Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Gedragscode en integriteitsregels voor raads- en commissieleden van de gemeente Renkum 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode en integriteitsregels voor raads- en commissieleden van de gemeente Renkum 2024
CiteertitelGedragscode en integriteitsregels voor raads- en commissieleden van de gemeente Renkum 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-2024Nieuwe regeling

31-01-2024

gmb-2024-62885

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode en integriteitsregels voor raads- en commissieleden van de gemeente Renkum 2024

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1.1  

Deze gedragscode geldt voor raadsleden en commissieleden van de gemeente Renkum. Waar raadsleden staat dient tevens commissieleden gelezen te worden.

Artikel 1.2  

Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

PARAGRAAF 2 REGELS RONDOM HET VOORKOMEN VAN BELANGENVERSTRENGELING

 

Artikel 2.1  

Raadsleden gebruiken hun invloed en stem nooit om een persoonlijk belang veilig te stellen of het persoonlijke belang van een ander of van een andere organisatie waarbij zij een persoonlijke betrokkenheid hebben.

Artikel 2.2  

Raadsleden gaan actief en uit zichzelf de schijn van belangenverstrengeling tegen.

Artikel 2.3  

Raadsleden onthouden zich alleen van deelname aan de stemming en beraadslaging als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling optreedt. Het gaat hier om kwesties waarbij:

  • a.

    een raadslid zelf een persoonlijk belang heeft;

  • b.

    het gaat om een specifiek belang van een individu of organisatie waarbij een raadslid een substantiële betrokkenheid heeft.

Artikel 2.4  

Raadsleden onthouden zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling optreedt, niet alleen van stemming en beraadslaging (zie art. 2.2) maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces. Zij maken dit vroegtijdig bekend bij de voorzitter van de vergadering.

Artikel 2.5  

Raadsleden mogen de overeenkomsten en handelingen zoals die zijn genoemd in de Gemeentewet niet aangaan c.q. niet verrichten, tenzij zij hiervoor ontheffing hebben gekregen van Gedeputeerde Staten.

Artikel 2.6  

  • 1.

    Raadsleden mogen bepaalde functies die zijn opgesomd in de Gemeentewet niet uitoefenen.

  • 2.

    Raadsleden maken openbaar welke betaalde en niet betaalde functies zij naast het raadslidmaatschap vervullen. Bij aanvang van de raadsperiode leveren zij bij de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden. Als raadsleden gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaarden, of de omstandigheden met betrekking tot de bestaande (neven)functies wijzigen, leveren zij de informatie die hierop betrekking heeft binnen een week aan bij de griffier.

  • 3.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap;

    • d.

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 4.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

PARAGRAAF 3 REGELS RONDOM HET WAARBORGEN VAN INTEGER HANDELEN

 

Artikel 3.1  

  • 1.

    Raadsleden laten nooit hun invloed en stem beïnvloeden door geld, goederen, diensten of functies die hen zijn gegeven of in het vooruitzicht zijn gesteld.

  • 2.

    Raadsleden gaan altijd actief en uit zich zelf de schijn van corruptie tegen.

     

Accepteren van geschenken

Artikel 3.2  

  • 1.

    Raadsleden accepteren geen geschenken, faciliteiten en diensten als hun onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. Kleine en incidentele attenties (zoals een bloemetje of fles wijn) met een geschatte waarde van maximaal € 50,- mogen worden geaccepteerd.

  • 2.

    Raadsleden kunnen, tenzij het eerste lid van toepassing is, incidentele geschenken die een geschatte waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen, behouden.

  • 3.

    Geschenken die raadsleden uit hoofde van hun ambt ontvangen en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, indien zij niet (kunnen) worden teruggestuurd, geregistreerd en eigendom van de gemeente. Raadsleden maken hiervan melding bij de griffier.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte hogere waarde dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

     

Accepteren van faciliteiten en diensten

Artikel 3.3  

  • 1.

    Raadsleden accepteren geen faciliteiten en diensten van anderen die hen uit hoofde van of vanwege hun functie worden aangeboden, tenzij:

    • a.

      het weigeren ervan het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en;

    • b.

      tegelijkertijd de schijn van omkoping of beïnvloeding minimaal is.

  • 2.

    Raadsleden gebruiken faciliteiten of diensten van anderen die hen uit hoofde of vanwege de raadsfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.

