Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Voorstel tot het vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS) Zeeuwsch-Vlaanderen 2003 en het benoemen van een tweede lid voor het Algemeen Bestuur.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVoorstel tot het vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS) Zeeuwsch-Vlaanderen 2003 en het benoemen van een tweede lid voor het Algemeen Bestuur.
CiteertitelGemeenschappelijke regeling regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpEconomie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeenschappelijke regelingen
  2. Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200607-03-2012artt. 17 t/m 18 wordt artt. 18 t/m 19; nieuwe art. 17 ingevoegd

08-12-2005

Zie art. 19: gemeente Terneuzen

Rb2005/
Nieuwe regeling

13-11-2003

Zie art. 19, gemeente Terneuzen

Rb2003/127

Tekst van de regeling

Intitulé

Voorstel tot het vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS) Zeeuwsch-Vlaanderen 2003 en het benoemen van een tweede lid voor het Algemeen Bestuur.

De raad van de gemeente Hulst;

 

Gelezen de brief van 11 juni 2003 van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Besluit Woninggebonden Subsidies regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS);

 

Gelezen het voorstel tot het vaststellen van de Gemeenschappelijke Regeling Besluit Woninggebonden Subsidies regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS) ZeeuwschVlaanderen 2003;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Gemeenschappelijke regeling regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS) Zeeuwsch-Vlaanderen 2003 overeenkomstig de bij dit besluit behorende tekst.

 

Aan te wijzen dhr. J. van Eck als lid en dhr. W. Broekhoven als plvv. lid van het algemeen bestuur van deze Gemeenschappelijke regeling.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hulst 13 november 2003.

 

De gemeenteraad van de gemeente Hulst,

 

De Raadsgriffier, De Raadsvoorzitter,

 

 

Artikel 1 (instelling rechtspersoon)

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam, genaamd REGIONALE BUDGETBEHEERDER WONINGGEBONDEN SUBSIDIES (BWS) ZEEUWSCH-VLAANDEREN.

  • 2.

    Het openbaar lichaam is gevestigd in de gemeente Temeuzen, die tevens als kantoorhoudende gemeente voor het lichaam zal fungeren.

  • 3.

    Het verzorgingsgebied van het lichaam omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten, hierna aan te duiden als "de regio".

Artikel 2 ( doel en belang)

De regeling heeft ten doel een kader te scheppen voor regionaal budgetbebeer van woninggebonden subsidies ingevolge het Besluit woninggebonden subsidies, teneinde daarmede een bijdrage te (doen) leveren aan de behartiging van het belang van de volkshuisvesting in de regio. Onder regionaal budgetbeheer wordt verstaan het verdelen en het beheren van budget voor woninggebonden subsidies en het verlenen van geldelijke steun ingevolge het Besluit woninggebonden subsidies.

Artikel 3 (taakverdeling)

  • 1.

    In het kader van het regionaal budgetbeheer vindt een taakverdeling plaats tussen het lichaam en de deelnemende gemeenten overeenkomstig het tweede en derde lid.

  • 2.

    Het lichaam draagt zorg voor de uitvoering van de volgende taakonderdelen:

    • a.

      het verdelen van budget over de gemeenten door middel van reserveringen;

    • b.

      het sparen en ontsparen van middelen;

    • c.

      het aanwenden van de ter vrije besteding komende middelen;

    • d.

      het nemen van beschikkingen omtrent de verlening van geldelijke steun;

    • e.

      het nemen van beschikkingen omtrent de vaststelling en uitbetaling van geldelijke steun;

    • f.

      het beheer van het vermogen;

    • g.

      het bevorderen van een doelmatige planning en programmering van de volkshuisvesting;

    • h.

      het regelen van de inspraak.

  • 3.

    De in de regeling deelnemende gemeenten dragen ieder voor zich zorg voor de uitvoering van de volgende taakonderdelen:

    • a.

      het stellen van prioriteiten en nadere voorwaarden inzake de aanwending van budget;

    • b.

      het beoordelen van en adviseren omtrent aanvragen om geldelijke steun;

    • c.

      het houden van toezicht op de uitvoering van gesubsidieerde bouwplannen;

    • d.

      het adviseren omtrent de vaststelling van geldelijke steun;

    • e.

      het verlenen van inspraak.

  • 4.

    De gemeenten nemen bij de uitvoering van hun taken de terzake door het openbare lichaam gestelde voorschriften en aanwijzingen in acht.

  • 5.

    Het openbare lichaam stelt bij verordening in ieder geval regels terzake van:

    • a.

      de verdeling en aanwending van budget;

    • b.

      de verlening, vaststelling en uitbetaling van geldelijke steun;

    • c.

      de inspraak.

Artikel 4 (de organen van het openbaar lichaam)

Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur

en een voorzitter.

Artikel 5 (het algemeen bestuur)

  • 1.

    De raden van de deelnemende gemeenten wijzen elk uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, twee leden aan, de portefeuillehouder volkshuisvesting en een raadslid. Gezamenlijk vormen zij het algemeen bestuur. Zij wijzen elk uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, voor elk lid van het algemeen bestuur een plaatsvervangend lid aan.

  • 2.

    Het aanwijzen van de leden van het algemeen bestuur vindt voor de eerste maal plaats zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van deze gewijzigde regeling en vervolgens telkens in de eerste vergadering van de raden in nieuwe samenstelling, te houden op de dag met in gang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden.

  • 3.

    Het aanwijzen van leden ter vervulling van tussentijds opengevallen plaatsen geschiedt zo spoedig mogelijk na dit openvallen.

  • 4.

    De leden van het algemeen bestuur treden tegelijk af op de dag, waarop de leden van de raden der deelnemende gemeenten aftreden.

  • 5.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van het ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur en de raad die hen heeft aangewezen schriftelijk in kennis. Zij behouden hun lidmaatschap totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.

  • 6.

    Het lidmaatschap eindigt van rechtswege zodra men de hoedanigheid heeft verloren op grond waarvan men tot lid van het algemeen bestuur was aangewezen.

  • 7.

    De raad van een deelnemende gemeente kan een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur ontslag verlenen, indien dit hun vertrouwen niet meer bezit. Het voorstel tot het verlenen van ontslag moet met redenen omkleed schriftelijk worden ingediend en tenminste acht dagen voor de vergadering aan de raad worden bezorgd.

  • 8.

    De leden van het algemeen bestuur hebben elk in de vergadering een stem per 10.000 inwoners of gedeelte daarvan, die de gemeente, die zij vertegenwoordigen, telt. Maatstaf is het aantal inwoners op 1 januari van het voorafgaande jaar, zoals dat door het centraal bureau voor de statistiek is vastgesteld.

Artikel 6 (het dagelijks bestuur)

  • 1.

    De drie portefeuillehouders volkshuisvesting vormen samen het dagelijks bestuur;

  • 2.

    Zij treden af op de dag van aftreden als lid van het algemeen bestuur alsmede tussentijds op eigen verzoek.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan te allen tijde een lid van het dagelijks bestuur ontslag verlenen. Het dagelijks bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. De secretaris is verantwoordelijk voor het (doen) notuleren van de vergaderingen en het (doen) voeren van de administratie.

  • 4.

    De penningmeester is verantwoordelijk voor het (doen) innen van inkomsten en het (doen) verrichten van betalingen. Onder zijn verantwoordelijkheid wordt de financiële administratie gevoerd.

Artikel 7 (de voorzitter)

  • 1.

    De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

  • 2.

    De voorzitter treedt af op de dag van aftreden als lid van het algemeen bestuur alsmede op eigen verzoek.

  • 3.

    Het algemeen bestuur is te allen tijde bevoegd de voorzitter ontslag te verlenen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur regelt de vervanging van de voorzitter door een lid van het dagelijks bestuur.

Artikel 8 (commissies)

Het algemeen bestuur kan commissies instellen als bedoeld in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 9 (bevoegdheden van het algemeen bestuur)

Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam.

Aan hem komt binnen het kader van de taakuitoefening als omschreven in artikel 2 en artikel 3 van deze regeling alle bevoegdheden toe, die niet bij of krachtens deze regeling of de wet aan anderen zijn opgedragen.

Artikel 10 (bevoegdheden van het dagelijks bestuur)

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het dagelijks beheer over het lichaam, waartoe in ieder geval behoort:

  • a.

    het voorbereiden van al hetgeen ter overweging en beslissing aan het algemeen bestuur moet worden voorgelegd;

  • b.

    het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;

  • c.

    het nemen van alle conservatoire maatregelen ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Artikel 11 (bevoegdheden van de voorzitter)

  • 1.

    De voorzitter bevordert een goede behartiging van de zaken van het openbaar lichaam. 2. Hij is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur. 3. Hij tekent de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

  • 2.

    Hij vertegenwoordigt het lichaam in en buiten rechte. Deze vertegenwoordiging kan hij aan een door hem aan te wijzen gemachtigde toevertrouwen.

Artikel 12 (de kantoorhoudende gemeente)

  • 1.

    De administratieve voorbereiding en afhandeling van zaken het lichaam betreffend vindt plaats bij de kantoorhoudende gemeente.

  • 2.

    Ter uitvoering van het vorig lid wordt tussen het openbaar lichaam en die gemeente een overeenkomst gesloten, waarin onder andere een regeling wordt getroffen voor de vergoeding van de door de kantoorhoudende gemeente als zodanig voor het openbaar lichaam te maken kosten en voor de wijze, waarop de ambtelijke ondersteuning plaats vindt.

Artikel 13 (financiën)

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt een regeling vast betreffende het financieel beheer van het lichaam, welke regeling evenals de wijzigingen daarop aan de goedkeuring van gedeputeerde staten zal worden onderworpen.

  • 2.

