a.
zij-instroom in beroepstraject;
- b.
zij-instromers die een deeltijdopleiding of een duale opleiding aan de pabo of lerarenopleiding volgen;
- c.
onderwijsassistenten of leraar ondersteuners die instromen in de lerarenopleiding of de pabo;
- d.
onderwijsassistenten die de Ad PEP of Level Up opleiding volgen.
- 3.
Voor de subsidieontvanger die een subsidie ontvangt voor interventies in het kader van zij-instroom gelden de volgende verplichtingen:
- a.
de zij-instromer volgt onderwijs om zijn bevoegdheid als docent in het po of (v)so te behalen;
- b.
de zij-instromer wordt ingezet op een Rotterdamse schoollocatie en heeft hiervoor een getekende overeenkomst bij het schoolbestuur of een intermediair; en
- c.
de zij-instromer in beroep ontvangt salaris gedurende de opleiding.
- 4.
Voor de subsidieontvanger die een subsidie ontvangt voor interventies in het kader van opscholing onderwijsassistenten of leraar ondersteuners gelden de volgende verplichtingen:
- a.
de onderwijsassistent volgt onderwijs om de bevoegdheid als docent in het po of (v)so te halen of volgt de opleiding Ad PEP of Level Up, de leraar ondersteuner volgt onderwijs om de bevoegdheid als docent in het po of (v)so te halen;
- b.
de onderwijsassistent of de leraar ondersteuner is werkzaam op een Rotterdamse schoollocatie;
- c.
de onderwijsassistent of de leraar ondersteuner wordt in tijd gefaciliteerd door het schoolbestuur om de opleiding te volgen; en
- d.
de onderwijsassistent of de leraar ondersteuner volgt de opleiding in principe in Rotterdam, tenzij anders vermeld en nader toegelicht in de subsidieaanvraag.
Artikel 15 Werkdruk, ontzorgen, starters en stagiairs
- 1.
De subsidie Werkdruk, ontzorgen, starters en stagiairs kan uitsluitend worden verstrekt voor ondersteuning van initiatieven ten behoeve van werkdrukvermindering en het ontzorgen van teams of ten behoeve van begeleiding en binding van startende docenten of stagiairs.
- 2.
De interventies voldoen aan de volgende criteria:
- a.
de interventies hebben direct effect op vermindering van de ervaren werkdruk en het ontzorgen van teams, zorgen voor efficiëntere inzet van startende docenten of maken de begeleiding van startende docenten en stagiairs mogelijk; en
- b.
de interventies zijn duurzaam van aard.
- 3.
De extra middelen die beschikbaar zijn voor NPRZ worden alleen op schoollocaties in NPRZ-gebied ingezet.
Artikel 16 Anders organiseren, innoveren en ruimte directies
- 1.
De subsidie Anders organiseren, innoveren en ruimte directies kan uitsluitend worden verstrekt ter ondersteuning van maatregelen die bijdragen aan vermindering van het lerarentekort in Rotterdam en maatregelen die bijdragen aan het behouden of verbeteren van de kwaliteit van het beroep van leraar.
- 2.
De subsidie kan ingezet worden voor een andere opbouw van de organisatie of initiatieven die het beroep van leraar duurzaam aantrekkelijk maken.
- 3.
De subsidie kan ingezet worden ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van projecten in het kader van het plan ‘Slim organiseren po en so Rotterdam’, een actieplan voor de aanpak van het lerarentekort.
Artikel 17 Rotterdamse lerarenbeurs
- 1.
De subsidie Rotterdamse lerarenbeurs kan uitsluitend worden verstrekt om medewerkers die bij de uitoefening van hun beroep direct bijdragen aan de bevordering van het leer- en ontwikkelproces van kinderen en jongeren, te ondersteunen in hun ontwikkeling bij het uitoefenen van hun vak in Rotterdam.
- 2.
De subsidie komt tegemoet aan de persoonlijke scholingsbehoefte van de medewerkers voor wie de subsidie aangevraagd wordt.
- 3.
De interventies voldoen aan de volgende criteria:
- a.
de interventie draagt bij aan de bekwaamheid of specialisatie van de medewerkers die werkzaam zijn in het onderwijs zoals opgenomen in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, of die werkzaam zijn bij een ko-instelling en die bij de uitoefening van hun beroep direct bijdragen aan het leerproces van jonge kinderen, leerlingen en studenten;
- b.
medewerkers ten behoeve waarvan de Rotterdamse lerarenbeurs wordt aangevraagd hebben een vaste aanstelling van ten minste 0,5 fte.
- 4.
