Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Beleidsplan huiselijk geweld ‘Samen naar een toekomst zonder geweld’

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan huiselijk geweld ‘Samen naar een toekomst zonder geweld’
CiteertitelBeleidsplan huiselijk geweld ‘Samen naar een toekomst zonder geweld’
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.1.2, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. artikel 2.1.2, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  3. artikel 2.2, eerste lid, van de Jeugdwet
  4. artikel 2.2, tweede lid, van de Jeugdwet
  5. artikel 2.6, eerste lid, van de Jeugdwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-2024nieuwe regeling

25-01-2024

gmb-2024-61900

2024, nummer 11

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan huiselijk geweld ‘Samen naar een toekomst zonder geweld’

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2023 (raadsvoorstel nr. 23bb008752/23bo009587);

 

Gelet op de wet van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Art. 2.1.2 lid 1 en 2 aanhef en sub a en de Jeugdwet Art. 2.2 lid 1 en 2 aanhef en sub b en Art. 2.6 lid 1 aanhef en sub e;

 

Gehoord hebbende de commissie Zorg, Welzijn, Cultuur en Sport van 17 januari 2024,

 

besluit:

  • I.

    Het beleidsplan ‘Samen naar een toekomst zonder geweld’ (2024-2027), de Rotterdamse aanpak om huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld terug te dringen vast te stellen.

  • II.

    De in het beleidsplan genoemde speerpunten vast te stellen. Te weten:

    • Speerpunt 1 Voorkomen, signaleren en melden

      Om ernstig geweld te voorkomen is het belangrijk dat de kennis over huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld groeit en dat professionals weten hoe te handelen. Door te werken aan herstel kan worden voorkomen dat het geweld terugkeert.

    • Speerpunt 2 Werken aan veiligheid

      De eerste belangrijke stap, na het signaleren van huiselijk geweld, is het direct stoppen van het geweld en het herstellen van de veiligheid. Daarna is het belangrijk om de oorzaken van de onveiligheid aan te pakken en te werken aan duurzaam herstel.

    • Speerpunt 3 Rotterdamse aanpak op maat

      Er zijn vormen van huiselijk geweld die vooral kwetsbare Rotterdammers raken of waar specialistische kennis voor nodig is. Extra aandacht helpt om deze vormen van geweld beter te herkennen en passende hulp te bieden.

    • Speerpunt 4 Werken aan een sterke keten als fundament van de aanpak

      Om huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld effectief te bestrijden is een goede samenwerking nodig in de zorg- en veiligheidsketen. Als gemeente hebben we een regierol op deze samenwerking.

Samen naar een toekomst zonder geweld

 

Beleidsplan huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld 2024 – 2027

 

1 Voorwoord

‘Voel jij je onveilig thuis? Dat is niet normaal’.

Die slogan hangt op een zichtbare plek in mijn werkkamer. Het herinnert mij er elke dag weer aan dat een veilig thuis niet voor iedere Rotterdammer vanzelfsprekend is.

 

Tijdens mijn gesprekken met wijkteams in de stad, met Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond en de opvanglocaties die ik bezoek is er altijd een rode draad: niemand wil huiselijk geweld, seksueel geweld en kindermishandeling.

Daar zijn we het altijd over eens. De slachtoffers en plegers willen het ook niet. En toch is het er. Huiselijk- en seksueel geweld en kindermishandeling zijn hardnekkig en blijken moeilijk aan te pakken.

 

We zetten daarom meer en vaker in op preventie: voorkomen dat een moeilijke situatie thuis ontaardt in geweld. Het taboe op problemen thuis moet weg. We willen dat volwassenen en kinderen eerder hun verhaal vertellen. Liefst nog voordat het echt misgaat. Kinderen op school hebben daarom onze aandacht en we helpen leraren, coaches en anderen om het juiste gesprek te voeren als zij vermoedens van mishandeling hebben. En als het wel misgaat, willen we zo snel mogelijk goede hulp bieden. Ook willen we de aangiftebereidheid verbeteren want strafbare feiten moeten worden bestraft. We kunnen uiteindelijk alleen iets doen als we het probleem kennen en erkennen.

 

Bij geweld willen we zo snel mogelijk een veilige situatie. Het geweld moet per direct stoppen. Dat begint natuurlijk met goede hulp voor iedereen die erbij betrokken is: het slachtoffer én de pleger. En niet te vergeten de kinderen, zij krijgen nog te weinig de hulp die zij nodig hebben.

 

Als de situatie te gevaarlijk is, kan het slachtoffer op een andere plek worden opgevangen. Daarvoor maken we goede afspraken met Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond en de opvangorganisaties. In een aantal gevallen kijken we juist naar de pleger en zetten we een tijdelijk huisverbod in. Dat willen we effectiever kunnen inzetten. Een huisverbod moet ook kunnen gelden voor iemand die niet permanent in een huis woont, maar daar wel een onveilige situatie veroorzaakt.

 

We willen vaker gebruikmaken van ervaringsdeskundigen die plegers kunnen motiveren om het geweld te stoppen, omdat zij zelf ervaring hebben als pleger van geweld of mishandeling. De ervaringsdeskundigen helpen ook onze zorgprofessionals omdat ze als slachtoffer of pleger gezien hebben wat werkt om de cirkel van geweld te doorbreken.

 

De komende jaren werkt de gemeente samen met een groot aantal partners als Veilig Thuis, Filomena, het Centrum Seksueel Geweld, Fier, Arosa, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond en gemeenten in de regio. Samen werken we aan een toekomst zonder geweld, zodat Rotterdammers zich thuis wel veilig voelen. Want dat is wél normaal.

 

Wethouder Ronald Buijt, Zorg, Ouderen en Jeugdzorg

2 Inleiding

Met veel Rotterdammers gaat het goed. Maar er zijn ook Rotterdammers in een kwetsbare situatie. Zij kunnen te maken hebben met diverse problemen op allerlei leefgebieden zoals bijvoorbeeld huiselijk geweld. Huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld zijn de meest voorkomende vormen van geweld in Nederland en komt voor in alle lagen van de bevolking. Het is tegelijkertijd complex, gelaagd en gaat vaak samen met andere problemen. Het voorkomen en duurzaam oplossen ervan vraagt om een gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen die te maken krijgt met dit soort onveilige situaties.

 

Rotterdam werkt al jaren, samen met veel partners, aan het terugdringen van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld in de stad. Zo vinden de wet Meldcode en de wet Tijdelijk huisverbod hun oorsprong in Rotterdam.

 

De afgelopen jaren zijn er extra verbeteringen doorgevoerd in de keten van huiselijk geweld in Rotterdam. Dit gebeurde naar aanleiding van het rapport ‘Complexe problemen vragen onorthodoxe oplossingen’1. De gemeente pakte samen met de zorg- en veiligheidspartners (de Beschermpartners verenigd in het Strategisch platform)2 de richtinggevende aanbevelingen op uit het rapport in een verandertraject huiselijk geweld (HG) Rotterdam. Het externe bureau Regioplan stelde daarna een evaluatierapport op en daaruit blijkt dat er goede stappen zijn gezet op deskundigheidsbevordering, samenwerking en het verbeteren van hulp en ondersteuning.

Toch is er nog veel te doen. In het evaluatierapport staat een aantal aandachtspunten3 waar we samen met onze partners in het zorg- en veiligheidsdomein aan blijven werken. We blijven ons dagelijks inzetten om onze burgers in onveilige thuissituaties te beschermen en hulp te bieden.

 

Om samenhang aan te brengen in dat wat we doen, dit planmatig uit te voeren en resultaten te kunnen monitoren werken we vanuit een beleidsplan. Dit beleidsplan bouwt voort op de resultaten van het beleidskader Bouwen aan een toekomst zonder geweld en de opbrengst van het Verandertraject HG.

2.1 Wat is onze opgave

Rotterdam werkt aan een veilige stad voor iedereen. Wij vinden dat iedere Rotterdammer een eerlijke kans verdient op een gezond, veilig en betekenisvol leven4. Dat betekent onder andere dat elke Rotterdammer zich thuis veilig moet voelen. Samen met onze partners werken we hieraan door het zoveel mogelijk voorkomen, terugdringen en bestrijden van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld in Rotterdam.

 

We hanteren hierbij de volgende leidende principes:

  • Eerst directe veiligheid, dan duurzame veiligheid, dan duurzaam herstel

  • Het gezinssysteem staat centraal

  • Acteren met passende snelheid en urgentie

  • De leefwereld is leidend, de systeemwereld faciliterend

  • Vertrouwen op de deskundigheid en expertise van onze professionals

  • Waar nodig tonen we professionele moed en lef

Deze leidende principes zijn samen opgesteld met de Beschermpartners en we keren steeds terug naar deze principes om te toetsen of dat wat we doen hieraan bijdraagt.

 

Wettelijke taken

Gemeenten hebben een wettelijke opdracht als het gaat om het voorkomen en stoppen van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. Deze taken vloeien onder andere voort uit de Wmo 2015, de Jeugdwet, de wet Tijdelijk Huisverbod en het besluit Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Het gaat hierbij om:

  • het organiseren van opvang en ondersteuning voor slachtoffers en hulp aan betrokkenen

  • het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld

  • maatregelen nemen om kindermishandeling te bestrijden

  • het inrichten van een Veilig Thuis-organisatie

  • het uitvoeren van de wet Tijdelijk Huisverbod

  • het uitvoeren en toezicht houden op naleving van het besluit Meldcode

  • regie op de samenwerking

Naast de genoemde Nederlandse wetten werken een aantal geratificeerde verdragen door in ons rechtstelsel: het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul), het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN Vrouwenverdrag. We toetsen ons beleid aan deze verdragen.

 

Voor een toelichting op de wettelijke taken zie bijlage 1

 

Centrumgemeentelijk taak

Rotterdam heeft als centrumgemeente de verantwoordelijkheid om voor de gemeenten Capelle a/d IJssel, Krimpen a/d IJssel, Lansingerland, Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk en Rotterdam een aantal van deze wettelijk taken uit te voeren. Wij zorgen voor:

  • één centraal advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling en de daarvoor geldende wettelijke taken (Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond)

  • opvang van, en daarbij behorende hulp aan, slachtoffers van huiselijk geweld

  • uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod

Met de regiogemeenten worden door middel van een jaarlijkse uitvoeringsagenda afspraken gemaakt over de uitvoering van deze wettelijke taken en over andere gezamenlijke ambities.

2.2 Waar hebben we het over

Er bestaan verschillende termen om geweld en verwaarlozing in huiselijke kring te beschrijven. Er wordt ook wel gesproken over geweld in afhankelijkheidsrelaties. Maar die term is breder dan de reikwijdte van onze aanpak, omdat het bij geweld in afhankelijkheidsrelaties bijvoorbeeld ook kan gaan om de relatie arts-patiënt of docent-leerling. Ook geweld achter de voordeur wordt soms gebruikt. Hierbij lijkt het alsof er alleen sprake is van huiselijk geweld als het binnenshuis plaatsvindt. Dat is niet het geval. Ook huiselijk geweld gepleegd op andere plekken is huiselijk geweld.

Wij gebruiken daarom de term huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. Natuurlijk is er niets huiselijks aan huiselijk geweld maar het zijn bekende en begrijpelijke termen en het is helder waar het over gaat. Het woord ‘huiselijk’ betekent dat het geweld wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke- of familiekring van de betrokkenen. Meestal is er (of was er) sprake van enige vorm van samenlevingsrelatie tussen de betrokkenen.

 

Bij huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld kan er sprake zijn van één of meer vormen van lichamelijke verwaarlozing, lichamelijke mishandeling, psychische verwaarlozing, psychische mishandeling en/of seksueel geweld.

