Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Besluit van de raad van de gemeente Oude IJsselstreek tot vaststelling van de 'Verordening nadeelcompensatie Oude IJsselstreek 2022'

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de raad van de gemeente Oude IJsselstreek tot vaststelling van de 'Verordening nadeelcompensatie Oude IJsselstreek 2022'
Citeertitelverordening nadeelcompensatie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlagebijlage verordening nadeelcompensatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-02-2022nieuwe regeling

24-02-2022

gmb-2024-61416

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Oude IJsselstreek tot vaststelling van de 'Verordening nadeelcompensatie Oude IJsselstreek 2022'

 

Raadsvergadering 24 februari 2022

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 januari 2022

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

 

BESLUIT:

De verordening nadeelcompensatie Oude IJsselstreek 2022 vast te stellen.

Verordening nadeelcompensatie Oude IJsselstreek 2022

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

- aanvrager: degene die een aanvraag om vergoeding van schade (nadeelcompensatie) indient;

- belanghebbende(n): degene(n) die de activiteit verricht(en) en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, of, als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager(s) van dat besluit of degene(n) die de toegestane activiteit verricht(en);

- adviseur: een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;

- adviescommissie: een schadebeoordelingscommissie, bestaande uit meerdere adviseurs;

- college: het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

1. Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de aanvrager stelt dat deze schade wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

 

2. Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere schadevergoedingsregeling van toepassing is.

 

Artikel 3. Aanvraag

1. De aanvrager maakt gebruik van een door het college vastgesteld (elektronisch) formulier.

 

Artikel 4. Heffen recht

1. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 500,-- geheven.

 

2. Het college wijst de aanvrager op de verschuldigdheid van het recht. Het college deelt de aanvrager mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de gemeente dan wel op de aangegeven plaats dient te zijn gestort. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvraag niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest.

 

Artikel 5. Inschakeling van een adviseur of adviescommissie

1. Advies bij een adviseur of adviescommissie wordt slechts ingewonnen voor zover dat noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

 

2. Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt niet ingewonnen als:

  • a. de aanvraag kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b. de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door (een bestuursorgaan van) de gemeente Oude IJsselstreek genomen besluit of verrichte handeling;

  • c. het in de aanvraag genoemde bedrag aan schadevergoeding minder bedraagt dan € 500,-- voor natuurlijke personen en € 1.000,-- voor rechtspersonen, of;

  • d. naar het oordeel van het college voldoende deskundigheid in de gemeentelijke organisatie voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

 

3. Een adviseur of adviescommissie kan door het college worden benoemd als:

  • a. vaste adviseur of adviescommissie, benoemd door het college voor een termijn van maximaal vier jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming, of

  • b. tijdelijke adviseur of adviescommissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen.

  •  

4. Het besluit om de aanvraag af te wijzen zonder inschakeling van een adviseur of adviescommissie wordt genomen binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn verstreken is gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

 

Artikel 6. Wrakingsregeling

1. Indien op basis van deze verordening een adviseur dan wel adviescommissie moet worden ingeschakeld, benoemt het college binnen acht weken na het verstrijken van de termijn als bedoeld in artikel 5, vierde lid een adviseur of een adviescommissie.

 

2. Voorafgaand aan de benoeming van de adviseur of de adviescommissie zendt het college de aanvrager en belanghebbende(n) een mededeling over het voornemen een adviseur of adviescommissie te benoemen.

 

3. De aanvrager en de belanghebbende(n) kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het tweede lid schriftelijk en gemotiveerd een verzoek tot wraking van de adviseur of van (leden van) de adviescommissie bij het college indienen.

 

4. Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van het derde lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking.

 

5. Wanneer het college het verzoek tot wraking gegrond acht, kan het college voor de behandeling van de aanvraag een andere adviseur of andere (leden van de) adviescommissie aanstellen.

 

Artikel 7. Werkwijze van de adviseur of adviescommissie

1. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie stelt de aanvrager, het college en de belanghebbende(n) in de gelegenheid een toelichting te geven, dan wel hun standpunt over de aanvraag kenbaar te maken.

 

2. Indien dit voor het uitbrengen van het advies nodig is, wordt door de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse bezichtigd. Wanneer deze plaatsopneming plaatsvindt wordt bepaald door de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie.

 

3. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan het college, de aanvrager en de belanghebbende(n). De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn verlengen.

 

4. De aanvrager, het college en de belanghebbende(n) worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het conceptadvies schriftelijk hierop te reageren.

 

5. De adviseur of de adviescommissie brengt binnen vier weken na de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

 

6. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het college.

 

Artikel 8. Beslissing op de aanvraag

1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van het advies op de aanvraag en maakt dit besluit binnen deze termijn, onder toezending van het advies, bekend aan de aanvrager en de belanghebbende(n).

 

2. Het college kan de in het eerste lid bedoelde beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

 

Artikel 9. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk vier weken na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag om schadevergoeding uitbetaald.

 

Artikel 10. Overgangsbepaling

Als een aanvraag als bedoeld in deze verordening samenhangt met een oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening, zoals dit luidde voordat deze wet ingetrokken werd, wordt deze niet overeenkomstig deze verordening maar overeenkomstig de ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Oude IJsselstreek (2008)’ behandeld.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Oude IJsselstreek 2022.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek in zijn openbare vergadering van 24 februari 2022

De griffier, M.B.J. Looman

De voorzitter, O.E.T. van Dijk