Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissie en de andere werkzaamheden van de raad van Wijchen |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissie en de andere werkzaamheden van de raad van Wijchen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad, vastgesteld op 8 december 2011.
Deze regeling vervangt de Verordening informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten, vastgesteld op 8 december 2011.
Deze regeling vervangt de Verordening Burgerinitiatief, vastgesteld op 8 juli 2010.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2024 | nieuwe regeling | 01-02-2024 |
Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
initiatiefgerechtigde: degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het burgerinitiatief bepalend.
stemstukken: stukken die niet als bespreekstuk geagendeerd zijn maar waar raadsleden een stemverklaring of een verklaring van onthouden van deelname aan stemming op af willen geven. Nadat de verklaring is gegeven of het onthouden van deelname aan stemming is gemeld wordt er besloten over het stuk door te stemmen.
vragenhalfuur: onderdeel van een vergadering van de raad of commissie waarin leden van de raad mondelinge vragen kunnen stellen aan de burgemeester of het college. De vragen dienen te gaan over onderwerpen van de MATS-lijst of over onderwerpen die actueel zijn. De voorzitter van de raad en de voorzitter van de commissie beslissen of de vragen hieraan voldoen.
Het presidium is het dagelijks bestuur van de raad en heeft onder andere tot taak:
de organisatie van de werkzaamheden van de raad. Dit kan zijn: het vaststellen van het vergaderschema van de raad, het houden van hoorzittingen, expertmeetings, inspreekavonden, het afleggen van werkbezoeken, het organiseren van presentaties, rondetafelgesprekken, en het inschakelen van externe deskundigen, als meer dan de helft van het aantal in de raad vertegenwoordigde fracties hierom verzoekt.
Hoofdstuk 2 - Toelating van nieuwe leden, de benoeming van plaatsvervangend voorzitters de benoeming van wethouders en fracties
Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie deze aanduiding als naam. Als geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter de naam van de fractie mee. De naam moet voldoen aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid van de Kieswet.
Hoofdstuk 3 - Voorbereiding besluitvorming in de raad
Paragraaf 3.1 De agendacommissie
De agendacommissie bepaalt of zij andere adviseurs dan de griffier uitnodigt voor het bijwonen van vergaderingen en andere bijeenkomsten van de agendacommissie.
Paragraaf 3.2 De informatiebijeenkomst
Artikel 22 Spreekrecht aanwezigen, niet zijnde raads-, commissie- of collegelid
Tijdens informatiebijeenkomsten mogen alle aanwezigen deelnemen en informatie uitwisselen over het onderwerp dat op de agenda staat.
Artikel 23 Aanwezigheid college en burgemeester
De burgemeester en/of één of meer wethouders zijn in de informatiebijeenkomst aanwezig indien een onderwerp behorende tot hun portefeuille geagendeerd is.
Artikel 24 Aanwezigheid ambtelijke organisatie
In de informatiebijeenkomst zijn deskundigen vanuit de ambtelijke organisatie aanwezig om informatieve en technische vragen te beantwoorden of anderszins bij te dragen aan de informatie-uitwisseling.
Paragraaf 3.3 Themabijeenkomsten
Artikel 32 Spreekrecht aanwezigen, zijnde niet raadsleden, commissieleden en collegeleden
Tijdens een themabijeenkomst mogen alle aanwezigen informatie uitwisselen over het thema dat op de agenda staat.
Artikel 33 Aanwezigheid college en burgemeester
De burgemeester en/of één of meer wethouders zijn bij de themabijeenkomst aanwezig indien een onderwerp behorende tot hun portefeuille geagendeerd is.
Artikel 34 Aanwezigheid ambtelijke organisatie
Tijdens de themabijeenkomst zijn deskundigen vanuit de ambtelijke organisatie aanwezig om informatieve en technische vragen te beantwoorden of anderszins bij te dragen aan de informatie-uitwisseling.
Artikel 43 Aanwezigheid college en burgemeester
De burgemeester en/of één of meer wethouders zijn bij de gesprekstafel aanwezig indien een onderwerp behorende tot hun portefeuille geagendeerd is.
Artikel 44 Aanwezigheid ambtelijke organisatie
Tijdens de gesprekstafel zijn deskundigen vanuit de ambtelijke organisatie aanwezig om informatieve en technische vragen te beantwoorden of anderszins bij te dragen aan de informatie-uitwisseling.
Paragraaf 3.6: Dag en tijdstip van vergaderingen raadscommissies, oproep, agenda en stukken
Artikel 55: Aanwezigheid toehoorders en vertegenwoordigers van de pers
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers gedragen zich naar de aanwijzingen van de commissievoorzitter, geven geen tekenen van goed- of afkeuring en verstoren ook niet op een andere manier de orde.
