Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Emmen

Beleidsregels Leerlingenvervoer Emmen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Leerlingenvervoer Emmen 2024
CiteertitelBeleidsregel Leerlingenvervoer Emmen 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-02-2024nieuwe regeling

14-11-2023

gmb-2024-66940

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Leerlingenvervoer Emmen 2024

 

ARTIKEL 1 INLEIDING

In het kort is een voorziening leerlingenvervoer bedoeld om de toegankelijkheid van passend onderwijs te waarborgen. De gemeente heeft de wettelijke taak om te zorgen voor vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde, toegankelijke school die aansluit op de levensovertuiging van de ouders en/of de beperking van het kind. Deze beleidsregels bevatten een invulling van de afspraken, regels en mogelijkheden van een voorziening leerlingenvervoer van de gemeente Emmen. De beleidsregels zijn opgesteld om meer eenduidigheid en duidelijkheid te bewerkstelligen bij de afhandeling van aanvragen. Beleidsuitgangspunten die in de Verordening zijn vastgesteld vormen de leidraad van de beleidsregels en worden explicieter benoemd. Daarnaast worden in de beleidsregels een aantal praktische zaken vastgelegd die in de praktijk al worden toegepast, maar tot op heden niet zijn vastgelegd.

ARTIKEL 2 UITGANGSPUNTEN

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij de uitvoering van de Verordening:

  • De verantwoordelijkheid voor het naar school brengen en halen van de kinderen is de primaire verantwoordelijkheid van de ouder(s) en/of verzorger(s), eventueel met inzet van hun netwerk;

  • Het bevorderen van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid wordt breed in de gemeente Emmen belangrijk geacht, waardoor op de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en het netwerk wordt ingezet;

  • Het leerlingenvervoer kent meerdere voorzieningsmogelijkheden. In het kader van zelfredzaamheid en zelfstandigheid wordt eerst getoetst of een leerling die voldoet aan de algemene criteria zelfstandig of onder begeleiding met de fiets of een ander vervoermiddel naar school kan, als dat niet kan, wordt gekeken of de leerling met openbaar vervoer kan reizen en pas daarna kan aangepast vervoer worden ingezet.

  • Het ontwikkelperspectief van de leerling betreffende het vervoer bij de aanvraag en over de tijd is leidend. Daarin vormen onder andere ouders, scholen en gemeente een partnerschap, gericht op het zo zelfstandig mogelijk reizen naar school in het belang van het kind.

  • De betrokkenheid van ouders bij een voorziening leerlingenvervoer is van belang. We zetten in op het stimuleren van het eigen initiatief van ouders, zodat zij, indien mogelijk, een bijdrage kunnen leveren aan het vervoer van hun kind en eventueel andere kinderen uit de gemeente.

  • Maatwerkoplossingen om de toegankelijkheid van ‘passend’ onderwijs in uitzonderlijke situaties voor leerlingen te waarborgen, is mogelijk vanuit een voorziening leerlingenvervoer. Ook in deze maatwerkoplossingen zoeken partners: ouders/leerling, scholen en gemeente elkaar op.

ARTIKEL 3 BEGRIPSBEPALINGEN

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanvraag: een volledig ingevuld aanvraagformulier Leerlingenvervoer met alle informatie en bijlagen die noodzakelijk zijn;

  • 2.

    Co-ouderschap: bij co-ouderschap zijn de kinderen afwisselend bij de ene ouder en dan weer bij de andere ouder. Er zijn in dit geval twee hoofdverblijven, ongeacht waar de leerling feitelijk is ingeschreven.

  • 3.

    Naschoolse opvang: opvang bij een officiële gastouder die staat ingeschreven in het LRK (Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen¬) en/of een BSO met een officiële certificering en die ingeschreven staat in het LRK;

  • 4.

    Pleegouders: pleegouders zorgen voor een kind wanneer een kind tijdelijk niet bij zijn ouders op kan groeien. Pleegkinderen blijven de wettelijke kinderen van hun ouders.

  • 5.

    Verordening: de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Emmen 2024;

  • 6.

    Voor de overige begrippen sluiten we aan bij de begripsomschrijvingen van de verordening.

ARTIKEL 4 AANVRAAG VAN DE VERVOERSVOORZIENING

  • 1.

    De ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling dienen een aanvraag voor een vervoersvoorziening in door gebruik te maken van het formulier aanvraag Leerlingenvervoer. Deze is op te vragen via:

  • 2.

    Het behandelingstermijn start op het moment dat de aanvraag volledig is ingediend en voorzien van alle noodzakelijke bijlagen.

  • 3.

    Ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling vragen voor 1 juni een verlenging van de bekostiging Leerlingenvervoer aan voor het daaropvolgende schooljaar.

  • 4.

    De gemeente kan leerlingenvervoer voor meerdere jaren verstrekken. Als er een wijziging van de situatie is hoeven ouders alleen een melding te doen via een wijzigingsformulier. Deze is op te vragen via :

ARTIKEL 5 PERSOONLIJK ONTWIKKELINGSPLAN

  • 1.

