Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2024, versie 1 maart 2024 |
Citeertitel | Parkeerbelastingverordening 2024, versie 1 maart 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 maart 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2024 van 13 december 2023.
artikel 225 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2024 | nieuwe regeling | 07-02-2024 | 7756 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerapparatuurplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 56,00.
De hoogte van dit bedrag is als volgt bepaald.
De voor 2024 geraamde kosten voor het opleggen van een naheffingsaanslag:
De totale kosten gedeeld door het aantal te verwachten naheffingsaanslagen geeft een bedrag van € 56,07. Voor het tarief 2024 is dit bedrag afgerond naar € 56,00.
De ‘Verordening parkeerbelastingen 2024’ van 13 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 februari 2024.
De raad der gemeente voornoemd,
Griffier
mr. drs. E.J. Karman-Moerman
Plv. voorzitter
drs. E. Bobeldijk
Bijlage 1 TARIEVENTABEL behorende bij VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2024, versie 1 maart 2024
Onderdeel I:Tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a:
Onderdeel II:Tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor een vergunning.
Het tarief voor een vergunning voor het parkeren op bepaalde wegen of gedeelten van wegen, bedraagt: