Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen (L)

Beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen (L)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening
CiteertitelBeleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-02-2024nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2024-70833

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening

Onderdeel van beleidsprogramma van Zorg naar Gezondheid

 

Voorwoord

 

Met trots presenteren wij u het nieuwe Beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening, een resultaat van nauwe samenwerking met al onze gewaardeerde partners in het voorveld. Met dit plan, dat onderdeel uitmaakt van het Beleidsprogramma van Zorg naar Gezondheid, willen wij het welzijn van onze inwoners verbeteren en armoede in onze gemeente uitbannen.

 

In een tijd waarin sociaaleconomische uitdagingen wereldwijd toenemen, hebben wij de verantwoordelijkheid om een veilig vangnet te bieden aan hen die het meest kwetsbaar zijn. Dit beleidsplan is een concrete uitwerking van onze missie op het gebied van armoedebestrijding: een gemeente creëren waar armoede niet langer een belemmering vormt voor het bereiken van een goed en waardig leven.

 

Dit beleidsplan weerspiegelt ook onze missie om elk kind in onze gemeente volop mee te kunnen laten doen. Hierin mag de financiële gezinssituatie geen belemmering zijn. We zijn vastbesloten om hiervoor de nodige middelen en ondersteuning te bieden. Kinderen zijn onze toekomst, en daarom willen wij eraan bijdragen om ervoor te zorgen dat zij opgroeien in een omgeving waarin hun potentieel kan bloeien en hun dromen werkelijkheid kunnen worden. Zij verdienen niets minder dan een toekomst vol belofte en mogelijkheden.

 

Wij willen onze partners in het voorveld bedanken voor hun betrokkenheid en toewijding en hun actieve bijdrage aan dit plan. Samen hebben we inzichten verzameld, best practices gedeeld en nieuwe benaderingen ontwikkeld om armoede te bestrijden en hulp te bieden aan hen die dat het hardst nodig hebben.

 

Dit beleidsplan markeert het begin van een reis, een reis waarin we ons inzetten voor een inclusieve en rechtvaardige gemeente. We nodigen iedereen uit om deel te nemen aan deze belangrijke inspanning.

 

Met vastberadenheid en solidariteit, streven we ernaar om onze gemeente te bevrijden van armoede en een hoopvolle toekomst te bieden aan iedereen die hier thuis is.

 

Met vriendelijke groet,

 

Claudia Ponjee

Wethouder gemeente Bergen

Portefeuille Sociaal Domein

17 oktober 2023

 

1. Inleiding

1.1. Leeswijzer

De gemeente heeft vanuit de wet een planverplichting met betrekking tot armoedebestrijding- en schuldhulpverlening, de uitvoering van wettelijke regelingen (maatwerkvoorzieningen). Daarnaast voelt de gemeente ook een grote verantwoordelijkheid in het bieden van ondersteuning en begeleiding van onze inwoners binnen de maatschappelijke ontwikkelingen (algemene basisvoorzieningen). In dit beleidsplan komen beide aspecten aan bod. De uitvoering van de wettelijke regelingen en daarbij behorende verplichtingen komen terug in hoofdstuk 3 Wettelijke kaders. De inzet op ondersteuning en begeleiding van onze inwoners binnen de maatschappelijke ontwikkelingen is beschreven in hoofdstuk 4. Lokale aanpak Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening en hoofdstuk 5. Implementatie.

 

1.2. Totstandkoming

Voor de totstandkoming van het beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening is bij onze ((semi-)professionele) ketenpartners, Commissie Samenleving en inwoners input opgehaald.

 

Met de ((semi-)professionele) ketenpartners en Commissie Samenleving is input opgehaald door middel van werksessies. Tijdens deze werksessies is er teruggeblikt op de afgelopen beleidsperiode en gekeken naar de huidige ontwikkelingen en uitdagingen. Doormiddel van diverse werkvormen is hier inhoudelijk dieper op ingegaan.

 

Bij onze inwoners is de input via een enquête opgehaald. In deze enquête zijn onze inwoners bevraagd naar de bekend- en vindbaarheid van onze regelingen met betrekking tot armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Inwoners hadden de mogelijkheid om digitaal of schriftelijk deze enquête in te vullen. In totaal zijn er 76 volledig ingevulde enquêtes retour gekomen.

 

1.3. Missie & Visie

In de gemeente Bergen is de basis van het Sociaal Domein op orde. In het beleidsprogramma “van Zorg naar Gezondheid” Sociaal Domein 2023- 2026, gelden de uitgangspunten van Positieve Gezondheid als leidraad. Vitale gemeenschappen en de algemene basisvoorzieningen zijn essentieel. Inwoners krijgen een grotere rol en verantwoordelijkheid bij het onderhouden van hun eigen en elkaars welzijn en gezondheid. Hiermee wordt invulling gegeven aan het coalitieakkoord:

 

Inzet voor het gemeentelijke coalitieakkoord 2022-2026 is het investeren in algemene basisvoorzieningen en vitale gemeenschappen, met als doel een samenleving waarin iedereen mee kan doen.

 

De gemeente Bergen zet in op armoedebestrijding en schuldhulpverlening, om ervoor te zorgen dat mensen goed kunnen blijven functioneren in onze samenleving. Daarbij zetten we onder andere in op het verhogen van de norm, voor het in aanmerking komen voor de vangnetregelingen, van 110 naar 120 procent van het sociaal minimum en voor de kind regelingen tot 130 procent.

Een missie beschrijft waar een organisatie voor staat en wat de organisatie wil bereiken. Voor armoede en schuldhulpverlening is de volgende missie opgesteld:

 

Het terugdringen van het aantal inwoners van de gemeente Bergen die leven in armoede en/of met schulden en het voorkomen dat inwoners en kinderen in het bijzonder, in armoede en/of met schulden leven en opgroeien.

 

Een visie beschrijft de kijk op de wereld van een organisatie en de rol die de organisatie daarin wil spelen. Voor dit beleidsplan zijn voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening de volgende visies opgesteld:

 

Armoedebestrijding

Door preventieve inzet van de algemene basisvoorzieningen en de versterking hiervan, ondersteunen en begeleiden we onze inwoners om mee te kunnen blijven doen in de samenleving. Waarbij een integrale aanpak op het gebied van preventie, participatie en een gedegen en verruimd vangnet centraal staat.

 

Schuldhulpverlening

Het bieden van de noodzakelijke en vraaggerichte ondersteuning en begeleiding door middel van integrale schuldhulpverlening op het gebied van vroegsignalering, preventie, curatie en nazorg. We gaan daarbij uit van de eigen regie en het bereiken van, de maximaal haalbare (financiële) zelfredzaamheid van onze inwoners. Hierbij staat meedoen in de samenleving centraal.

2. Terugblik beleidsperiode 2016-2023

 

 

Het hoofddoel van het beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening richt zich op het versterken van de (sociale) positie van onze inwoners. Onze basis in het Sociaal Domein is op orde en nu is het belangrijk om blijvend te investeren in preventie en samenwerking ter ondersteuning en begeleiding van de sociale positie van onze inwoners. In de vorige beleidsperiode zijn al stappen gezet om dit doel te bereiken. Het inzetten op preventie en de samenwerking met inwoners en maatschappelijke partners zijn de afgelopen periode steeds belangrijker geworden.

 

Het vorige beleidsplan is vanuit een hoger abstractieniveau geschreven en daardoor kwam de focus te weinig op de uitvoering te liggen. Dit maakt dat bijsturen op maatschappelijke ontwikkelingen lastig bleek. Voor de komende periode zal het vernieuwde beleidsplan zich ook meer vertalen in een actieprogramma, waarin beter ingespeeld kan worden op maatschappelijke ontwikkelingen en urgente vraagstukken, zoals de TOZO- en TONK-regeling en de energietoeslag.

 

Het beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening maakt onderdeel uit van het gedachtengoed Positieve Gezondheid en het beleidsprogramma “Van Zorg naar Gezondheid” Sociaal Domein 2023-2026 en borgen we binnen de thema’s: algemene basisvoorzieningen (preventie en voorliggend veld) en Maatwerkvoorzieningen (armoede- en schuldenregelingen).