Artikel 56: Oproep, agenda en stukken
De commissievoorzitter zendt de leden van de commissie ten minste twee weekenden vóór de vergadering een oproep, onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Tegelijkertijd wordt een kennisgeving van dag, tijdstip en plaats van de vergadering in het raadsinformatiesysteem geplaatst.
De agendacommissie doet voor elke vergadering een voorstel voor de agenda. Dit voorstel wordt, met de daarbij behorende stukken, tegelijkertijd met de oproep aan de raads- en commissieleden toegezonden en met de kennisgeving in het raadsinformatiesysteem geplaatst. Dit met uitzondering van de stukken waarop op grond van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.
In spoedeisende gevallen kan de agendacommissie, na het verzenden van de agenda, punten aan de agenda toevoegen. De agendacommissie deelt dit, zo veel mogelijk één weekend voor de vergadering, aan de leden van de commissie mee en zendt daarbij ook de bijbehorende stukken aan de leden van de commissie toe.
Paragraaf 3.7: Orde tijdens de vergadering
Ieder commissielid, zijnde niet raadslid, tekent, vóór het lid aan de vergadering deelneemt, de presentielijst.
Artikel 60: Lijst met besluiten, adviezen en toezeggingen
De lijst met besluiten, adviezen en toezeggingen van de vergadering worden onder zorg van de commissiegriffier opgesteld en bevat tenminste de namen van de commissievoorzitter, de commissiegriffier en de insprekers die het woord hebben gevoerd en een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest.
De leden van de commissie, de commissiegriffier en de leden van het college die tijdens de vergadering het woord hebben gevoerd, kunnen een voorstel tot verandering te doen, als de in het eerste lid genoemde lijst onjuistheden bevat. Een voorstel tot verandering moet ten minste 24 uur vóór aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier worden ingediend.
Artikel 61: Opening vergadering, agenda en volgorde van de onderwerpen
De leden van de commissie beslissen bij de vaststelling van de agenda of een onderwerp van de agenda kan worden afgevoerd. Iedere fractie wijst een woordvoerder aan die namens de fractie kan stemmen of een onderwerp van de agenda van de commissievergadering kan worden afgevoerd. Iedere fractie heeft één stem. Een onderwerp wordt van de agenda afgevoerd als een meerderheid van fracties hiertoe besluit.
Artikel 63: Het spreken in de commissie
Een voorstel van orde kan zowel door de commissievoorzitter als door een lid van de commissie worden gedaan. De commissie beslist over het voorstel van orde door te stemmen. Iedere fractie wijst een woordvoerder aan die namens de fractie kan stemmen over het voorstel van orde. Iedere fractie heeft één stem. Het voorstel wordt aangenomen als een meerderheid van de fracties hiertoe besluit. Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter. Over het besluit van de voorzitter wordt niet gediscussieerd.
De commissie kan, op voorstel van de commissievoorzitter, bij aanvang of tijdens de vergadering andere regels stellen ten aanzien van de spreektijd van de leden van de commissie, de burgemeester en de leden van het college voor de gehele vergadering dan wel met betrekking tot één of meerdere agendapunten.
Artikel 69: Het woord voeren door insprekers
Het verzoek moet schriftelijk bij de griffie (griffie@wijchen.nl) worden ingediend, voorzien zijn van de naam van de inspreker of de organisatie en het agendapunt moet zijn vermeld. Als gebruik wordt gemaakt van een vreemde taal of gebarentaal wordt dit eveneens in het verzoek kenbaar gemaakt.
Insprekers spreken in de Nederlandse taal of in de gebarentaal in. Bij inspreken in de gebarentaal wordt voorzien in een tolk. Alleen onder bijzondere omstandigheden kunnen insprekers in een vreemde taal inspreken als zij zelf zorgen voor een tolk. Als dit niet mogelijk is, spant de gemeente zich in om voor een tolk te zorgen.
Artikel 71: Het sluiten van de beraadslaging en advisering
Ieder lid van de commissie kan een onderwerp dat ter bespreking in de commissie is geagendeerd, doorgeleiden naar de agenda van de raad, als dit lid een amendement of motie aankondigt voor de raadsvergadering op het onderwerp dat besproken is in de commissie. De agendacommissie beslist voor welke raadsvergadering het onderwerp wordt geagendeerd.
Hoofdstuk 4 - Besluitvorming in de raad
Paragraaf 4.1: Dag en tijdstip van vergaderingen, oproep, agenda en stukken
Artikel 74: Woordvoering en aanwezigheid burgemeester en collegeleden
De burgemeester en de andere leden van het college worden geacht bij de vergaderingen van de raad aanwezig te zijn. Als de burgemeester of een lid van het college de vergadering of een deel daarvan niet kan bijwonen, stelt de burgemeester of het collegelid de griffier daar schriftelijk van in kennis.
