Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Treasurystatuut 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut 2024
CiteertitelTreasurystatuut 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Treasurystatuut gemeente Westerwolde 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 212, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-02-2024nieuwe regeling

31-01-2024

gmb-2024-69079

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut 2024

De raad van de gemeente Westerwolde;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2023,

 

gelet op artikel 212, eerste lid, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen het Treasurystatuut 2024:

 

Inleiding

Het Treasurystatuut bevat het beleidskader voor de uitvoering van de Treasuryfunctie. Onder Treasury wordt verstaan: Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarde, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. In dit Statuut is het Treasurybeleid van de gemeente Westerwolde vastgelegd.

 

Inwerkingtreding

“Treasurystatuut gemeente Westerwolde 2024”, dit statuut treedt in werking per 1 januari 2024. Dit statuut vervangt het Treasurystatuut dat in 2018 in werking is getreden.

Artikel 1 Begrippenkader

Het wettelijk kader ligt besloten in de nationale en in de Europese regelgeving. In het bijzonder zijn van kracht:

 

De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof), de Regelgeving betreffende staatssteun en de Wet- en regelgeving toezicht financiële ondernemingen.

 

In dit statuut wordt verstaan onder:

 

a.

Administratieve organisatie

:

Het stelsel van organisatorische maatregelen dat gericht is op het tot stand brengen en in stand houden van de goede werking van de informatieverzorging in en over de organisatie, waaronder het invoeren van functiescheiding en interne controle.

b.

BBV

:

Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

c.

Beheer van geldstromen

:

Alle activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren, zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

d.

Derivaten

:

Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.

e.

Drempelbedrag schatkistbankieren

:

Het bedrag aan overtollige liquide middelen dat gemiddeld over een kwartaal buiten de schatkist aangehouden mag worden. De hoogte van het drempelbedrag is gerelateerd aan de begrotingsomvang.

f.

Financiering

:

Het aantrekken van de benodigde financiële middelen voor de dekking van de vermogensbehoefte.

g.

Kasgeld

:

Leningen met een looptijd korter dan één jaar.

h.

Kasgeldlimiet

:

Het bedrag dat de maximale netto-vlottende schuld aangeeft.

i.

Liquiditeitspositie

:

De mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen voldaan kan worden.

j.

Matching

:

Het afstemmen van de termijn waarvoor financieringsmiddelen worden aangetrokken op de termijn waarop vermogen is of wordt vastgelegd.

k.

Medium Term Note

:

Een instrument voor de gemeente om financiering met een looptijd van minimaal twee en maximaal dertig jaar aan te trekken. Een MTN is een verhandelbare schuldbekentenis aan toonder met gestandaardiseerde voorwaarden.

l.

Netto-vlottende schuld

:

Het bedrag van de vlottende schuld, verminderd met het gezamenlijke bedrag van de contante gelden in kas, de tegoeden in rekening-courant en de overige uitstaande gelden met een rente typische looptijd van korter dan één jaar.

m.

Prudent

:

Zorgvuldigheid en behoedzaamheid van optreden bij het uitzetten van middelen en het afsluiten van derivaten, tot uitdrukking komend in een voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico van de uitzetting, derivaten daaronder begrepen.

n.

Publieke taak

:

De taak van de gemeente tot het dienen van het openbare belang, zoals gedefinieerd in de taakomschrijving van de gemeente in de gemeentewet.

o.

Rating

:

Kredietwaardigheid van financiële instellingen zoals beoordeeld door tenminste een van de drie rating agencies: Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch Ratings.

p.

Renterisico

:

Mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rente typische looptijd van één jaar of langer.

q.

Renterisiconorm

:

Het bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, dat aangeeft welk deel van de vaste schuld maximaal in aanmerking komt voor aflossing en/of renteherziening.

r.

Rentetypische looptijd

:

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningsvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding.

s.

Rentevisie

:

Toekomstvisie over de renteontwikkeling.

t.

Saldobeheer

:

Het beheer van de dagelijkse saldi op de bankrekeningen.

u.

Schatkistbankieren

:

Het uitzetten van gelden bij het ministerie van Financiën.

v.

Treasuryfunctie

:

Alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

w.