    Wanneer de leerling de leeftijd van negen jaar bereikt, stellen burgemeester en wethouders in overleg met de ouders, desgewenst de leerling en in samenhang met het ontwikkelingsperspectief opgesteld door de school, een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan op. Het doel van het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan is dat de leerling (begeleid) wordt voorbereid op zelfstandig reizen.

  • 2.

    Voor het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan wordt een vast format gebruikt dat opgevraagd kan worden via leerlingenvervoer@emmen.nl.

  • 3.

    Zolang de leerling gebruikt maakt van de vervoersvoorziening, wordt ieder schooljaar vanaf dat de leerling 9 jaar is, het vervoersontwikkelingsplan geactualiseerd. Dit vormt een onderdeel van de aanvraag zoals omschreven in artikel 2.

  • 4.

    Wanneer de handicap van een leerling zelfstandig reizen nagenoeg onmogelijk maakt, kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling geven voor het jaarlijks actualiseren van het vervoersontwikkelingsplan.

  • 5.

    Als blijkt dat het niet mogelijk is om het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan te continueren, mag de leerling weer gebruik gaan maken van de oorspronkelijk toegekende vervoersvoorziening. Wanneer mogelijk, wordt het plan in een volgend schooljaar weer op gestart.

ARTIKEL 6 BEVESTIGING GEMAAKTE AFSPRAKEN

Ouders en/of meerderjarige en handelingsbekwame leerling ontvangen van burgemeester en wethouders binnen twee weken na een gesprek waarbij afspraken zijn gemaakt met betrekking op het vervoer of het vervoersontwikkelingsperspectief, een e-mail of brief met daarin de gemaakte afspraken.

ARTIKEL 7 ZIEKTE, INCIDENTELE AFSPRAKEN OF EENMALIGE ROOSTERWIJZIGING

  • 1.

    Ouders van de leerling die gebruik maakt van een vervoersvoorziening, zijn zelf verantwoordelijk voor het vervoer wanneer er sprake is van een van de volgende situaties:

    • a.

      de leerling is ziek geworden tijdens de schooldag en moet vervroegd naar huis, of

    • b.

      de leerling moet later beginnen dan gewoonlijk vanwege lesuitval of een halve studiedag, of

    • c.

      de leerling heeft eerder vrij dan gewoonlijk vanwege lesuitval of een halve studiedag, of

    • d.

      de leerling heeft een (dokters)afspraak en moet daarom later naar school of juist eerder naar huis, of

    • e.

      een andere reden of oorzaak waarom een leerling niet mee kan met de gewone route.

  • 2.

    Ouders melden het kind af bij de vervoerder.

ARTIKEL 8 AFSTAND EN REISTIJD

  • 1.

    Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres maakt het college gebruik van de routeplanner op www.anwb.nl. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de optie ‘kortste route’, waarna het gemiddelde van zowel de heen- als terugreis wordt vastgesteld. Het door deze routeplanner aantal uitgerekende kilometers is voor het college te allen tijde uitgangspunt bij de beoordeling van de aanvraag en voor de bekostiging van leerlingenvervoer. Wegwerkzaamheden worden in de berekening van de afstand niet meegenomen.

  • 2.

    Als de afstand tussen de woning en (speciaal) basisonderwijs of speciaal onderwijs per fiets korter is dan zes kilometer, wordt voor de berekening van de afstand van huis naar school de optie kortste route per fiets aangehouden.

  • 3.

    Als de afstand tussen de woning en voortgezet onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs per fiets korter is dan tien kilometer, wordt voor de berekening van de afstand van huis naar school de optie kortste route per fiets aangehouden.

  • 4.

    De leerlingen mogen maximaal 15 minuten voor aanvang van de eerste les afgezet worden bij school.

  • 5.

    De school is verantwoordelijk voor de opvang van de leerlingen die worden afgezet door de chauffeur.

  • 6.

    Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer wordt de vervoerder geraadpleegd.

  • 7.

    Indien dit efficiënter is voor de vervoerder en indien dit mogelijk is kan gebruik worden gemaakt van opstapplaatsen voor de leerlingen. Bij voorkeur zijn dit bestaande bushaltes op maximaal een half uur lopen van de woning of de school van het kind.

ARTIKEL 9 FIETSAFSTAND

De volgende afstanden mag verwacht worden van een leerling, eventueel onder begeleiding van een ouder/verzorger, dat hij/zij fietsend kan afleggen:

 

  • -

    Leeftijd kind: redelijke fietsafstand:

  • -

    4-8 jaar kind 6 kilometer, ouder met kind achterop 6 kilometer

  • -

    9 jaar kind 7 kilometer

  • -

    10 – 12 jaar kind 8 kilometer

Deze tabel kan ook worden gebruikt voor het persoonlijke vervoersontwikkelingsplan.

ARTIKEL 10 INDIVIDUEEL VERVOER

Het uitgangspunt is dat vervoer plaatsvindt in groepen.