Uitsluitend de volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:
- a.
opleidingskosten, inclusief studiemateriaal;
- b.
kosten voor meerjarige professionaliseringsactiviteiten die al aangevangen en nog niet afgerond zijn.
- 5.
Niet subsidiabel zijn de kosten voor:
- a.
de primaire scholing of vakopleiding;
- b.
het behalen van een hogere of tweede bevoegdheid;
- c.
professionaliseringsactiviteiten of teamtrainingen die de aanvrager in groepsverband kan organiseren in het kader van scholing;
- d.
coaching of individuele begeleiding;
- e.
scholing voor directies of teamleider gericht op managementvaardigheden; en
- f.
reis- en verblijfkosten en kosten voor vervangingsuren.
Artikel 18 Rotterdamse schoolleidersbeurs
- 1.
De subsidie Rotterdamse schoolleidersbeurs kan uitsluitend worden verstrekt ter ondersteuning van schoolleiders in hun professionele ontwikkeling door deelname aan opleidingen, trainingen, conferenties, workshops en andere relevante professionele ontwikkelingsactiviteiten op het gebied van leiderschapsvaardigheden.
- 2.
De subsidie komt tegemoet aan de persoonlijke scholingsbehoefte van de schoolleider voor wie de subsidie aangevraagd wordt.
- 3.
Schoolleiders voor wie de subsidie wordt aangevraagd hebben een vaste aanstelling bij de aanvrager van ten minste 0,6 fte.
- 4.
Uitsluitend de volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:
- a.
opleidingskosten, inclusief studiemateriaal;
- b.
verblijf, indien het integraal onderdeel uitmaakt van de opleiding of training;
- c.
kosten voor meerjarige professionaliseringsactiviteiten die al aangevangen en nog niet afgerond zijn.
- 5.
Niet subsidiabel zijn de kosten voor:
- a.
het behalen van een hogere of tweede bevoegdheid;
- b.
professionaliseringsactiviteiten of teamtrainingen die de aanvrager in groepsverband kan organiseren in het kader van scholing.
- 6.
Per schoollocatie kan er voor maximaal twee schoolleiders subsidie aangevraagd worden.
- 7.
Per schoolleider kan eenmaal subsidie worden aangevraagd.
Artikel 19 Aansluiting onderwijs naar arbeidsmarkt
- 1.
De subsidie Aansluiting onderwijs naar arbeidsmarkt kan uitsluitend worden verstrekt voor interventies die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt optimaliseren.
- 2.
De interventies voldoen aan ten minste één van de volgende criteria:
- a.
de interventies bevorderen een nauwere en effectievere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en/of het bedrijfsleven op het gebied van loopbaanoriëntatie en begeleiding om jongeren beter voor te bereiden op een weloverwogen studiekeuze, waarbij voor het praktijkonderwijs en vso ook aandacht wordt besteed aan een uitstroomperspectief richting de arbeidsmarkt;
- b.
de interventies zijn gericht op het bevorderen van de doorstroming van jongeren naar vervolgonderwijs in kansrijke sectoren, met speciale aandacht voor sectoren met een aantoonbare groei en vraag op de arbeidsmarkt;
- c.
de interventies zijn erop gericht om onderwijsprofessionals te faciliteren en informeren over de diverse sectorale loopbaanpaden zodat zij beter in staat zijn om jongeren tijdens het loopbaanoriëntatie- en begeleidingsproces grondig voor te lichten over carrière- en opleidingsmogelijkheden;
- d.
de interventies zijn gericht op het tot stand brengen van actief contact tussen jongeren en het bedrijfsleven als integraal onderdeel van loopbaanoriëntatie en -begeleidingsactiviteiten om de arbeidsparticipatie te bevorderen en praktijkervaring te verschaffen aan jongeren die zich bezighouden met het maken van een studiekeuze;
- e.
de interventies dragen aantoonbaar bij aan het vergroten van het aantal studenten dat kiest voor de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo;
- f.
de interventies dragen aantoonbaar bij aan een verbetering van het aantal instroommomenten in het vervolgonderwijs;
- g.
de interventies zijn gericht op aanpassingen in de onderwijsinrichting die de aansluiting op de arbeidsmarkt optimaliseren.
Artikel 20 Schakelklassen primair onderwijs
- 1.
De subsidie Schakelklassen primair onderwijs kan uitsluitend worden verstrekt voor de eerste opvang van nieuwkomers in het po, waarin kinderen die minder dan twee jaar in Nederland zijn, 12 maanden de gelegenheid wordt geboden de Nederlandse taal te leren om daarna in te stromen in het reguliere onderwijs.
- 2.