    De kosten van het lichaam worden, met inachtneming van de terzake onder artikel 12, lid 2 bij overeenkomst geregelde wijze van financiële vergoeding van de apparaatskosten van de kantoorhoudende gemeente, over de deelnemende gemeenten omgeslagen naar rato van het aantal inwoners op 1 januari van het voorafgaande jaar, zoals dat is vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 3.

    De deelnemende gemeenten betalen voor 16 januari en voor 16 juli van ieder jaar een door het dagelijks bestuur te bepalen gedeelte van de geraamde kosten. Verrekening van het verschil tussen betaalde voorschotten en de werkelijk verschuldigde bijdrage vindt plaats terstond na definitieve vaststelling van de jaarrekening voor het desbetreffende jaar.

Artikel 14 (vragenrecht en verantwoordingsplicht)

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn, te zamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig voor het door hen gevoerde bestuur. Zij geven, te zamen of afzonderlijk, het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door een of Sneer leden daarvan gevraagde inlichtingen, tenzij de verstrekking in strijd is met het openbaar belang.

  • 2.

    leder lid van het algemeen bestuur is aan de raad van zijn gemeente verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. leder lid van het algemeen bestuur verschaft de raad van zijn gemeente mondeling of schriftelijk de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen, tenzij de verstrekking in strijd is met het openbaar belang.

  • 3.

    Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van deelnemende gemeenten schriftelijk de door een of meer leden van de raden gevraagde inlichtingen, tenzij de verstrekking in strijd is met het openbaar belang. De door het algemeen bestuur (voorlopig) vastgestelde jaarrekeningen en jaarverslagen worden aan de deelnemende gemeenten toegezonden.

Artikel 15 (vergoedingen)

Het algemeen bestuur kan voor de leden van het algemeen en dagelijks bestuur een vergoeding voor hun werkzaamheden, voor zover die hun werkzaamheden als lid van de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders overschrijden, alsmede een tegemoetkoming in bijkomende kosten vaststellen.

Artikel 16 (archief)

De kantoorhoudende gemeente draagt de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van archiefbescheiden van het lichaam, waarbij de regels van toepassing zijn die ook voor het archiefbeheer van die gemeente gelden.

Artikel 17 (Klachtenregeling)

Verzoekschriften in de zin van artikel 9:18, eerste lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht worden behandeld door Stichting De Zeeuwse Ombudsman.

Artikel 18 (duur, toetreding, uittreding, wijziging en opheffing)

  • 1.

    De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Tot de regeling kunnen toetreden binnen de regio gelegen gemeenten, zulks onder door het algemeen bestuur te steilen voorwaarden.

  • 3.

    De regeling kan worden gewijzigd of opgeheven bij gelijkluidende besluiten van de bevoegde organen van tenminste drievierden van het aantal deelnemende gemeenten.

  • 4.

    Voorstellen tot wijziging of opheffing van de regeling kunnen uitgaan van zowel een af meer gemeenten als het algemeen bestuur.

  • 5.

    Indien het voorstel uitgaat van het algemeen bestuur, zendt dit het voorstel aan de deelnemende gemeenten, waarvan de bevoegde organen binnen drie maanden een besluit nemen en dat aan het algemeen bestuur meedelen.

  • 6.

    Indien het voorstel uitgaat van een af meer gemeenten zendt/zenden deze(n) het aan het algemeen bestuur, dat het met zijn daarbij gevoegde beschouwingen verder overeenkomstig lid 5 behandelt.

  • 7.

    Het algemeen bestuur informeert de deelnemende gemeenten op grond van dit artikel genomen besluiten, goedkeuring en onthouding van goedkeuring daaronder begrepen.

  • 8.

    Uittreding van gemeenten is te allen tijde mogelijk, mits daarvan tenminste een kalenderjaar van tevoren schriftelijk aankondiging is gedaan en wordt voldaan aan daaraan daar het algemeen bestuur te stellen voorwaarden.

    In deze voorwaarden zal in ieder geval een regeling worden getroffen voor afhandeling van de inmiddels voor de betreffende gemeenten in beheer genomen budget ten en voor de afbouw van het aandeel dat de gemeente draagt in de algemene kasten van het lichaam. De betreffende besluiten behoeven goedkeuring van gedeputeerde staten.

  • 9.

    Bij opheffing van de regeling verzorgt het algemeen bestuur de liquidatie. In dat geval steil en gedeputeerde staten de eindrekening vast. Na ontvangst van de vastgestelde eindrekening zendt het algemeen bestuur die onverwijld naar de betrokken gemeenten met een verslag van de liquidatie.

Artikel 19 (slotbepalingen)

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking twee weken nadat deze op de gebruikelijke wijze bekend is gemaakt.

  • 2.

    De regeling kan worden aangehaald als Gemeenschappelijke regeling regionaal budgetbeheer woninggebonden subsidies (BWS) Zeeuwsch Vlaanderen 2006.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders van de kantoorhoudende gemeente dragen zorg voor toezending van deze regeling aan gedeputeerde staten ter verkrijging van goedkeuring.