Met het nieuwe beleidsplan is een vertaalslag gemaakt vanuit de bij Wet vastgestelde verplichtingen naar een lokale uitvoering in onze gemeente.

 

2.1 Armoedebestrijding

In 2016 heeft de gemeenteraad het beleidsplan SAMENwerken tegen armoede vastgesteld. Het plan is toen in uitvoering genomen. Het plan kende een wat hogere abstractie als dit geactualiseerde beleidsplan met onderliggend actieplan. Vanuit de kaders die in het plan zijn vastgelegd zijn acties in uitvoering genomen. Onderstaand wordt op hoofdlijnen teruggekeken op de achterliggende beleidsperiode en worden de highlights benoemd.

 

Het beleidsplan kende een drietal pijlers: Preventie en meedoen, Participatie en werk en Vangnet aan regelingen. Waarbij een integrale aanpak centraal stond.

 

Preventie en meedoen:

De achterliggende beleidsperiode is de samenwerking met de verschillende partijen in het werkveld van de gemeente verstevigd en doorontwikkeld. Met de komst van het maatschappelijk werk is een belangrijke stap gezet in de aansluiting van zorg naar maatschappelijke en meer laagdrempelige ondersteuning op maat. Maatschappelijk werk is een belangrijke verwijzer en vindplaats voor inwoners waarbij armoede een rol in het leven speelt. De sociale kaart is verstevigd en uitgebreid met zowel professionele als niet-professionele en vrijwilligersorganisaties. De Stichting Leergeld De Stuwwal en de versteviging van Humanitas in de gemeente zijn hier mooie voorbeelden van. Ook de doorontwikkeling van BiblioPlus, de Stichting Vincentius Bergen en de Stichting Welzijnsbevordering Bergen (Steunpunt Noaberschap) dragen direct bij aan bevordering van leefbaarheid in de kernen en het bestrijden de armoede.

Ook hebben verschillende bijeenkomsten (helaas in de Coronaperiode gedwongen digitaal) bijgedragen aan de kennisoverdracht tussen de netwerkpartijen. Voorbeelden hiervan zijn de themabijeenkomst armoede en de diverse bijeenkomsten van onder andere De Voorzieningenwijzer.

Met de aanbieder van de Nederlandse taalles ‘Nederlands De Baas’ is het lesaanbod van taal en rekenen verstevigd. Inmiddels staat er een solide basis waarin kwalitatief hoogwaardig wordt lesgegeven aan anderstaligen, maar ook aan Nederlandstaligen die het lezen of schrijven van de taal nog niet voldoende machtig zijn. Dit draagt bij aan de zelfredzaamheid van de inwoners en de verbetering van de vaardigheden om regelingen aan te vragen of zich beter kunnen redden in het dagelijks leven en op de arbeidsmarkt.

Inmiddels zijn er convenanten en overeenkomsten gesloten met de verschillende partijen rondom Vroegsignalering armoede en schulden. Voorbeelden hiervan zijn de convenanten met Destion, Waterschap Maatschappij Limburg en de energieleveranciers. De gemeente werkt samen met deze partijen om vroegtijdig signalen te kunnen oppakken zodat actie ondernomen kan worden om inwoners in een vroeg stadium passende ondersteuning te kunnen bieden om zodoende erger te voorkomen.

 

Participatie en werk

Vanuit het in februari 2019 vastgestelde aanvalsplan Participatiewet hebben we de verschillende acties beschreven die complementair zijn aan het beleidsplan armoedebestrijding. Juist de weg naar werk is de belangrijkste mogelijkheid om uit de armoede te komen. Werk geeft ritme, structuur, waardering, brengt sociale contacten en netwerken in het leven en geeft daarnaast meer financiële armslag. De gemeente heeft de laatste jaren dan ook stevig geïnvesteerd in de begeleiding naar participatie en werk. De resultaten daarvan zijn dan ook aanzienlijk en goed zichtbaar. Had de gemeente in 2018 nog 198 uitkeringen die maandelijks verstrekt werden. In 2023 zijn dat er nog maar 133. Deze resultaten zijn onder andere bereikt door focus aan te brengen en inwoners passend te ondersteunen en te investeren in re-integratie en bemiddeling naar werk. We zien dat we in relatie tot de regionale collega-gemeenten een relatief hoog percentage aan uitstroom hebben bereikt.

Voor de ondernomen acties en inhoud van dit plan verwijzen we u graag naar het aanvalsplan Participatiewet 2019 – 2022: (https://bergen.notubiz.nl/document/7285966/2/Aanvalsplan_Participatiewet_2019-2022_def_)

 

Vangnetregelingen en de KWIZ-monitor

We hebben het kindpakket ingevoerd en aansluiting gevonden met Stichting Leergeld De Stuwwal. Inmiddels hebben we met ingang van 1 september 2022 de regelingen voor de kinderen verruimd van 110% van de bijstandsnorm naar 130% van de geldende bijstandsnorm. Ook de zwemlesregeling voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen is inmiddels verruimd qua leeftijd (vanaf 5 jaar) en doelgroep (130%).

In 2022 hebben we een extern onderzoek laten verrichten door onderzoeksbureau KWIZ. Zij hebben onderzoek verricht naar onder andere de grootte van de doelgroepen armoede in onze gemeente en het bereik van de verschillende minimaregelingen. In onderstaande tabellen zijn hiervan de belangrijkste onderdelen weergegeven. We zien die tabellen als 0-meting van waaruit we doelen stellen ter verhoging van het bereik op de regelingen.

 

Doelgroep inkomen tot:

Schatting doelgroepgrootte huishoudens

Tot 100% van het wettelijk sociaal minimum

284

Tot 110% van het wettelijk sociaal minimum

396

Tot 120% van het wettelijk sociaal minimum

458

Tot 130% van het wettelijk sociaal minimum

551

Tot 140% van het wettelijk sociaal minimum

780

Tot 150% van het wettelijk sociaal minimum

965

 

De komende periode gaan we acties ondernemen om het bereik van regelingen te vergroten. We trachten het bereik te vergroten door te investeren in verschillende pijlers, te weten: Kennen, Kunnen en Durven. Verderop in het plan zal de uitwerking daarvan nadrukkelijk aan de orde komen. Onderstaand het bereik op basis van de 0-meting door KWIZ waarin het bereik in Bergen is afgezet tegen het landelijke bereik. Let wel, het zijn (gevalideerde) richtlijnen in bereik. Dit betekent dat het een inschatting is van verschillende databronnen, die over elkaar heen gelegd zijn.

 

2.2 Schuldhulpverlening

De afgelopen beleidsperiode richtte zich vanuit de schuldhulpverlening voornamelijk op het handhaven van de ingezette koers.

 

Hierbij was het van belang dat er geen wachtlijsten ontstaan:

  • De wachttijd tot het eerste contact waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, bedraagt maximaal drie werkdagen;

  • De doorlooptijd vanaf het gesprek waarin de hulpvraag is vastgesteld tot het moment dat de intake plaatsvindt, bedraagt maximaal vier weken.

Door bovengenoemde te handhaven, zijn de vanuit de Wet gestelde eisen nageleefd.

 

Daarnaast is er een goede samenwerking en afstemming gerealiseerd tussen ketenpartners Humanitas en PLANgroep met betrekking tot de uitvoering van de schuldhulpverlening. Daardoor kan de schuldhulpverlening op een laagdrempelige manier aan onze inwoners geboden worden.

 

Ook heeft er een eerste doorontwikkeling plaatsgevonden tussen ketenpartners en de maatschappelijke organisaties in het voorliggend veld, hiermee is een start gemaakt om ook de integraliteit van schuldhulpverlening door te ontwikkelen.

 

Door een wijziging in de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening per 1 januari 2021 heeft de gemeente tussen de afgelopen beleidsperiode en deze nieuwe periode ook al een ontwikkeling gemaakt in het kader van preventie en vroegsignalering.

Er is met woningcorporatie Destion een convenant afgesloten met betrekking tot vroegsignalering. De gemeente registreert problematische schulden via Bureau Krediet Registratie (BKR). Ook is de gemeente actief gestart met het platform Vindplaats Schulden. Hierop komen signalen binnen wanneer er betalingsachterstanden ontstaan. Landelijk zijn de zorgverzekeraars, energie- en watermaatschappijen ook aangesloten bij de BKR-registratie, waarmee we zorgen voor een borging op signalering van problemen betreffende de vaste lasten van een inwoner.