Artikel 75: Aanwezigheid toehoorders en vertegenwoordigers van de pers
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers gedragen zich naar de aanwijzingen van de voorzitter, geven geen tekenen van goed- of afkeuring en verstoren ook niet op een andere manier de orde.
Artikel 76: Voorbereiding agenda
De agendacommissie doet voor elke vergadering een voorstel voor de agenda. Het voorstel bevat:
Artikel 77: Oproep, agenda en stukken
Een raadslid kan verzoeken om de stukken als bedoeld in het voorgaande lid te bespreken met een beroepsmatige deskundige ter advisering. Het raadslid verzoekt de griffie om hier een raadsvoorstel voor op te stellen. Het raadsvoorstel vermeldt in ieder geval de naam en professie van de deskundige, de stukken welke het betreft en aan wie de deskundige advies uitbrengt. Conform Gemeentewet artikel 88 lid 6 besluit de raad over het verstrekken van de informatie aan anderen.
Paragraaf 4.2: Orde tijdens de vergadering
De voorzitter, de leden van de raad, de griffier, de burgemeester en de leden van het college hebben vaste zitplaatsen. De voorzitter wijst deze plaatsen, alsmede de plaatsen bestemd voor de toehoorders en vertegenwoordigers van de pers, na overleg in het presidium aan het begin van elke nieuwe zittingsperiode van de raad aan.
Artikel 83: Lijst met besluiten en toezeggingen
De lijst met besluiten en toezeggingen van de vergadering worden onder zorg van de griffier opgesteld en bevatten tenminste:
een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding van het stemgedrag van fracties of personen en met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden van de raad die vóór of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden van de raad die zich overeenkomstig artikel 28 Gemeentewet van stemming hebben onthouden.
De leden van de raad, de griffier en de overige personen die tijdens de vergadering het woord hebben gevoerd, kunnen een voorstel tot verandering aan de raad doen als de lijst met besluiten en toezeggingen onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering moet ten minste 24 uur vóór aanvang van de vergadering bij de griffier worden ingediend.
De lijst met besluiten en toezeggingen wordt in de eerstvolgende vergadering van de raad vastgesteld, met dien verstande dat tussen het tijdstip waarop de leden van de raad van de lijst met besluiten en toezeggingen kennis hebben kunnen nemen en de dag waarop de vergadering wordt gehouden, ten minste drie dagen moeten zijn verstreken.
Artikel 86: Het woord voeren door insprekers
Het verzoek moet schriftelijk bij de griffie (griffie@wijchen.nl) worden ingediend, voorzien zijn van de naam van de inspreker of de organisatie en het agendapunt moet zijn vermeld. Als gebruik wordt gemaakt van een vreemde taal of gebarentaal wordt dit eveneens in het verzoek kenbaar gemaakt.
Insprekers spreken in de Nederlandse taal of in de gebarentaal in. Bij inspreken in de gebarentaal wordt voorzien in een tolk. Alleen onder bijzondere omstandigheden kunnen insprekers in een vreemde taal inspreken als zij zelf zorgen voor een tolk. Als dit niet mogelijk is, spant de gemeente zich in om voor een tolk te zorgen.
Als het verzoek om in te spreken is afgewezen, kunnen insprekers tot 24 uur voor de vergadering hun inbreng schriftelijk bij de griffie (griffie@wijchen.nl) indienen. De inbreng wordt in het raadsinformatiesysteem geplaatst.
De raad kan, op voorstel van de voorzitter, de agendacommissie of het presidium, bij aanvang of tijdens de vergadering andere regels stellen ten aanzien van de spreektijd van de leden van de raad, de burgemeester en de leden van het college voor de gehele vergadering dan wel met betrekking tot een of meerdere agendapunten.
Artikel 94: Besloten vergadering
Als de raad voornemens is een opgelegde geheimhouding op te heffen, zonder dat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd een daartoe strekkend voorstel heeft gedaan, wordt het orgaan daarover geïnformeerd. Op verzoek van het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd kan de raad in een besloten vergadering met dat orgaan over de opheffing overleg voeren.
Paragraaf 4.3: Procedures bij stemmingen
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de vergadering aanwezige leden van de raad verzoeken een aantekening in de lijst met besluiten en toezeggingen op te nemen dat zij geacht willen worden tegen te hebben gestemd of zich van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.
Voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid van de raad het recht een stemverklaring af te leggen om de stem kort te motiveren.
Artikel 102: Hoofdelijke stemming
Bij een hoofdelijke stemming roept de voorzitter de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De voorzitter begint met het lid van de raad dat door loting is aangewezen. Daarna volgen de andere leden van de raad in alfabetische volgorde. Als de voorzitter lid van de raad is, brengt de voorzitter diens stem als laatste uit.