De interventies dienen te voldoen aan de volgende criteria
- a.
een schakelklas eerste opvang heeft ten minste 8 leerlingen en ten hoogste 15 leerlingen uit de groepen drie tot en met acht;
- b.
continuïteit van de schakelklassen eerste opvang nieuwkomers geldt als prioriteit; en
- c.
expertise op het gebied van opvang nieuwkomers is aanwezig.
- 3.
De subsidieontvanger stelt minstens twee keer per jaar een plaatsingsoverzicht aan het college beschikbaar, in september en februari.
- 4.
Een schakelklas kan aangevraagd worden als op de teldatum 1 oktober, 1 januari, 1 april en 1 juli 16 leerlingen aanwezig zijn, mits de bestaande schakelklassen met 15 leerlingen gevuld zijn. Met behulp van vier telmomenten stelt het college vast of uitbreiding of overheveling van klassen nodig is.
- 5.
De 1 januari telling, voorafgaande aan de subsidieverlening, is richtinggevend voor de verlening van de subsidie Schakelklassen primair onderwijs.
- 6.
Uitsluitend de besturen van de onderstaande scholen kunnen de subsidie Schakelklassen primair onderwijs aanvragen:
Instellingscode | Bestuur | School |
18GY00 | BOOR | OBS de Kameleon |
18QZ00/01 | BOOR | Over de Slinge |
18WX00 | BOOR | De Catamaran |
19DQ00 | BOOR | De Notenkraker |
13LW00 | BOOR | OBS Dakpark |
13BC00 | BOOR | OBS Kasteel Spangen |
17ZI00 | RVKO | Emmausschool |
05JC00 | RVKO | Stephanus |
03NB00 | RVKO | Rozenhorst |
16UW00 | PCBO | De Schakel (voorheen Pniëlschool) |
16YB00 | PCBO | CBS de Sleutel |
13YZ00 | PCBO | Da Costa |
05SR00 | K&O | Talmaschool |
11BY00 | K&O | Cornelis Haakschool (was Talmaschool) |
24PB00 | ICBO | De Wissel (schakelklas Beverwaard) |
Artikel 21 Veiligheid op school
- 1.
De subsidie Veiligheid op school kan uitsluitend worden verstrekt voor een initiële audit of een re-audit ten behoeve van het certificaat Veilig op school.
- 2.
De certificering vindt plaats conform het Rotterdams certificeringskader.
Paragraaf 3 Subsidies NPRZ
Artikel 22 Dagprogrammering primair onderwijs
- 1.
De subsidie Dagprogrammering primair onderwijs kan uitsluitend worden verstrekt voor dagprogrammering op alle basisscholen in de Children’s Zone en geselecteerde basisscholen buiten de Children’s Zone, die zijn gehuisvest in het werkgebied van NPRZ.
- 2.
De Dagprogrammering heeft tot doel de onderwijsresultaten en de sociaal-emotionele vaardigheden van de kinderen te verbeteren en de wereld van leerlingen te vergroten door bij te dragen aan minimaal één van de volgende doelstellingen:
- a.
meer inzet op de cognitieve vakken;
- b.
meer aandacht voor de motorisch en sociaal emotionele ontwikkeling;
- c.
verbreden van culturele ontwikkeling;
- d.
belangstelling voor techniek wekken;
- e.
gevoel voor democratisch burgerschap kweken;
- f.
een oriëntatie op het beroepsleven bieden.
- 3.
Dagprogrammering is de uitbreiding van de onderwijstijd op basisscholen met tien lesuren per leerling per week (400 uur per leerling per schooljaar).
- 4.
Voor de groepen één en twee kan de subsidie naar rato geheel of gedeeltelijk worden ingezet om onderwijskundig personeel in te zetten. Met naar rato wordt bedoeld een evenredige verdeling van de subsidie over de groepen.
- 5.
Interventies die gesubsidieerd worden via het programma Ieder Kind een Instrument (IKEI) maken deel uit van de dagprogrammering voor scholen die hieraan deelnemen. IKEI voorziet wekelijks in een half uur dagprogrammering voor groepen 1 tot en met 2, en 45 minuten voor groepen 3 tot en met 6. Hierdoor blijft er voor groepen 1 tot en met 2 een resterende dagprogrammering van negenenhalf uur over, waarvoor de dagprogrammeringssubsidie wordt verleend. Voor groepen 3 tot en met 6 is er een resterende dagprogrammering van negen uur en een kwartier, waarvoor eveneens de dagprogrammeringssubsidie wordt toegekend.
- 6.
Onverminderd artikel 12 van de SVR 2014, gelden voor de subsidieontvanger de verplichtingen zoals opgenomen in het Programma van eisen Dagprogrammering schooljaar 2024-2025.