 

Het kan gaan om de volgende vormen van huiselijk geweld (het is geen volledige lijst en soms komen meerdere vormen tegelijk voor)5:

  • (ex)partnergeweld/relatiegeweld

  • stalking

  • intiem terreur

  • femicide

  • kindermishandeling

  • seksueel geweld

  • ouderenmishandeling waaronder financieel misbruik

  • schadelijke traditionele praktijken waaronder huwelijksdwang en achterlating

In een grote stad als Rotterdam is het voor een effectieve aanpak essentieel om goed te weten wat er leeft en snel in te spelen op actuele ontwikkelingen. De samenleving en onze stad veranderen voortdurend en zijn constant in beweging. Dit kan nieuwe kennis en deskundigheid vereisen. Denk bijvoorbeeld aan de problematiek van online grensoverschrijdend gedrag en exposen. Denk ook aan de victim blaming die hiermee gepaard gaat. En denk aan de problematiek van femicide. We hebben in onze aanpak extra aandacht voor deze aspecten van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. Dit wordt verder uitgewerkt in speerpunt 3 Rotterdamse aanpak op maat.

 

Voor een definitie van de begrippen zie bijlage 2.

2.3 Hoe vaak komt het voor

In 2022 gaf bijna 9 procent van de bevolking in Nederland van 16 jaar en ouder aan in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van een of meerdere vormen van huiselijk geweld6. Dit komt neer op 1,3 miljoen personen. Van deze groep gaf 65 procent aan dat het geweld structureel was7. Van seksueel geweld heeft 13 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder in hetzelfde onderzoek aangegeven in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest. Dit zijn omgerekend 1,8 miljoen personen.

In Nederland werden in 2022 48 vrouwen omgebracht. In de periode 2018–2022 is bij bijna 60% de (ex)partner de dader (dan spreken we over femicide). Bij moord of doodslag op mannen is de dader in maar 4 procent van de gevallen de (ex)partner.

De prevalentie van kindermishandeling is in Nederland naar schatting 3,4%. Dat wil zeggen dat er, op enig moment per jaar, 34 jeugdigen per 1.000 worden mishandeld, verwaarloosd of misbruikt. Dit komt overeen met bijna 119.000 jeugdigen per jaar8.

 

We weten dat het aantal Rotterdammers dat te maken krijgt met huiselijk geweld hoger ligt dan het landelijk gemiddeld. Dat heeft te maken met bepaalde risicofactoren die mede onderliggend zijn aan deze vormen van geweld (zoals schulden en armoede). In Rotterdam komen deze risicofactoren vaker voor.

 

Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (VTRR) ontving in 2022 vanuit Rotterdam 7.989 adviesvragen en 6.904 meldingen. In 2022 is in Rotterdam 346 keer een huisverbod opgelegd. In hetzelfde jaar zijn 223 volwassenen en 220 kinderen opgevangen in de crisisopvang omdat de situatie thuis te onveilig was. In 2022 is er bij de politie vanuit Rotterdam 1.206 keer een aangifte gedaan met betrekking tot huiselijk geweld zijn er 3.060 meldingen ontvangen.

In de regio Rotterdam Rijnmond heeft Filomena (centrum huiselijk geweld en kindermishandeling) 63 keer intensieve casusregie ingezet en zijn er 49 zelfmelders/binnenlopers geholpen. Het centrum seksueel geweld (CSG) heeft in de hele Rijnmond regio in 2022 266 keer een casus van acuut geweld en 269 keer een casus van niet acuut geweld opgepakt. Ook heeft het CSG 476 keer advies gegeven.

2.4 Andere ontwikkelingen

De Rotterdamse aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld staat niet op zichzelf maar is verbonden met andere (lokale, regionale en landelijke) ontwikkelingen zoals het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, de Ontwikkelagenda Veiligheid Voorop!, de Hervormingsagenda Jeugd, het programma Preventie met Gezag, IZA en GALA. Binnen Rotterdam zoeken we daarom onder andere verbinding met de keten dakloze gezinnen, armoede-, jeugd-, preventie- en veiligheidsbeleid. Daar waar nodig trekken we gezamenlijk op.

Voor de komende jaren is voor huiselijk geweld met name het Toekomstscenario van grote betekenis.

 

Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

Het landelijke Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming9 heeft als doel het verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit in de aanpak van de jeugdbeschermingsketen en de keten huiselijk geweld (0 – 100 jaar). De kern van het Toekomstscenario is stevige wijkteams met daar omheen een nieuw op te richten Regionaal Veiligheidsteam10. Het wijkteam is de spil in de hulpverlening en blijft altijd betrokken. Er is één vast gezicht binnen het lokale team. Deze trekt samen op met een professional uit het Regionaal Veiligheidsteam. Het Toekomstscenario moet resulteren in een keten die meer kwaliteit biedt, voor ouders beter te begrijpen is, een goede rechtsbescherming biedt en efficiënter en effectiever functioneert. Het Toekomstscenario vraagt een forse omslag en ontwikkeling bij alle gemeenten en betrokken partners.

Op dit moment zijn nog niet alle aspecten van het Toekomstscenario duidelijk. Het vraagt onder andere om besluitvorming op landelijk niveau. Onderdelen van het Toekomstscenario worden in het land getoetst in diverse proeftuinen. Ook Rotterdam neemt deel aan een proeftuin. Hierbij staat het cliëntperspectief centraal en moet hulp in samenhang geboden worden. Dit sluit aan bij het eerste en tweede aandachtspunt van Regioplan in het Evaluatierapport van het Verandertraject HG.

Het Toekomstscenario is een uitdagende en mooie opgave die om zorgvuldigheid en een passende planning vragen. De komende jaren wordt gewerkt aan het uitwerken van de onderdelen van het Toekomstscenario, zowel landelijk, regionaal als voor Rotterdam.

 

Ontwikkelagenda Veiligheid Voorop!

De landelijke ontwikkelagenda Veiligheid Voorop! biedt een meerjarig perspectief op alle noodzakelijke activiteiten voor de verbetering van samenwerking tussen justitieorganisaties (politie, OM, Raad voor de Kinderbescherming, reclassering) en Veilig Thuis, verenigd in het Landelijk Netwerk zorg/straf Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Als gemeente zijn wij geen directe partner binnen dit netwerk, maar sturen wij aan op een goede verbinding met het gemeentelijke beleid.

2.5 Wat willen we bereiken

Bij de uitgewerkte speerpunten worden resultaten benoemd waaraan wordt gewerkt. Overkoepelende doelen voor de hele aanpak zijn:

  • huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld worden eerder gesignaleerd en opgepakt;

  • de zorg- en strafketen werken nog effectiever samen, zodat geweld blijvend stopt.

Of we hierin op de goede weg zijn monitoren wij als volgt:

  • daling van het percentage hermeldingen11 bij Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond

  • stijging van het aantal meldingen waarbij de duur van het geweld bij een eerste melding korter is dan een jaar;

2.6 Hoe gaan we het doen?

Natuurlijk is voorkomen het allerbeste. We willen dat het normaal is om te praten over huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld zodat risico’s snel worden gezien en opgepakt kunnen worden. Als er signalen zijn van onveiligheid dan is het belangrijk dat professionals de stappen van de verplichte meldcode volgen en zo nodig contact opnemen met Veilig Thuis zodat een inschatting kan worden gemaakt van de onveiligheid en passende hulp kan worden georganiseerd.

 

Bij onveiligheid werken wij, maar ook de andere Beschermpartners, vanuit de visie Gefaseerd samenwerken aan veiligheid van Vögtlander en Van Arum. Dit betekent dat na een melding van acute onveiligheid eerst de directe veiligheid moet worden hersteld: het geweld moet stoppen en het slachtoffer moet worden beschermd. Als het geweld is gestopt is het belangrijk om te bepalen waar het geweld vandaan komt. Is er bijvoorbeeld sprake van een verslaving, psychische klachten of een verstandelijke beperking. Of is er veel stress in het gezin door bijvoorbeeld schulden of armoede. Het uitgangspunt is dat samen met alle betrokkenen een hulpverleningsplan wordt opgesteld om hieraan de werken. We werken zo samen aan duurzame veiligheid. Pas als er duurzame veiligheid is, kan er ruimte komen voor verwerking en verandering: duurzaam herstel. Dit is belangrijk voor alle betrokken, zowel slachtoffer als pleger. Zonder een goed herstel en nazorg bestaat de kans dat het geweld terugkeert. Met de Beschermpartners zorgen we voor eenduidigheid van werken volgens de visie.

 

Huiselijk geweld kent veel verschillende aspecten. Een aantal hiervan zijn overkoepelend voor de hele aanpak. Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen:

 

Ervaringsdeskundigen

Het tweede aandachtspunt van het evaluatierapport van Regioplan betreft de noodzaak om meer aan te sluiten bij de leefwereld van betrokkenen. Steeds meer beseffen we dat de inzet van ervaringsdeskundigen daarbij essentieel is. Zij weten als geen ander wat de cliënt doorstaat en vervullen een brugfunctie in het contact met professionals. Ervaringsdeskundigen en professionals vullen elkaar goed aan bij casuïstiek en in het cliëntencontact. Door hun manier van werken leveren zij een belangrijke bijdrage aan het proces van bewustwording van het belang van het cliëntenperspectief en het in gang zetten van een gedragsverandering. Verder is de inbreng van ervaringsdeskundigen waardevol bij het ontwikkelen van beleid op diverse onderdelen van de aanpak.

 

Plegerperspectief

We richten ons op het hele systeem, dus ook op de pleger (tenzij dit vanwege ernstige onveiligheid niet mogelijk is). Alleen dan kan de cirkel van geweld worden doorbroken. Uiteraard worden verdachten waar mogelijk strafrechtelijk vervolgd. We willen de aangiftebereidheid van slachtoffers vergroten hoewel strafrechtelijke vervolging niet altijd mogelijk is.

We weten ook dat straffen alléén het gedrag niet verandert en dat de kans groot is dat het geweld terugkeert. Het is daarom ook belangrijk om plegers te ondersteunen en hulp te bieden (vrijwillig of gedwongen vanuit een strafrechtelijk kader). Het is nodig dat zij inzicht krijgen in het eigen gedrag en handvatten krijgen om dit gedrag te veranderen. Soms is ook behandeling nodig voor onderliggende problematiek (verslaving of psychiatrische aandoening). Samen met de Beschermpartners zetten we daarom stevig in op het plegerperspectief.

 

Geweld tegen vrouwen

Geweld tegen vrouwen uit zich in vele vormen zoals partnergeweld, intiem terreur (ook wel coercive controle genoemd), stalking en complexe scheidingen. Het kan zelfs leiden tot moord. Moord op vrouwen die gendergerelateerd zijn noemen we femicide. Meer kennis over deze vormen van geweld is belangrijk. Dat helpt om de juiste stappen te zeten zodat escalatie wordt voorkomen en de veiligheid kan worden hersteld.

 

Gender12

Aandacht voor het aspect gender bij huiselijk geweld is verweven in alle onderdelen van onze aanpak. Nog meer van voorheen willen we hier de kennis over vergroten. Gender heeft te maken met de beelden, opvattingen en verwachtingen met betrekking tot mannelijkheid en vrouwelijkheid. In de opvoeding krijgen onze kinderen bewust en onbewust mee dat hoe mannen en vrouwen zich behoren te gedragen verschillen. En die verschillen spelen een rol in de verdeling van macht, gelijkheid en afhankelijkheid. Gender bij huiselijk geweld kan leiden tot geweld tegen vrouwen.