Vaste schuld

:

Het gezamenlijke bedrag van de schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer en de voor een termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen.

x.

Vlottende schuld

:

Het gezamenlijke bedrag van de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar, de schuld in rekening-courant, de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden en overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld.

Artikel 2 Treasuryfunctie

  • 1.

    De uitgangspunten en algemene doelstellingen van de Treasuryfunctie zijn:

    Het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties zijn alleen toegestaan in het kader van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Streeft, binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de bijbehorende ministeriële regelingen en dit Treasurystatuut, naar een optimale financieringsstructuur tegen zo laag mogelijk kosten. De vormgeving van het gevoerde beleid wordt uiteengezet in de Financieringsparagraaf die wordt opgenomen in de begroting. De toetsing van dit statuut wordt uiteengezet in de Financieringsparagraaf die is opgenomen in de jaarrekening.

  • 3.

    Uitzettingen en derivaten hebben een prudent karakter en zijn niet gericht op het genereren van inkomsten door het aangaan van overmatige risico’s.

  • 4.

    Beschermt de gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitenrisico’s.

  • 5.

    Verzekerd zijn van duurzame toegang tot de financiële markten;

    Beschermt de gemeentelijke vermogens-en(rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitenrisico’s.

Artikel 3 Risicobeheer

  • 1.

    Bij de uitvoering van alle Treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit Treasurystatuut, de wet financiering decentrale overheden (wet Fido), de regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden(RUDDO) en de Regeling verplicht Schatkistbankieren in acht te genomen te worden.

  • 2.

    Uitzettingen van middelen uit hoofde van de Treasuryfunctie vinden, boven het drempelbedrag, uitsluitend plaats bij de Nederlandse Staat (Schatkistbankieren) of bij medeoverheden.

  • 3.

    Korte mismatch.

    De lange financieringsbehoefte mag worden gedekt met korte middelen voor zover daarbij de in artikel 4 genoemde limieten voor risicobeheer niet worden overschreden.

  • 4.

    Lange mismatch.

    De korte financieringsbehoefte mag worden gedekt met lange middelen voor zover daarbij de in artikel 4 genoemde limieten voor risicobeheer niet worden overschreden.

  • 5.

    Valutarisico.

    Financieringstransacties vinden uitsluitend plaats in euro’s.

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1.

    Renterisiconorm:

    Jaarlijks mag bij aanvang van het kalenderjaar maximaal het in de wet Fido vastgestelde percentage van het begrotingstotaal in aanmerking komen voor aflossing en/of renteherziening.

  • 2.

    Kasgeldlimiet:

    De gemiddelde netto-vlottende schuld van de gemeente in een kwartaal (berekend als het gemiddelde van de drie ultimo maandstanden in dat kwartaal) mag niet meer bedragen dan het in de wet Fido vastgestelde percentage van het lastentotaal van de gemeentebegroting.

  • 3.

    Overschrijding limieten:

    Bij een overschrijding wordt de financiële commissie geïnformeerd door de portefeuillehouder. In de jaarrekening legt het college van B&W hierover verantwoording af in de Financieringsparagraaf.

  • 4.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie.

  • 5.

    De rentetypische looptijd van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand.

Artikel 5 Kredietrisicobeheer

  • 1.

    Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

    • a.

      Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen voor wiens waardepapier een solvabiliteitsrisico van 0% geldt.

    • b.

      Financiële instellingen met ten minste een AA-rating van één van de volgende erkende ratingsbureaus: Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch Ratings.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garantstellingen uit hoofd van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden/garanties geëist.

  • 3.

    Er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten.

Artikel 6 Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar Treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), evenals een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd tot maximaal 5 jaar.

Artikel 7 Valutarisico

Valutarisico’s zijn uitgesloten, doordat de gemeente uitsluitend leningen verstrekt, aangaat en garandeert in euro’s.

Artikel 8 Schatkistbankieren

  • 1.

    Overtollige middelen worden dagelijks verplicht overgeboekt naar de schatkist en zijn daarmee dagelijks opneembaar en zichtbaar via de internetfaciliteit Schatkistbankieren.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 mag de gemeente gelden tot aan het drempelbedrag buiten de schatkist aanhouden. Voor de berekening van het drempelbedrag geldt het in de Regeling Schatkistbankieren decentrale overheden opgenomen percentage en minimumbedrag.