- 7.
Uitsluitend de besturen van de onderstaande scholen kunnen de subsidie Dagprogrammering aanvragen:
Instellingscode | Bestuur | School |
09TP00 | PCBO | Wilhelminaschool |
12WT00 | PCBO | De Klaver, loc. Carnisse |
13RP00 | PCBO | Oranjeschool voor Basisonderwijs |
13YZ00 | PCBO | Da Costaschool v BSO |
13YZ01 | PCBO | De Nieuwe Haven |
14HU00 | PCBO | Johan Bogermanschool voor Basisonderwijs |
14XB00 | PCBO | Heldringschool |
16SM00 | RVKO | SBO Laurens-Cupertino |
16WZ00 | PCBO | Christelijk Basisschool De Akker |
16WZ00a | PCBO | Elout Van Soeterwoudeschool |
16YB00 | PCBO | Christelijke Basisschool De Sleutel |
16YU00 | PCBO | Christelijke Basisschool Willem van Oranje |
17AP00 | RVKO | Agnessch v Kath BSO |
17DF00 | RVKO | Theresiasch v KBSO |
17DP00 | RVKO | Sterrenschool De Globetrotter (Afrikaanderplein) |
17FC00 | RVKO | Elisabeth school |
18EE00 | BOOR | Globe |
18GY00 | BOOR | De Kameleon |
18OR00 | BOOR | Charlois |
18PX00 | BOOR | Openbare Basisschool De Triangel |
18UM00 | BOOR | Pantarijn |
18VF00 | BOOR | Bloemhof |
18VR00 | BOOR | De Gouden Griffel |
18WG00 | BOOR | Blijvliet |
19AF00 | BOOR | Nelson Mandela |
20RD00 | BOOR | School voor Speciaal Basisonderwijs Sonnevanck |
23GW00 | SIPOR | Islamitische Basisschool Ibn I Sina |
27MA01 | SIOZ | Basisschool Wereldwijs |
31JX00 | SIPOR | Risala |
18TM00 | BOOR | De Akkers |
19BU00 | BOOR | Kindcentrum IJsselmonde |
20RV00 | BOOR | SBO Kindcentrum IJsselmonde |
17ES00 | RVKO | Christophoorschool |
20FK00 | BOOR | De Barkentijn |
Artikel 23 Dagprogrammering voortgezet onderwijs
- 1.
De subsidie Dagprogrammering voortgezet onderwijs kan uitsluitend worden verstrekt voor dagprogrammering op scholen voor vo in het werkgebied van NPRZ.
- 2.
De Dagprogrammering heeft tot doel de onderwijsresultaten en de sociaal-emotionele vaardigheden van de kinderen te verbeteren en de wereld van leerlingen te vergroten door in te zetten op één of meer van de volgende doelstellingen:
- a.
meer inzet op de cognitieve vakken;
- b.
meer aandacht voor de motorisch en sociaal emotionele ontwikkeling;
- c.
verbreden van culturele ontwikkeling;
- d.
belangstelling voor techniek wekken;
- e.
gevoel voor democratisch burgerschap kweken;
- f.
een oriëntatie op het beroepsleven bieden.
- 3.
Dagprogrammering is de uitbreiding van de onderwijstijd op scholen voor vo met zes lesuren per leerling per week (240 uur per leerling per schooljaar). Het extra programma is bedoeld voor 37% van de leerlingen.
- 4.
Voor de subsidieontvanger gelden de verplichtingen zoals opgenomen in het Programma van eisen Dagprogrammering schooljaar 2024-2025.
- 5.
Uitsluitend de besturen van de onderstaande scholen kunnen subsidie Dagprogrammering voortgezet onderwijs aanvragen:
Instellingscode | Bestuur | School |
02LB08 | BOOR VO | Hugo de Groot |
31RY00 | CVO | Zuider Gymnasium |
16PK00 | CVO | Portus Meridiem |
16PK07 | CVO | Portus Juliana |
16PK10 | CVO | Portus CBSplus |
30WH00 | IVOR, St. | Avicenna College |
23YU00 | LMC VO te Rotterdam, St. | Veenoord |
23YU01 | LMC VO te Rotterdam, St. | Zuidrand |
Paragraaf 4 Slotbepalingen
Artikel 24 Inwerkingtreding en werkingsduur
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 augustus 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze subsidieregeling zijn verstrekt.
Artikel 25 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Nieuw Rotterdams Onderwijsbeleid 2024-2025.