 

Met het platform Vindplaats Schulden kan de gemeente door middel van signalen op betalingsachterstanden van huur, energie, water en zorg, sneller en proactief handelen en contact zoeken met betreffende inwoners.

3. Wettelijke kaders

 

De gemeenteraad is verplicht tot vaststelling van een plan dat richting geeft aan de integrale armoedebestrijding en schuldhulpverlening aan de inwoners van onze gemeente. In dit beleidsplan zijn de hoofdzaken opgenomen van het door de gemeente te voeren beleid betreffende een integrale aanpak op armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Met als doel dat zo min mogelijk inwoners leven in armoede en/of schulden aangaan die ze niet kunnen betalen.

 

Gemeente Bergen zet in op inwonersparticipatie en -activatie. De gemeente is primair aan zet daar waar het gaat om ondersteuning van inwoners ter bestrijding van armoede en inzet van schuldhulpverlening. Samen met de gemeente zijn ook de inwoners aan zet; de gemeente initieert, faciliteert en ondersteunt wanneer nodig. Bij het opstellen van beleid is nadrukkelijk afstemming gezocht met betrokken professionals, maar ook zeker met het betrokken maatschappelijk voorveld en stakeholders.

 

Gezien de wettelijke kaders is in het beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening in ieder geval opgenomen:

  • a)

    De resultaten die de gemeente wenst te behalen (hoofdstuk 5);

  • b)

    De kwaliteitsborging van uitvoering van integrale armoedebestrijding & schuldhulpverlening (hoofdstuk 5);

  • c)

    De vormgeving van armoedebestrijding & schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen (hoofdstuk 5);

  • d)

    De maximale doorlooptijd en wachttijden dat wordt nagestreefd met betrekking tot een eerste gesprek waarin een hulpvraag wordt vastgesteld;

  • e)

    Het signaleren, herkennen en doorverwijzen van inwoners met een hulpvraag, probleemsituatie en/of schuldenproblematiek.

3.1 Armoedebestrijding

De aanpak voor armoedebestrijding is opgebouwd vanuit de vier onderstaande pijlers. Samen vormen de vier pijlers de totale aanpak voor armoedebestrijding. De vier pijlers staan onderling in verbinding met elkaar en linken ook weer aan de aanpak voor schuldhulpverlening.

 

1. Integrale aanpak

Het bieden van passende ondersteuning aan onze kwetsbare inwoners is binnen Wmo, Jeugd en Participatiewet een gezamenlijk doel. Ieder doet dit vanuit zijn eigen expertise, maar door de overlap is een goede samenwerking en afstemming van belang. Het betreft in veel gevallen dezelfde mensen.

 

Door de juiste samenwerking en goede afstemming, worden netwerken optimaal benut, zetten de netwerkpartijen inwoners in hun eigen kracht en bevorderen ze participatie, met als gevolg dat inwoners meer zelfredzaam zijn en minder afhankelijk zijn van de duurdere zorg en maatwerkvoorzieningen.

Daarnaast zorgt het integraal werken voor een betere dienstverlening en meer efficiency op de werkvloer. In de ideale situatie wordt met de integrale aanpak wordt gewerkt vanuit het principe 1 gezin, 1 plan en 1 regisseur.

 

Proactief inzetten, stimuleren en doorontwikkelen van lokale initiatieven is ook van belang bij het werken vanuit een integrale aanpak. Organisaties en stichtingen in het maatschappelijke voorveld zijn belangrijke ketenpartners voor onze gemeente. De ketenpartners vormen allereerst een belangrijke vindplaats en zijn daarnaast een belangrijke schakel in het laagdrempelig aanbieden van ondersteuning en begeleiding. We zien de achterliggende jaren dat steeds meer ketenpartners hierin een actieve rol willen en kunnen spelen. Deze ingeslagen weg willen we de komende jaren verder uitrollen en doorontwikkelen.

 

2. Preventie & meedoen

Meedoen in de maatschappij en onderdeel uitmaken van de samenleving opent deuren naar oplossingen en voorkomt sociaal isolement, eenzaamheid en de inzet van duurdere maatwerkvoorzieningen. Voorkomen is immers beter dan genezen.

Vroegtijdig signaleren, het in kaart brengen van de vindplaatsen, aanbieden van laagdrempelig (ondersteunings-)activiteiten en organiseren van expertmeetings dragen bij aan kennisoverdracht en ook aan het preventief kunnen ondersteunen en begeleiden van onze inwoners. Daarbij worden alle randvoorwaarden gecreëerd om mee te kunnen (blijven) doen in de maatschappij.

 

Binnen deze pijler zijn de ketenpartners uit het maatschappelijk voorveld de belangrijkste schakel. Vanuit de kennis en expertise zijn zij de organisaties en stichtingen die met hun aanbod onze inwoners op een laagdrempelige manier kunnen bereiken. Als gemeente betekent dit dat wij de regie moeten voeren en onze ketenpartners hierin moeten faciliteren.

 

3. Begeleiding naar werk

De gemeente wil met lokale werkgevers- en organisaties een stevig netwerk opbouwen, waarin met elkaar kansen worden gecreëerd voor de inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Werken is nog steeds de belangrijkste manier voor inwoners om uit sociale- en financiële armoede te komen.

 

Het begeleiden van de inwoners naar de arbeidsmarkt doen we zoveel mogelijk lokaal daar waar het kan, en regionaal daar waar het een meerwaarde heeft. De inzet van de re-integratie consulenten en de bedrijvencontactfunctionaris zijn hierin de sleutelfiguren.

 

Regionaal werkt de gemeente met de 6 andere regiogemeenten en de Wet Sociale Werkvoorziening-bedrijven en het UWV samen in een regionaal werkgeversservicepunt Noord-Limburg. Binnen dit samenwerkingsverband wordt gebruik gemaakt van het netwerk van het UWV en een intensieve samenwerking tussen de regiogemeenten om de afzetmogelijkheden naar werk zo groot mogelijk te maken.

 

De zelfstandigen (met name ZZP’ers) zijn een belangrijke groep om in de gaten te houden.

Zij staan onder steeds grotere druk. Prijzen van materialen stijgen en in de afgelopen periode heeft de corona gevolgen gehad voor deze groep. Deze doelgroep is moeilijk inzichtelijk te krijgen, waardoor de kans bestaat dat verborgen armoede een probleem is.

 

Bergen heeft relatief gezien een groot aantal ZZP’ers ten opzichte van het landelijk totaal en het betreft een groep die lastig te bereiken is. Wanneer zij problemen ervaren, willen ze zelfstandig zaken regelen. Als een bedrijf/ ZZP’er in (financiële) problemen komt, kan er een beroep gedaan worden op de Bijstandsbesluit Zelfstandigen (Bbz). Dit is echter niet altijd een passende vorm van ondersteuning die past bij deze doelgroep, omdat zij hiervoor ook niet altijd in aanmerking komen. Mogelijk kan er bij eerdere signalering van problemen ook meer laagdrempelige ondersteuning geboden worden.

De achterliggende periode heeft de gemeente bijna 200 zelfstandig ondernemers ondersteuning geboden door middel van de TOZO-regeling (Tijdelijk Ondersteuning Zelfstandig Ondernemers). We zijn als gemeente door deze regeling (beter) in beeld gekomen bij de zelfstandigen.

 

4. Vangnetregelingen

Ondanks alle inzet en acties die ertoe leiden dat er perspectief op verbetering ontstaat, kan het zijn dat onze inwoners (tijdelijk) zijn aangewezen op het leven op sociaal minimumniveau.

In dit geval is er gezorgd voor een gedegen en toegankelijk vangnet aan voorzieningen en regelingen.

 

In het sociaal domein kennen we de algemene basisvoorzieningen en maatwerkvoorzieningen. De algemene basisvoorzieningen zijn zonder indicatie in te zetten. Binnen armoedebestrijding kennen we de algemene basisvoorzieningen alleen in de vorm van maatschappelijke organisaties die zich op vrijwillige basis inzetten voor inwoners die het moeilijk hebben. Daar waar het gaat om de inzet van armoedebestrijding vanuit de gemeente kennen we alleen maatwerkvoorzieningen. Er is hierbij per definitie sprake van een indicatie in de vorm van een inkomenstoets (en soms ook een vermogenstoets).