     

Accepteren van uitnodigingen voor werkbezoeken, lunches, diners en recepties

Artikel 3.4  

Raadsleden accepteren uitnodigingen voor excursies, werkbezoeken, evenementen, lunches, diners, recepties etc. die door anderen betaald of georganiseerd worden, alleen als:

  • a.

    dat behoort tot de uitoefening van het raadswerk;

  • b.

    de schijn van niet integer handelen niet aan de orde is of kan zijn.

PARAGRAAF 4 REGELS BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN GEMEENTELIJKE FACILITEITEN EN FINANCIËLE MIDDELEN

 

Artikel 4.1  

  • 1.

    Raadsleden houden zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en voorzieningen van algemene aard, zoals vergaderruimtes en ICT-faciliteiten.

  • 2.

    Raadsleden maken geen gebruik van faciliteiten en voorzieningen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden;

  • 3.

    Raadsleden gaan zorgvuldig en bescheiden om met de gemeentelijke faciliteiten en zorgen ervoor dat deze in ordelijke staat worden achtergelaten c.q. terugbezorgd.

     

Onkosten en declaraties

Artikel 4.2  

  • 1.

    Raadsleden declareren alleen kosten die zij maken die strikt noodzakelijk zijn voor het vervullen van hun raadswerk.

  • 2.

    Raadsleden houden zich aan de “Verordening Rechtspositie raads- en commissieleden Renkum” met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties.

PARAGRAAF 5 REGELS BETREFFENDE HET OMGAAN MET INFORMATIE

 

Artikel 5.1  

Het college en de burgemeester verstrekken alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, tenzij dit in strijd is met het openbaar belang. De raad, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding opleggen overeenkomstig de wet.

Artikel 5.2  

Raadsleden zijn open en transparant over de eigen beslissingen en de beweegredenen daarvoor. Raadsleden handelen in overeenstemming met de Gemeentewet en met de Wet open overheid.

Artikel 5.3  

Raadsleden hanteren een aantal basisregels voor de integere omgang met informatie. Dat wil zeggen dat raadsleden:

  • a.

    zorgvuldig en correct omgaan met informatie waarover zij privé of vanuit hun ambt over beschikken;

  • b.

    geen onjuiste informatie verschaffen (en hun bronnen controleren);

  • c.

    geen informatie gebruiken die (nog) niet opbaar of geheim is te eigen bate of ten bate van derden;

  • d.

    geen geheime of vertrouwelijke informatie verstrekken aan derden;

  • e.

    de privacywet- en regelgeving in acht nemen.

PARAGRAAF 6 REGELS BETREFFENDE DE ONDERLINGE OMGANG EN GANG VAN ZAKEN TIJDENS VERGADERINGEN

 

Artikel 6.1  

Raadsleden gaan respectvol met elkaar om houden zich aan de volgende afspraken over hoe met elkaar om te gaan tijdens raadsbijeenkomsten en daarbuiten:

  • a.

    we vallen elkaar niet persoonlijk aan;

  • b.

    we twijfelen er niet aan dat ieder raadslid vanuit zijn eigen opvatting het algemeen belang oprecht dient en de rechten van individuen wil beschermen;

  • c.

    we erkennen en bevestigen de ander in zijn rol als raadslid;

  • d.

    we komen in de openbaarheid op voor elkaar en voor het ambt. We accepteren niet dat een collega raadslid, wethouder of burgemeester onheus wordt bejegend en treden daar actief tegen op;

  • e.

    voelt men zich gekwetst of onheus bejegend, dan gaat men in gesprek met degene die kwestie. Indien gewenst vindt dit onder begeleiding plaats;

  • f.

    we acteren niet op basis van aannamen, roddels of niet-geverifieerde informatie over collega-raadsleden, bestuurders, griffiepersoneel en andere ambtenaren.

Artikel 6.2  

Raadsleden houden zich tijdens vergaderingen en bijeenkomsten aan het reglement van orde en/of aanvullende afspraken met betrekking tot de vergaderorde. Aanwijzingen van de voorzitter volgen zij op.

Artikel 6.3  

Raadsleden onthouden zich in het openbaar van negatieve uitlatingen over gemeenteambtenaren.

Artikel 6.4  

Raadsleden bejegenen elkaar, bestuurders, de griffie(r) en andere ambtenaren, maar ook insprekers en andere betrokkenen op correcte wijze in woord, gebaar en geschrift. Ook in de media en op sociale media vallen zij elkaar niet persoonlijk aan.

Artikel 6.5  

  • 1.