Bijlage 3: Berekening verdeling en hoogte van de subsidie Kwaliteit als bedoeld in artikel 7
Gebruikte bronbestanden
Basisbestanden van Dienst Uitvoering Onderwijs: data.duo.nl
Primair onderwijs, leerlingen
- -
01. Leerlingen po per onderwijssoort, cluster en leeftijd;
- -
02. Leerlingen bo naar gewicht, samenwerkingsverband, impulsgebied en schoolgewicht.
Voortgezet onderwijs, leerlingen
- -
01. Leerlingen per vestiging naar onderwijstype, lwoo-indicatie, sector, afdeling, en opleiding;
- -
02. Leerlingen per vestiging naar postcode leerling en leerjaar.
Overige bestanden
- -
Wetten.overheid.nl: Van de Regeling Leerplusarrangement vo, Nieuwkomers vo en eerste opvang Vreemdelingen 2009 de meest recente bijlage 5: Lijst met postcodes van de armoedeprobleemcumulatiegebieden.
Inzet van het beschikbare bedrag
Het beschikbare bedrag van € 16.100.000 wordt voor het kwaliteitsbudget gesplitst naar po, vo en (v)so en ingezet conform de in deze bijlage verder beschreven systematiek.
Algemene uitgangspunten voor berekening
- -
In de berekeningen wordt voor het begrip school steeds uitgegaan van officiële vestigingen geregistreerd bij DUO, de hoofd- of nevenvestigingen (aangeduid met de 4-cijferige instellingscode plus het 2-cijferige volgnummer).
- -
Zes-cijferig brin-nummer. Voor de bestanden van DUO moet het brin-nummer en vestigingsnummer eerst samengevoegd worden.
- -
Het aantal leerlingen op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de aanvraag is bepalend. In de berekeningen worden drie hoofdgroepen onderscheiden, namelijk: po, vo en (v)so.
- -
De scholen en leerlingen worden aan de drie hoofdgroepen toegedeeld.
Beschikbare bedragen
De beschikbare middelen zijn onderverdeeld naar drie hoofdgroepen: po, vo en (v)so (zie onderstaande tabel).
- •
Het totale beschikbare budget voor het (v)so wordt berekend door het totale aantal vestigingen * € 15.000 = 38 * € 15.000 = € 570.000. Het totaal beschikbare bedrag voor het (v)so wordt vervolgens vooraf verdeeld per schoolbestuur (v)so op basis van een vaste voet en leerlingenaantal.
- •
De te verdelen middelen voor po en vo worden berekend door het totale budget te verminderen met € 15.000 per schoolvestiging (v)so per hoofdgroep (zie onderstaande tabel).
Hoofdgroepen | Totaal beschikbare budget |
po | € 10.353.000 A |
vo | € 5.177.000 B |
(v)so | € 570.000 C |
Berekening kwaliteitsbudget primair onderwijs
Uitgangspunten:
- -
achterstandsscore: achterstandsscore, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022
- -
Rotterdamse achterstandsscore = achterstandsscore * versterking achterstand (B)
- -
Versterking achterstand (B) = weging van de achterstandsscore = 2
- -
Vaste voet per school = € 10.000
Berekening:
Stap 1: Bereken het totaal van de Rotterdamse achterstandsscore
= Tel alle berekende Rotterdamse achterstandsscores bij elkaar op
Stap 2: Correctie voor totaalbedrag Vaste Voet
= A – aantal scholen * € 10.000 = € xx miljoen
Stap 3: Bedrag per leerlingen
= € xx miljoen / (leerlingen + totaal Rotterdamse achterstandsscores)
Stap 4: Bereken het bedrag per school
= € 10.000 + Bedrag per leerlingen * (aantal leerlingen school + Rotterdamse achterstandsscore van de school)
Berekening kwaliteitsbudget voortgezet onderwijs
Uitgangspunten:
- -
Van het totaal beschikbare budget wordt 1/3 van het kwaliteitsbudget beschikbaar gesteld aan de leerlingen in het vmbo, lwoo en praktijkonderwijs.
- -
Het aantal leerlingen dat een opleiding in het vmbo, lwoo en praktijkonderwijs volgt, wordt voor het vo bepaald op basis van de leerlingen per schoolvestiging (bronbestand vo 01). De leerlingen in een gemengde opleiding havo/vwo/vmbo zijn voor 50% / 50% verdeeld over havo/vwo en vmbo.
- -
Het resterende bedrag wordt over alle leerlingen (van praktijkonderwijs tot gymnasium) voortgezet onderwijs verdeeld.