 

Speerpunten

Het voorkomen, signaleren en stoppen van geweld kent veel aspecten. De afgelopen jaren is met een tijdelijke impuls de gemeentelijke inzet gestegen en het Verandertraject heeft een enorme boost gegeven. Dat is nodig want we willen een stevige aanpak. De problematiek is groot en het is daarnaast nog altijd onvoldoende duidelijk hoe groot de negatieve effecten zijn geweest van de coronapandemie op de omvang en ernst van huiselijk geweld. Deze ontwikkelingen maken dat focus nodig is. Daarom kiezen we voor de volgende 4 speerpunten:

  • Speerpunt 1 Voorkomen, signaleren en melden

  • Speerpunt 2 Werken aan veiligheid

  • Speerpunt 3 Rotterdamse aanpak op maat

  • Speerpunt 4 Werken aan een sterke keten als fundament van de aanpak

Speerpunt 1 Voorkomen, signaleren en melden

Om ernstig geweld te voorkomen is het belangrijk dat de kennis over huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld groeit. Bij professionals maar ook bij Rotterdammers. Zodat professionals weten hoe te handelen en slachtoffers, plegers en omstanders de stap durven zetten naar hulp en ondersteuning. Juist ook als de zorgen nog niet heel groot zijn. En door te werken aan herstel kan worden voorkomen dat het geweld terugkeert.

 

Speerpunt 2 Werken aan veiligheid

De eerste belangrijke stap, na het signaleren van huiselijk geweld, is het direct stoppen van het geweld en het herstellen van de veiligheid. Pas daarna ontstaat er ruimte voor verandering en verwerking. Om de cirkel van geweld te doorbreken is het belangrijk de oorzaken van de onveiligheid aan te pakken en te werken aan duurzaam herstel. Dit vraagt om een sluitende aanpak, waarin het slachtoffer, de pleger en andere betrokkenen een afgestemd hulpaanbod krijgen dat zich richt op het aanpakken van de oorzaken van de onveiligheid.

 

Speerpunt 3 Rotterdamse aanpak op maat

Er zijn vormen van huiselijk geweld die vooral kwetsbare Rotterdammers raken (zoals kinderen en ouderen). Ook zijn er vormen van geweld waar specialistische kennis voor nodig is om het te herkennen en hulp te bieden (zoals bij schadelijke traditionele praktijken en seksueel geweld). Daar hebben we een aanpak op maat voor. Extra aandacht helpt om deze vormen van geweld beter te herkennen en passende hulp te bieden.

 

Speerpunt 4 Werken aan een sterke keten als fundament van de aanpak

Om huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld effectief te bestrijden is een goede samenwerking nodig in de zorg- en veiligheidsketen op alle niveaus, zowel in de uitvoering als op tactisch en bestuurlijk niveau. Elkaar kennen en met elkaar leren zorgt voor betere hulp aan betrokkenen. We zorgen er samen met de ketenpartners voor dat we elkaar goed kunnen vinden.

 

Alle speerpunten worden in de volgende hoofdstukken verder toegelicht.

 

De benodigde en gevraagde inzet leggen druk op beschikbare middelen. Dat knelt. In 2024 gaan we daarom de aanpak herijken. Dat betekent dat we kritisch kijken naar welke inzet daadwerkelijk bijdraagt aan het oplossen van het probleem. Daar zetten we vooral op in. In ieder geval geven we de komende periode prioriteit aan de ontwikkelagenda opvang slachtoffers en het meer effectief kunnen opleggen en uitvoeren van het tijdelijk huisverbod.

3 Speerpunt 1. Voorkomen, signaleren en melden

3.1 Inleiding

De afgelopen jaren hebben we de beweging naar voren gemaakt door stevig in te zetten op preventie: curatie redt levens maar preventie redt generaties. Vanuit het speerpunt ‘Werken aan voorkomen, signaleren en melden’ geven we uitvoering aan onze wettelijke taak om huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld te voorkomen en het gebruik van de meldcode te bevorderen. Meer dan voorheen zetten hierbij in op het bevorderen van beschermende factoren en het verminderen van risicofactoren.

 

De preventieve aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld bestaat uit een mix van interventies, maatregelen en acties op de verschillende niveaus van preventie (universele preventie, selectieve preventie en geïndiceerde preventie). We bouwen voort op de resultaten van de bestaande aanpak maar brengen vanaf nu meer focus aan met als doel de impact te vergroten. We willen het taboe rond huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld doorbreken zodat slachtoffers, plegers en omstanders de stap durven zetten naar hulp en ondersteuning (inclusief het doen een melding of aangifte bij de politie). Ook stimuleren we slachtoffers en plegers te werken aan herstel om herhaling van het geweld voorkomen.

 

De integrale preventieve aanpak bestaat uit drie opgaven: het bespreekbaar maken van alle vormen van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld, het vroegtijdig signaleren, oppakken en melden, en het bevorderen en herstellen van weerbaarheid, veerkracht en zelfbeschikking van slachtoffers, plegers en andere betrokkenen.

3.2 Resultaten die we met dit speerpunt willen behalen

  • Meer Rotterdammers en professionals vinden het normaal om te praten over huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. We halen het uit de taboesfeer door het organiseren van bijeenkomsten en het geven van voorlichting.

  • Minder hermeldingen bij Veilig Thuis omdat bij meer slachtoffers en plegers onveilige thuissituaties worden voorkomen of verminderd door de weerbaarheid, veerkracht en zelfbeschikking te bevorderen en herstellen.

  • De duur van het geweld voordat hulp en ondersteuning wordt geboden neemt af omdat huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld in een zo vroeg mogelijk stadium worden gesignaleerd en gemeld door gebruik te maken van de stappen van de meldcode en van signaleringsinstrumenten.

3.3 Opgave 1 Het taboe eraf

Betrokkenen bij huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld vinden het vaak ontzettend moeilijk om hierover te praten en hulp te zoeken. Hierdoor blijft het vaak verborgen. Essentieel voor een stevige aanpak is dus het werken aan de eerste stap: huiselijk geweld uit de taboesfeer halen. Als het taboe doorbroken wordt ontstaat ruimte om de volgende stap te zetten: hulp zoeken voor slachtoffers, plegers, omstanders en werken aan duurzaam herstel. Door verhalen te delen en op veel plekken in de stad over dit thema te spreken, werken we aan bewustwording, vergroten we de kennis bij professionals en maken we de problematiek bespreekbaarder. Hierbij is de rol van ervaringsdeskundigen van groot belang.

 

We gaan daarom door met het organiseren van bijeenkomsten en geven voorlichting door onder andere het beschikbaar stellen van het Lespakket VrijHeden voor het onderwijs, de werkgroep Taboes bespreekbaar maken, het Platform Stop Geweld Tegen Vrouwen en onze deelname aan Orange the World.

 

Aanpak Stop Geweld Tegen Vrouwen

In Rotterdam is sinds 2019 het Platform Stop Geweld Tegen Vrouwen opgericht, wat bestaat uit ketenpartners, maatschappelijke organisaties en ervaringsdeskundigen. Het Platform heeft als doel dat steeds meer Rotterdammers en professionals kennis hebben van gendergerelateerd geweld, dit kunnen signaleren en onderdeel worden van de oplossing. Het platform richt zich daarom op professionals en Rotterdammers. We focussen op de samenhang van de verschillende vormen van geweld tegen vrouwen: partnergeweld, intiem terreur, stalking, complexe scheidingen en femicide. We werken met onze ketenpartners aan deskundigheidsbevordering als het gaat om signalen die kunnen wijzen op aankomende femicide en meer kennis over wat ervoor nodig is in de keten om deze vrouwen tijdig en effectief te helpen.

3.4 Opgave 2 Zo vroeg mogelijk signaleren, oppakken en melden

Als er toch sprake is van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld willen we dat dit in een vroeg stadium wordt gesignaleerd. Daarbij is het belangrijk dat professionals van de gemeente en organisaties werken volgens de stappen van de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en op de hoogte zijn van elkaars betrokkenheid door het gebruik van de instrumenten SISA en SluiS. Bij het volgen van de meldcode vragen professionals waar nodig om advies of melden bij Veilig Thuis, zodat een goede inschatting gemaakt kan worden van de veiligheid en passende systeemgerichte hulp kan worden georganiseerd.

 

De organisaties zijn primair zelf verantwoordelijk voor de deskundigheid van hun eigen professionals. De gemeente heeft een faciliterende en aanjagende rol in het bevorderen van het gebruik van de meldcode en SISA en SluiS bij organisaties in de stad. Dit doen we door het beschikbaar stellen van informatie, het geven van advies, deskundigheidsbevordering en het monitoren van het gebruik van SISA en SluiS en de meldcode. Ook organiseren we kennisbijeenkomsten voor professionals.

We focussen ons daarbij op aandachtfunctionarissen binnen organisaties, vrijwilligers en (aankomend) professionals. We geven extra aandacht aan specifieke vormen van huiselijk geweld zoals schadelijke traditionele praktijken, femicide en ouderenmishandeling.

Als gemeente werken we zelf ook aan het vergroten van de deskundigheid van onze eigen medewerkers. Vanuit het Verandertraject HG zijn medewerkers van de loketten getraind op het signaleren van huiselijk geweld. Hier is blijvend aandacht voor. Ook is leren en ontwikkelen binnen de wijkteams een belangrijk onderdeel, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een eenduidige werkwijze en deelname aan de HG-leerwerkplaats.

 

SISA en SluiS13

Rotterdam is groot voorstander van het gebruik van SISA en SluiS. Het helpt professionals om bij een match in contact te komen met elkaar en zo de hulp beter op elkaar af te stemmen. In 2022 heeft de Staatssecretaris van VWS besloten de motie van de leden Westerveld en Peters om de Verwijsindex Risicojongeren als wettelijke verplichting uit de Jeugdwet te schrappen uit te voeren. Als reden wordt aangegeven dat de meerwaarde van de verwijsindex voor veel professionals niet duidelijk is en dat er geen zicht is op de mate waarin de verwijsindex bijdraagt aan de daadwerkelijke hulp en ondersteuning die jeugdigen hebben ontvangen. Ook is men van oordeel dat er met de verwijsindex stelselmatig inbreuk op de privacy van jeugdigen wordt gemaakt, omdat jeugdigen zonder toestemming van henzelf of de ouders geregistreerd kunnen worden. Door de wettelijke verplichting uit de Jeugdwet te halen zal de wettelijke grondslag van SISA mogelijk op termijn komen te vervallen. In onze regio wordt veel gebruik gemaakt van SISA en op basis van de evaluatie van SISA en SluiS die in Rotterdam is uitgevoerd onderzoeken we de mogelijkheid voor alternatieven voor deze signaleringsinstrumenten.

3.5 Opgave 3 Voorkomen van herhaling en herstel

We weten uit onderzoek dat bij huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld vaak meerdere (voorliggende) problemen spelen, zoals bijvoorbeeld armoede, gezondheidsproblemen of een verleden met huiselijk geweld en/of kindermishandeling. En een onveilige thuissituatie kan tot gevolg hebben dat jongeren kwetsbaar zijn voor crimineel gedrag. Door als gemeente onze burgers te versterken door het bestrijden van armoede en gezondheidsproblemen en het vergroten van opvoedvaardigheden kunnen onveilige thuissituaties worden voorkomen of verminderd. We leggen daarom de verbinding met Samen sterk tegen armoede en schulden 2023-2026, Actieplan Samenleven in één Stad; het Preventie- en handhavingsplan Alcohol & Drugs 2023-2027, Preventie met gezag en het subsidiekader Jeugdpreventie.

 

Vanuit preventie van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld zetten we in op het vergroten van weerbaarheid, veerkracht en zelfbeschikking van slachtoffers. Voor een aantal specifieke risicogroepen richten we ons op het voorkomen van het geweld vanuit speerpunt 3 ‘de Rotterdamse aanpak op maat’. Ook richten we ons op het bevorderen van het herstel van zowel slachtoffers als plegers. Dat helpt om het terugkeren van onveiligheid te voorkomen en de cirkel van geweld te doorbreken.

We maken hierbij zoveel mogelijk gebruik van evidence based interventies, aangevuld met practise based interventies/activiteiten, die aansluiten op de problematiek en behoeften in Rotterdam. Om hier beter op te kunnen sturen werken we vanaf 2025 met de ‘subsidieregeling preventie huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld’.