 

We kennen als gemeenten verschillende vangnetregelingen. Deze vangnetregelingen zijn een middel om onze inwoners financieel te ondersteunen. Maar de inzet van vangnetregelingen zijn nooit het doel op zich. Per 2022 hebben er veranderingen plaatsgevonden en zijn alle kind regelingen verhoogd van 110 naar 130% van de bijstandsnorm. In 2023 wordt verder onderzocht of er een verruiming plaats kan vinden van 110 naar 120% van de bijstandsnorm voor een deel van de overige regelingen. In bijlage 1 is per vangnetregeling in kaart gebracht hoe het was, hoe het nu is en hoe het wordt.

 

3.2 Schuldhulpverlening

Vanuit de Wet zijn we als gemeente verplicht een aantal zaken op te nemen in de aanpak voor schuldhulpverlening. De Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening biedt de gemeente een wettelijke kader om de schuldhulpverlening uit te voeren. De verplichte onderdelen zijn onderstaand verder uitgeschreven. De vier onderdelen staan met elkaar in verbinding en vormen samen het totale wettelijke gedeelte van de aanpak schuldhulpverlening.

 

1. Laagdrempelige dienstverlening.

Het laagdrempelig aanbieden van hulp en ondersteuning staat hoog in het vaandel bij de gemeente. Het is belangrijk om onze inwoners vroegtijdig te bereiken en snel te kunnen helpen.

 

De vanuit de Wet verplichte Gemeentelijke Schuldhulpverlening heeft de gemeente gemandateerd bij PLANgroep. Zij voeren voor onze gemeente de schuldhulpverlening uit.

We hebben een vaste schuldhulpverlener die 16 uur per week actief is voor onze gemeente.

 

Daarnaast vormen de ketenpartners uit het maatschappelijk voorveld de belangrijkste schakel in het aanbieden van laagdrempelige dienstverlening als verlengstuk van de gemeente.

Op de eerste plaats is het maatschappelijk voorveld een belangrijke vindplaats. Zij zijn vanuit sociaal maatschappelijk oogpunt veel in contact met onze inwoners en zij herkennen en/of signaleren vaak als eerste problemen bij inwoners. Naast de belangrijke signaleringsfunctie kan er door het maatschappelijk voorveld ook preventief en laagdrempelig ondersteuning, begeleiding en hulp geboden worden. Door de inzet op- en het versterken van de laagdrempelig dienstverlening kan inzet van duurdere en zwaardere hulp voorkomen worden.

 

Belangrijk is dat er door de gemeente op de juiste manier haar ketenpartners faciliteert om het aanbieden van laagdrempelige dienstverlening aan onze inwoners mogelijk te maken.

 

2. Wachttijden en doorlooptijden en productonderdelen schuldhulpverlening

De gemeente streeft naar korte wachttijden en snelle doorlooptijden bij de inzet van schuldhulpverlening. Hierbij worden de bij de wet vastgestelde termijnen gevolgd.

 

  • De wachttijd tot het eerste contact waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, bedraagt maximaal drie werkdagen;

  • De doorlooptijd vanaf het gesprek waarin de hulpvraag is vastgesteld tot het moment dat de intake plaatsvindt, bedraagt maximaal vier weken.

Door bovengenoemde te handhaven, zijn de vanuit de Wet gestelde eisen nageleefd.

 

Met het afgeven van de beschikking wordt aan de inwoner ook het aantal weken inzichtelijk gemaakt tussen de intake waarin de hulpvraag is vastgesteld en het bereiken van het resultaat.

 

Naast de termijn voor wacht- en doorlooptijden kent de schuldhulpverlening verschillende productonderdelen. Dit betekent dat binnen de professionele schuldhulpverlening verschillende vormen van ondersteuning aan de orde zijn. Binnen de schuldhulpverlening kennen we de onderstaande productonderdelen:

  • Aanmeldingen;

  • QuickScan;

  • Intake;

  • Stabilisatie;

  • Schuldenregeling;

  • Dwangakkoord;

  • Heronderzoeken;

  • Budgetbeheer, budget coaching en Bewindvoering;

  • Nazorg.

In bijlage 2 worden de productonderdelen nader toegelicht.

3. Vroegsignalering

Met ingang van 1 januari 2021 heeft er een wijziging plaatsgevonden in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS). Met de wijziging is de wettelijke grondslag voor Vroegsignalering opgenomen.

 

Dit betekent dat gemeenten vanaf 1 januari 2021 verplicht zijn om kredietaanbieders te informeren dat een inwoner schuldhulpverlening krijgt. Als gemeente doen wij dit door een melding te maken in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR). Het toetsen van inwoners is gemandateerd bij PLANgroep. Zij hebben hiermee het dossier van inwoners compleet en overzichtelijk op één plek.

 

De Vroegsignalering richt zich met name op het melden van problemen, achterstanden of schulden. Belangrijk is dat er vanuit Vroegsignalering preventieve inzet plaatsvindt op lokaal niveau om de inwoner op de meest passende manier te helpen.

 

Met betrekking tot Vroegsignalering heeft de gemeenteovereenkomsten met daarin concrete afspraken gemaakt met partijen zoals het Waterschap, energieleveranciers en de woningstichting (de vaste lasten partners). Het voornaamste hierin is dat deze partijen, op het moment dat een inwoner schuldhulpverlening ontvangt, geen voorzieningen kunnen stopzetten en afsluiten.

De overeenkomsten sluit de gemeente eenvoudig via de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). De NVVK vergemakkelijkt en versnelt de samenwerking tussen gemeenten en vaste lasten partners met het Landelijk Convenant Vroegsignalering.

 

Door preventief in te zetten op Vroegsignalering komen onze inwoners met (het risico op) schulden eerder in beeld en kunnen we hun eerder op een passende manier helpen. Dit voorkomt dat er op een latere termijn (meer) inwoners in de problematische schulden terecht komen.

 

4. Regelbaarheid schuldenpakket en schuldenaar

Het gedrag van een inwoner met schulden (schuldenaar) is een belangrijke factor in het ontstaan van een schuldsituatie. Zowel voor de omvang van de schulden, het type schulden als het bestaan van eventuele andere problemen (verslaving, psychosociale problematiek). Naast dat het belangrijk is om te weten of een schuld regelbaar is, willen we ook weten of een schuldenaar regelbaar is.

 

Om snel te weten of een schuldhulpverleningstraject kansrijk is, vanuit zowel de kant van het schuldenpakket als vanuit de schuldenaar, maken we gebruik van onderstaand kwadrant.

 

Door te werken met dit kwadrant wordt snel inzichtelijk gemaakt of dat het schuldenpakket en/of de schuldenaar niet of onvoldoende te helpen is. Voor de regelbaarheid van een schuldenpakket en schuldenaar gebruiken we de onderstaande definities.

 

De regelbaarheid van een schuldenpakket:

De mate waarin de schulden in aanmerking komen voor een schuldregeling met kwijtschelding. Als er bijvoorbeeld sprake is van een bepaald soort boete bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) of een vordering die nog betwist wordt, is het juridisch niet mogelijk om een schuldregeling met kwijtschelding op te starten. Het schuldenpakket is dan niet regelbaar.

 

De regelbaarheid van de schuldenaar:

De mate waarin iemand zich kan en wil houden aan de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een schuldregeling met kwijtschelding te doorlopen.

Bij de regelbaarheid van de schuldenaar zijn de motivatie van de klant en diens vaardigheden essentieel. Een schuldenaar is slechts regelbaar als hij gemotiveerd of te motiveren is en als hij over de benodigde vaardigheden beschikt of deze kan aanleren.

 

In bijlage 3 wordt elk segment van het kwadrant inhoudelijk toegelicht.

4. Lokale aanpak Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening

 

De transitie van zorg naar gezondheid betekent: inwoners in staat stellen zich te ontwikkelen en daarbij de noodzakelijke ondersteuning te bieden. Dit gebeurt door algemene basisvoorzieningen en vangnetregelingen beschikbaar te stellen voor alle aspecten van het dagelijks leven.