    Raadsleden streven naar de hoogste kwaliteit van besluitvorming. Het is een gezamenlijke opdracht om de feiten op tafel te krijgen en deze niet te verdraaien. Raadsleden zijn eerlijk over hun overwegingen, luisteren naar elkaars argumenten en die van de leden van het college van B&W en accepteren deze als bijdragen tot de zorgvuldige besluitvorming.

  • 2.

    Raadsleden houden zich hierbij aan de volgende afspraken:

    • a.

      We verdraaien de feiten niet;

    • b.

      We werken er samen aan dat de feiten op tafel komen;

    • c.

      We zijn eerlijk over onze overwegingen;

    • d.

      We luisteren naar elkaars argumenten en beschouwen ze als bijdragen aan zorgvuldige besluitvorming.

PARAGRAAF 7 REGELS BETREFFENDE DE NALEVING VAN DE GEDRAGSCODE

 

Artikel 7.1  

De raad ziet er op toe dat de raad, de fracties en de individuele raads- en commissieleden de eigen gedragscode van de raad naleven. De voorzitter van de raad en de griffier ondersteunen de raad hierbij.

Artikel 7.2  

  • 1.

    Jaarlijks wordt een bijeenkomst georganiseerd voor de raads- en commissieleden over het thema integriteit en de wijze waarop daar in de gemeente Renkum mee wordt omgegaan.

  • 2.

    De gedragscode wordt ten minste één keer per raadsperiode geëvalueerd met de raad en wordt zo nodig bijgesteld.

Artikel 7.3  

  • 1.

    Indien een raadslid twijfelt aan een eigen handeling of die van een andere politieke ambtsdrager volgt het raadslid de processtappen zoals vastgelegd in het ‘Protocol Naleving gedragscode en integriteitsregels gemeenteraad Renkum 2024’.

  • 2.

    Raadsleden houden zich hierbij aan de volgende afspraken:

    • a.

      We trekken elkaars integriteit niet in twijfel;

    • b.

      Als er desondanks aanwijzingen zijn voor een mogelijke integriteitsschending of gedragingen, wenden wij ons tot de burgemeester of de griffier;

    • c.

      We accepteren de uitkomst van een professioneel integriteitsonderzoek.

 

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 31 januari 2024,

De raadsgriffier,

Dr. J. (Juul) Cornips

De voorzitter,

A.M.J. (Agnes) Schaap

Toelichting algemeen

De legitimiteit van democratische instituties valt of staat met de integriteit van degenen die deze instituties beheren. Als hoogte democratische orgaan heeft de gemeenteraad een bijzondere verantwoordelijkheid om het vertrouwen in de lokale overheid te borgen. Dit is zowel een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad als geheel, als de individuele raadsleden die daar deel van uitmaken.

Van gekozen volksvertegenwoordigers en bestuurders mag daarom een hoge ethische standaard worden verwacht Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen.

Deze gedragscode heeft een aantal doelen:

  • ontlast de morele oordeelsvorming van individuen;

  • stelt de norm;

  • definieert specifieke handelingen als schendingen;

  • maakt zorgvuldig optreden tegen schendingen mogelijk.

Een gedragscode voor politieke ambtsdragers is een verplichting die is vastgelegd in de Gemeentewet. Maar de gedragscode is meer dan alleen een wettelijke verplichting. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. De code biedt een beoordelingskader voor politieke ambtsdragers bij vragen, twijfels en discussies. Het is derhalve een hulpmiddel voor morele oordeelsvorming over het eigen handelen. Deze gedragscode heeft ook als doel de politieke ambtsdragers weerbaarder te maken in de huidige politieke context. Dit doet de code in eerste instantie door in heldere taal duidelijkheid te geven over wat de wet van hen verlangt, zodat zij beschermd zijn. De code biedt daarmee ook de basis voor het onderlinge gesprek over integriteit. Integriteit krijgt uiteindelijk pas betekenis in het handelen.