4 Speerpunt 2. Werken aan veiligheid

4.1 Inleiding

Werken aan veiligheid heeft hoge prioriteit in onze aanpak. De eerste belangrijke stap, na het signaleren van huiselijk geweld, is het direct stoppen van het geweld en het herstellen van de veiligheid. Binnen de keten zorg en veilig wordt hierin intensief samengewerkt en worden interventies ingezet die hieraan bijdragen. Zo kan het in deze fase nodig zijn om te werken met een tijdelijk huisverbod of een andere juridische interventie om directe veiligheid te realiseren. Het direct ontlasten van gezinsleden, zoals het wegnemen van bronnen van stress en het bieden van praktische ondersteuning, is ook belangrijk. De gemeente biedt indien nodig (crisis)opvang en ondersteuning aan slachtoffers van huiselijk geweld.

 

Na het bereiken van directe veiligheid ontstaat er ruimte voor verwerking en verandering. Samen met alle leden van het gezin/huishouden wordt gewerkt aan stabiele veiligheid en duurzaam herstel, gericht op traumaverwerking en maatschappelijke participatie zodat de cirkel van geweld kan worden doorbroken. De gevolgen van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld zijn immers groot. Ze laten diepe sporen na. Ook als het geweld stopt is er vaak nog een gevoel van onveiligheid. Dit vraagt om een sluitende aanpak, waarin het slachtoffer, de pleger en andere betrokkenen een afgestemd hulpaanbod krijgen dat zich richt op het aanpakken van de oorzaken van de onveiligheid en op de gevolgen van geweld.

4.2 Resultaten die we met dit speerpunt willen behalen

  • Gemeente Rotterdam draagt zorg voor direct veiligheid van alle Rotterdammers als er sprake is van huiselijk geweld. Dat betekent dat:

    • o

      VTRR haar taken uitvoert volgens wet en regelgeving en tijdig en adequaat advies en ondersteuning biedt aan Rotterdammers en professionals

    • o

      Bij een crisissituatie opvang en ondersteuning wordt geboden aan alle slachtoffers van huiselijk geweld.

    • o

      Het tijdelijk huisverbod meer effectief kan worden ingezet.

  • De gemeente draagt zorg voor duurzame veiligheid van alle betrokkenen door middel van passende hulp in het wijkteam en de beschikbaarheid van specialistische hulp voor huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld.

4.3 Opgave 1 Werken aan directe veiligheid:

Advies- en meldpunt Veilig Thuis

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie van een regionaal advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling Veilig Thuis. Stichting Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (Veilig Thuis) geeft voor de gemeenten in de regio Rijnmond uitvoering aan deze wettelijke taak. Rotterdammers en Rotterdamse professionals kunnen bij vermoedens van onveiligheid advies vragen of een melding doen bij Veilig Thuis. Veilig Thuis beoordeelt bij elke melding de veiligheid in het gezin of huishouden. Vervolgens besluit Veilig Thuis of de melding wordt overgedragen voor hulpverlening, bijvoorbeeld naar een wijkteam, of dat Veilig Thuis zelf een interventie gaat uitvoeren (onderzoek, voorwaarden & vervolg). Bij crisissituaties werkt Veilig Thuis intensief samen met partners, zoals het Crisisinterventieteam (CIT) van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR) en de politie. Als acuut hulp nodig is bij jeugdigen dan organiseert het CIT van JBRR deze hulp. De radarfunctie van Veilig Thuis helpt om informatie te verbinden en na overdracht de veiligheid te volgen.

Veilig Thuis voert extra taken uit zoals de coördinatie van het tijdelijk huisverbod en de toeleiding naar de crisisopvang. Veilig Thuis wordt gefinancierd vanuit de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond. Samen met de 12 andere gemeenten sturen we op de resultaten zoals het behalen van de wettelijke termijnen voor veiligheidsbeoordeling en interventies en een wachtlijstvrij Veilig Thuis. We zetten daarnaast in op een goede samenwerking met de wijkteams. We evalueren de samenwerkingsafspraken en stellen deze zo nodig bij. Ook werken we samen met Veilig Thuis aan de ontwikkeling en implementatie van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming in de regio Rijnmond.

 

CSG

Het Centrum Seksueel Geweld (CSG) biedt professionele hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt – online of offline. Het Centrum Seksueel Geweld is een plek waar slachtoffers van aanranding of verkrachting de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben: forensische, medische en psychische hulp. Bij het Centrum Seksueel Geweld werkt een team van artsen, verpleegkundigen, politie en andere hulpverleners samen om slachtoffers van aanranding en verkrachting specialistische zorg te geven. Het CSG Rotterdam Rijnmond is een van 16 locaties in Nederland. We vinden het belangrijk dat slachtoffers van seksueel geweld zo snel mogelijk goede en gerichte zorg wordt geboden. We werken daarom aan versterking van het CSG en verbetering van samenwerking tussen professionals. Hierbij is specifiek aandacht voor de samenwerking met Filomena en het Erasmus MC Sophia en de verdere groei naar een gespecialiseerd kennis- en expertisecentrum huiselijk en seksueel geweld en kindermishandeling.

 

Filomena - Centrum huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond

Filomena is een uniek centrum in Nederland waar onder één dak intensief wordt samengewerkt door partners als politie, Veilig Thuis, Arosa, MEE, Enver en forensisch artsen om zeer ernstige en/of structurele geweldsituaties te doorbreken en duurzame veiligheid te realiseren. Slachtoffers van complex huiselijk geweld en kindermishandeling zoals intieme terreur of geweld met letsel, seksueel geweld en trauma als gevolg, krijgen bij Filomena de hulp die zij nodig hebben. Er wordt nauw samengewerkt met instanties zoals het Centrum Seksueel Geweld, politie, ziekenhuizen en andere partners. Daarnaast biedt Filomena een laagdrempelige inloopfunctie en een snelle onderzoeksfase waarbij de cliënt altijd centraal staat.

Vanaf het voorjaar van 2024 doen zij dit vanuit een nieuwe locatie, in nauwe samenwerking met het Centrum Seksueel Geweld. De nieuwe locatie, gelegen naast het Erasmus MC, geeft ruimte aan nog betere samenwerking tussen de partners, waarmee slachtoffers sneller en beter geholpen kunnen worden.

 

De door Filomena en het CSG opgedane en ontwikkelde expertise kan worden ingezet om kennis over ernstige geweldsituaties en seksueel geweld bij de Beschermpartners te vergroten. Dat helpt om dergelijke complexe situaties eerder te signaleren en op te lossen.

 

(Crisis)opvang en -hulp

Rotterdam biedt bescherming en ondersteuning aan slachtoffers van huiselijk geweld binnen de centrumgemeente Rotterdam. Bij acuut of dreigend gevaar is het uitgangspunt dat er altijd hulp en/of (crisis)opvang is. Slachtoffers die te maken hebben met ernstig en onmiddellijk gevaar kunnen, uit veiligheidsoverwegingen, ook elders in het land opgevangen worden. Op basis van landelijke afspraken kent Rotterdam ook een mannenopvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. Daarnaast subsidieert de gemeente directe ambulante (spoed)hulp om opvang of uithuisplaatsing te voorkomen.

Om tegemoet te (kunnen) blijven komen aan de behoeften uit de opvangpraktijk, wordt voor de periode 2024 ev. een ontwikkelagenda opgesteld gericht op inhoudelijke verbeteringen van de crisisopvang, huisvesting en aandachtspunten in verband met de in-, door- en uitstroom in Rotterdam.

 

In veel gevallen komen kinderen mee naar de crisisopvang en blijven zij daar met hun moeder. Kinderen in de opvang moeten worden gezien als zelfstandige individuen en moeten dan ook de hulp krijgen die ze nodig hebben. Voor een betere positie van kinderen in de opvang wordt gewerkt met de methodiek Veerkracht en vindt diagnostiek en traumascreening bij kinderen plaats. De ambitie voor de komende jaren richt zich op het verder tegemoetkomen aan de doelen van het Normenkader ‘Kinderen in de Opvang’. We zoeken daarbij ook naar relevante verbinding met de keten dakloze gezinnen.

 

Het tijdelijk huisverbod

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod (WTH) die sinds 1 januari 2009 van kracht is. Het tijdelijk huisverbod is een bestuursrechtelijke veiligheidsmaatregel, waarmee de burgemeester in gevallen van (vermoeden van) ‘ernstig en onmiddellijk gevaar’ de veroorzaker van dit gevaar tijdelijk uit huis kan plaatsen. Het biedt de mogelijkheid om rust te creëren, snel bescherming voor het slachtoffer te organiseren en tegelijkertijd snel hulp op gang te brengen voor zowel slachtoffer als pleger. Het huisverbod duurt in beginsel tien dagen en kan verlengd worden tot maximaal vier weken. Het verbod houdt ook een contactverbod in ten aanzien van de in de woning achterblijvende personen (inclusief kinderen).

 

Als gemeente werken we samen met de betrokken partijen (politie, VTRR, CVD, JBRR) aan een goede uitvoering van de WTH. Wij ervaren bij de oplegging en uitvoering van het tijdelijk huisverbod een aantal knelpunten. Het anders dan incidenteel verblijf criterium is hier een voorbeeld van. Dit betekent dat het tijdelijk huisverbod alleen opgelegd kan worden als de pleger anders dan incidenteel in de woning van het slachtoffer verblijft. Met andere woorden: een tijdelijk huisverbod kan volgens de wet niet opgelegd worden aan een ex-partner die elders woont.

In samenwerking met het ministerie J&V wordt in 2024 bezien of er wijzigingen nodig/mogelijk zijn in de relevante wet- en regelgeving zoals de Wet tijdelijk huisverbod. Ook wordt aangesloten op het traject 'Samen op in situaties van acute onveiligheid' van het Netwerk Zorg-Straf. Samen met onze G4 collega's blijven wij aandacht vragen voor deze knelpunten.

 

(Ex) partnerstalking inzet AWARE en slachtofferdevice

Geweld stopt vaak niet als de relatie gestopt is. Slachtoffers van huiselijk geweld die mishandeld worden tijdens de relatie lopen tijdens en na een scheiding nog zeker twee jaar een groot risico op ernstig tot dodelijk geweld. Belaging of (ex-)partnerstalking is een probleem dat een groot veiligheidsrisico kent waar door gemeente en partners stevig op wordt ingezet.

In het geval van hoog-risico zaken continueren we onze bijdrage in de Rotterdamse ketenaanpak met (o.a.) VTRR, politie, OM, ZVHRR, Reclassering, Filomena en Stichting Arosa. Ook faciliteren we de inzet van AWARE, een alarmsysteem in combinatie met een hulpaanbod dat ervoor zorgt dat het slachtoffer zich veiliger voelt in huis en op straat. En we blijven deelnemen aan landelijke ontwikkelingen zoals het opstellen van een landelijk kader ex-partner stalking en het slachtofferdevice.

We stellen de komende periode een handelingskader op voor de wijkteams voor laag/mediumrisico zaken met daarin specifieke aandacht voor het herkennen, handelen en opschalen in gevallen van ex-partner stalking. We onderzoeken en implementeren de handelingsmogelijkheden voor HG-deskundigen van de wijkteams.

4.4 Opgave 2 Werken aan duurzame veiligheid

Integrale ondersteuning bij huiselijk geweld

Werken aan duurzame veiligheid vraagt om een sluitende aanpak waarin het slachtoffer, de pleger en andere betrokkenen een afgestemd hulpaanbod krijgen. Dit hulpaanbod richt zich op het aanpakken van de oorzaken van de onveiligheid en op de gevolgen van geweld. Wijkteams hebben hier een belangrijke rol en verantwoordelijkheid in. Ze werken hierbij samen met andere partners en instanties. Wijkteams dragen zorg voor het zicht op veiligheid in de casussen die door Veilig Thuis worden overgedragen. Maar net als alle professionals hebben zij ook een rol in het signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarbij bieden zij hulp en ondersteuning om risicofactoren van huiselijk geweld weg te nemen. Daar waar nodig zetten ze zorg- en hulpverlening in gang gericht op herstel van de gevolgen van het geweld.