 

In de gemeente Bergen is in het Sociaal Domein het beleid integraal vormgegeven. Signalen vanuit de gemeenschap en het voorliggend veld vormen de basis voor doorontwikkeling, verbetering en versterking van de algemene basisvoorzieningen.

 

Met de actualisering van het beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening is het ook belangrijk dat er zicht is op het huidige aantal inwoners dat te maken heeft met armoede of schulden. Extern bureau KWIZ heeft voor onze gemeente een scan gedaan op basis van alle gemeentelijke regelingen. Hierbij is ook gekeken naar overlapping van het gebruik van regelingen door inwoners. Bureau KWIZ heeft alle resultaten verwerkt in het dashboard minima en in bijlage 4 is een samenvatting van de belangrijkste resultaten opgenomen.

 

Het is belangrijk dat de activiteiten van verschillende organisaties en instanties elkaar versterken. Er wordt geïnvesteerd in de relatie met én tussen betrokken partijen op het gebied van onder andere armoedebestrijding en schuldhulpverlening. We gaan dit borgen binnen drie pijlers, te weten: Kennen, Kunnen en Durven.

 

  • I.

    Kennen: deze pijler richt zich op informatieoverdracht, bekend- en vindbaarheid van informatie, ondersteuning en begeleiding.

  • II.

    Kunnen: deze pijler richt zich op het daadwerkelijk durven vragen én bieden van hulp

  • III.

    Durven: deze pijler richt zich op het aan de slag gaan met een hulpvraag of uitrollen van een interventies, pilots of verruiming van regelingen.

Alle drie de pijlers zijn tweeledig. Dit betekent dat de pijlers betrekking hebben op zowel het gemeentelijk apparaat als op de inwoners (intern/extern). Bijvoorbeeld: weten de inwoners welke regelingen er allemaal zijn en waar ze de regelingen kunnen vinden? Én weet de gemeente welk aanbod er is en hoe zij de inwoners hiernaartoe kunnen leiden.

 

4.1 Preventie & Vroegsignalering

In onze gemeente maken we de transitie van Zorg naar Gezondheid en de leidraad Positieve Gezondheid staat hierin centraal. Dit betekent dat we de transitie maken van inzet van (duurder) zorg/maatwerk naar inzet op preventie & vroegsignalering.

 

Door in te zetten op preventie & vroegsignalering kunnen we inwoners in een vroeg stadium hulp, ondersteuning en begeleiding bieden om te voorkomen dat inwoners dieper in armoede of (problematische) schulden komen.

 

We zetten acties, interventies en/of pilots in binnen de bovengenoemde pijlers om ten behoeve van preventie & vroegsignalering in samenwerking met de ketenpartners uit het maatschappelijk voorveld, in om de vindplaats, het bereik, ondersteuning en begeleiding van onze inwoners te vergroten.

 

Onderstaande acties, interventies en/of pilots worden gedurende deze beleidsperiode ingezet.

In het schema is ook aangegeven op welke pijler dit betrekking heeft.

 

Pijler: Kennen

Pijler: Kunnen

Pijler Durven

Inzet IDO voor ondersteuning hulpvragen inwoners

Inzet op versterken/verbeteren basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen en digitaal)

Registratie problematische schulden bij CKI

Communicatie/ informatiedeling d.m.v.

  • -

    Infographics;

  • -

    Voorlichting/ Animatiefilmpjes;

  • -

    Inkomenskaart

Kwaliteits- en deskundigheidsverbetering d.m.v. trainingen/cursussen (intern/extern)

Acteren op (crisis)signalen die voortvloeien uit het platform Vindplaats Schulden

Kwaliteits- en deskundigheidsverbetering d.m.v. trainingen/cursussen (intern/extern)

*In hoofdstuk 5 zijn acties, interventies en pilots verder toegelicht. Daarnaast worden alle acties, interventies en pilots in een onderliggend actieplan in samenwerking met de ketenpartners de komende periode verder geconcretiseerd.

 

4.2 Ondersteuning & begeleiding

Voor een goed sluitende integrale aanpak is naast de inzet op preventie & vroegsignalering het bieden van de juiste ondersteuning & begeleiding aan zowel inwoners als ketenpartners in het maatschappelijk voorveld van belang.

 

Een onderdeel van het bieden van goede ondersteuning en begeleiding is het faciliteren en zo goed mogelijk tegenmoet komen van de behoefte van de inwoners en ketenpartners. We faciliteren in de breedste zin van het woord, met als belangrijkste doel om kennis en expertise op een laagdrempelige manier, in de juiste vorm en op het juiste moment in te zetten ten behoeve van onze inwoners.

 

Naast het faciliteren en bieden van goede ondersteuning en begeleiding zetten we als gemeente ook actief in op het begeleiden van onze inwoners naar (betaald)werk. Het hebben van (betaald)werk vormt één van de sleutels om actief en naar eigen kunnen deel te nemen aan de maatschappij. Een ander onderdeel van het bieden van ondersteuning en begeleiding is dan ook prominent en onverminderd gericht op begeleiden van inwoners uit de bijstand naar (betaald)werk.

 

Onderstaande acties, interventies en/of pilots worden gedurende deze beleidsperiode ingezet.

In het schema is ook aangegeven op welke pijler dit betrekking heeft.

 

Pijler: Kennen

Pijler: Kunnen

Pijler: Durven

Een hulpvraag wordt opgepakt vanuit de gedachten “één loketfunctie”, ongeacht waar deze binnenkomt

De gemeente en ketenpartners werken nauw samen om de gedachten van “één loketfunctie” uit te kunnen dragen.

Gemeente is regievoerder en gezamenlijk met ketenpartners worden rolverdeling en verwachtingen van en naar elkaar helder gemaakt.

Inwoners weten waar ze terecht kunnen met een hulpvraag

Gemeente en ketenpartners voorkomen dat inwoners van het “kastje naar de muur” worden gestuurd

Door inzet van de pilot ‘Sociaal Noodfonds’ hebben inwoners in 2023 laagdrempelige ondersteuning kunnen ontvangen daar waar ze niet in aanmerking kwamen voor een gemeentelijke regeling

De gemeente investeert in een duurzame samenwerking tussen- en met de (semiprofessionele) ketenpartners

Gemeente en ketenpartners kijken bij een hulpvraag verder dan de initiële vraag. Leren kijken vanuit de complete situatie van de inwoner.

Verplichte deelname aan trainingen voor de gemeente t.b.v. deskundigheidsbevordering

* In hoofdstuk 5 zijn acties, interventies en pilots verder toegelicht. Daarnaast worden alle acties, interventies en pilots in een onderliggend actieplan in samenwerking met de ketenpartners de komende periode verder geconcretiseerd.

 

4.3 Nazorg & Participatie

Ondanks dat het zwaartepunt van inzet steeds meer kantelt naar preventie & vroegsignalering waarin de gemeente haar ketenpartners faciliteert om gezamenlijk de inwoners zo goed mogelijke te begeleiden en ondersteunen, blijft de inzet op nazorg & participatie prominent onder de aandacht en onverminderd van belang.

 

Het is belangrijk dat onze inwoners na toeleiding tot (betaald)werk of na dat een ondersteuningsvorm of (hulp)traject is afgerond de juiste nazorg ontvangen, zodat zij niet in een zwart gat vallen. Er moet gekeken worden naar welke nazorg het beste aansluit bij de behoefte van de inwoner.

 

Als een inwoner toegeleid is naar (betaald)werk is het belangrijk dat deze nazorg ontvangt waarin de inwoner begeleiding en ondersteuning blijft ontvangen om een duurzame werkrelatie aan te gaan, waarin de inwoners zich kan blijven ontwikkelen. De spreekwoordelijke kraan draaien we dicht, waarmee we voorkomen, dat we blijven dweilen met de kraan open.

 

Wanneer een inwoner uit een schuldhulpverleningstraject komt of uit bewindsvoering is het belangrijk welke begeleiding de inwoner nodig heeft om te voorkomen dat deze terugvalt.

 

Onderstaande acties, interventies en/of pilots worden gedurende deze beleidsperiode ingezet.

In het schema is ook aangegeven op welke pijler dit betrekking heeft.