Het bedrag per leerling wordt bepaald op basis van het beschikbare gecorrigeerde vo-budget, het leerlingaantal op de betreffende schoolvestigingen en het aantal leerlingen dat daarvan woont in een armoedeprobleemcumulatiegebied. De berekening is als volgt:
Berekening vmbo, lwoo en pro
Stap 1: Bereken bedrag per leerling vmbo, lwoo en pro
= (1/3 * B) / (aantal leerlingen vmbo, lwoo en pro)
Stap 2: Bereken het bedrag alle leerlingen per leerling vo
= (B - bedrag voor vmbo, lwoo en praktijkonderwijs)/(totaal aantal leerlingen hoofdgroep vo + 10 * aantal leerlingen uit armoedeprobleemcumulatiegebieden)
Stap 3: Bereken het bedrag per school
= bedrag per leerling vmbo, lwoo en pro * aantal leerlingen vmbo, lwoo en pro op school + bedrag alle leerlingen per leerling vo * (aantal leerlingen op school +10 * aantal leerlingen school uit armoedeprobleemcumulatiegebieden)
Berekening kwaliteitsbudget speciaal onderwijs
Het totale beschikbare budget voor het (v)so wordt berekend door het totale aantal vestigingen * € 15.000 = 38 * € 15.000 = € 570.000.
Het totaal beschikbare bedrag voor deze subsidie wordt vooraf verdeeld per schoolbestuur (v)so op basis van een vaste voet en leerlingenaantal. De vaste voet bedraagt € 12.000 per school. Het restant bedrag wordt naar rato van het leerlingenaantal verdeeld.
Toelichting
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de begrippen uitgelegd die in de subsidieregeling worden gehanteerd. Aanvullend op de begrippenlijst opgenomen in artikel 1 zijn de volgende begrippen ook van belang:
- -
Leerlingaantal: de gemeente hanteert de tellingen die in januari 2024 op de website van DUO beschikbaar zijn; er vinden geen aanpassingen meer plaats.
- -
Achterstandsscore: de gemeente hanteert de tellingen die medio februari 2024 op de website van het CBS beschikbaar zijn.
- -
NPRZ: het programma is een samenwerkingsverband van Rijk, gemeente, schoolbesturen, woningcorporaties, zorginstellingen en werkgevers van Zuid, politie en Openbaar Ministerie met als doel om Zuid in 2030 op het niveau van G4 steden gemiddeld te komen; dat geldt voor zowel school als werk als wonen. Het NPRZ-werkgebied omvat de gebieden Charlois, Feijenoord en IJsselmonde.
- -
Landelijk Register Kinderopvang: in het Landelijk Register Kinderopvang worden kinderopvangvoorzieningen geregistreerd die zijn goedgekeurd door de gemeente. De gemeente hanteert de tellingen die op in 1 januari 2024 beschikbaar zijn in het register.
Artikel 2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor het schooljaar 2024-2025 voor de in artikel 3 bedoelde interventies. Met interventies worden bedoeld de subsidiabele activiteiten van de aanvragers in het kader van deze subsidieregeling.
Artikel 4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In dit artikel wordt uitgelegd welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. De bedoelde accountantskosten worden in de subsidieaanvraag opgenomen als onderdeel van de begroting van een interventie en maken deel uit van het totaal verleende bedrag. Er worden geen extra middelen beschikbaar gesteld.
Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten met betrekking tot reguliere activiteiten waarvoor uit andere bronnen financiële middelen ter beschikking gesteld kunnen worden, reguliere loonkosten en overhead. Met reguliere activiteiten wordt onder meer bedoeld de reguliere onderwijstaken die bekostigd worden uit de lumpsum financiering vanuit het Rijk.
Artikel 6 Subsidieplafond
Voor het tijdvak, de periode van 1 augustus 2024 tot en met 31 juli 2025, geldt een subsidieplafond van in totaal € 47.850.000, dat is onderverdeeld in een aantal deelplafonds voor de in dit artikel genoemde subsidieonderdelen. Het deelplafond vermeldt het maximale budget voor de subsidie.
Voor de subsidieonderdelen Schakelklassen primair onderwijs en Veiligheid op school geldt geen subsidieplafond, vanwege het streven naar flexibiliteit en de variabiliteit in de behoeften van deze interventies.
Artikel 8 Aanvraag subsidie
In dit artikel wordt uitgelegd hoe subsidie kan worden aangevraagd voor interventies beschreven in deze subsidieregeling die bijdragen aan het NROB. De subsidie voor het schooljaar 2024-2025 kan worden aangevraagd tot en met 1 mei 2024. De subsidieaanvraagformulieren worden online ingevuld in de webapplicatie voor de NROB-subsidies. Voor schoolbesturen en houders kinderopvang die voor schooljaar 2023-2024 reeds subsidie ontvingen op grond van de Subsidieregeling Rotterdams Onderwijsbeleid 2023-2024, worden vooraf accounts aangemaakt om te kunnen inloggen op webapplicatie. Overige onderwijsinstellingen en houders kinderopvang kunnen via de productpagina van NROB-subsidies van de gemeente Rotterdam een account laten aanmaken.