  • 3.

    De Treasurer is bevoegd om gelden tot een looptijd van één jaar uit te zetten in deposito’s.

  • 4.

    Het college besluit vooraf over uitzettingen van één jaar en langer.

Artikel 9 Richtlijnen Financiering OG (opgenomen geldleningen)

  • 1.

    Voor het aantrekken van lange financieringsmiddelen zijn uitsluitend de volgende instrumenten toegestaan:

    • a.

      Onderhandse geldleningen;

    • b.

      MTN (Medium Term Notes);

    • c.

      Lening met korte rente in combinatie met een rente-instrument, zodanig dat een lening met een lange rente wordt nagebootst.

  • 2.

    Voor het aantrekken van korte financieringsmiddelen zijn uitsluitend de volgende instrumenten toegestaan:

    • a.

      Daggeld;

    • b.

      Kasgeld.

  • 3.

    Gelijkmatige afloop van leningenportefeuille: Financieringsbeslissingen worden zodanig genomen dat een over de jaren gelijkmatig verloop van aflossingen en renteherzieningen ontstaat. Aflossingen en renteherzieningen mogen verder niet boven de in de wet Fido vastgelegde renterisiconorm uitkomen.

  • 4.

    Bij de uitvoering van de financieringstransacties gelden voorts de volgende richtlijnen en limieten:

    • a.

      Geld wordt uitsluitend aangetrokken op basis van een recente liquiditeitsprognose.

    • b.

      De gemeente nodigt minimaal twee instellingen uit om een offerte uit te brengen (waaronder de Huisbank) alvorens een financiering wordt aangetrokken.

Artikel 10 Richtlijnen Financiering UG (uitgezette geldleningen)

  • 1.

    We verstrekken en/of garanderen uitsluitend geldleningen uit hoofde van de publieke taak.

  • 2.

    De raad oordeelt omtrent de publieke taak aan de hand van een gemotiveerd voorstel van het College van B&W.

  • 3.

    Aan derden worden geen garanties op nieuwe geldleningen verstrekt, tenzij expliciet opgenomen in een afzonderlijke regeling. Op initiatief van de Raad kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 11 Relatiebeheer

  • 1.

    De Treasurer onderhoudt namens de gemeente de contacten met de huisbankier en andere financiële instellingen en bemiddelaars.

  • 2.

    Financiële instellingen dienen onder Nederlands toezicht, zoals de Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer, te vallen of onder vergelijkbaar toezicht vanuit de lidstaten.

  • 3.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit financiële markt AMF en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.

Artikel 12 Geldstromenbeheer

Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

  • 2.

    De gemeente voert het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uit via de huisbankier. De gemeente beperkt zoveel mogelijk contante geldstromen, met een maximum van € 3.000 per transactie.

Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    Ten einde de verwerkingskosten te minimaliseren loopt het betalingsverkeer van de gemeente in beginsel alleen over bij de huisbankier aangehouden rekeningen.

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt-conform artikel 4 lid 2- het kasgeldlimiet niet overschreden.

Artikel 14 Algemene uitgangspunten AO/IC

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van Treasuryactiviteiten zijn in de tabellen van de artikelen 15 en 16 vastgelegd.

  • 2.

    De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

    • a.

      De uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • b.

      De Treasuryactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • c.

      De risico’s worden beheerst;

    • d.

      De juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd is;

    • e.

      De interne controle vindt plaats aan de hand van het Interne Controleplan van de verbijzonderde interne controle.

  • 3.

    Binnen de uit te voeren Treasuryactiviteiten is functiescheiding zoveel mogelijk doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      Iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vierogen-principe);

    • b.

      De uitvoering, controle en de registratie gebeurt door afzonderlijke functionarissen.

    • c.

      De uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

Artikel 15 Verantwoordelijkheden

Functie

Verantwoordelijkheden

De gemeenteraad

  • Het vaststellen het Treasurystatuut;

  • Het vaststellen van de Treasuryparagraaf in de begroting en de jaarrekening;

  • Het uitvoeren van de niet aan het college van B&W overgedragen Treasuryactiviteiten.