  • 1.

    Wanneer een leerling om een medische en/of psychosociale reden niet met andere leerlingen vervoert kan worden kan het college individueel vervoer toekennen. Dit vervoer wordt alleen toegekend:

    • a.

      als andere alternatieven zijn besproken zoals zelf brengen, begeleiding in de bus, noise cancelling of een ander plekje in de bus; en

    • b.

      er is een medisch advies.

  • 2.

    Jaarlijks wordt getoetst of deze indicatie nog nodig is.

ARTIKEL 11 HOOGBEGAAFDHEID

Uitgangspunt is dat iedere school begeleiding en lesmateriaal aanbiedt, gericht op het stimuleren van uitmuntende prestaties van toptalenten op de basisschool en het stimuleren van een omgeving waarin excellentie wordt gewaardeerd. Hiermee wordt ook tegemoetgekomen aan de wens vanuit het onderwijsveld om (hoog)begaafden meer uitdaging te bieden. Het OCW heeft hiervoor geld beschikbaar gesteld en een school kan daarop aangesproken worden in een OOGO.

 

  • 1.

    Hieruit volgt dat alleen ouders van leerlingen die in het basisonderwijs zijn aangewezen op voltijd hoogbegaafdenonderwijs een aanspraak maken op een bekostiging Leerlingenvervoer.

  • 2.

    Deze aanspraak moet onderbouwd worden:

    • o

      de dichtstbijzijnde basisschool heeft aangegeven dat zij geen passend aanbod voor de leerling kan bieden; en

    • o

      Het Samenwerkingsverband heeft bevestigd dat de dichtstbijzijnde basisschool geen passend aanbod kan bieden; en

    • o

      Het Samenwerkingsverband heeft een advies gegeven voor een andere dichtstbijzijnde toegankelijke school.

ARTIKEL 12 CO-OUDERSCHAP

  • 1.

    Als er sprake is van co-ouderschap moeten beide ouders een aanvraag indienen bij de gemeente waar hij of zij woont.

  • 2.

    Wanneer beide ouders in de gemeente Emmen wonen en één aanvraag wordt gehonoreerd op basis van de dichtstbijzijnde toegankelijke school, kan de andere aanvraag ook worden gehonoreerd, tenzij de afstand tussen het tweede adres en de school minder is dan 6 kilometer.

  • 3.

    Gemeente Emmen is niet verantwoordelijk voor de honorering of afwijzing van andere gemeenten. Het kan voorkomen dat er bij een andere gemeente geen bekostiging voor Leerlingenvervoer wordt afgegeven en dat vanuit de gemeente Emmen anders wordt bepaald, of visa versa.

ARTIKEL 13 PLEEGOUDERS

Pleegouders zijn vrijgesteld van een eigen bijdrage.

ARTIKEL 14 TIJDELIJK VERBLIJF

  • 1.

    De hoofdregel is dat daar waar de leerling feitelijk verblijft (structureel element, de inschrijving in de gemeente is niet relevant) door de ouders een aanvraag ingediend moet worden. De betreffende gemeente toetst deze aanvraag aan de verordening. Hierop wordt een uitzondering gemaakt indien:

     

    • het kind van het Leerlingenvervoer gebruik maakt in gemeente A; en

    • het van tevoren vaststaat dat het een korte periode (max. 6 weken) in een andere gemeente (B) zal verblijven; en

    • het kind de oude school blijft bezoeken; en

    • na de korte periode terug zal keren naar de oorspronkelijke gemeente (A).

  • In dit geval blijft gemeente A het vervoer bekostigen/verzorgen.

  • 2.

    De genoemde uitzondering geldt uiteraard niet wanneer het een leerling betreft die vanwege een vakantie van de ouders tijdelijk elders verblijft.

ARTIKEL 15 CRISISSITUATIE

  • 1.

    Als de leerling vanwege een crisissituatie zich tijdelijk in een andere woning of in opvang bevindt (bijvoorbeeld bij pleegzorg of in een voorziening van de Willem Schrikkergroep) en het is onduidelijk waar het kind daarna terecht komt, kan er, om het kind te ontzien, voor maximaal zes weken vervoer worden beschikt van het tijdelijke verblijf naar de oude school.

  • 2.

    Deze beschikking kan eenmalig worden verlengd met nog eens zes weken.

ARTIKEL 16 NASCHOOLSE OPVANG

De leerling kan naar een naschoolse opvang worden gebracht, als de naschoolse opvang op de route van school naar huis is.

ARTIKEL 17 PROEFDRAAIEN

Als een leerling met een vervoersvoorziening proefdraait op een andere school, kan hij, tijdens deze proefperiode, gebruik blijven maken van de vervoersvoorziening.

ARTIKEL 18 SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: beleidsregel Leerlingenvervoer Emmen 2024.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 14 november 2023.

Burgemeester en wethouders van Emmen,

de gemeentesecretaris,

M. Plantinga-Leenders

de burgemeester,

H.F. van Oosterhout