Artikel 11 Algemene verplichtingen
In dit artikel zijn de algemene verplichtingen opgenomen in het kader van monitoring. Het betreft medewerking aan onderzoek en evaluatie door of namens het college, en jaarlijkse toelichting in de sectorkamer over de voortgang van de speerpunten van het NROB. Het doel van monitoring is om te leren en verbeteren. Als gemeente monitoren we daarom ons beleid en interventies. We zullen een lerende gemeenschap stimuleren en onderzoeken doen. Dit doen we in overleg met het scholenveld om de belasting voor scholen te beperken.
Artikel 12 Kwaliteit
De doelstelling van de interventie neemt een centrale positie in bij de beoordeling van de subsidieaanvraag, waarbij de focus ligt op het versterken van de basisvaardigheden in taal, rekenen of lezen.
De interventies zijn gebaseerd op wetenschappelijke kennis: de interventies zijn evidence based of evidence informed. Voor deze interventies is een eenvoudige verwijzing naar een relevante wetenschappelijke bron of databank voldoende onderbouwing bij de subsidieaanvraag. Enkele voorbeelden zijn:
In het geval van een keuze voor een innovatieve interventie waarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing of praktijkkennis voorhanden is, is de aanvrager verplicht een aanvullende toelichting te verschaffen over de mate waarin de maatregel naar verwachting bijdraagt aan het subsidiedoel. De toelichting bevat de keuze voor een innovatieve interventie en beschrijft hoe deze bijdraagt aan het verbeteren van onderwijsresultaten op het gebied van taal, lezen of rekenen. Deze extra toelichting is van belang om de verwachte effectiviteit en relevantie van de interventie te kunnen beoordelen.
Artikel 13 Educatief Partnerschap
Educatief partnerschap gaat over de samenwerking tussen ouders en school op het gebied van leren en opvoeden, gericht op het stimuleren van de (brede) ontwikkeling van de leerling. Deze samenwerking is wederkerig: het betreft betrokkenheid van ouders bij school en van school bij ouders. Het initiatief van de samenwerking ligt bij de school. In een partnerschap kunnen scholen ouders meenemen in wat hun kinderen leren op school en wat dit van hen vraagt en inspelen op de situatie van ouders om de leefwerelden op school en thuis te verbinden. Dat vereist enerzijds dat de school een samenwerkingsrelatie aangaat met de ouders van alle kinderen en deze relatie benutten om de ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen. Anderzijds vereist dit, dat scholen kennis hebben van hoe effectieve thuisbetrokkenheid van ouders eruitziet en op basis daarvan als team een visie ontwikkelen. Dit alles vraagt professionele ontwikkeling van leraren zodat zij de competenties ontwikkelen om bij ouders aan te sluiten en hen te ondersteunen in het vervullen van hun informele rol.
Artikel 16 Anders organiseren, innoveren en ruimte directies
De subsidie Anders organiseren, innoveren en ruimte directies kan ingezet worden voor een andere opbouw van de organisatie of initiatieven die het beroep van leraar duurzaam aantrekkelijk maken. Dit omvat ook versterking van de betrokkenheid van directies en teams bij de ontwikkeling en uitvoering van deze initiatieven. Deze subsidie kan ingezet worden ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van projecten in het kader van het plan ‘Slim organiseren po en so Rotterdam’. Dit is een actieplan voor de aanpak van het lerarentekort dat is gepubliceerd door de Rijksoverheid, als bijlage bij de Kamerbrief "intensivering aanpak tekorten in het onderwijs en de lerarenopleidingen" van 16 juni 2020, te vinden op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/06/16/bijlage-slim-organiseren-po-en-so-rotterdam-een-plan-voor-actie-in-perspectief
Artikel 18 Rotterdamse schoolleidersbeurs
Deze subsidie kan uitsluitend worden verstrekt ter ondersteuning van schoolleiders in hun professionele ontwikkeling door deelname aan opleidingen, trainingen, conferenties, workshops en andere relevante professionele ontwikkelingsactiviteiten op het gebied van leiderschapsvaardigheden. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om de persoonlijke scholingsbehoefte van schoolleiders. Een subsidie aangevraagd voor een schoolleider wordt in dit kader ook wel een ‘schoolleidersbeurs’ genoemd.