Integriteit is namelijk niet alleen een kwestie van regels, maar krijgt ook gestalte in de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met inwoners en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

De gedragscode is tenslotte ook een normerend document. Dat wil zeggen dat het een minimale standaard legt voor integer handelen. Het biedt een kader om (vermeende) integriteitsschendingen te kunnen beoordelen. De code geeft echter geen procedure voor hoe om te gaan met vermeende integriteitsschendingen of onwenselijke gedragingen. Deze procedures zijn vastgelegd in het protocol Integriteitsschendingen

Toelichting paragraaf 2

De wetgever heeft raadsleden op verschillende manieren bescherming geboden tegen de verleiding van belangenverstrengeling en tegen de schijn ervan. De wetgever geeft aan dat de gemeenteraad als bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid moet vervullen. De wetgever geeft de gemeenteraad de verantwoordelijkheid om ervoor te waken dat persoonlijke belangen van raadsleden de besluitvorming niet beïnvloeden. Met persoonlijk belang wordt gedoeld op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die de gemeenteraad uit hoofde van zijn taak behoort te vervullen.

Artikel 28 van de Gemeentewet bepaalt dat een raadslid niet deelneemt aan de beraadslaging en de stemming over:

  • een aangelegenheid die hem rechtsreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

  • de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort.

Dit betekent niet alleen dat een raadslid niet mag mee stemmen over een onderwerp waarbij hij een persoonlijk belang heeft, maar dat hij zich ook dient te onthouden van de beraadslaging in de raad en commissievergaderingen. Deze gedragscode voegt hieraan toe dat in deze gevallen raadsleden ook in de eerdere fasen van het proces geen pogingen doen om de besluitvorming te beïnvloeden, bijvoorbeeld door de inzet van raadsinstrumenten (het stellen van vragen of het initiëren van een motie of amendement).

Wanneer is er sprake van belangenverstrengeling?

Wanneer er van belangenverstrengeling sprake is, is niet limitatief op te sommen. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het erom gaat dat het raadslid zichzelf of mensen of organisaties waarbij het raadslid verbonden is, niet mag bevoordelen. Het kan gaan om situaties waarbij het raadslid familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente. Dan dient het raadslid zich te onthouden van deelname aan de besluitvorming en beraadslaging over de betreffende opdracht. Een persoonlijk belang gaat ook over bevoordeling van familierelaties of de vereniging waarvan het raadslid bestuurslid is.

Hier speelt de vraag wanneer een raadslid een substantiële betrokkenheid heeft bij een organisatie. Wanneer een raadslid lid is van een vereniging is hij in principe geen officiële vertegenwoordiger van die organisatie. Dit ligt anders wanneer het raadslid een bestuursfunctie bekleedt. Als bestuurder kan hij worden gezien als een vertegenwoordiger van die organisatie en is er een reële kans op belangenverstrengeling.

Belangrijk is om hier op te merken dat raadsleden tegelijkertijd ook burgers zijn: zij maken deel uit van het economische en sociale leven van de gemeenschap die zij besturen. Net als alle inwoners zijn zij bijvoorbeeld afnemer van gemeentelijke diensten en kunnen zij lid zijn van verenigingen. Daarom kunnen raadsleden meestemmen over bijvoorbeeld de afvalinzameling, het openbaar vervoer of onroerendezaakbelasting. Het betreft hier namelijk collectieve voorzieningen die niet herleidbaar zijn naar een specifiek persoon of organisatie.

Het voorkomen van schijn van belangenverstrengeling

In sommige gevallen is er geen sprake van een persoonlijke belang of belangenverstrengeling, maar bestaat er wel het risico dat de schijn van belangenverstrengeling optreedt. In deze gevallen bestaat bij raadsleden dikwijls de neiging om zich te onthouden van stemming.

Deelname aan stemming in de gemeenteraad is echter niet alleen een recht van gekozen volksvertegenwoordigers, maar ook een plicht. Het niet uitbrengen van een stem in de besluitvorming, brengt een verstoring van de democratische verhoudingen in de gemeenteraad met zich mee. Uitgangspunt is daarom dat raadsleden alleen afstand doen van hun democratische stemrecht, wanneer er feitelijk sprake is van belangenverstrengeling of daar een reële kans toe is. In gevallen wanneer er slechts sprake is van schijn van belangenverstrengeling kunnen raadsleden mee stemmen in de besluitvorming, maar doen zij er goed aan zich te onthouden van beraadslaging of andere substantiële beïnvloeding van de besluitvorming. Dit is een afweging die raadsleden zelf moeten maken. Het verdient de aanbeveling dat raadsleden hierover in het openbaar verantwoording afleggen.