 

Het is een wettelijke taak van de gemeente om regie te voeren op de samenwerking tussen de ketenpartners. Om deze regierol van de wijkteams te versterken wordt gewerkt aan een eenduidige werkwijze waarin systeemgericht werken veel aandacht heeft. Ook worden de HG-deskundigen steviger gepositioneerd en pakken zij hun rol onder andere door het organiseren van casuïstiekbesprekingen. In samenwerking met de ketenpartners werken we aan een gemeenschappelijke visie op regie in HG-casuïstiek. Hiermee geven we invulling aan aandachtspunt 1 van het evaluatierapport van Regioplan.

 

De belangrijke rol en verantwoordelijkheid van de wijkteams in de aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld vraagt om sterke en krachtige wijkteams. De landelijk ontwikkelde Leidraad Werken aan veiligheid geeft hiervoor een (niet vrijblijvend) kader voor de wijkteams. We maken concreet wat dit voor de Rotterdamse wijkteams betekent en we zetten stappen om volgens de leidraad te kunnen werken. Dit in samenhang met het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming en de aanbevelingen van de eindevaluatie van het Verandertraject HG.

 

De ontwikkeling van het arrangement huiselijk geweld is één van de verbeterrichtingen die is voortgekomen uit het Verandertraject HG. In het huiselijk geweldarrangement nemen we specifieke ondersteuningsdoelen op gericht op veiligheid, herstel en relatiedynamiek, zodat een zorgaanbieder het hele gezin kan helpen. Indien kinderen betrokken zijn kan ook ingezet worden op opvoedondersteuning en kindgerichte hulp. De inhoud van het huiselijk geweldarrangement is de afgelopen periode samen met aanbieders vormgegeven. De planning sluit aan op de planning van de nieuwe inkoop Wmo-maatwerkondersteuning (start nieuwe contracten per 1 januari 2025).

In de tussentijd gaan we vanaf 2024 vanuit de huidige contracten Wmo-maatwerkondersteuning intensievere en meer (systeem)gerichte ondersteuning bieden aan cliënten die te maken hebben met huiselijk geweld, zodat alvast deels volgens de nieuwe werkwijze kan worden gewerkt en ervaring kan worden opgedaan.

 

Versterking plegeraanpak

In de aanpak richten we ons niet alleen op het slachtoffer, maar op alle betrokkenen. Als er sprake is van een strafbaar feit dan wordt waar mogelijk ingezet op de vervolging van de verdachte.

Maar daarmee zijn de onderliggende factoren voor het ontstaan van geweld niet weggenomen en is de kans groot dat het geweld terugkeert. Voor het duurzaam oplossen van het geweld is het daarom van belang om ook de pleger de noodzakelijke hulp en ondersteuning te bieden. Op deze manier kunnen we de hardnekkige patronen van geweld doorbreken en komen tot duurzame veiligheid. We zorgen ervoor dat hulp en ondersteuning in verschillende vormen beschikbaar is. Van laagdrempelig en anoniem (bijvoorbeeld online) tot intensief. Ook zetten we ervaringsdeskundigen in zodat plegers van huiselijk geweld zich gezien en gehoord voelen. Daarnaast organiseren we voor een specifieke groep kwetsbare plegers tijdelijke opvang. Dit gaat om plegers van huiselijk geweld die naar aanleiding van een huisverbod uit huis zijn geplaatst, nergens terecht kunnen en hulp willen. De ervaring leert dat door het bieden van opvang en hulp aan de uithuisgeplaatste er rust wordt gecreëerd, waardoor er ruimte komt voor beide partners om te kijken naar hun wensen en mogelijkheden met betrekking tot de partnerrelatie.

4.5 Opgave 3 Beter benutten van instrumenten

Huiselijk geweld is complex, vaak hardnekkig en daardoor moeilijk te doorbreken. Situaties vragen om maatwerk. Voor het herstellen van veiligheid is een palet aan maatregelen beschikbaar zoals een jeugdbeschermingsmaatregel of het tijdelijk huisverbod. Mogelijk zijn er nog instrumenten inzetbaar die we op dit moment niet gebruiken in het kader van huiselijk geweld. Daarom gaan we samen met de veiligheidspartners verkennen wat de mogelijkheden zijn om meer gebruik te maken van bestuursrechtelijke instrumenten anders dan het tijdelijk huisverbod. Want ondanks dat de impact van een bestuurlijke maatregel groot is, denk aan het uitvaardigen van een noodbevel of het ophangen van camera’s, willen we onderzoeken of een dergelijk middel effectief kan zijn bij de aanpak van huiselijk geweld. We zoeken daarbij ook de grenzen op met de inzet van persoonsgerichte maatregelen.

 

Vergroten aangiftebereidheid

Het is van groot belang dat slachtoffers van misdrijven hiervan melding maken bij politie, en ook aangifte doen om een opsporingsonderzoek te kunnen starten. Om meerdere redenen kunnen slachtoffers hierbij (hoge) drempels ervaren. In overleg met politie en relevante partners zetten we ons in om hier verandering in te brengen en de aangiftebereidheid te vergroten. Dat doen we door meer en beter aandacht te hebben voor de redenen waarom slachtoffers geen aangifte doen en hierop, waar nodig situatiegericht, op in te spelen.

5 Speerpunt 3. Rotterdamse aanpak op maat

5.1 Inleiding

Een Rotterdamse aanpak dicht bij de leefwereld van haar inwoners is een belangrijk uitgangspunt van ons beleid. We willen een aanpak die kan meebewegen met wat er leeft in de stad en de actuele vraagstukken. Bepaalde vormen van huiselijk geweld vereisen specialistische kennis van professionals bij het tijdig herkennen en signaleren van deze problematiek en het doorzetten naar de juiste hulpverlening. Snel schakelen zonder voldoende kennis van de specifieke problematiek kan in sommige gevallen de situatie erger maken, of zelfs laten escaleren. We vergroten de deskundigheid en expertise bij complexe vormen van huiselijk geweld in Rotterdam. Wat we doen vanuit de Rotterdamse aanpak op maat draagt bij aan het behalen van resultaten op alle andere speerpunten van dit beleidskader.

 

Het betreft:

  • -

    Kindermishandeling

  • -

    Seksueel geweld

  • -

    Schadelijke traditionele praktijken

  • -

    Ouderenmishandeling

5.2 Kindermishandeling

Kinderen hebben het recht om veilig op te groeien. Maar kinderen maken meer geweld en verwaarlozing mee dan gedacht en de effecten hiervan zijn vaak enorm. Denk aan trauma’s en gedrags- en hechtingsproblemen. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen hier pas volledig van kunnen herstellen als het geweld stopt. Als het geweld niet stopt, blijven veel kinderen langdurig nadelige ontwikkelingseffecten ondervinden (tot in hun volwassenheid). Maar kinderen worden vaak vergeten: na de melding bij Veilig Thuis krijgt bijna de helft geen formele hulp en ervaart ongeveer 60% geen steun van hun directe omgeving. Omdat kinderen de ouders van de toekomst zijn is het belangrijk om de intergenerationele overdracht van geweld te stoppen.

 

Om de positie van kinderen te versterken doen we het volgende:

  • bevorderen van het beter signaleren, oppakken en melden door het voorliggend veld (onderwijs, kinderopvang, CJG, etc.), waaronder de implementatie van Handle with Care;

  • meer verbinding leggen met jeugdbeschermingsketen (Veilig Thuis, Gecertificeerde Instellingen, Raad voor de Kinderbescherming). Dit ook als onderdeel van het Toekomstscenario;

  • vergroten van kennis over complexe scheidingsproblematiek als vorm van emotionele kindermishandeling zodat het beter wordt herkend en opgepakt.

Handle with care

In elke klas in Nederland zitten kinderen die thuis geweld meemaken. Veel kinderen gaan de volgende dag gewoon naar school. De leraar weet vaak niet dat er thuis iets ernstigs is gebeurd. Terwijl juist de leraar veel kan betekenen voor het kind. Bij Handle with Care krijgt de school via JBBR de volgende schooldag een signaal dat de desbetreffende leerling extra steun kan gebruiken (zonder inhoudelijke informatie). De werkwijze Handle with care wordt in het schooljaar 2023-2024 geïmplementeerd bij de vier schoolbesturen: Stichting BOOR, Stichting Kind & Onderwijs, RVKO en PCBO.

5.3 Seksueel geweld

Seksueel geweld is een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor slachtoffers, de directe omgeving en de samenleving. Er is veel aandacht voor in de media en landelijk is het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld opgezet. Wij zijn hier vanuit gemeente Rotterdam op aangesloten.

De verschillende vormen van seksueel geweld staan niet altijd op zichzelf, maar kunnen samen gaan met andere vormen van machtsmisbruik. Ook zien we dat online seksueel geweld, zoals online shaming (het ongevraagd verspreiden van bijvoorbeeld naaktbeelden) en exposen steeds vaker voorkomt. Slachtoffers krijgen regelmatig te maken met victim blaming door hun omgeving of professionals: niet de pleger, maar het slachtoffer krijgt de schuld.

 

We zetten de komende jaren in op het effectief en integraal aanpakken van seksueel geweld. We verankeren en verstevigen datgene wat er al is en vernieuwen daar waar nodig. Hierbij streven we naar maatschappelijke verandering, sociale/fysieke veiligheid en toegankelijke hulp.

 

De komende jaren stellen we drie situaties van seksueel geweld centraal:

  • Empowerment in kwetsbare gezinnen en gemeenschappen;

  • Online seksueel geweld;

  • Sociale en fysieke veiligheid in de publieke ruimte.

We nemen concrete maatregelen, zoals: voorlichting op onder andere scholen en omstanderinterventies. Ook blijven we werken aan goede samenwerking in het netwerk, kennis en kunde van professionals en het verbeteren van kwaliteit van interventies. Integraliteit en verbinding gelden als rode draad. Specifiek zetten we ons ook in tegen victim blaming, dit doen we onder andere met de campagne OorDeel Niet.

 

Seksuele straatintimidatie valt ook onder seksueel grensoverschrijdend gedrag maar hiervoor is een specifiek project opgezet. Er wordt gezamenlijk opgetrokken om een zo groot en efficiënt mogelijk bereik te hebben.

5.4 Schadelijke traditionele praktijken

Een van de meest verborgen vormen van huiselijk geweld zijn schadelijke traditionele praktijken. Dit zijn vormen van huiselijk geweld die voortkomen uit orthodoxe of conservatieve tradities en strikte opvattingen over seksualiteit en man-/vrouwrollen. Ze kunnen voorkomen onder alle lagen van de bevolking, verschillende etniciteiten, geloofsovertuigingen of klassen. De praktijken vinden plaats in samenhang met een bepaald collectief gedachtegoed binnen (gesloten) gemeenschappen. Ze beperken mensen in hun rechten en vrijheden en zijn daarmee ook een schending van de mensenrechten.

 

Schadelijke traditionele praktijken gaan vaak samen met (dreiging van) uitsluiting en/of verstoting. Het gaat hierbij om complexe vormen van groepsgedrag. Meestal betreft het jonge vrouwen maar ook jongens en mannen kunnen slachtoffer worden. In het ergste geval wordt een slachtoffer zelfs vermoord om de eer van de familie te herstellen. Daarnaast worden kinderen van slachtoffers van schadelijke traditionele praktijken vaak ook beperkt in hun recht op zelfbeschikking.

 

Uitingsvormen van schadelijke traditionele praktijken zijn14:

  • Eergerelateerd geweld, waaronder verstoting;

  • Huwelijksdwang en achterlating (in land van herkomst);

  • Huwelijkse gevangenschap: vastzitten in een religieus huwelijk (ook na een scheiding);

  • Leven in gedwongen isolement (verborgen vrouwen);

  • Vrouwelijke genitale verminking (vrouwenbesnijdenis).

We pakken schadelijke traditionele praktijken effectiever aan en volwassenen en kinderen krijgen vaker de hulp die nodig is om de negatieve gevolgen op de korte termijn en op de lange termijn te voorkomen. Hiervoor werken we specifiek samen met partners als Dona Daria, Me & Society, Voice of all Women en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

 

Daarbij stellen de volgende prioriteiten:

  • Deskundigheid in de hele stad op orde – professionals en ketenpartners

  • Taboes worden bespreekbaar gemaakt en doorbroken – Rotterdammers

  • Uitvoering geven aan de Agenda voor de Toekomst – STP

5.5 Ouderenmishandeling

Ouderen die door veranderingen in hun fysieke of geestelijke gezondheid afhankelijk zijn van hulp en ondersteuning lopen meer risico om slachtoffer te worden van mishandeling. Dit geldt zowel voor ouderen die zelfstandig wonen als voor ouderen in zorginstellingen. De pleger kan iemand uit de huiselijke kring of uit een professionele setting zijn. Soms wordt ouderenmishandeling met opzet gepleegd, maar er kan ook sprake zijn van ontspoorde zorg door overbelaste of onkundige mantelzorgers of professionals. We focussen ons op ontspoorde mantelzorg en financieel misbruik15.

 

We pakken ouderenmishandeling effectiever aan en ouderen krijgen de hulp die nodig is om de negatieve gevolgen op de korte en lange termijn te voorkomen.

 

We stellen de volgende prioriteiten:

  • Meer bewustwording bij ouderen, professionals, mantelzorgers en vrijwilligers door middel van voorlichting en dialoog.

  • Bevorderen van het werken met de meldcode zodat alle vormen van ouderenmishandeling sneller worden gesignaleerd en handelingsverlegenheid wordt doorbroken.

  • Zorgen voor passende opvangplekken voor ouderen.

  • Voortzetten van de lokale alliantie tegen ouderenmishandeling.

6 Speerpunt 4. Werken aan een sterke keten als fundament van de aanpak

6.1 Inleiding

Alle professionals die werken met gezinnen met en zonder kinderen kunnen op enig moment te maken krijgen met een situatie van (dreigende) onveiligheid. Het gaat hierbij om organisaties die werken in verschillende domeinen zoals onderwijs, zorg en veiligheid. Zij moeten daarbij goed en tijdig hun rol en (wettelijke) verantwoordelijkheid pakken, elkaar weten te vinden en goed kunnen samenwerken. In acute onveiligheidssituaties moet snel en effectief met elkaar worden geschakeld om veiligheid te waarborgen. En in gezamenlijkheid moet worden gewerkt aan stabiliteit en herstel om de schade te beperken en herhaling te voorkomen. Dat vraagt om een sterke keten van relevante partners als fundament van de aanpak.

Vanuit het Verandertraject HG heeft de gemeente samen met de Beschermpartners hier goede stappen in gezet. Met elkaar is de ambitie uitgesproken om een lerende keten te zijn, die continu evalueert, leert en ontwikkelt zodat we met elkaar steeds beter de problematiek aan te kunnen pakken. Nadat het Verandertraject HG in maart 2023 is gestopt hebben alle Beschermpartners de wens uitgesproken om met elkaar te blijven werken aan een nog sterkere keten.

6.2 Resultaten die we met dit speerpunt willen behalen

  • Inzet van ervaringsdeskundigen is een vanzelfsprekend onderdeel geworden bij alle aspecten van de aanpak.

  • Professionals, organisaties en gemeenten pakken goed en tijdig hun rol en (wettelijke) verantwoordelijkheid, weten elkaar snel te vinden en weten goed samen te werken.

  • Het samen leren en ontwikkelen is een structureel onderdeel geworden van de aanpak.

6.3 Opgave 1 Het cliëntperspectief en werken met ervaringsdeskundigen

Ervaringsdeskundigen zijn essentieel voor de aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. Ervaringsdeskundigen dragen eraan bij dat het gezin/systeem centraal staat in de hulpverlening en kunnen helpen hiervoor de juiste voorwaarden te creëren. Zij zorgen voor een beter begrip van de leefwereld van gezinnen en mensen die te maken hebben met huiselijk geweld en kindermishandeling. Steeds meer komen we tot het inzicht hoe belangrijk het is om te werken met ervaringsdeskundigen bij alle onderdelen van de aanpak. Sinds 2021 is hier vanuit het Verandertraject HG een start mee gemaakt door de oprichting van Ervaring in Huis. Dit is een team van ervaringsdeskundigen wat bestaat uit opgeleide professionele ervaringsdeskundigen met vast dienstverband, zowel voormalig slachtoffers als een voormalig pleger. Daarnaast is er een klein team ervaringsdeskundigen (zonder opleiding tot ervaringsdeskundige) die ingezet wordt op vrijwillige basis.

 

Ervaring in Huis kan in Rotterdam ingezet worden op de volgende gebieden:

  • In het contact met cliënten vanuit een nieuwe aanvullende rol, naast professionals

  • Bij beleidsontwikkeling

  • In lotgenotencontact

  • Bij voorlichting en kennisoverdracht

De komende tijd werken we toe naar een structurele vorm en inzet van ervaringsdeskundigen die financieel haalbaar is en blijft in de toekomst. Naast Ervaring in Huis zetten we daarom in op de verbinding met andere initiatieven in de stad die werken met ervaringsdeskundigen, om zo aan de stijgende vraag naar ervaringsdeskundigheid te kunnen voldoen. Ervaring in Huis heeft hierin een verbindende rol (initiatief en regierol). Ook blijven we de inzet op de verschillende resultaatgebieden evalueren en sturen bij waar nodig.

6.4 Opgave 2 Verbeteren samenwerking

Om huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld effectief te bestrijden is een goede samenwerking nodig in de zorg- en veiligheidsketen op alle niveaus, zowel in de uitvoering als op tactisch en bestuurlijk niveau. De gemeente heeft een wettelijke taak om hier regie op te voeren maar alle Beschermpartners voelen de verantwoordelijkheid om dit met elkaar vorm te geven. Elkaar kennen, met elkaar leren en gezamenlijk knelpunten oplossen zorgt voor betere samenwerking en daardoor betere hulp aan betrokkenen. Dat doen we op onderstaande manieren.

 

Strategisch platform Beschermpartners

Bestuurders van de 12 Beschermpartners zijn bij de start van het Verandertraject HG het Strategisch platform gestart om vanuit een gezamenlijke gevoelde verantwoordelijkheid verbeteringen te realiseren in de aanpak van huiselijk geweld in Rotterdam. Als gemeente zijn wij één van de Beschermpartners. Na afloop van het Verandertraject HG is besloten om de samenwerking voort te zetten. De opgave is groot en daarom brengen we focus aan door te werken vanuit een verbeteragenda. In deze verbeteragenda zijn de volgende prioriteiten benoemd: Samen leren en verbeteren, Samenwerken, Preventie en Pleger. Door een gezamenlijke keuze van prioriteiten zijn we effectiever in het doorvoeren van verbeteringen. De prioriteiten worden nader uitgewerkt in het Tactisch platform. We geven hiermee invulling aan het derde aandachtspunt vanuit de Eindevaluatie van Regioplan. Vanuit onze regievoerende rol sturen we op het behalen van afgesproken resultaten.

 

Tactisch platform Beschermpartners

We faciliteren het Tactisch platform. Dit is een samenwerking tussen verschillende partners (waaronder de gemeente) om huiselijk geweld aan te pakken op managers -en beleidsniveau. Op deze manier leggen we de verbinding tussen knelpunten en leerervaringen in de uitvoeringspraktijk enerzijds en organisatiestructuren en samenwerkingsafspraken anderzijds. Dat bevordert de onderlinge samenwerking. Ook zorgen we voor een stevigere samenhang met het Strategisch platform. Door de verbinding tussen de uitvoering, het tactisch en het bestuurlijk niveau ontstaat een lerend netwerk zodat we op een effectieve manier de verbeteragenda kunnen uitvoeren. Door deelname van ervaringsdeskundigen aan het Tactisch platform wordt het cliëntperspectief een belangrijk onderdeel van het samen leren en verbeteren.

 

Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond

Het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond (ZVHRR) is een samenwerkingsverband waarin zorg- en strafpartners en gemeenten werken aan complexe en opgeschaalde zorg- en veiligheidsproblemen. Het ZVHRR faciliteert en regisseert hiertoe casusoverleggen waar complexe casuïstiek wordt besproken, waaronder huiselijk geweld. Als gemeente sluiten wij aan in zowel de governance van het ZVHRR als vanuit de uitvoering in de casusoverleggen. Hierbij zetten we de komende jaren in op het nog beter benutten van de casusoverleggen door de wijkteams door meer en herhaaldelijk aandacht te schenken aan de mogelijkheid van het doen van veldaanmeldingen.

 

Jeugdbescherming

In de regio Rotterdam Rijnmond zijn 3 drie gecertificeerde instellingen (GI) werkzaam. Dat zijn Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR), het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering (LJ&R, doelgroep niet-honkvaste gezinnen, gezinnen met een specifieke cultuurgebonden leefwijze of gezinnen met een reformatorische achtergrond) en de William Schrikker Stichting Jeugdbeschermingen Jeugdreclassering (WSS, (doelgroep licht-verstandelijk beperkten). De laatste 2 zijn landelijke werkende instellingen.

De GI’s voeren voor de regio de jeugdbeschermingsmaatregelen uit die de rechter oplegt. Daarnaast voert de GI voor jeugdigen die verdacht worden of veroordeeld zijn voor een strafbaar feit de jeugdreclasseringmaatregel uit. GI’s bieden daarnaast ook consulatie en advies aan de wijkteams om kennis te delen en te ondersteunen op specifieke vraagstukken.

 

Het CIT is het Crisis Interventieteam van JBRR. Wanneer er sprake is van een acute hulpvraag voor jeugdigen van 0-18 jaar is het CIT 24 uur per dag beschikbaar om interventies te plegen die nodig zijn om de crisis op korte termijnte beheersen. Hierna wordt overgedragen/verwezen naar betrokken hulpverlening en/of het wijkteam. Bij grote zorgen schakelt het CIT direct met de Raad voor de Kinderbescherming en de rechter en/of het jeugdbeschermingsplein. Het CIT werkt nauw samen met het Wijkteam en Veilig Thuis om de veiligheid voor de jeugdige op korte termijn te borgen.

Het CIT trekt samen met Veilig Thuis op in de pilots ‘Samen op in crisis’ (met RvdK) en ‘Samen op in acuut’ (met politie), om als één team in acute situaties met huiselijk geweld en/of kindermishandeling gezamenlijk de crisis in het gezin zo snel mogelijk op te lossen.

 

JBRR is deelnemer aan het Strategisch en Tactisch platform. Daarnaast is JBRR een belangrijke samenwerkingspartner in het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming.

 

Jeugdbeschermingsplein

Sinds 2012 bestaat er een Jeugdbeschermingsplein in Rotterdam. Bij het Jeugdbeschermingsplein worden kinderen en gezinnen gemeld door het wijkteam of Veilig Thuis over wie zorgen bestaan over hun ontwikkeling en/of hun veiligheid (waaronder kindermishandeling). Het jeugdbeschermingsplein dient als routeringspunt en heeft als doel om op basis van een verzoek tot onderzoek (VTO) samen met het gezin en betrokken partijen de bescherming van jeugdigen beter te organiseren en te beslissen in welk kader hulpverlening passend is.

 

Andere bestaande netwerken huiselijk geweld

De afgelopen jaren is hard gewerkt aan diverse samenwerkingsvormen en netwerken die aansluiten bij inhoudelijke thema’s zoals de Preventie Partners, het netwerk aanpak (online) seksueel geweld, het ketenoverleg forensisch medische expertise bij kinderen en kwetsbaren, schadelijke traditionele praktijken, ouderenmishandeling en de kennisontwikkeling voor een goede aanpak van femicide.

Deze partners spelen een sleutelrol bij de aanpakken in Rotterdam die vragen om extra deskundigheid op specifieke vormen van geweld en een aanpak op maat (zie ook speerpunt 3). De komende jaren werken we aan een lerende keten te zijn, die evalueert, leert en ontwikkelt.

6.5 Opgave 3 Evalueren en leren in de keten

HG-leerwerkplaats

De HG-leerwerkplaats is de plek waar professionals fysiek en digitaal organisatie overstijgend van én met elkaar leren. Met de HG-leerwerkplaats wordt met diverse methoden ingezet op het verbeteren van de samenwerking en het vergroten van de kennis en kunde in het gehele netwerk. Zo organiseren we wisselstages, zijn er casusreflectiebijeenkomsten, is er een digitale HG netwerkkaart en worden workshops georganiseerd. Rond de thema's plegerperspectief en ervaringsdeskundigen zijn lerende netwerken opgericht waarin experts van verschillende organisaties gezamenlijk deze thema’s uitdiepen en onder de aandacht brengen bij de verschillende partners.

De HG-leerwerkplaats helpt professionals om sneller en gemakkelijker gebruik te maken van elkaars expertise in casuïstiek. Ook knelpunten worden zichtbaar waardoor er continu gewerkt wordt aan het verbeteren van de aanpak. En door het betrekken van ervaringsdeskundigen wordt ook geleerd van de cliënt.

Het collectief en organisatie overstijgend leren wordt door de Beschermpartners beschouwd als een belangrijke randvoorwaarde om samen te werken in casuïstiek zodat tijdige integrale hulpverlening voor alle betrokkenen beter gerealiseerd kan worden.

 

We gaan hiermee door en vergroten onze gezamenlijke kennis op deze thema’s.

 

De komende jaren ontwikkelen we samen met de Beschermpartners de HG-leerwerkplaats door tot een financieel haalbare vorm voor samen leren en ontwikkelen. We zorgen voor verbinding met andere bestaande netwerken zoals het expertteam schadelijke traditionele praktijken en de lokale alliantie oudermishandeling aan de HG-leerwerkplaats.

6.6 Opgave 4 Samenwerken in de regio

Regiovisie

Voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is het belangrijk om in de regio goed samen te werken met andere gemeenten. Om dit op regionaal en centrumgemeentelijk niveau vorm te geven stellen we met elkaar een regiovisie op. We doen dit samen met de centrumgemeenten Nissewaard en Vlaardingen. In deze regiovisie formuleren we inhoudelijke ambities en maken we afspraken voor regionale samenwerking. We werken regionaal vanuit leidende principes die op inhoud aansluiten bij de leidende principes die zijn opgesteld door de Beschermpartners en ook in dit plan zijn opgenomen. Hiermee geven we invulling aan het 4de aandachtspunt van Regioplan. Alle 13 gemeenten16 van de regio Rotterdam Rijnmond zijn hierbij betrokken. In 2023 loopt de huidige regiovisie af. De nieuwe visie is eind 2023 gereed.

 

In de regiovisie zijn de volgende ontwikkelopgaven opgenomen:

  • Versterken lokale teams

  • Huiselijk Geweld (HG) leerwerkplaats

  • Ervaringsdeskundigen

  • Plegersperspectief

  • Implementatie van de visie Gefaseerd Werken aan Veiligheid

Al deze onderdelen komen terug in het Rotterdamse beleidsplan. Het Rotterdamse beleidsplan is uitgebreider: de totale aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld is hierin opgenomen.

 

De andere 12 gemeenten in de regio Rotterdam Rijnmond stellen geen eigen gemeentelijk beleidsplan op met betrekking tot huiselijk geweld. Zij gebruiken de regiovisie om te voldoen aan de in de Wmo opgenomen verplichting tot het periodiek opstellen van een beleidsplan en laten de regiovisie vaststellen in hun gemeenteraad. In Rotterdam wordt het eigen gemeentelijke beleidsplan huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld vastgesteld in de gemeenteraad. Het is dan ook overbodig om de regiovisie in Rotterdam te laten vaststellen door de gemeenteraad omdat het Rotterdamse beleidsplan breder is dan de Regiovisie.

 

Regio Rotterdam Rijnmond

Een deel van de organisaties die zich bezighouden met huiselijk geweld en kindermishandeling werken voor de hele regio Rotterdam Rijnmond. Dit zijn bijvoorbeeld VTRR, het Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond (VHRR) en de Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR). De regio beslaat de centrumgemeente Vlaardingen, (met regiogemeenten Maassluis en Schiedam), centrumgemeente Nissewaard (met regiogemeenten Voorne aan Zee, Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee) en centrumgemeente Rotterdam (Capelle a/d IJssel, Krimpen a/d IJssel, Lansingerland, Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk).

Wethouders huiselijk geweld van de centrumgemeenten treffen elkaar voor afstemming op het Bestuurlijk Integraal Afstemmingsoverleg (het BIA) en bij het BIA Breed sluiten daar de bestuurders van partners bij aan. We koppelen het BIA aan de regiovisie zodat we in de regio nog beter integraal kunnen sturen op belangrijke onderdelen van de aanpak huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. We verbinden het BIA Breed aan het Strategisch platform om effectiever regionaal samen te kunnen werken.

De samenwerking en sturing op de onderwerpen regionale Jeugdhulp, VTRR en gecertificeerde instellingen vindt plaats vanuit de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) en kent daarmee een eigen bestuurlijke structuur.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2024.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Bijlage 1 Relevante wetten (A) en verdragen (B)

 

A. Wetten

Hieronder volgt de letterlijke weergave van een aantal relevante wetteksten:

 

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Art. 2.1.2 lid 1 en 2 aanhef en sub a

  • 1.

    De gemeenteraad stelt periodiek een plan vast met betrekking tot het door het gemeentebestuur te voeren beleid met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Het plan beschrijft de beleidsvoornemens inzake de door het college te nemen besluiten of te verrichten handelingen die erop gericht zijn:

    • a.

      De sociale samenhang [….] te bevorderen, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente te bevorderen, alsmede huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden;

    • g.

      Maatwerkvoorzieningen te bieden aan personen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving en beschermd wonen of opvang behoeven [….] of omdat zij de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld.

Art. 4.1.1

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de organisatie van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • 4.

    Het college bevordert een goede samenwerking tussen het AMHK, de hulpverlenende instanties, de politie en de gecertificeerde instellingen en de raad voor de kinderbescherming in de zin van de Jeugdwet.

Jeugdwet

Art. 1.1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: [….]

Kindermishandeling: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkende aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel; […]

 

Art. 2.2 lid 1 en 2 aanhef en sub b

  • 1.

    De gemeenteraad stelt periodiek een plan vast dat richting geeft aan de door de gemeenteraad en het college te nemen beslissingen betreffende preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

  • 2.

    Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid [….] en geeft daarin in ieder geval aan: [….]

    • b.

      Hoe dit beleid zal worden uitgevoerd in samenhang met de verantwoordelijkheid van het college inzake het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen.

Art. 2.6 lid 1 aanhef en sub e

Het college is er in ieder geval verantwoordelijk voor dat: [….]

  • e.

    Wordt voorzien in maatregelen om kindermishandeling te bestrijden.

Wet Tijdelijk Huisverbod

Art. 2

  • 1.

    De burgemeester kan een huisverbod opleggen aan een persoon indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat diens aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die met hem in de woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven of indien op grond van feiten of omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat. Het verbod geldt voor een periode van tien dagen, behoudens verlenging overeenkomstig artikel 9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de aard van de feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen geven om een huisverbod op te leggen.

  • 2.

    Een huisverbod kan slechts worden opgelegd aan een meerderjarig persoon.

Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Art. 2

  • 2.

    Het in het eerste lid, onder a, bedoelde stappenplan, bevat ten minste de volgende stappen:

    • a.

      Het in kaart brengen van de signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling;

    • b.

      Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het AMHK of een deskundige op het gebied van letselduiding;

    • c.

      Een gesprek met de cliënt;

    • d.

      Het wegen van het risico op en de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en bij twijfel altijd raadplegen van het AMHK en

    • e.

      Beslissen: zelf hulp bieden of hulp organiseren dan wel het doen van een melding.

B. Verdragen

Verdrag van Istanbul

De gemeentelijke aanpak van huiselijk geweld moet voldoen aan het geratificeerde Verdrag van Istanbul. In dit verdrag staat dat geweld tegen vrouwen en meisjes, gepleegd door mannen, een vorm van gender gerelateerd geweld is en dus discriminatie. Dit geweld tegen vrouwen moet worden voorkomen om bestreden en deze aanpak moet gendersensitief zijn. In het verdrag is onder meer bepaald dat:

  • Dienstverlening niet afhankelijk mag zijn van de bereidheid van het slachtoffer om aangifte te doen of te getuigen tegen een dader en niet financieel belastend mag zijn;

  • Slachtoffers medische, psychologische en juridische hulp en opvang krijgen, bij voorkeur op één plaats;

  • Er voldoende passende opvangplaatsen moeten zijn voor slachtoffers zonder discriminatie op welke grond dan ook;

  • Vrouwen zonder geldige verblijfstitel toegang tot de opvang moeten krijgen;

  • Het tijdelijk huisverbod moet gelden ongeacht relationele status en niet gebonden zijn aan een woning, maar aan de veiligheid van een slachtoffer waar die ook verblijft.

Verdrag inzake de Rechten van het Kind

Het Kinderrechtenverdrag stelt onder andere dat ieder kind recht heeft op bescherming tegen alle vormen van lichamelijke of geestelijke mishandeling en verwaarlozing, zowel in het gezin als daarbuiten. De overheid moet maatregelen nemen ter preventie en signalering van kindermishandeling en zorgen voor opvang en behandeling.

Bijlage 2 Definities en begripsomschrijvingen

 

Achterlating

Van achterlating is sprake als de ouders beslissen dat het kind/de jongere tegen hun wil, beter af is in het land van herkomst; in het bijzonder met het doel dochter (of zoon) uit te huwen zonder haar/zijn uitgesproken goedkeuring.

 

Complexe scheiding

Een complexe scheiding is een scheiding waarbij ouders door aanhoudende ernstige conflicten het belang en welzijn van de jeugdigen uit het oog verliezen, evenals het wederzijdse belang.

 

Eergerelateerd geweld en eerwraak

Bij eergerelateerd geweld gaat het om de achterliggende redenen van het geweld. Het motief is daarbij het collectieve gedachtegoed van een bepaalde gemeenschap. Volgens (traditionele) gedragscodes is het in geval van dreigend of feitelijk gezichtsverlies bij bepaalde gemeenschappen geoorloofd om geweld te gebruiken als de eer of goede naam in het geding is of dreigt te raken. De (schoon) familie kan hiermee instemmen, of soms onder morele druk, actief aan meewerken. Er is dan niet één pleger, maar er zijn meerdere plegers medeplichtigen. Eergerelateerd geweld kan vanwege de bemoeienis van familieleden (tot ver over landsgrenzen heen) zeer complex in elkaar steken en kan onder bepaalde omstandigheden een hoog escalatiegevaar (inclusief tijdsdruk) met zich meebrengen. De uiterste uitingsvorm van eergerelateerd geweld is eerwraak. Hier is sprake van wanneer er een moord is gepleegd om de familie eer te herstellen.

 

Exposen

Het ongewenst online delen van beeldmateriaal en persoonsgegevens. Het gaat hierbij vaak om seksueel getinte foto’s, maar ook bikinifoto’s en niet seksueel getinte foto’s vallen hieronder. Met name op de messenger-app Telegram wordt er in expose groepen beeldmateriaal gedeeld, waarop haatreacties en bedreigingen volgen.

 

Femicide

We hanteren de definitie zoals opgesteld door het College van de Rechten van de mens: “De term femicide wordt gebruikt als sprake is van het opzettelijk doden van een vrouw omdat zij vrouw is. We gebruiken de term om duidelijk te maken dat het om een vorm van geweld gaat die vooral vrouwen treft. Femicide wordt meestal door mannen gepleegd, en meestal door de partner of ex-partner. Vaak is er in de relatie al langer sprake van structurele mishandeling. Dat kan gaan om psychisch geweld, bedreigingen, intimidatie of lichamelijk of seksueel geweld. Femicide is een extreme vorm van geweld tegen vrouwen in de privésfeer.”

 

Financieel misbruik

Financieel misbruik is het ongewenst en ongeoorloofd gebruik van geld en/of goederen of andere bezittingen van een oudere door iemand uit de huiselijke kring. De mate kan variëren van het zich niet-realiseren tot aan een strafbaar feit.

Voorbeelden zijn; boodschappen voor zichzelf betalen met de pinpas van een ander, bedragen overmaken naar de eigen rekening, diefstal van – al of niet waardevolle en dierbare – bezittingen, pinpasfraude, gedwongen testamentwijziging, wilsbeschikking of hypotheekopname, verkoop van eigendommen, misbruik van machtigingen, koop op naam van slachtoffer, financieel kort houden.

 

Gender en gender gerelateerd geweld

Geslacht (of sekse) is een door een ander bij de geboorte toegekende binaire categorie (man of vrouw) afgeleid van lichamelijke kenmerken. Gender gaat over de typisch ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ rollen, activiteiten, en eigenschappen die (vaak onterecht) met het geslacht in verband worden gebracht (Atria).

Voor de beschrijving van de term gender gerelateerd (fataal) geweld sluiten we aan bij de definitie die door de VN wordt gebruikt. Zij stellen dat gender gerelateerd (fataal) geweld verwijst naar de grondoorzaken en de specifieke context van het (fatale) geweld. Het gaat over stereotiepe rollenpatronen en verwachtingen, het gaat over discriminatie en ongelijkheid én het gaat over ongelijke machtsverhoudingen. Het gaat niet (alleen) over de (zichtbare) motivatie van plegers, maar over de onderliggende oorzaken die (fataal) geweld veroorzaken.

 

Huiselijk geweld

Geweld dat door iemand uit de privékring van het slachtoffer wordt gepleegd. Dit kunnen zijn: partners of ex-partners, ouders of verzorgers, vriend(in), gezins- en familieleden en (huis)vrienden. Het woord ‘huiselijk’ verwijst dus niet naar de plaats van het geweld – het kan zowel binnenshuis als buitenshuis plaatsvinden – maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Geweld in huiselijke kring kan bestaan uit lichamelijk geweld, psychisch of seksueel geweld en verwaarlozing.

 

Huwelijksdwang

Van huwelijksdwang is sprake wanneer een jongen of een meisje zich heeft uitgesproken bij een professional of in de eigen omgeving niet te willen trouwen met degene, die door de ouders/familie is uitgezocht als toekomstige huwelijkspartner. Iemand dwingen te trouwen is wettelijk niet toegestaan en strafbaar.

 

Huwelijkse gevangenschap

Huwelijkse gevangenschap is een situatie waarbij iemand (meestal een vrouw) vastzit in een religieus huwelijk, ook na de wettelijke echtscheiding.

Iemand wil het huwelijk beëindigen, maar kan dit niet, omdat de echtgenoot dit weigert of de religieuze autoriteiten geen medewerking verlenen aan ontbinding van dat huwelijk.

 

Intiem terreur

Intieme terreur is een ernstige vorm van partnergeweld die gekenmerkt wordt door een patroon van controle en dwang. Dit kan zich uiten in het isoleren, vernederen en intimideren van de partner tot ernstig fysiek en seksueel geweld. Ook kan het gaan om controle van de financiën en dreigementen.

 

Kindermishandeling

Jeugdwet Art. 1.1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: [….]

Kindermishandeling: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkende aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel; […]

 

Online shaming

Het publiekelijk of openbaar vernederen, bekritiseren, bespotten, pesten of lastigvallen van iemand op een online platform. Het kan daarbij gaan om het ongevraagd verspreiden van seksueel getinte beelden.

 

Ontspoorde mantelzorg

Bij ontspoorde mantelzorg gaat de mantelzorger door overbelasting, onmacht, onkunde of onwetendheid over de grenzen van de zorgvrager heen, levert inadequate zorg, verwaarloost of brengt op een andere manier schade toe aan de zorgvrager. Een kenmerk van ontspoorde mantelzorg is het ontbreken van opzet. Vaak zijn mantelzorger en zorgvrager beide slachtoffer.

 

Ouderenmishandeling

Ouderenmishandeling is het handelen of het nalaten van handelen van al degenen die in een terugkerende persoonlijke of professionele relatie met de oudere staan, waardoor de oudere persoon lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt dan wel vermoedelijk lijden zal, en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. Er worden vijf vormen onderscheiden: fysieke mishandeling, psychische mishandeling (incl. schending van recht op privacy), verwaarlozing, financieel misbruik en seksueel misbruik.

 

Schadelijke traditionele praktijken

Schadelijke traditionele praktijken (STP) zijn huiselijke geweldsvormen zoals geweld, verminking of onderdrukking die voortkomen uit orthodoxe of conservatieve tradities en rigide opvattingen over seksualiteit en man-vrouwrollen. Onder schadelijke traditionele praktijken vallen eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, achterlating in het buitenland, huwelijkse gevangenschap, vrouwelijke genitale verminking en gedwongen isolement (verborgen vrouwen). Schadelijke traditionele praktijken kunnen voorkomen onder alle lagen van de bevolking, verschillende etniciteiten, geloofsovertuigingen of klassen. Dergelijke praktijken vinden plaats in samenhang met een bepaald collectief gedachtegoed binnen (gesloten) gemeenschappen.

 

Seksueel geweld

Seksueel geweld is een begrip dat gebruikt wordt voor alle seksuele handelingen die iemand gedwongen moet uitvoeren, meemaken of zien. Het kan gaan om aanranding, verkrachting, seksueel misbruik en online seksueel misbruik.

 

Stalking

Stalking is het bewust stelselmatig lastigvallen en inbreuk maken op iemands persoonlijke leven met als resultaat dat iemand zich niet meer veilig voelt. Stalking is al aan de orde bij ten minste twee ongewenste contactpogingen. Het gaat vaak om onzichtbare en moeilijk te vatten terreur; een opeenstapeling van op zichzelf niet altijd strafbare gedragingen.

 

Verborgen vrouwen

Verborgen vrouwen leiden onder dwang een geïsoleerd bestaan. Deze vrouwen zijn voor de buitenwereld vaak nauwelijks of niet zichtbaar.

Zij vragen niet om hulp, omdat zij de weg niet weten, de taal niet of onvoldoende spreken en/of uit angst voor man en familie. Het (zedelijke) gedrag van de vrouw/meisje is van grote betekenis voor de (goede) naam en eer van de familie/gemeenschap.

 

Victim blaming

Veel mensen die (online) seksueel geweld hebben meegemaakt krijgen negatieve reacties uit de omgeving. Ze worden niet geloofd of worden als schuldige gezien. Dit heet victim blaming. Het slachtoffer krijgt de schuld, terwijl hij of zij niet schuldig is. Victim blaming kan schadelijker zijn dan de gebeurtenis zelf.

 

Vrouwelijke genitale verminking

Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) ofwel meisjesbesnijdenis, is een ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen, waar geen medische noodzaak voor is. In Nederland wordt VGV beschouwd als een (zware) vorm van kindermishandeling. Het is een schending van de rechten van het kind en van de rechten van vrouwen. VGV is dan ook strafbaar.

 

Bijlage 3 Aandachtspunten evaluatierapport Regioplan Verandertraject HG

 

De gemeente heeft een eindevaluatie laten uitvoeren voor het Verandertraject HG door het externe bureau Regioplan. Centraal in deze eindevaluatie staat de vraag in hoeverre het Verandertraject HG uitvoering heeft gegeven aan de aanbevelingen van het eerdergenoemde onderzoek uit 2020 ‘Complexe problemen vragen onorthodoxe oplossingen’. De eindevaluatie concludeert dat er een aantal positieve veranderingen in gang zijn gezet: er is een duidelijke lijn is tussen de ingezette acties in het kader van het Verandertraject HG, en de aanbevelingen uit het onderzoek. Deels zijn de acties volgens plan uitgevoerd, met het beoogde resultaat als gevolg. Zij noemen hierbij onder andere de borging van HG-deskundigheid bij de wijkteams en stedelijke loketten, de aandacht voor de pleger en de inzet van ervaringsdeskundigheid. Zij concluderen aan de andere kant dat het Verandertraject HG een grote focus heeft gehad op de systeemwereld, terwijl het doel juist is verbetering te brengen in de leefwereld. Er worden een aantal aandachtspunten en aanbevelingen voor het vervolg gegeven.

 

Aandachtspunt 1

Formuleer een duidelijke, gemeenschappelijke visie op regie op HG-casuïstiek en vertrek daarbij vanuit het standpunt van de directbetrokkenen: regie moet ertoe leiden dat vanuit hun perspectief bezien alle hulp en interventies in een casus met elkaar samenhangen.

 

Aandachtspunt 2

Verander de systeemwereld door meer aan te sluiten bij de leefwereld. ‘Begin daarvoor direct met anders werken in de uitvoeringspraktijk en begin klein: in één casus, met enkele professionals. Verken van onderop tegen welke systeembarrières zij in de praktijk aanlopen en wat dat voor de directbetrokkenen betekent.’

 

Aandachtspunt 3

Breng vanuit het strategisch platform focus aan door een beperkt aantal prioriteiten te benoemen om de komende tijd met elkaar aan te werken. Leg vanuit het tactisch platform nadrukkelijk de verbinding met de uitvoeringspraktijk enerzijds en het strategisch platform anderzijds.

 

Aandachtspunt 4

Onderzoek de mogelijkheid om de Leidende Principes uit dit Verandertraject, de uitgangspunten van het Toekomstscenario en de uitgangspunten in de regiovisie op HGKM te harmoniseren, zodat alle partners in de regio vanuit dezelfde uitgangspunten werken aan de aanpak van HG.


2

Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, Politie, OM, Arosa, Fier, Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond, Enver, Dock, Reclassering, Gemeente Rotterdam

3

Zie bijlage 3 voor de aandachtspunten uit het evaluatierapport

4

Heel de stad, beleidsplan maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2021-2026

5

Zie voor een beschrijving van de begrippen bijlage 2

6

Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld die het CBS heeft uitgevoerd op verzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).

7

Structureel is (bijna) dagelijks, wekelijks of maandelijks

8

Nationale Prevalentiestudie Mishandeling 2017

9

De landelijke planning is volledige implementatie in 2030

10

Het idee is een team bestaande uit functies van huidige organisaties VTRR, JBRR en Raad voor de kinderbescherming

11

Eén of meer betrokkenen is bekend bij Veilig Thuis in de voorafgaande 3 jaren en er is van deze perso(o)n(en) geen openstaand dossier

12

Zie voor begripsomschrijving bijlage 2

13

SISA = SamenwerkInsinstrument Sluitende Aanpak. SluiS = Sluitend Samenwerken

14

Zie voor begripsomschrijvingen bijlage 2

15

Zie voor een beschrijving van de begrippen bijlage 2

16

Rotterdam, Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk, Lansingerland, Krimpen a/d IJssel, Capelle a/d IJssel, Vlaardingen, Schiedam, Maassluis, Nissewaard, Voorne aan Zee, Goeree-Overflakkee