Alle aanvragen worden inhoudelijk getoetst aan de criteria van artikel 18.
Indien er meer subsidie wordt aangevraagd dan er budget beschikbaar is, wordt er een loting toegepast. Op basis van de loting wordt de subsidie dan verleend totdat het deelplafond is bereikt. De loting geschiedt op ‘schoolleidersbeurs-niveau’, hier geldt: gelijke kansen voor iedere individuele schoolleider voor wie de subsidie is aangevraagd.
Artikel 20 Schakelklassen primair onderwijs
Voor de uitvoering is expertise op het gebied van opvang nieuwkomers vereist. Deze expertise is aanwezig bij een beperkt aantal scholen.
Deze scholen, zijn opgenomen in artikel 20, zesde lid. Uitsluitend de daar genoemde scholen komen in aanmerking voor deze subsidie. Voor een nieuwe aanvraag subsidie schakelklassen kan contact opgenomen worden met de beleidsadviseur schakelklassen van de gemeente Rotterdam. De gemeente beoordeelt nieuwe toetreders volgens de uitgangspunten van het ‘Kader Nieuwkomeronderwijs-beleid Rotterdam 2023 -2025’ zoals vastgesteld in de sectorkamer po.
Artikel 21 Veiligheid op school
In Rotterdam kunnen scholen met het certificaat Veilig op school laten zien dat zij beleid hebben voor een veilige leeromgeving voor leerlingen en medewerkers. Scholen moeten voldoen aan voorwaarden. In het schoolveiligheidsplan moeten ze aangeven wat ze doen om leerlingen en medewerkers een veilige leeromgeving te bieden. Dat kan per school verschillen. Een onafhankelijk bureau, het VOS-collectief, toetst het veiligheidsbeleid op papier en de uitvoering ervan in de praktijk. Het toetsingskader bestaat voor een groot deel uit wettelijk verplichte onderdelen. Er is speciale aandacht voor Rotterdamse speerpunten: respectvol gedrag, beleid rond middelengebruik, samenwerking tussen alle betrokken partners. Wanneer de school voldoet aan de voorwaarden krijgt de school een certificaat uitgereikt via de afdeling onderwijs van de gemeente. Het certificaat is drie jaar geldig.
Artikel 22 Dagprogrammering primair onderwijs
Dagprogrammering in het basisonderwijs beslaat tien uur per week boven op de reguliere onderwijstijd. In totaal is Dagprogrammering op jaarbasis 400 uur bovenop de reguliere 940 uur. Schoolbesturen dienen op basis van het programma van eisen een aanvraag in voor tien uur Dagprogrammering per week. Een deel van Dagprogrammering is subsidiabel, die uren zijn onder regie van de school. De activiteiten vanuit de subsidie Ieder Kind Een Instrument maken deel uit van de 10 uur dagprogrammering voor scholen die hieraan deelnemen. Het programma van eisen wordt door de gemeente met de betrokkenen afgestemd en gedeeld. Bij eventuele uitbreiding naar nieuwe scholen buiten de Children’s Zone, maar in het werkgebied van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, kunnen scholen kiezen voor een groeimodel. De stap van nul naar tien extra activiteituren per week kan voor de schoolorganisatie te groot zijn. Deze scholen kunnen ervoor kiezen om in stappen toe te werken naar tien uur Dagprogrammering per week. Uit de aanvraag moet blijken wat het groeipad van de school naar tien uur Dagprogrammering is.
Artikel 23 Dagprogrammering voortgezet onderwijs
Dagprogrammering in het voortgezet onderwijs beslaat zes uur per week boven op de reguliere onderwijstijd. In totaal is Dagprogrammering op jaarbasis 240 uur boven op het reguliere onderwijsprogramma. Schoolbesturen dienen op basis van het programma van eisen een aanvraag in voor zes uur Dagprogrammering per week. Het extra programma is bedoeld voor 37% van de leerlingen, waarbij wordt toegewerkt naar 50% deelname in 4 schooljaren zoals opgenomen in het programma van eisen van de Dagprogrammering. Het programma van eisen wordt door de gemeente met de betrokkenen afgestemd en gedeeld. Bij eventuele uitbreiding naar nieuwe scholen in het werkgebied van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, kunnen scholen kiezen voor een groeimodel. De stap van nul naar zes extra activiteituren per week kan voor de schoolorganisatie te groot zijn. Deze scholen kunnen ervoor kiezen om in stappen toe te werken naar zes uur Dagprogrammering per week. Uit de aanvraag moet blijken wat het groeipad van de school naar zes uur Dagprogrammering is.