Om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen moeten raadsleden zich ook bewust zijn van de dubbelfuncties die zij bekleden. Lid zijn van een algemene vereniging is (meestal) geen probleem, lid zijn van een bestuur of Raad van Toezicht van een vereniging of een stichting kan dat wel zijn. Bijvoorbeeld het betrekken van een bestuurlijke functie in een vereniging of instelling die subsidie ontvangt, of een bestuurdersfunctie van een belangengroep. In wezen is hier geen sprake van onverenigbare functies, maar het bekleden van dit soort functies brengt wel mogelijke andere integriteitsrisico’s met zich mee. Het verdient de aanbeveling dat wanneer raadsleden een nieuwe nevenfunctie gaan bekleden, die mogelijk een integriteitsrisico met zich meebrengt, zij hierover in gesprek gaan met de burgemeester. De griffier is hier eerste aanspreekpunt.

Verboden handelingen

In artikel 15 van de Gemeentewet is een aantal voor raadsleden verboden handelingen opgenomen (zie paragraaf ‘Wettelijk kader, onder ‘Verboden werkzaamheden’). Het zijn veelal handelingen die de integriteit van het gemeentebestuur in het geding kunnen brengen. Deze wettelijke bepaling beoogt de integriteit van het gemeentebestuur, maar ook die van het raadslid te waarborgen. De verboden handelingen betreffen het verrichten van diensten voor de gemeente of voor derden en het aangaan van bepaalde overeenkomsten. Centraal staat het feit dat voorkomen moet worden dat de besluitvorming oneigenlijk wordt beïnvloed als gevolg van een persoonlijk belang van een raadslid, die immers een algemeen belang dient te behartigen. Deze bepaling beoogt zuiverheid te scheppen in de onderlinge verhouding. Van een aantal van deze verboden handelingen is ontheffing van Gedeputeerde Staten mogelijk. De griffier is hier eerste aanspreekpunt.

Niet verenigbare functies

In artikel 2.6 is een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken opgenomen. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 12 van de Gemeentewet. De wetgever heeft hierbij geen nadere definitie gegeven van het begrip ‘nevenfunctie’. Een nevenfunctie heeft betrekking op zowel betaalde als onbetaalde activiteiten die raadsleden ontplooien naast hun raadslidmaatschap. Nevenfuncties kunnen worden uitgeoefend bij organisaties, als zelfstandig ondernemer of als vrijwilliger. Hierbij moet worden opgemerkt dat niet bij iedere nevenactiviteit sprake is van een nevenfunctie. De precieze invulling hiervan wordt daarom overgelaten aan het beoordelingsvermogen van het raadslid zelf. Bij twijfel of er sprake is van een nevenfunctie wendt een raadslid zich tot de griffier.

De informatie met betrekking tot de nevenfuncties wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van informatie en voor de actualiteit daarvan. De griffier ziet daarop toe.

Toelichting paragraaf 3

Artikel 3.1 geeft een definitie van corruptie voor raadsleden. Gaat het bij belangenverstrengeling om het onterecht laten meewegen van een persoonlijk belang bij de besluitvorming, gaat het bij corruptie om omkoping van een raadslid. Belangenverstrengeling is niet in het wetboek van strafrecht opgenomen, corruptie is dat wel. In de onderliggende artikelen zijn regels opgenomen om het raadslid te helpen om de (schijn van) corruptie te voorkomen.

Het accepteren van geschenken

Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen worden gebruikt om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen daarnaast de schijn opwekken. Onderstaande regels zijn geformuleerd als `nee, tenzij': raadsleden nemen geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. Bijvoorbeeld omdat basale fatsoensnormen anders geschonden worden. Raadsleden kunnen kleine incidentele geschenken, zoals een bos bloemen of een fles wijn, aannemen. Indien een raadslid twijfelt over de waarde van het geschenk, maakt hij hiervan melding bij de griffier.

Geschenken met een (geschatte) waarde van meer dan € 50 worden altijd gemeld bij de griffier.

Accepteren van faciliteiten en diensten

Het accepteren van faciliteiten of diensten van anderen kan leiden tot een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. Ook met het aannemen van faciliteiten en diensten kan een raadslid gecorrumpeerd raken. Het kan daarnaast ook de schijn van corruptie opwekken. Daarom is het onwenselijk dat raadsleden dit soort faciliteiten of diensten voor privédoeleinden aanwenden.

Accepteren van uitnodigingen voor werkbezoeken, evenementen en andere bijeenkomsten

Werkbezoeken zijn bedoeld om raadsleden in de gelegenheid te stellen zich inhoudelijk te informeren en noodzakelijke contacten te leggen en onderhouden binnen en buiten de gemeente. De verplichting om het ontstaan (van de schijn) van corruptie actief tegen te gaan, betekent dat het lunchen, dineren of het gaan naar recepties of andere evenementen op kosten van anderen waar mogelijk moet worden vermeden, tenzij het evident is dat ten dienste staat van het raadswerk.