 

Pijler: Kennen

Pijler: Kunnen

Pijler: Durven

Waar liggen de kansen, talenten, competenties en uitdagingen van de inwoner t.b.v. het begeleiden naar een passende werkvoorziening

Wat heeft een inwoner nodig en hoe kan de gemeente en het maatschappelijk voorveld de inwoner faciliteren om in beweging te komen.

Inwoners durven daadwerkelijk deel te nemen aan trainingen of cursussen

t.b.v. de eigen ontwikkeling en versterking eigen positie

Welke trainingen en cursussen zijn er allemaal beschikbaar voor de ontwikkeling van talent en competenties of t.b.v. de vak expertise

De gemeente faciliteert inwoners t.b.v. trainingen en cursussen voor de versterking en verbetering van de eigen regie van de inwoner

Inwoners durven daadwerkelijk de stap naar werk te zetten onder de juiste begeleiding.

* In hoofdstuk 5 zijn acties, interventies en pilots verder toegelicht. Daarnaast worden alle acties, interventies en pilots in een onderliggend actieplan in samenwerking met de ketenpartners de komende periode verder geconcretiseerd.

5. Implementatie

 

Het maatschappelijk voor- en middenveld is actief betrokken bij de totstandkoming van het beleidsplan Armoedebestrijding & Schuldhulpverlening. Het beleidsplan heeft een dynamisch karakter; benoemde actielijnen kunnen worden aangepast aan de actualiteit. Zo kan de gemeente blijven inspelen op de snel veranderende maatschappij.

 

5.1 Ketenpartners

De gemeente geeft uitvoering aan haar wettelijke taken. De ((semi)- professionele) ketenpartners zijn binnen de uitvoering van de wettelijke taken van wezenlijk belang voor de gemeente. Op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening zijn de onderstaande ketenpartners actief:

 

  • PLANgroep;

  • Humanitas;

  • Stichting Leergeld ‘De Stuwwal’;

  • Stichting Jeugdfonds Sport- en Cultuur;

  • Stichting Vincentius Bergen;

  • BiblioPlus;

  • Synthese;

  • Stichting Zevenwouden;

  • Stichting Welzijnsbevordering Bergen;

  • Afferden Samen Beter;

  • De voorzieningenwijzer.

De bovengenoemde ketenpartners zijn de schakel in de totstandkoming en uitvoering van het actieplan, waarin de (gezamenlijk) bepaalde resultaten behaald worden.

 

Samen met de ((semi)-professionele) wordt in de komende periode afgestemd wie welke rol vervuld en welke verwachtingen we hierin van en naar elkaar hebben.

 

5.2 Speerpunten 2023-2026

In de coalitieperiode van 2023-2026 staan een aantal speerpunten centraal die voor de uitvoering en doorontwikkeling van de inzet op armoedebestrijding & schuldhulpverlening van belang zijn.

 

De belangrijkste speerpunten hebben we ook onder de drie pijlers (kennen, kunnen en durven) verdeeld.

 

Kennen:

Inzet van monitoring en evaluatie aan de hand van de methode Plan Do Check Act. De monitoring en evaluatie kan hierbij opgedeeld worden in een jaarlijkse- en meerjarige monitoring en evaluatie.

 

De jaarlijkse monitoring en evaluatie voeren we uit met de ((semi)-professionele) ketenpartners en op basis van de bij de gemeente bekende gegevens. De meerjarige monitoring en evaluatie laten we uitvoeren door extern bureau KWIZ, die ook de 0-meting van de huidige situatie heeft verzorgd.

 

Kunnen:

Het gezamenlijk met de ((semi)-professionele ketenpartners bepalen en vaststellen van de KPI’s die we gedurende deze periode wensen te behalen, waarmee we actief inzetten op het terugdringen van het aantal inwoners die leven in armoede en/of schulden.

 

Het gezamenlijk met ((semi)-professionele ketenpartners bespreken en vaststellen van de rolverdeling. Wie voert de regie, welke rol hebben de ((semi)-professionele ketenpartners en welke verwachtingen horen hierbij.

 

Durven:

De gemeente heeft ruimte voor pilots. We gaan deze periode meer aan de slag met het uitvoeren van pilots ten behoeve van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Hiermee kijken of een regeling of (erkende) interventie oplevert wat wij ervan verwachten.

 

Bij succesvol gebleken pilots kan het College van B&W en gemeenteraad besluiten een pilot structureel uit te rollen en hiervoor indien nodig (extra) financiering voor vrij te maken.

 

De gemeentelijke vangnetregelingen verruimen we. In 2022 zijn alle kind-regelingen verruimd naar 130% van de bijstandsnorm. In 2023/2024 worden voorstellen uitgewerkt om te komen tot mogelijke verruimingen van overige regelingen van 110% naar 120% van de bijstandsnorm.

 

5.3. Actieplan/uitvoeringsagenda

Gedurende een periode van 4 jaar wordt ten behoeve van armoedebestrijding en schuldhulpverlening gewerkt met een actieplan en uitvoeringsagenda.

De uitvoeringsagenda richt zich op taken die al op de rol staan en waar we als gemeente al actief mee bezig zijn, oftewel going concern. Maar ook nieuwe (wettelijke) taken staan op de uitvoeringsagenda. De uitvoeringsagenda laat voornamelijk zien voor welke periode taken gepland staan.

 

Ook wordt er gewerkt met een dynamisch actieplan. Het actieplan richt zich voornamelijk op nieuwe acties, pilots en taken die we de komende periode willen gaan uitrollen ten behoeve van het terugdringen van armoede en schulden bij onze inwoners. Zaken die in het actieplan zijn opgenomen staan nog in de kinderschoenen of zijn in ontwikkeling.

 

Het actieplan is een dynamisch werkdocument voor de gemeente en de ((semi)-professionele ketenpartners. Het legt in grote lijnen vast waar we gezamenlijk mee aan de slag gaan om de vastgestelde doelen en resultaten te behalen.

 

In samenwerking met de ((semi-)professionele) ketenpartners wordt de komende periode een concretiseringsslag gemaakt op het actieplan. Daarbij wordt ook gekeken naar de KPI’s waar met het oog op de uitvoering gezamenlijk aan gecommitteerd wordt.

 

Uitvoeringsagenda

Uitvoering

Tijdspad

Structureel/ Incidenteel

Jaarbudget

Volgende regelingen blijvend continueren:

  • -

    Kwijtschelding gemeentelijke belastingen (BSGW);

  • -

    Collectieve aanvullende zorgverzekering.

-

Structureel

Opgenomen in lopende begroting

€ 120.000,-

Verruiming kind regelingen van 110% naar 130%

Sinds 2022

Structureel

€ 20.000, -

Registratie problematische schulden bij BKR

Sinds 2022

Structureel

€ 0,00 (geen kosten aan verbonden)

Vroegsignalering d.m.v. Vindplaats Schulden (VPS)

Sinds 2022

Structureel

€ 5.067,48

Uitdragen campagne armoede regelingen

Sinds 2022

Structureel

€ 4.000, -

Verruiming aanbieders zwemlesregeling met Ezzy’s in Well

Q4 2023

Structureel

€ 6.000, -

Opstellen beleidsregels bijzondere bijstand (inclusief verruiming doelgroep 110-120%)

Q4 2023

Incidenteel

€ 20.000 (geschatte meerkosten)

Actualisatie Verordening Individuele inkomenstoeslag

Q1 2024

Incidenteel

€ 10.000

(geschatte meerkosten)

Energietoeslag 2022 en 2023

Nieuwe ronde start Q4 2023

Incidenteel

Landelijke middelen

Budgettair Neutraal

Formaliseren commitment partners Armoedebestrijding & schuldhulpverlening

2024

Structureel

€ 0,00,-

Tussentijdse evaluatie met ketenpartners

Elke 6 tot 12 maanden

Structureel

-

Meerjarige monitoring en evaluatie KWIZ

Q3 en Q4 2026

(Elke beleidsperiode)

Incidenteel

€ 10.000

(2026)

Continuering Sociaal Noodfonds

2024

Incidenteel/ structureel

€ 25.000,-

 

Actieplan

Pijler

Actie

Periode

Verantwoordelijk

Beleidsterrein

Kennen

Verruiming kaderstelling Stichting Leergeld ‘De Stuwwal’.

V.a. 2024

Gemeente Bergen/ Stichting Leergeld ‘De Stuwwal’.