Artikel 103: Stemming over personen
Bij een schriftelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid van de raad dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, verplicht diens stem uit te brengen. De leden van de raad brengen hun stem uit door een stembriefje in te vullen en dit dicht te vouwen. De stembriefjes worden in een stembus verzameld.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden van de raad dat verplicht is een stembriefje in te leveren zonder deze open te vouwen. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze open te vouwen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Als het juiste aantal stembriefjes is ingeleverd, opent de voorzitter van het stembureau de briefjes. Het stembriefje moet duidelijk de naam van de persoon of personen die men wenst te benoemen aanwijzen. Niet of niet voldoende duidelijk ingevulde stembriefjes worden buiten beschouwing gelaten. Bij twijfel over de inhoud van een briefje beslist het stembureau.
Artikel 104: Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt over welke twee personen de derde stemming plaats zal vinden.
Hoofdstuk 5 - Voorstellen en bevoegdheden van raadsleden
Artikel 106: Voordrachten over personen
Benoemingen, voordrachten of aanbevelingen vinden op voorstel van de burgemeester, het college of het presidium plaats, tenzij in deze verordening of bij wet anders is bepaald.
Een amendement of subamendement wordt alleen in behandeling genomen als het schriftelijk is ingediend en zodanig is geformuleerd dat de tekst ervan geschikt is om onmiddellijk in het ontwerpbesluit of het amendement te worden verwerkt. Bij het indienen wordt gebruik gemaakt van een door het presidium vastgesteld model.
de voorzitter van de raad mag de motie actueel toetsen op actualiteit. Moties actueel die naar het oordeel van de voorzitter vanwege onvoldoende actualiteit niet geschikt zijn om te agenderen in een raadsvergadering worden niet geagendeerd. De voorzitter toetst of de motie actueel een zodanig spoedeisend karakter heeft dat beraadslaging in een volgende vergadering overbodig of niet meer aan de orde zou zijn. Over dit besluit kan niet worden beraadslaagd.
Artikel 112: werkwijze bij meer dan drie amendementen of moties
Indien er drie of meer amendementen en/of moties worden ingediend, dan wordt er per amendement of motie gedebatteerd. De werkwijze is dan als volgt:
Een verzoek tot het houden van een interpellatie wordt alleen in behandeling genomen als het ten minste 48 uur vóór de vergadering schriftelijk bij de griffier is ingediend, een omschrijving bevat van het onderwerp waarover een interpellatie wordt gedaan en de te stellen vragen erin zijn opgenomen. Bij het indienen wordt gebruik gemaakt van een door het presidium vastgesteld model.
Voor het interpellatiedebat wordt door de Agendacommissie apart spreektijd bepaald. De Agendacommissie bepaalt de spreektijden voor de eerste termijn voor de indiener of de indieners ven voor de burgemeester of het college. De Agendacommissie bepaalt de spreektijd in de tweede termijn voor de indiener en indieners en de overige fracties en bepaalt de spreektijd in de tweede termijn voor de burgemeester of het college.
Artikel 116: Schriftelijke vragen
De burgemeester of het college krijgt een termijn van dertig dagen om op de vragen te reageren. Indien deze termijn niet wordt gehaald, dan dient er uiterlijk een week na het aflopen van de termijn een verzoek om uitstel van beantwoording van de schriftelijke vragen aan de indiener te worden gestuurd.
Hoofdstuk 6 – Begroting, perspectiefnota en jaarrekening en lidmaatschap andere organisaties
Artikel 117: Procedure begroting en jaarrekening
De voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting, perspectiefnota en de jaarrekening en een eventueel indemniteitsbesluit verloopt volgens een procedure en voorstel van orde voor de vergadering over de begroting, perspectiefnota en de jaarrekening die het presidium vaststelt.
Hoofdstuk 7 - Burgerinitiatief
Artikel 121: Indiening van het burgerinitiatief
Het burgerinitiatief wordt ingediend bij de voorzitter van de raad.
Artikel 122: Behandeling van en besluit over het burgerinitiatief
De agendacommissie beslist in de eerstvolgende vergadercyclus van de raad na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering van de agendacommissie waarin op het verzoek wordt beslist.
De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de bijeenkomst of de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze bijeenkomst of vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.
Tijdens de commissievergadering kan de indiener aan de beraadslaging over het burgerinitiatief deelnemen. De indiener kan zich bij de behandeling van het burgerinitiatief laten bijstaan door één adviseur. Deze adviseur mag samen met de indiener plaatsnemen aan de tafel en actief aan het gesprek deelnemen.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement beslist de raad, op voorstel van de voorzitter.
Artikel 124: Intrekking vorige reglement en verordening
Het volgende reglement en de volgende verordeningen worden ingetrokken: