Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Algemene subsidieverordening Hilvarenbeek 1998

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening Hilvarenbeek 1998
CiteertitelAlgemene subsidieverordening Hilvarenbeek 1998
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Wet Bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-06-200918-05-2015wijziging bestaande regeling

23-04-2009

Hilverbode, 2009, 25

B&W 03-10-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene subsidieverordening Hilvarenbeek 1998

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb, te weten “de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”.

  • c.

    subsidieplafond: het door de gemeenteraad vastgestelde bedrag dat gedurende het begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaalde post van de gemeentebegroting;

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit hoofdstuk is van toepassing op alle vormen van gemeentelijke subsidiëring.

Artikel 3 Bevoegdheden

  • 1

    De gemeenteraad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de bedragen vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

  • 2

    Subsidieverstrekking geschiedt door burgemeester en wethouders, zulks met inachtneming van het bepaalde in het algemene deel van deze verordening en de van toepassing zijnde specifieke hoofdstukken.

  • 3

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in individuele gevallen ontheffing te verlenen van één of meer bepalingen in deze verordening en krachtens deze verordening gegeven voorschriften. 

Artikel 4 De aanvraag

De aanvraag voor subsidieverstrekking wordt ingediend bij burgemeester en wethouders. 

Artikel 5 Opleggen verplichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen, naast de in artikel 4:37 Awb genoemde verplichtingen, aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen die:

  • a.

    strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie; of

  • b.

    betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteiten worden verricht.

Artikel 6 Weigeringsgronden

De subsidieverlening kan naast de in art. 4:25 en art. 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de gelden niet doelmatig en doeltreffend zullen worden besteed;

  • d.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • e.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • f.

    subsidieverstrekking niet past binnen het op het betreffende beleidsterrein gevoerde beleid dan wel de betreffende activiteit in dat kader onvoldoende prioriteit hebben.

Artikel 7 Subsidieverlening

  • 1

    De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de wijze waarop het bedrag van de subsidie wordt bepaald.

  • 2

    De beschikking tot subsidieverlening kan tevens het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, vermelden. 

Artikel 8 Subsidievaststelling

  • 1

    Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stellen burgemeester en wethouders de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 2

    De subsidie kan naast de gevallen, vermeld in art. 4:46, tweede en derde lid, van de Awb lager worden vastgesteld, indien:

    • a.

      is gebleken, dat de subsidie aan andere activiteiten is besteed dan waarvoor zij is aangevraagd, dan wel toegekend;

    • b.

      de subsidieontvanger niet of niet voldoende overeenkomstig zijn doelstellingen werkzaam is en hierin ondanks daartoe ontvangen waarschuwingen geen verandering brengt;

    • c.

      de subsidieontvanger kennelijk een financieel wanbeleid voert.

Artikel 9 Voorschotten

Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten verstrekken op een nog vast te stellen subsidie nadat een besluit tot subsidieverlening is genomen. 

Artikel 10 Betaling

Het subsidiebedrag wordt binnen zes weken na de subsidievaststelling, onder verrekening van verstrekte voorschotten, betaald. 

Artikel 11 Overeenkomst

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening met de subsidieontvanger een overeenkomst te sluiten, waarin kan worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend. 

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders. 

Artikel 13 Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders leidt tot een niet gerechtvaardigde hardheid, zijn zij bevoegd om met afwijking van het bepaalde in de overige artikelen tot vaststelling van een subsidie over te gaan. 

Hoofdstuk 2 Welzijnssubsidies

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    subsidieprogramma: een vierjaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen beleidsprogramma, waarin het subsidiebeleid ten aanzien van de beleidsterreinen welzijn, sociale en maatschappelijke zorg, cultuur en sport is opgenomen;

  • b.

    jaarprogramma: een jaarlijks door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst van instellingen die overeenkomstig hun doelstelling actief bijdragen aan het welzijn van de plaatselijke samenleving en voor subsidie op grond van deze verordening in aanmerking komen, onder vermelding van de aan deze instellingen te verlenen subsidies;

  • c.

    budgetsubsidie: een subsidie aan een rechtspersoon als bedoeld in afdeling 4.2.8 Awb waarbij meetbare activiteiten en/of prestaties worden gekoppeld aan de te verstrekken subsidie;

  • d.

    projectsubsidie: een eenmalige subsidie aan een instelling voor het uitvoeren van een vooraf goedgekeurde bijzondere activiteit;

  • e.

    waarderingssubsidie: een van de exploitatieresultaten onafhankelijke subsidie die een waardering uitdrukt voor de aanvrager én zijn activiteiten.

Artikel 2 Reikwijdte hoofdstuk

Dit hoofdstuk is van toepassing op de subsidiëring door de gemeente van de beleidsterreinen welzijn, sociale en maatschappelijke zorg, cultuur en sport. 

Artikel 3 Subsidieprogramma en subsidieplafond

  • 1

    De gemeenteraad wijst in het subsidieprogramma de beleidsterreinen aan die prioriteit genieten voor een periode van vier jaar.

  • 2

    In het subsidieprogramma kunnen de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt nader worden bepaald. Tevens kunnen hierin andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.

  • 3

    De raad stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor de subsidiëring van activiteiten en projecten, alsmede de regels voor de verdeling van de beschikbare gelden.

  • 4

    Burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond en de wijze van verdeling zo spoedig mogelijk bekend.

Artikel 4 Jaarprogramma

  • 1

      Met inachtneming van het subsidieprogramma, het subsidieplafond en de regels voor de verdeling van de beschikbare gelden, stellen burgemeester en wethouders jaarlijks het jaarprogramma vast.

  • 2

    Indien met instellingen meerjarenafspraken worden gemaakt, maken deze deel uit van de opeenvolgende jaarprogramma’s.

Artikel 5 Subsidieverlening

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen op grond van dit hoofdstuk subsidies verlenen indien en voor zover:

    • a.

      de activiteiten en/of organisaties een bijdrage leveren aan de realisering van het welzijnsbeleid van de gemeente Hilvarenbeek;

    • b.

      de activiteiten gericht zijn op de gemeente en/of aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

    • c.

      de aanvrager redelijkerwijs niet over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • d.

      de activiteiten en/of organisaties zijn opgenomen in het door de raad vastgestelde subsidieprogramma; en

    • e.

      de nodige gelden op de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentebegroting beschikbaar zijn gesteld.

  • 2

    Het bepaalde in het eerste lid onder c. geldt niet voor het verlenen van waarderingssubsidies.

  • 3

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder d. kunnen burgemeester en wethouders ook subsidie verstrekken als op grond van het bepaalde in het eerste lid onder a. tot en met c. geoordeeld wordt dat subsidieverstrekking wenselijk is én de subsidie betrekking heeft op:

    • a.

      een aanvraag van een organisatie die niet betrokken is bij de vaststelling van het subsidieprogramma;

    • b.

      een aanvraag voor een nieuwe activiteit van een organisatie die reeds in het subsidieprogramma is opgenomen.Het bepaalde in het eerste lid onder e. blijft hier onverkort van kracht.

Artikel 6 Subsidievormen

Burgemeester en wethouders kunnen ingevolge dit hoofdstuk subsidies verlenen in de vorm van:

  • a.

    budgetsubsidies;

  • b.

    projectsubsidies; en

  • c.

    waarderingssubsidies.

Artikel 7 Subsidieplafond

De raad kan het subsidieplafond, als bedoeld in artikel 3, derde lid, gespecificeerd vaststellen per subsidievorm en per daarin te onderscheiden categorieën van vergelijkbare organisaties. 

Artikel 8  Verdeling bij dreigende overschrijding plafond

  • 1

    ndien een subsidieplafond dreigt te worden overschreden, geven burgemeester en wethouders, onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 3, bij de verdeling van de beschikbare bedragen voorrang aan die aanvragen, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:

    • a.

      van meer belang is voor het beleid waarvoor het gemeentebestuur verantwoordelijkheid draagt; en

    • b.

      meer zal bijdragen aan verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2

    Indien het in redelijkheid niet mogelijk is op basis van het eerste lid aan één of meer aanvragen voorrang te verlenen ten opzichte van andere aanvragen, kunnen burgemeester en wethouders de aanvragen die binnen een bepaald subsidieplafond in aanmerking komen voor een subsidie, naar evenredigheid korten.

Artikel 9 Budgetsubsidie

  • 1

    Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de krachtens dit hoofdstuk verstrekte budgetsubsidies.

  • 2

    De aanvraag voor verlening van een budgetsubsidie dient uiterlijk 1 april voor de aanvang van het jaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd te worden ingediend.

  • 3

    Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag voor subsidieverlening vóór aanvang van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 4

    In het subsidieprogramma wordt geregeld welke bescheiden de aanvraag voor een budgetsubsidie dient te bevatten.

  • 5

    In het subsidieprogramma worden regels opgenomen met betrekking tot de hoogte van een algemene egalisatiereserve voortvloeiend uit positieve exploitatieresultaten die mede tot stand zijn gekomen door de verstrekte subsidies. Ook kunnen in het programma regels worden opgenomen over de hoogte van bestemmingsreserves en voorzieningen.

  • 6

    In het subsidieprogramma kan de verplichting worden uitgewerkt dat de subsidieontvanger zelf in een eigen bijdrage of aanvullende inkomsten voorziet.

  • 7

    In de te verstrekken subsidiebudgetten kan een vast en flexibel deel worden opgenomen. Het flexibel deel daarbij is een vast percentage van het budget waarvoor vernieuwende of beleidsintensiverende activiteiten ondernomen worden. De invulling en besteding van dit flexibel deel van de subsidie geschiedt in overleg tussen burgemeester en wethouders en de subsidieontvanger.

  • 8

    Indien burgemeester en wethouders subsidie verstrekken voor activiteiten die mede door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kunnen zij afwijken van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidie verbonden verplichtingen, voor zover:a.dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde verplichtingen; en b.daardoor het belang met het oog waarop die verplichtingen zijn opgelegd, niet onevenredig wordt geschaad.

  • 9

    De aanvraag tot vaststelling van een budgetsubsidie dient uiterlijk 1 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend, te worden ingediend.

  • 10

    Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie tegelijkertijd met het besluit over de vaststelling van het jaarprogramma.

Artikel 10 Projectsubsidies

  • 1

    In het subsidieprogramma worden regels opgenomen met betrekking tot de aard en/of inhoud van de activiteiten die voor een projectsubsidie in aanmerking kunnen komen.

  • 2

    De aanvraag voor verlening van een projectsubsidie dient uiterlijk 3 maanden vóór de aanvang van het project te worden ingediend.

  • 3

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken op de aanvraag voor subsidieverlening.

  • 4

    In het subsidieprogramma wordt geregeld welke bescheiden de aanvraag voor een projectsubsidie dient te bevatten.

  • 5

    In het subsidieprogramma kan de verplichting worden uitgewerkt dat de subsidieontvanger zelf in een eigen bijdrage of aanvullende inkomsten voorziet.

  • 6

    De aanvraag tot vaststelling van een projectsubsidie dient binnen 3 maanden na afloop van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, te worden ingediend.

  • 7

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 3 maanden op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 11 Waarderingssubsidie

  • 1

    De aanvraag voor een waarderingssubsidie dient uiterlijk 1 april voor de aanvang van het jaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd te worden ingediend.

  • 2

    In het subsidieprogramma wordt geregeld welke bescheiden de aanvraag voor een waarderingssubsidie dient te bevatten.

  • 3

    Een waarderingssubsidie bedraagt in beginsel niet meer dan EUR 680,70. Burgemeester en wethouders kunnen hier gemotiveerd van afwijken.

  • 4

    Organisaties die in aanmerking komen voor een waarderingssubsidie, worden vermeld in het jaarprogramma. Ook de hoogte van de subsidie wordt hierin vermeld.

  • 5

    Voorafgaand aan de vaststelling van een waarderingssubsidie wordt geen beschikking omtrent subsidieverlening gegeven.

  • 6

    De beschikking tot vaststelling van een waarderingssubsidie wordt vóór aanvang van het subsidiejaar gegeven.

Hoofdstuk 3 Onderhoudssubsidies gemeentelijke monumenten

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    monumenten: alle zaken en terreinen die ingevolge de Monumentenverordening 1997 van de gemeente Hilvarenbeek aangewezen zijn als beschermde gemeentelijke monumenten;

  • b.

    eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde van een monument staat ingeschreven;

  • c.

    onderhoudswerkzaamheden: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangemerkte subsidiabele onderhoudswerkzaamheden, met uitzondering van reguliere onderhouds-werkzaamheden, die, met het oog op het behoud van het monumentale karakter, dienen om een beschermd gemeentelijk monument in een goede staat te houden of in de oorspronkelijke staat terug te brengen;

  • d.

    monumentencommissie: de commissie, zoals omschreven in artikel 1, sub g van de Monumentenverordening 1997 van de gemeente Hilvarenbeek.

Artikel 2 Reikwijdte hoofdstuk

Dit hoofdstuk is van toepassing op de subsidiëring door de gemeente van het beleidsterrein monumentenzorg.

Artikel 3 Bevoegd orgaan

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken in de kosten van onderhoudswerkzaamheden voor beschermde gemeentelijke monumenten.

Artikel 4 Aanvraag subsidie

  • 1

    De aanvraag voor het verstrekken van een subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt door de eigenaar op de daarvoor bestemde, bij de gemeentesecretarie verkrijgbare, formulieren ingediend, onder overlegging van:▪          een werkomschrijving met (zo nodig) tekeningen van de oude en nieuwe situatie;▪          een gespecificeerde begroting van de kosten.

  • 2

    De aanvraag moet worden ingediend voordat met de betreffende werkzaamheden wordt begonnen.

  • 3

    Burgemeester en wethouders beoordelen de aanvraag, gehoord de monumentencommissie, en besluiten met betrekking tot de verlening van de subsidie binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 4

    Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen. Het besluit tot verdaging wordt zo spoedig mogelijk aan de aanvrager medegedeeld. 

Artikel 5 Hoogte subsidie

  • 1

    De subsidie als bedoeld in artikel 3 bedraagt 50% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde totale subsidiabele kosten, met dien verstande dat de subsidie maximaal EUR 2722,70 bedraagt gerekend over twee volle jaren.

  • 2

    In bijzondere gevallen zijn burgemeester en wethouders bevoegd van het in het vorige lid genoemde maximum af te wijken, indien de grootte van het gebouw of het uitzonderlijk belang daartoe aanleiding geeft.

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1

    Het jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling door de gemeenteraad vastgestelde budget voor subsidies als bedoeld in artikel 3, geldt als subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 2

    Voor het verstrekken van hogere subsidies als bedoeld in artikel 5, tweede lid, zijn burgemeester en wethouders bevoegd om te beschikken over de Reserve uitvoering verordening onderhoud monumenten. Alsdan geldt de helft van de in dat begrotingsjaar beschikbare Reserve als subsidieplafond voor het verstrekken van die hogere subsidies. 

Artikel 7 Voorwaarden subsidie

De subsidie wordt slechts verleend indien en voor zover de onderhoudskosten naar het oordeel van burgemeester en wethouders verbonden zijn aan de in artikel 1 genoemde onderhoudswerkzaamheden en verder onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    voor de uit te voeren onderhoudswerkzaamheden moet, voor zover van toepassing, vergunning volgens de Monumentenverordening 1997 van de gemeente Hilvarenbeek en/of vergunning volgens de Woningwet 1991 juncto de Bouwverordening van de gemeente Hilvarenbeek zijn verleend;

  • b.

    binnen drie maanden na toekenning van de subsidieverlening moet met de betreffende werkzaamheden zijn begonnen;

  • c.

    binnen twee jaren na toekenning van de subsidieverlening moeten de werkzaamheden voltooid zijn;

  • d.

    de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door, ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden, bekwame personen c.q. bedrijven;

  • e.

    de werkzaamheden moeten sober en doelmatig worden uitgevoerd;

  • f.

    na voltooiing van de werkzaamheden moet (het betreffende gedeelte van) het monument voldoen aan redelijke eisen van onderhoud;

  • g.

    de eigenaar is verplicht de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren in of bij zijn monument voor controlewerkzaamheden toe te laten;

  • h.

    burgemeester en wethouders kunnen aan de verlening van de subsidie nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 8 Weigeringsgronden

De subsidie op grond van deze regeling wordt in elk geval niet verstrekt:

  • a.

    indien de onderhoudswerkzaamheden niet het doel dienen zoals omschreven in artikel 1, sub c.;

  • b.

    voor zover de kosten voor onderhoudswerkzaamheden op grond van een verzekering worden gedekt, op derden verhaald kunnen worden, dan wel een bijdrage uit andere hoofde kan worden verkregen betreffende de werkzaamheden waar tevens subsidie voor wordt aangevraagd;

  • c.

    indien de subsidiabele kosten van de te verrichten onderhoudswerkzaamheden minder bedragen dan EUR 226,90.

  • d.

    indien de geplande onderhoudswerkzaamheden niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • e.

    indien met de werkzaamheden wordt begonnen voordat op de aanvraag om subsidie is beslist.

Artikel 9 Subsidievaststelling

Binnen 12 weken nadat de onderhoudswerkzaamheden zijn beëindigd moet de eigenaar bij burgemeester en wethouders een verzoek tot vaststelling van de subsidie indienen, voorzien van de nodige betalingsbewijzen. Burgemeester en wethouders stellen daarna de subsidie vast op basis van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten. 

Hoofdstuk 4 Vrijwilligersfonds

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Vrijwilligersorganisatie: organisatie zonder winstoogmerk waar vrijwilligers actief zijn. Dit kunnen organisaties zijn die alleen met vrijwilligers werken of organisaties die beroepskrachten in dienst hebben en waar vrijwilligers actief zijn. De organisatie is een rechtspersoon.

  • b.

    Particuliere initiatiefnemer: een natuurlijk persoon uit de gemeente Hilvarenbeek die vrijwilligerswerk doet, dat niet onder een vrijwilligersorganisatie valt. Deze natuurlijke persoon vraagt de projectsubsidieop persoonlijke titel aan.

  • c.

    Vrijwilligerswerk: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van andere mensen of de samenleving zonder dat degene die het werk verricht daar voor zijn of haar levensonderhoud van afhankelijk is.

  • d.

    Projectsubsidie: een éénmalige subsidie voor een activiteit of voorziening van een vrijwilligers-organisatie of een particuliere initiatiefnemer die het college van burgemeester en wethouders verstrekt vóórdat de activiteit wordt uitgevoerd of de voorziening wordt gerealiseerd. Het college van burgemeester en wethouders kan dit éénmalige subsidiebedrag verstrekken voor complexere projecten (activiteit of voorziening) met een looptijd van meer dan één jaar.

Artikel 2 Reikwijdte hoofdstuk

  • 1

    Dit hoofdstuk is van toepassing op de subsidiëring door het college van burgemeester en wethouders ten laste van het vrijwilligersfonds.

  • 2

    De algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 van deze verordening zijn van toepassing op alle vormen van gemeentelijke subsidiëring, waaronder de subsidiëring ten laste van het vrijwilligersfonds. 

Artikel 3 Bevoegd bestuursorgaan

Het college van burgemeester en wethouders kan subsidies verstrekken ten laste van het vrijwilligersfonds.De commissie Welzijn wordt na toekenning van subsidies geïnformeerd. 

Artikel 4 Doel

  • 1

    De gemeente Hilvarenbeek heeft een vrijwilligersfonds.

  • 2

    Het doel van het vrijwilligersfonds is om activiteiten en voorzieningen van vrijwilligersorganisaties en van particuliere initiatiefnemers eenmalig financieel te ondersteunen. Deze activiteiten en voorzieningen:

    • a.

      bevorderen de leefbaarheid en de sociale samenhang in de gemeente Hilvarenbeek en/of

    • b.

      zijn in het algemeen belang voor de inwoners van de gemeente Hilvarenbeek en/of

    • c.

      ondersteunen het vrijwilligerswerk in de gemeente Hilvarenbeek.

  • 3

    Er worden alleen bijdragen uit het vrijwilligersfonds onttrokken en in de vorm van subsidie verstrekt voor zover de gesubsidieerde activiteiten en voorzieningen gericht zijn op het doel zoals in lid 2 is omschreven.

Artikel 5 Voeding

  • 1

    Jaarlijks wordt vanuit de algemene middelen een bedrag van € 35.000,- gestort in het vrijwilligersfonds.

  • 2

    Er wordt geen rente toegerekend aan het vrijwilligersfonds.

  • 3

    Het vrijwilligersfonds wordt jaarlijks geïndexeerd met het prijsindexcijfer dat bij de begroting van de gemeente wordt gehanteerd.

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1

    De storting in het vrijwilligersfonds inclusief de stand van het vrijwilligersfonds per 1 januari vormen samen het vrijwilligersfonds.

  • 2

    Het college besluit periodiek – in beginsel eenmaal per zes maanden – tot toekenning van een of meer subsidies uit het vrijwilligersfonds.

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond en de wijze van verdeling, zoals in lid 2 is genoemd, bekend in een huis-aan-huisblad.

  • 4

    Indien een subsidieplafond dreigt te worden overschreden, geeft het college van burgemeester en wethouders bij de verdeling van het beschikbare bedrag voorrang aan die aanvragen, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting meer zal bijdragen aan de verwezenlijking van het doel zoals is genoemd in artikel 4 lid 2 van dit hoofdstuk, mits de aanvragen voldoen aan artikel 7 lid 2 en artikel 8 van dit hoofdstuk.

  • 5

    Indien het in redelijkheid niet mogelijk is op basis van het eerste lid aan één of meer aanvragen voorrang te verlenen ten opzichte van andere aanvragen, kunnen burgemeester en wethouders de aanvragen die binnen het subsidieplafond in aanmerking komen voor subsidie, naar evenredigheid korten.

Artikel 7 Criteria projectsubsidie vrijwilligersfonds

  • 1

    Uit het vrijwilligersfonds kunnen slechts middelen worden onttrokken zolang het vrijwiligersfonds financieel toereikend is en met inachtname van de criteria in dit artikel.

  • 2

    Het college van burgemeester en wethouders kan een projectsubsidie ten laste van het vrijwilligersfonds verstrekken indien:

    • a.

      de aanvraag volledig is overeenkomstig artikel 8 van dit hoofdstuk en;

    • b.

      de aanvrager een vrijwilligersorganisatie of een particuliere initiatiefnemer is en;

    • c.

      de activiteiten die georganiseerd worden of de voorzieningen die gerealiseerd worden: - bevorderen de leefbaarheid en de sociale samenhang in de gemeente Hilvarenbeek en/of- zijn in het algemeen belang voor de inwoners van de gemeente Hilvarenbeek en/of- ondersteunen het vrijwilligerswerk in de gemeente Hilvarenbeek en;

    • d.

      de aanvrager zich aantoonbaar inspant om met zelfwerkzaamheid de activiteiten te organiseren of de voorziening te realiseren en;

    • e.

      de aanvrager aantoont dat subsidiëring van de activiteiten of de voorzieningen gewenst is en;

    • f.

      er een redelijke eigen bijdrage van deelnemers wordt gevraagd als er sprake is van deelnemers en;

    • g.

      de begrote kosten in redelijke verhouding staan tot de te verwachten maatschappelijke effecten van de gesubsidieerde activiteiten of de voorzieningen en;

    • h.

      de aanvrager in staat is om ná de besteding van de subsidie financieel zelfstandig te functioneren als het om een startsubsidie gaat en;

    • i.

      de activiteiten en voorzieningen niet gericht zijn op partij-politieke vorming en godsdienstige vorming.

  • 3

    De gemeente is niet (financieel) verantwoordelijk voor het onderhoud van een voorziening die met subsidie uit het vrijwilligersfonds is bekostigd, tenzij dit een gemeentelijke accommodatie is. 

Artikel 8 De aanvraag

  • 1

    De aanvraag voor een projectsubsidie uit het vrijwilligersfonds wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders uiterlijk acht weken voor de aanvang van de activiteiten of de realisering van de voorziening.

  • 2

    De aanvraag, zoals in lid 1 is genoemd, bestaat uit de volgende gegevens:

    • a.

      een omschrijving van de eenmalige activiteit(en) die de aanvrager wil organiseren of de voorziening(en) die de aanvrager wil realiseren en waarvoor hij subsidie aanvraagt.De aanvrager geeft in deze omschrijving gemotiveerd aan waarom deze activiteit(en) of voorziening(en): - de leefbaarheid en de sociale samenhang in de gemeente Hilvarenbeek bevorderen en/of- in het algemeen belang is (zijn) voor de inwoners van de gemeente Hilvarenbeek en/of- het vrijwilligerswerk in de gemeente Hilvarenbeek ondersteunt (ondersteunen).

    • b.

      een begroting van de kosten en de opbrengsten.

    • c.

      een toelichting waaruit blijkt dat subsidiëring van de activiteiten of de voorzieningen gewenst is en dat de aanvrager de maximale inspanning levert om de activiteit(en) of de voorziening zelf te financieren bijvoorbeeld door zelfwerkzaamheid en een eigen bijdrage van deelnemers als deze er zijn.

    • d.

      Het college van burgemeester en wethouders kan in aanvulling op de gegevens uit lid 2, andere gegevens opvragen die nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

     

Artikel 9 Subsidieverlening en -vaststelling

  • 1

    Het college van burgemeester en wethouders beslist bij elke verstrekte projectsubsidie of dat deze gelijk wordt vastgesteld of dat deze wordt verleend en daarna op basis van een aanvraag tot vaststelling wordt vastgesteld.  

  • 2

    Een aanvraag tot vaststelling van een projectsubsidie wordt binnen drie maanden na afloop van de activiteit(en) of de realisering van de voorziening(en) ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Deze aanvraag bestaat uit een financiële verantwoording van de opbrengsten en de kosten van de gesubsidieerde activiteit(en) of de voorziening(en) en een verslag waaruit blijkt dat de gesubsidieerde activiteit(en) is (zijn) georganiseerd of de voorziening(en) is (zijn) gerealiseerd. 

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen drie maanden op de aanvraag tot vaststelling van de projectsubsidie.  

Artikel 10 Looptijd en evaluatie

  • 1

    Dit hoofdstuk is van kracht uiterlijk tot en met 31 december 2010.

  • 2

    Uiterlijk in 2010 vindt een evaluatie plaats van de werking van dit hoofdstuk. Naar aanleiding daarvan zal de gemeenteraad besluiten omtrent voortzetting en/of aanpassing hiervan. 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit hoofdstuk treedt in werking de dag na publicatie (14 november 2008).

Hoofdstuk XX Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 1  

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 2 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1999 

  • 2

    Op dat tijdstip vervallen de:

    • a.

      Algemene subsidieverordening 1995 van de gemeente Hilvarenbeek;

    • b.

      Subsidieverordening plaatselijke omstandigheden van de gemeente Diessen;

    • c.

      Algemene subsidieverordening voor regionale instellingen van de gemeente Diessen;

    • d.

      Sport-subsidie verordening van de gemeente Diessen;

    • e.

      Subsidieverordening onderhoud beschermde gemeentelijke monumenten Hilvarenbeek;

    • f.

      Subsidieverordening onderhoud beschermde gemeentelijke monumenten Diessen.

Artikel 3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Algemene subsidieverordening Hilvarenbeek 1998.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van 17 december 1998, de secretaris,                                   de burgemeester,  N.L.M. van den Heuvel                  B.J. Straatsma

1 TOELICHTING BIJ HOOFDSTUK 3:

Deze subsidieregeling heeft alleen betrekking op het onderhoud van beschermde gemeentelijke monumenten.In artikel 1 wordt omschreven wat onder onderhoud wordt verstaan: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangemerkte subsidiabele onderhouds-werkzaamheden, met uitzondering van reguliere onderhoudswerkzaamheden, die, met het oog op het behoud van het monumentale karakter, dienen om een beschermd gemeentelijk monument in een goede staat te houden of in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Dat kan zijn het herstellen, vernieuwen of in de oorspronkelijke staat terugbrengen.Hierbij gaat het om de volgende zaken: 1.    alle elementen aan de buitenzijde van het monument       Gedacht kan worden aan onder andere daken, dakkapellen, windveren, schoorstenen, goten, regenafvoeren, kozijnen, deuren, ramen, luiken, muren en gevels.       Bij herstel kan het bijvoorbeeld gaan om een bijzondere schilderbeurt, maar kunnen het ook ingrijpender zaken zijn als het schoonmaken en opnieuw voegen van de voorgevel.       Voor wat betreft het schilderwerk wordt benadrukt dat alleen een bijzondere schilderbeurt met het oog op het monumentale karakter van de betreffende zaak, voor subsidie in aanmerking komt. Het bijzondere van een dergelijke schilderbeurt kan zich bijvoorbeeld uiten door het gebruiken van speciale verf of het verrichten van diverse extra werkzaamheden, omdat het een gemeentelijk monument betreft. Het gaat hier derhalve om de extra kosten ten opzichte van regulier schilderwerk.        Indien elementen vernieuwd worden, moet dat in de stijl van het monument gebeuren en met materialen die bij deze stijl horen. Dus géén kunststof maar houten kozijnen, géén betonnen pannen maar gebakken aardewerk pannen, ramen met roedenverdeling en luiken, muren met muurankers etc. Het gaat er immers om dat die elementen, die het karakteristieke van het gemeentelijke monument bepalen, gehandhaafd worden of zelfs verbeterd worden.        Als het gaat om het in de oude staat terugbrengen, moet dat de aantoonbare oorspronkelijke toestand zijn: het terugbrengen van de roedenverdeling en luiken van de ramen, het aanbrengen of weghalen van de al dan niet oorspronkelijke bepleistering, het pannendak vervangen door de oorspronkelijke leibedekking, het terugbrengen van de oorspronkelijke kleurenschakering etc.. 2.    authentieke dragende constructies       Hierbij wordt met name gedacht aan de gebint- en vloerconstructies en toebehoren. 3.    waardevolle interieuronderdelen        Onderhoudswerkzaamheden aan waardevolle interieuronderdelen kunnen op verzoek van de eigenaar voor subsidie in aanmerking komen. Indien burgemeester en wethouders besluiten hiervoor subsidie te verlenen, worden deze onderdelen opgenomen in de redengevende beschrijving, voor zover dat nog niet het geval is. 4.    waardevolle losstaande elementen       Onderhoudswerkzaamheden aan bij het monument behorende, waardevolle losstaande elementen als erven, muren, hekwerken, pompen, waterputten, bomen en ander groen, veldkruizen, kapelletjes, stoepen enz., kunnen op verzoek van de eigenaar voor subsidie in aanmerking komen. Indien burgemeester en wethouders besluiten hiervoor subsidie te verlenen, worden deze elementen opgenomen in de redengevende beschrijving, voor zover dat nog niet het geval is.  Zoals al eerder vermeld komt regulier onderhoud niet voor subsidie in aanmerking. In dit verband kan gedacht worden aan het repareren en vervangen van hang‑ en sluitwerk, bellen, buitenkranen en ruiten, alsmede aan het reguliere buitenschilderwerk. Voor wat betreft het binnenwerk moet gedacht worden aan schilderwerk en behangen, sauzen en witten van muren en plafonds.Verder komen ook niet voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking het schoon‑ en leegmaken van putten, goten, riolen, rookkanalen, alsmede het ontstoppen van afvoerleidingen. Op grond van artikel 3 kunnen burgemeester en wethouders, de subsidieverlenende instantie, een subsidie verlenen. Alvorens hierover te beslissen, vragen zij advies aan de gemeentelijke monumentencommissie. In de artikelen 4, 7, 8 en 9 wordt de procedure voor het verkrijgen van subsidie uiteengezet, en de voorwaarden waaraan voldaan moet worden.Het is mogelijk om een subsidieverzoek in te dienen voor meerdere werkzaamheden, die uitgevoerd worden op verschillende tijdstippen, mits de termijnen in de regeling worden gevolgd.Daarnaast is het mogelijk dat de eigenaar zelf de werkzaamheden uitvoert, mits dit op deskundige wijze geschiedt. In dat geval komen uitsluitend de materiaalkosten voor subsidie in aanmerking. Uit artikel 5 volgt dat de subsidie 50% van de totale door burgemeester en wethouders aangemerkte subsidiabele kosten bedraagt. Deze subsidie bedraagt echter maximaal EUR 2722,70 per twee volle jaren per gemeentelijk monument. De bijdrage wordt alleen verstrekt indien de subsidiabele onderhoudskosten tenminste EUR 226,90 bedragen.  Een subsidie die gevraagd wordt op grond van deze verordening kan slechts verstrekt worden indien daar de benodigde gelden voor aanwezig zijn. Dit volgt uit artikel 6. Als hoofdregel geldt dat de verzoeken om subsidie in volgorde van binnenkomst worden afgehandeld, totdat het betreffende subsidieplafond is bereikt. Burgemeester en wethouders kunnen echter, met redenen omkleed, voorrang verlenen indien de situatie daartoe noodzaakt. De verzoeken, die niet (geheel) kunnen worden gehonoreerd omdat het betreffende subsidieplafond voor een bepaald jaar bereikt is, komen het daaropvolgende jaar als eerste in aanmerking voor subsidie, mits het subsidieplafond dan wel toereikend is.   Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van 17 december 1998,de secretaris,                                   de burgemeester,  N.L.M. van den Heuvel                  B.J. Straatsma