Armoedebestrijding

Kennen

Scholing, training en voorlichting over inhoudelijke regelingen, aanvraagproces en aanvragen van regelingen

V.a. 2024

Gemeente Bergen en ketenpartners

(Voor intern en extern)

Armoedebestrijding & schuldhulpverlening

Kennen

Voorlichting op scholen, groep 8. ‘No credit no game’

V.a. 2025

Gemeente Bergen

Schuldhulpverlening

Kunnen

Onderzoek naar overname schuldenlast inwoners door gemeente

Q1 2024

Gemeente Bergen/ PLANgroep en Kredietbank Limburg

Schuldhulpverlening

Durven

Pilot Sociaal Noodfonds

(Continuering)

2024

Stichting Vincentius Bergen

Armoedebestrijding

Durven

Pilot Budget Coaching

Q2 2023

Gemeente Bergen/ PLANgroep

Schuldhulpverlening

Durven

Pilot uitgifte babystartpakketten

Q3 2023

Gemeente Bergen/ Stichting Babyspullen

Armoedebestrijding & Kansrijke Start

Durven

Huisbezoeken i.h.k.v. Vroegsignalering & preventie

Q3 2023

PLANgroep/ Sociaal Team gemeente Bergen

Schuldhulpverlening

Durven

Pilot uitgifte kinderkledingpakket

Q4 2023/ Q1 2024

Gemeente Bergen/ Stichting STOP

Armoedebestrijding & Kansrijke Start

Durven

Pilot verruiming Participatiefonds volwassenen

Q4 2023

Gemeente Bergen

Armoedebestrijding

Durven

Pilot Volwassen Sport- en cultuurfonds (incl. fitness/zwemmen)

v.a. 2024

Gemeente Bergen/

Volwassenen Sport en Cultuurfonds

Armoedebestrijding

Durven

Oprichting Lokale Coalitie Kansrijk Bergen

v.a. 2024

Gemeente Bergen en ketenpartners

Sociaal Domein breed.

 

5.4. Prestatie Indicatoren (PI’s)

Het opstellen van PI’s zijn voor onze gemeente belangrijke meetmomenten, waarin we gedurende de beleidsperiode 2023-2026 de beleidsvoornemens, uitvoeringsagenda en het actieplan op verschillende momenten kritisch langs de spreekwoordelijke meetlat leggen.

Met PI’s committeren onze gemeente en ((semi-)professionele) ketenpartners zich aan resultaten die we met elkaar opgenomen hebben in ons beleidsplan en onderliggend actieplan in de uitvoering willen bereiken.

Door elk jaar de afgesproken PI’s met elkaar te evalueren, kan er tijdig worden bijgestuurd en op nieuwe ontwikkelingen worden ingespeeld.

 

In onderstaand schema is in grote lijnen inzichtelijk gemaakt op welke thema’s er PI’s worden gesteld, welke resultaten behaald dienen te worden en in welke periode verwacht wordt dat deze resultaten zijn bereikt.

 

De komende periode zal samen met de ((semi-)professionele) ketenpartners onderstaand schema worden uitgebreid en geconcretiseerd. De resultaten kan de gemeente niet zonder deze ketenpartners bereiken. Het is daarom van essentieel belang dat de ((semi-)professionele) ketenpartners ook in het proces betrokken zijn.

 

Met het gezamenlijk behalen van resultaten hangt ook samen dat voor zowel de gemeente als mede haar ((semi-)professionele ketenpartners helder is:

  • -

    Wie welke rol vervult;

  • -

    Wat we in de organisatie- en uitvoering van elkaar mogen verwachten en kunnen betekenen.

De raad wordt hier jaarlijks door middel van een raadsinformatiebrief over geïnformeerd.

 

Thema (K)PI

Te behalen resultaat

Wanneer bereikt

Communicatie

  • -

    Bekendheid van regelingen en pilots

  • -

    Informatie verstrekking over regelingen en ondersteuningsmogelijkheden

  • -

    Doorverwijzen van- en naar ondersteuningsaanbod

  • -

    Delen van succesverhalen/ storytelling

2024 - 2026

Het kind centraal

  • -

    1 a 2 x per jaar kledingpakketten voor kinderen

  • -

    Aanvragen en uitgeven van babystartpakketten

  • -

    Verhogen van sport en cultuurdeelname

2023/ 2024

Scholing & Training

  • -

    Weten hoe regelingen aangevraagd kunnen worden

  • -

    Signaleren, herkennen en doorverwijzen

  • -

    Taal van de inwoners leren spreken

2024 - 2026

Toegankelijkheid

  • -

    het realiseren van één loketfunctie

2024/ 2025

Verhogen bereik regelingen

  • -

    Vindplaats doelgroep in beeld

  • -

    In gesprek gaan met de doelgroep

2024 - 2026

Bijlage 1. Vangnetregelingen

 

Regeling

Bijdrage/ Inhoud

Wanneer in aanmerking

Opmerking

Bijzondere bijstand

Bedoeld voor bijzondere noodzakelijke bestaanskosten

110% van de bijstandsnorm.

Aanvragen worden met een beslisboom getoetst. Conform Participatiewet

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen

100% van de bijstandsnorm

Uitvoering door BSGW

Individuele inkomenstoeslag

Een keer per jaar een geldbedrag van de gemeente

110% van de bijstandsnorm

Als inwoners minimaal 3 jaar op 110% van de bijstandsnorm zijn aangewezen.

Collectieve aanvullende zorgverzekering

Bijdrage in kosten voor een aanvullende zorgverzekering tot een maximum van € 25,- per maand

120% van de bijstandsnorm

Geen vermogenstoets

Participatiefonds volwassenen

€ 100,- eenmalig per persoon per jaar

110% van de bijstandsnorm

Vrij besteedbare tegemoetkoming

Participatiefonds kinderen

€ 100,- eenmalig per persoon per jaar

130% van de bijstandsnorm

Vrij besteedbare tegemoetkoming

Jeugdcultuurfonds

€ 425,- eenmalig per kind per jaar

130% van de bijstandsnorm

Bedoeld voor contributie voor culturele vorming en activiteiten

Jeugdsportfonds

€ 225,- eenmalig per kind per jaar

130% van de bijstandsnorm

Bedoeld voor contributie voor sportbeoefening

Stichting leergeld De Stuwwal

€ 500,- maximaal per kind per jaar (tot 18 jaar) voor schoolkosten

130% van de bijstandsnorm

Zwemlesregeling

Voor kinderen vanaf 5 jaar

130% van de bijstandsnorm

Voor diploma A en B

Sociaal Noodfonds Bergen

(Financiële) ondersteuning voor inwoners tussen wal en schip

Tot een maximaal bedrag van € 2.500, - per huishouden.

Uitvoering door Stichting Vincentius Bergen

Totaalbudget is € 50.000, -

Bijlage 2. Productonderdelen schuldhulpverlening

 

Aanmeldingen: ieder schuldhulpverleningstraject start met een contactmoment (een aanmelding). Er wordt beoordeeld hoe urgent de melding is. Meestal melden inwoners zichzelf, soms melden vasten lasten partners zich ook als zij dreigen met afsluiting. Vanuit de aanmelding volgt een gesprek.

 

Quikscan: in een quickscan wordt de screening besproken met de inwoner die zich heeft gemeld. Er wordt door de schuldhulpverlener een inschatting gemaakt hoe de situatie is en er wordt ingegaan op het zo volledig mogelijk helder krijgen van het dossier.

 

Intake: in deze fase verheldert de schuldhulpverlener de hulpvraag en beoordeelt hij welke producten moeten worden ingezet. De gegevens worden volledig verzameld (inkomsten, uitgaven, schulden, etc.). Aan de hand van de intake wordt een plan opgesteld. Soms kan er volstaan worden met een eenmalig advies en het verstrekken van informatie waarmee de inwoner zelf verder kan.

 

Stabilisatie: in deze fase wordt er evenwicht gebracht tussen de inkomsten en uitgaven van de inwoner. Stabilisatie draagt bij aan het verhogen van de draagkracht en het stabiliseren of verminderen van de schuldenlast. Stabilisatie verhoogt de kans op een geslaagd schuldhulpverleningstraject aanzienlijk en verkleint de kans op uitval.