Het College van burgemeester en wethouders

  • Uitvoeren van Treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

  • Beslissen over bijzondere transacties;

  • Achteraf bekrachtigen van de afgesloten langlopende geldleningen;

  • Rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het Treasurybeleid middels de financieringsparagraaf.

De portefeuillehouder Financiën

  • Uitvoeren van het Treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid)

De controller

  • Bewaken van de kwaliteit van Treasuryprocessen;

  • Controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de Treasuryfunctie middels de verbijzonderde interne controle (VIC).

De manager

  • Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van informatie die hun afdeling aanlevert aan de afdeling Dienstverlening met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten;

De budgethouders

  • Tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige inkomende en uitgaande geldstromen aan de Treasurer.(bijvoorbeeld een betalingsschema bij substantiële aankopen, subsidiebeschikkingen).

Treasurer

  • Uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot: het risicobeheer, gemeente financiering (financiering), uitzetting en relatiebeheer);

  • Beheren van de geldstromen, dagelijkse saldi en liquiditeitsposities; Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

  • Afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

  • Het schriftelijk vastleggen van de Treasurytransacties;

  • Actualiseren van Treasurybeleid en Treasurystatuut;

  • Voorbereiden van beleidsvoorstellen op Treasurygebied;

  • Aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

  • Deze activiteiten moeten conform dit Treasurystatuut en de Treasuryparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door de manager Dienstverlening;

  • Aantrekken van gelden in het kader van het saldo-en liquiditeitenbeheer;

  • Afleggen van verantwoording aan de gemeentelijke administratie;

  • Afleggen van verantwoording aan de manager Dienstverlening over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

De kassier

  • Overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

  • Afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

  • Aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeentelijke administratie;

  • Rapporteren aan de manager Dienstverlening.

De financiële administratie

  • Juist en volledig vastleggen van de bezittingen, schulden, rechten verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie;

  • Beheren van de debiteuren en crediteuren;

  • Controleren van de door de Treasurer verstrekte opdrachten;

  • Uitvoeren van gecontroleerde en akkoord verklaarde opdrachten;

  • Registreren en bewaren van de transactiebevestigingen van derden;

  • Tweede controle via saldobeheer op opdrachten.

VIC’er

  • Het voeren van de interne controle op de uitgevoerde Treasurytransacties en hierover rapporteren in de opgestelde controle memo;

  • Het afleggen van verantwoording aan de controller over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

Externe accountant

  • Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren over de feitelijke naleving van het Treasurystatuut.

Artikel 16 Bevoegdheden

Treasuryactiviteit

Bevoegd functionaris

(eerste handtekening)

Autorisatie door

(tweede handtekening)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromen beheer

Het overboeken van een tegoed aangehouden bij de Staat in verband met Schatkistbankieren naar de gemeentelijke bankrekening.

Treasurer/Kassier

Comptabele

Het aantrekken van middelen via Callgeld of kasgeld

Treasurer

Comptabele

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Kassier

Comptabele

Bankrelatiebeheer

Bankrekeningen open/sluiten/wijzigen

Treasurer

Manager Dienstverlening

Bankcondities en tarieven afspreken

Treasurer

Manager Dienstverlening

Financiering en uitzetting

Het vaststellen van kredietfaciliteiten

Treasurer

Manager Dienstverlening

Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen en Medium Term Notes (MTN) zoals vastgelegd in de Treasuryparagraaf

Treasurer

Manager Dienstverlening

Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

Het garanderen van middelen uit hoofd van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

Artikel 17 Informatievoorziening

Met betrekking tot de Treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

Liquiditeitenplanning

Jaarlijks

Treasurer

Comptabele

Beleidsplannen Treasury in paragraaf financiering van de programmabegroting

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

Evaluatie Treasuryactiviteiten in paragraaf financiering van de jaarrekening

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

Verantwoording n.a.v. Financieringsparagraaf in het jaarverslag.

Jaarlijks

Comptabele

Gemeenteraad

 

Dit is besloten in de openbare vergadering van 31 januari 2024.

Namens de raad,

Patrick Dave Nap

raadsgriffier

Jaap Velema

voorzitter