Toelichting paragraaf 4

Raadsleden kunnen voor hun raadswerk gebruik maken van een aantal faciliteiten en over financiële middelen en voorzieningen van de gemeente, bijvoorbeeld het gebruik van vergaderzalen en ICT-voorzieningen. Het gebruik hiervan voor privé- of partijdoeleinden is in principe niet toegestaan.

Raadsleden kunnen onkosten die zij hebben gemaakt ten behoeve van het raadswerk declareren, tenzij deze via een andere regeling kunnen worden bekostigd (bijvoorbeeld de bijdrage voor fractieondersteuning). Onkosten die bijvoorbeeld kunnen worden gedeclareerd zijn vervoers- en verblijfskosten die zijn gemaakt voor het raadswerk. Voor alle declaraties geldt dat zij in verhouding moeten staan tot het doel waarvoor de kosten zijn gemaakt en het declareren van (onnodig) hoge kosten vermeden moet worden. Bij vragen is de griffier het eerste aanspreekpunt.

De werkwijze voor het indienen van declaraties staat beschreven in de ‘Verordening Rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Renkum’.

Toelichting paragraaf 5

Informatierecht

De raad heeft het recht op informatie. Het college verstrekt de raad alle inlichtingen die de raad nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Daarnaast geeft het college de raad mondeling of schriftelijk alle door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Als grens aan het verstrekken van inlichtingen aan de raad geldt dat het moet gaan om informatie die noodzakelijk is voor het uitoefenen van zijn taak. Er kan discussie ontstaan over de vraag wanneer het punt bereikt is dat 'de noodzakelijke informatie' verstrekt is. Daar moeten politieke ambtsdragers samen uitkomen.

Integere omgang met informatie

Het lekken van niet openbare informatie is één van de meest voorkomende integriteitschendingen. Raadsleden moeten zich derhalve bewust van zijn dat op het delen van geheime informatie met derden een strafbaar feit is. Het lekken van informatie kan ook onbewust gebeuren. Raadsleden hebben daarom de plicht om zorgvuldig om te gaan met (geheime en niet-openbare) informatie.

Het is niet integer om als raadslid informatie die (nog) niet openbaar is, te gebruiken om jezelf of anderen te bevoordelen. Het kan dan gaan om informatie waar je vanuit het ambt over beschikt, of die je (ongevraagd) wordt toegespeeld door relaties. De verleiding kan groot zijn om in de privésfeer melding te maken van informatie die voor anderen van direct belang is, maar dat is onwenselijk. Voorbeelden zijn de aan- en verkoop van een huis of een stuk grond, of de gunning van opdrachten.

Toelichting paragraaf 6

Het respecteren van basale omgangsvormen is een voorwaarde voor constructieve en werkbare bestuurscultuur. Ieder raadslid heeft een eigen verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een sociaal-veilige werkomgeving, waarin men elkaar op een respectvolle manier bejegent en dat de inhoud leidend is voor politiek.

Verschillende meningen, overtuigingen en visies zijn inherent aan een politieke omgeving. Een professioneel politiek klimaat betekent dat deze verschillen worden geaccepteerd en gerespecteerd, en dat politiek gevoerd op basis van feiten, argumenten en het vormen meerderheden. Aanvallen op de persoon zijn geen onderdeel van een eerlijk democratisch debat en zouden dan ook te allen tijde vermeden moeten worden.

Respect betekent ook dat men elkaar in waarde laat, en elkaars integriteit niet in twijfel trekt op basis van andere overtuigingen of persoonlijke eigenschappen. Bij verdenkingen van of aanwijzingen voor integriteitschendingen wordt gehandeld volgens het protocol ‘Integriteitschendingen gemeente Renkum 2023’.

Raadsleden hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Dit betekent dat men elkaar op correcte wijze bejegent die passend is bij een professionele werkrelatie.

Een eerlijk democratisch debat betekent ook dat deze plaatsvindt op basis van argumenten en feiten. Uiteraard kunnen er verschillende interpretaties en meningen bestaan over feiten. Het bewust verdraaien van feiten is echter een aantasting van de fundamentele democratische waarden van een open, transparant en eerlijk debat.