 

Schuldenregeling: er wordt een start gemaakt met een schuldenregeling als er sprake is van een problematische schuldsituatie. Zodra de schulden allemaal in kaart zijn gebracht, wordt er een minnelijke regeling tot stand gebracht. Hiervoor legt de schuldhulpverlener schriftelijk contact met alle schuldeisers. De schuldhulpverlener doet een verzoek tot stopzetting van invorderingsmaatregelen en renteberekening en maakt een betalingsvoorstel op basis van de afloscapaciteit. Deze regeling heeft een maximale looptijd van 3 jaar (conform de gedragscode NVVK) en vanaf 1 juli 2023 zelfs een maximale looptijd van 1,5 jaar.

 

Dwangakkoord: een dwangakkoord geeft de schuldhulpverlener de mogelijkheid om weigerachtige schuldeisers te dwingen mee te werken aan een minnelijke regeling. Dit gebeurt tijdens een kort geding. Met het dwangakkoord voorkomt een schuldhulpverlener dat een inwoner in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) terecht komt.

 

Heronderzoeken: de schuldhulpverlener voert heronderzoeken uit voor lopende schuldenregelingen na ieder jaar. De schuldhulpverlener maakt een herberekening over het VTLB (Vrij te laten bedrag) en beoordeelt of de schuldenaar zich heeft gehouden aan de gemaakte afspraken. Indien dat het geval is en het traject wordt succesvol nageleefd, wordt na 3 jaar/1,5 jaar (afhankelijk instroom moment) de resterende schuld kwijtgescholden.

 

Budgetbeheer en Bewindvoering: kan onderdeel uitmaken van het schuldhulpverleningsplan. Indien inwoner zelf niet of onvoldoende zijn/haar financiën beheert, is dat reden voor de schuldhulpverlener om budgetbeheer of beschermingsbewind te organiseren (dit kan ook als een voorwaarde opgelegd worden voor een schuldhulpverleningstraject).

Indien er een schuldhulpverleningstraject in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) wordt aangevraagd en wordt toegewezen door de rechtbank, dan krijgt een schuldenaar een WSNP-bewindvoerder toegewezen. Deze legt verantwoording af van het WSNP-traject aan de rechtbank.

 

Budget coaching: kan een onderdeel van het schuldhulpverleningstraject zijn. Hier wordt de schuldenaar ondersteund in het leren van het voeren van zelfstandig financieel beheer. Hierin kan de schuldhulpverlener zelf ondersteuning in bieden aan de inwoner of de schuldhulpverlener schakelt hiervoor Humanitas in.

 

Nazorg: na afronding van een curatief traject is het van belang dat het gevaar van recidive wordt onderkend. In veel gevallen krijgt de ex-schuldenaar weer eigen beheer van financiën. Goede nazorg is belangrijk. De verschillende nazorggesprekken die gevoerd worden staan in het teken van toetsing of de ex-schuldenaar de gedragsverandering handhaaft, hierin speelt Humanitas in Bergen een belangrijke rol. Zij kunnen het stokje van de schuldhulpverlener overnemen en (voor een langere periode) nazorg verlenen.

Bijlage 3. Segmenten regelbaarheid schuldenpakket en schuldenaar

 

Regelbare schuldenaar met regelbaar schuldenpakket

 

Regelbare schuldenaar

Regelbaar schuldenpakket

Schuldsituatie is op te lossen met een schuldregeling

 

Bij deze groep is de verwachting dat binnen 4 maanden een schuldregeling mogelijk is. Hierbij worden in ieder geval de volgende instrumenten ingezet:

  • Financieel beheer of budgetbeheer;

  • Betalingsregeling, herfinanciering of schuldregeling;

  • Communicatie met schuldeisers;

  • Evt. kunnen ook instrumenten als stabilisatie en/of budget coaching worden ingezet.

Regelbare schuldenaar met on-regelbaar schuldenpakket

 

Regelbare schuldenaar

On-regelbaar schuldenpakket

Schuldsituatie is alleen te stabiliseren

 

Bij deze groep is geen schuldregeling (binnen 6 maanden) mogelijk, maar is het van belang om de financiele situatie stabiel te krijgen. Dit betekent dat:

  • De inkomen en uitgaven moeten op orde worden gebracht (indien mogelijk door inkomensondersteunende en uitgavenbeperkende maatregelen);

  • Betaling van vaste lasten geborgd moet worden;

  • Administratie op orde wordt gebracht.

De volgende instrumenten kunnen bij deze groep worden ingezet:

  • Informatie en advisering;

  • Duurzaam financiële dienstverlening;

  • (Ondersteuning in) communicatie met schuldeisers;

  • Financieel beheer of budgetbeheer;

  • Budget coaching.

On-regelbare schuldenaar met regelbaar schuldenpakket

 

On- regelbare schuldenaar

Regelbaar schuldenpakket

Mogelijkheden hangen af van het individuele dossier: soms schuldregeling, stabiliseren of geen oplossing.

 

Bij deze groep is meestal sprake van problematiek op meerdere terreinen. Denk hierbij aan verslaving, psychische problematiek of een ernstige geestelijke beperking. In sommige gevallen is dan eerst behandeling of begeleiding door andere instanties noodzakelijk. In dit geval is de taak van de schuldhulpverlener dan doorverwijzen of overdragen.

In andere gevallen kan naast behandeling of begeleiding door een andere instantie wel al schuldhulpverlening opgestart worden.

 

Tot deze groep behoort ook de schuldenaar die zijn gedrag niet wil veranderen om tot een schuldenregeling te komen.

 

Feit is dat door de diversiteit van de problematiek, de motivatie en de vaardigheden van de schuldenaar er niet eenduidig aan te geven is, welk instrument ingezet moet worden. Het meest ingezette instrument zal zijn de ‘flankerende hulp’, voor zover de inwoner nog niet in behandeling is of onder begeleiding staat.

Een integrale aanpak is bij deze groep van doorslaggevend belang. Schakelen door de schuldhulpverlener met betrokken netwerkpartners is hierbij van essentieel belang.

 

On-regelbare schuldenaar met on-regelbaar schuldenpakket

 

On-regelbare schuldenaar

On-regelbaar schuldenpakket

Gemeente kan niets of nauwelijks iets betekenen

 

Bij deze groep is sprake van problematiek op meerdere terreinen en is een schuldregeling pas na heel lange periode of zelfs nooit mogelijk. Langdurige begeleiding door een hulpverlenende instantie is hierbij aan de orde.

 

Vanuit schuldhulpverlening kan wel financiële ondersteuning geboden worden, zoals:

  • Advisering bij inkomens vergrotende en uitgaven besparende maatregelen;

  • Hulp bij de omgang met schuldeisers en deurwaarders;

  • De administratie op orde brengen;

  • Borgen van betaling van de vaste lasten.

Bijlage 4. Samenvatting onderzoek KWIZ

 

Minimahuishoudens

  • Aandeel minimahuishoudens net iets lager dan landelijk;

  • Meeste minima hebben een uitkering vanuit de Participatiewet;

  • Eenoudergezinnen hebben vaker een minimuminkomen dan andere huishoudens.

Minimakinderen tot 18 jaar

  • 117 minimakinderen groeien op in een huishouden met een inkomen tot 100 procent van de Wet Sociaal Minimum (Wsm);

  • Twee derde van de minimakinderen groeit op in het dorp Nieuw-Bergen.

Minimaregelingen

  • Het bereik van de collectieve zorgverzekering ligt hoger dan het bereik in andere gemeenten;

  • Het bereik van de bijzondere bijstand ligt redelijk in lijn met het gemiddelde bereik in andere gemeenten;

  • Het bereik van overige regelingen ligt lager dan dat van andere gemeenten;

  • Minimahuishoudens maken meestal gebruik van één regeling.

Meervoudige problematieken

  • 54 minimahuishoudens tot 110 procent Wsm heeft in 2021 een Wmo-voorziening;

  • 60 huishoudens hebben in de analyseperiode een vorm van schuldhulpverlening, daarvan hebben 20 huishoudens een inkomen tot 110 procent Wsm. Dat is 9 procent van alle minimahuishoudens (tot 110 procent Wsm);

  • 21 minimahuishoudens met een inkomen tot 110 procent Wsm heeft een of meerdere kinderen met een indicatie voor de Jeugdwet.